CHARLES
CHARLOTTE
DRAKA
f®
BetermetBoter
mÊÊm*
DONDERDAG 29 FEBRUARI 1968
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 23
Ons dagelijks
Oorspronkelijke roman door Willy Corsari
taiTja, togaatheTlds ^dochter
dan is het de I
M^alzïin^aSeW1 ishet zo'n kwa-
van je zoons heb je^k niet veel an-
Die vrouw had
ideren aan. Zes zi
n. Wat wilt u? Al
zen^oo?hetToigïpSr. Maaï als je
mij vraagt, was dat vooral om al die
„Zo'n vrouw zie je
^„Hefgaat al heel aardig.
De boog en de
Grootmoeder wist het en eeri i Q)
kind weet het:
de enige beste bruine saus is saus v
échte boter aan te pas komt.
C-( O y{n^G)/Q)\G)
PANDA EN DE POLYDINGUS.
59—96. De
stopten toen
Daar had
tangen en grijpers en grabbers en knijpers
van de huilende Polydingus en zijn gasten
echter erg in. De
hard om iets om zich heen op te
irden en zelfs de Meeste
Vaar het meest treurig van
had hem zo aangegrepen, dat hij
en nu wenend in zijn voertuig zat.
„O, ivat heb ik toch een slecht
snikken door. „Wat ben ik
Ontdekkingsreiziger had
Alleen weet ik niet
dat hij zich niet meer kon
a zijn zakdoek o
„Het is hoogst
kan ik mijn gevoelens beheersen,
8 is me nog hooit eerder over-
RECHTER TIE EN DE VOSSEMOORDEN
13—81. „Yoe-lan, beheers je. Je weet niet wat je zegt!" roept
Rechter Lo uit, maar de dichteres is niet meer te stuiten. „De
student Soeng was hopeloos verliefd op mij", zegt ze. „Vroeger is
hij een tijd bij me geweest, maar ik kreeg genoeg van hem en
ging reizen om hem af te schudden. In deze stad vond hij mij
terug. Hij wilde me dwingen zijn leven met hem te delen en hij
kón me ook dwingen omdat hij teveel van me wist. Daarom moest
hij verdwijnen. En wat Kleine Phoenix betreft. ...Ze vertelde me
dat ze Saffraan vaak opzocht. Bij Saffraan moet Kleine Phoe
nix Soeng hebben ontmoet en op de een of andere manier heeft
de kleine heks hem mijn geheim weten te ontfutselen. Nu wilde
ze mij gaan chanteren! Dat ze het Lied van de Zwarte Vos zou
een hint voor mij dat ze Soeng hij Saf-
„Wat
vraagt hij. Soeng was erbij
toen 'ik in drift een dienares doodde, toen ik haar op een diefstal
betrapte", zegt Yoe-lan. Toen dat niet hielp, reisde hij me na om
me te chanteren. Zijn mondelinge getuigenis zou mij op het scha
vot hebben gebracht!"
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
1167. De roeiboot werd door het water hoger en hoger getil
nen kierde. Hij duwde het voorzichtig open... en
stomme verbazing, dat hij in een doodgewoon k
„Wat is dat nou", riep hij.
„Laat mij maar eens kijken", sprak Katrijn kordaat. „Van keu-
wil fe ze laten doe
„Maar dat kan
Zijn toch niet van
niet","zei Bram gesch
■oeg Katrijn strijdlustig. Van
eigen keukentje?"
ze, wat ze had gezegd en ze