GEVECMMTEl1 ZOXMkEI* 1'MEMM/%Xl>SEAXM>
ELKS
KLIS, OM
STEEX
de werkelijkheid van w-at hun
grootste verovering moest wor
den. Paulus legde zijn herinnerin
gen daaraan vast, nadat hij bij
Stalingrad had gecapituleerd.)
Serkow wijst op zijn lichaam de
plaatsen aan waar hij werd ge
wond: vijfmaal zwaar, meerdere
malen licht, maar steeds aan het
hoofd van zijn troepen, met een
geweer in de vuist, naar de ge
woonte in vroeger jaren van strij
den gegroeid.
De 15e oktober 1942: Serkow betrok
zijn stelling 150 meter van de
Wolga, op dertig meter, zover als
je een handgranaat kunt gooien,
van de Duitsers. Een eenzame
weduwnaar, wiens gezin in Lenin
grad onder Duits geschutvuur
stierf, een man die maar een
ding wilde: vechten. Voor het va
derland, natuurlijk. Voor Stalin,
vanzelfsprekend ook. Maar voor
al: voor zich zelf. ,,De Duitsers",
zegt hij, „hadden de fabriek
„Barricaden" bezet. Zij hielden
vijftig procent van de fabriek
„Rode Oktober" in handen de
linies liepen dwars door de ver
wrongen staalmassa's van de ver
nielde fabriekshallen. Naast
draaibanken stonden de kanon-
eeuwigc vlam op het Plein der Gevallen
Jen, in Wolgograd, staan van 's morgens
8B tot 's avonds acht erewachten: jongens
peisjes van Komsomol en Pioniers, vor-
■®B|e organisaties, die het Russisch commu-
e ais voorportalen van zijn maatschap-
erwille van de jeugd heeft gesticht. De
Mts bij de vlam, die trillende lucht om-
jaagt in een bijtende koude, torsen ma-
-pistolen schuin voor de borst en zij
doodstil op een houten vlondertje. Zo-
ïet sneeuwt komen er vrouwen met ruwe
ns, die zeer nauwkeurig de vlokken weg-
elen van dit gedenkteken, dat al beteke-
J ad, maar méér nog heeft gekregen na de
Vaderlandse oorlog, door de slag niet
bij, doch om Stalmgrad.
[gepoetste, automatische wapens hebben eens
oord aan mannen, die in dat gevecht zijn geval-
ogels uit deze lopen hebben ontelbare Duitsers
maaid tussen de puinhopen van de stad en van
imayev-heuvel. De naam van degene, die de
- r overhaalde, staat nu in een zilveren plaat-
rift op de kolf, want Wolgograd eert zijn hel-
let al de nadruk, die dat verdient en met een
chtig pathos, van een soort, die elders al lang is
llen de stad behouden, of er sterven", zei gene-
fassili Iwamowitsj Tsjoeikow, toen hij op 12 sep-
r 1942 werd benoemd tot opperbevelhebber van
middels te Stalingrad door Duitsers ingesloten
teger. Binnen het bruggehoofd van de Russen la-
invankelijk nog de voornaamste fabrieken en de
rijken later moesten zij ook daarvan nog een
groot deel prijsgeven. Ten slotte stonden zij,
il met hun voeten al in het water van de im-
Wolga, te vechten, Maar Tsjoeikow heeft zijn
lak waér gemaakt, al betekende voor velen het
elijke behoud, de herovering van de stad, niet
in leven zouden blijven.
i zeer ree! van dergelijke uitspraken, die het
tter en de waarde meekregen van een eed.
Ier de Wolga ligt voor ons geen land meer", zei-
jfe Russen dan ook, voordat zij met de kreet
I het vaderland, voor Stalin'de Duitse kogels
pjonetten tegemoet gingen. Ook dit was waar:
r de Wolga was, behalve nog meer steppe,
|ad niets - op den duur begon daar Azië. De jeugd van Wolgograd betrekt de erewacht bij de eeuwige vlam.
Gevechten om eike kamer
Bs op het Plein der Gevallen
in verklaart omstandig, hoe
romers deze plaats een aan-
&m parkje is, met veel groen
jonge bomen. Temidden van
lauwkeurig in de rij geplaat-
pieuwe aanplant, staan drie
evenwel buiten elk gelid:
e, die de veldslag hebben
:fd en die, na een jaar, tot
verbazing, weer bladeren
aan hun geblakerde tak-
aar zelfs na 25 jaar zijn de
;aten in de stam nog niet
•trokken en zij behoren
im tot het programma van
Op de een of andere ma-
[blijkt dan een kogelgat in
levende boom toch iets
te zijn dan een kogelgat
muur.
wijst de gids, temidden
j grijze ademwolken, „zaten
luitsers en daar de Russen",
en „hier" en „daar" liggen
ijn hoogst enkele tientallen
Irs de oorlog in Stalingrad
Imcljeen oorlog zonder niemands-
'ch'! De tegenstanders hoorden
irs bewegen en ademen, in
rdeidende kamers van huizen,
r 2 was de ene verdieping in
lom en van Russen en werd de
II "e door Duitsers bezet gehou-
'em Huizen, waarin de- verdedi-
oms bij ontstentenis van voldoen-
di munitie soms met stenen
deei en, om zich de aanvallers
ngei het lijf te houden; huizen,
P 3 in het geruisloze gevecht
'eer de befaamde Stalingrad-spa-
ianterd gevoerd: een veldschop,
scherp geslepen kanten (voor
iees'klap tussen stalen helm en
and' Jder, op het gezicht) en een
llter steel, die als mini-mortier
lch' dienen,
rini
BEZEGELD
der-
noetitsers vielen op 13 september
i'daf regiment na regiment liep
vann op de Russische verschan-
end m. Tsjoeikow over de veer-
angle september: „Om twaalf
zette de tegenstander sterke
uto- iterie- en pantserstrijdkrach-
/er£ien begon onze gevechts-
lar-
oop
groepen terug te dringen. Zijn
stoot richtte zich tegen het cen
traal station. Hij werd met grote
kracht uitgevoerd. De aanvallers
stormden zonder op verliezen
acht te slaan vooruit. Vrachtau
to's met infanterie en tanks dron
gen de stad binnen. De fascisten
beschouwden het lot van de stad
kennelijk al bezegeld. Allen poog
den zo snel mogelijk het centrum
van de stad, aan de Wolga, te be
reiken, om zich daar van een rij
ke buit te voorzien. Onze, in hui
zen, kelders, schuttersposten en
achter vooruitspringende muren
verborgen soldaten scherp
schutters, antitank-kanonniers en
artilleristen zagen hoe be
schonken fascisten van de auto's
sprongen en joelend en op hun
mondharmonika's spelend over de
trottoirs dansten".
Muziek tussen de puinhopen.
Een Duitser schreef naar huis:
„Kurt Hahnke, ik geloof dat je
hem wel kent, heeft op een vleu
gel in een kleine zijstraat van
het Rode Plein, acht dagen gele
den de Apassionata gespeeld.
Zoiets beleef je niet elke dag,
midden op straat stond de vleu
gel. Het huis hadden ze laten
springen, maar de vleugel heb
ben ze er, misschien wel uit me
delijden, tevoren uitgehaald en
op straat neergezet. Elke sol
daat, die daar voorbijkwam,
heeft erop getimmerd en ik
vraag je, waar vind je ook el
ders piano's op straat? Jammer
dat ik niet kan schrijven, om
woorden te vinden voor dat to
neel van die honderd soldaten,
weggedoken in hun mantels, met
dekens over hun hoofd; overal
klonk dof gerommel, maar nie
mand liet zich storen, ze hoor
den Beethoven in Stalingrad,
zelfs al begrepen ze hem niet".
Muziek tussen de puinhopen: de
67-jarige kolonel Alexander Jeme-
lianowitsj Serkow vertelt er ook
over. Onverzettelijk zit hij, met
een volledig kaalgeschoren hoofd,
opgesteld tussen het eenvoudig
meubilair van de overheidsflatwo-
HENK KOLB
ning, die hij bewoont. Het portaal
van zijn huis, de trappen naar
boven, hebben slechte verlichting
en zo hier en daar zijn beide rui
ten van de dubbele ramen gebro
ken.
Maar Serkow presenteert met een
hartelijke lach snoepjes, uit een
krullerig glazen schaaltje, waar
van de vormgeving aan een voor
bij tijdperk is ontleend en dat, in
zijn grote handen, haast potsier
lijk aandoet. Alexander Serkov
woont nu op de plek, in het indu?
triële noordelijk stadsgedeelt
waar anno 1942 niets anders t
zien waren dan granaattrechter'
scherven, uitgebrande vervoer
middelen tot aan de nabij'
Wolga toe. Serkow heeft dat stu"
grond toen 200 dagen verdedigc
zoals hij dat al op zovele ander
plaatsen in Rusland had gedaan
maar dit was de eerste die h
niet na korte of langere tijc
moest verlaten.
Zijn regiment ving op 22 jiyii 194
de eerste klappen van de „Opera
tie Barbarossa" op. (Barbarossa
de codenaam voor de Duitse aan
val op Rusland. In het museun-
van Wolgogradligt een pijnlijk
zorgvuldig, met de hand in eer
boekhoudersfoliant geschreven,
verslag van het zandbak-spel der
Duitse generaals oefenend voor
0 De loopgraven liepen dwars door d<
62ste leger had twaalf divisies te
genover zich, met bijna 300
tanks. En dat alles op een front
breedte van hooguit 25 kilometer.
Ten koste van duizenden doden
en gewonden, ten koste ook van
vijftig kostbare tanks, stonden de
Duitsers ten slotte bij de Tracto-
renfabriek aan de Wolga. In dat
oktober-offensief maakten zij zich
meester van de Mamayev-Koer-
gan: hun vuur beheerste de stad,
maar niet m het minst de Wolga,
waarover van oever tot oever, on
der voortdurende beschieting, sol
daten, wapens en munitie werden
aangevoerd. Maar als dat mis
ging dan was er geen munitie,
dan waren er geen soldaten, dan
werd er door de restanten van
bataljons beestachtig gevochten
met schoppen, messen, stenen,
geweerkolven, met tanden en met
handen en voeten.
„Niettemin", zegt Tsjoeikow,
„kwam Paulus net het ene batal
jon te kort, dat ook de laatste 300
meter naar onze commandopost
had kunnen overbruggen".
Januari 1968: Nadesjda Lomowa
verontschuldigt zich breedvoerig
voor het feit dat haar lage houten
huis, dat nog stamt uit de aller
eerste naoorlogse jaren, wat
rommelig schijnt. Echter, de
avond tevoren is de bruiloft van
haar oudste zoon gevierd en dat
merk je de volgende dag. Haar
man, Iwan Semjonowitsch, zit in
de keuken op een krukje en lepelt
soep hij mist beide benen.
Sinds een fabrieksongeval in 1931.
Nadesjda Lomowa en haar gezin
willen niet naar een van de grote
flatgebouwen, waarin de staat
per persoon negen vierkante me
ter woonruimte ter beschikking
stelt. Nadesjda wil blijven wonen
in haar huis, met tuintje, waarin
zij augurken kweekt voor de in
maak. Huizen, zoals dat van de
Lomow-familie, vormen nog
steeds twintig procent van de ste
delijke bebouwing, maar ze val
len niet zo erg op, omdat de gid
sen in beginsel liever de nieuw
bouw tonen dan de lage huizen,
die niet zo heel erg verschillen
van de woningen, die men in het
vooroorlogse Stalingrad al wilde
gaan afbreken.
»e stedelijke overheid echter zal
noch de Lomows, noch de Davi-
denko's, noch al die anderen in
hun huizen laten. Zij zullen zich
aan de nieuwe tijden moeten con
firmeren en hun hang naar een
eigen behuizinkje, naar wat eigen
bezit, naar een eigen tuintje,
moeten opbergen binnen de mu
ren van de recht-toe-recht-aan
flats, die in ijltempo worden op
getrokken. Niet zo lang meer zal
Nadesjda mompelen, wanneer zij
e fabriekshallen.
bij het bewerken van het stukje
grond weer granaatsplinters
vindt.
BEGRIP
hi de oktoberdagen van 1942 woon
de zij met haar moeder en
schoonmoeder in een ondergronds
hol aan de Wolga-oever.
's Nachts, als de gevechten wat
luwden, kroop zij naar de Russi
sche soldaten, voor wie zij eten
maakte en kleren herstelde. Ze
heeft nooit een geweer afgescho
ten, maar niettemin: ook zij heeft
gevochten. Nadesjda ziet de be
trekkelijkheden der aardse ge
beurtenissen: „De Duitse gevan
genen zagen er vreselijk uit, uit
geput, vies en zwart van de rook,
vroegen ze om brood. Dat heb ik
ze gegeven, hoewel het vijanden
waren. Toen ze een poosje gevan
gen waren geweest leken ze weer
tamelijk gezond".
„Duitsers? Ach, je vecht eerst,
maar later, ais je gedwongen
bent samen te leven, dan ga je
elkaar wat beter begrijpen".
Ze loopt in twee, drie passen de ka
mer door en wijst op een keurig,
achter glas ingelijst portret van
een jongeman: „Mijn zoon Gena-
diji, 25 jaar nu". De jongen werd
geboren op 19 oktober, ergens
langs de Wolga-oever. „Dat ging
snel genoeg", verzekert Nadesj
da. „Dat moest wel. want het
was nu eenmaal oorlog. Hij is
's avonds gekomen en 's morgens
vroeg ben ik drie keer heen en
weer gekropen naar de Wolga,
om water te halen. Want dat kind
moest gewassen worden, er
moest eten worden gekookt. Nu
hadden wij ook wat water uit het
ravijn kunnen nemen, maar dat
leek me niet zo goed voor het
kind, want het was rood van het
bloed en daarom moest je het al
tijd eerst zeven door je schort".
Uit het dagboek van een Duit
se soldaat: „22 oktober. Ons re
giment kon de fabriek niet inne
men. Wij lijden grote verliezen
en struikelen over de lijken.
Overdag kun je nauwelijks nog
ademhalen; de lijken gaan ont
binden, niemand haalt ze weg.
Wie zou er drie maanden gele
den aan hebben gedacht dat ons
in plaats van de overwinning,
zulke offers en zoveel lijden
wachtten. Onze soldaten noemen
Stalingrad het massagraf van de
Kolonel Alexander Serkow: „Voor mijn familie heb ik afgerekend".
nen, die alleen maar schoten met
directe richting. Nou ja, die
dag ik moest vanaf de Wol
ga-oever aanvallen straatge
vechten, wat zeg ik, kamerge
vechten, strijd om elke steen, om
elke kuil. Eén man van ons stond
tegenover vijf Duitsers. Wij voch
ten met stenen tegen tanks en
met flessen benzine.
Een matroos wilde eens net zo'n fles
gooien, toen een kogel die ver
splinterde en de vlammende benzi
ne over hem heen stroomde. Niet
temin greep hij nog een tweede
fles en wierp zich daarmee, bran
dend, voor de Duitse tanks. Toen
we de commandowagen eenmaal
hadden afgeschoten, gingen de
andere tanks terug. Het was een
interessante dag
\lexander Serkow laat de steel van
een bewerkt champagneglas tus
sen zijn vingers heen en weer rol
len. Hij vertelt dan van, wat hij
noemt, de „psychologische aan
vallen" van de Duitsers, over
muziek op straat: „De Duitsers
waren dronken, ze hadden zich
met hun schnaps moed verschaft
en marcheerden op, alsof zij al
meester van het terrein waren:
in het eerste gelid de officieren,
daarachter de soldaten zin
gend. De tanks Voor ons, de
zwakste partij, was dat ver
schrikkelijk, het leek alsof ze de
stad óók zo konden innemen. In
die ogenblikken gingen de verple
gers, het keukenpersoneel, de ar
beiders, de vrouwen, in de voor
ste linies".
,Aan het eind van de dag hadden
we elf van dergelijke aanvallen
afgeslagen. Er waren negentien
Duitse tanks vernield, voor onze
linies lagen meer dan duizend
dode Duitsers. Hun verliezen wa
ren twintig keer groter dan de
onze. Maar ook Russen sneuvel-
Ik herinner mij Machnoesjin, een
machinegeweerschutter. Hij werd
dodelijk getroffen en raakte be
wusteloos. Na enige tijd kwam
hij weer bij en zag, dat een Duit
se officier bezig was het machi
negeweer om te draaien, en het
op de Russen te richten. Mach
noesjin kon met zijn laatste
kracht nog een keer de trekker
van zijn machinegeweer bereiken.
Zijn laatste dertig schoten troffen
de Duitser. Toen die stierf was
Machnoesjin al dood".
BELLEN BLAZEN
Dat was 15 oktober 1942. De tweede
dag van het laatste, grote Duitse
offensief om Stalingrad te nemen.
De Duitsers hadden uit hun loop
graven immers geroepen: „Roes,
skoro boel-boel oe Wolga" Rus,
spoedig zul je bellen blazen in de
Wolga. Op de veertiende oktober
waren de Duitsers twee kilometer
opgerukt. Zij kregen de Tracto-
renfabriek in handen, spleten het
Russische front en steeds meer
Duitsers liepen storm tussen de
puinhopen. Tsjoeikow oordeelde
dat de toestand wanhopig was.
Van sommige Russische regimen
ten sneuvelde in twee dagen tijd
driekwart van de soldaten. Het