SPRANKELEND:-BEGIN VAN 'T NIEUWE JAAR Het oude China bakermat van het vuurwerk Oudejaarsgebruiken, die tot het verleden behoren in Overijssel en Drenthe ANDERS DAN ANDERS IATERDAO 80 DECEMBER 1967 LEIDSCH DAGBLAD ***¥*¥«¥**#*- II i Êj1 LK jaareinde wordt voor duizenden en nog I J eens duizenden guldens de lucht in gescho- 1 tenHet maken van vuurwerk is een kunstwelke haar bakermat vindt in het oude Chinaenkele eeuwen vóór onze jaartelling. Al tweeduizend jaar voordat de monnik Schwarz het zogenaamde buskruit ontdekte of beter herontdekte waren de Chinezen al mees- mc ters in de vervaardiging van vuurwerk en het h gebruik van explosieven. r. Vele thans nog gebruikte ingrediënten waren reeds aan de pyrotechnici van het oude Verre Oosten bekend. Zij kenden de juiste samenstel ling en menging van bestanddelen als salpeter, houtskool en zwavel, wisten hoe kleurenlicht ont staat door toevoeging van verschillende chemi caliën en hoe schitter- en sterretjeseffecten ver kregen worden door bijmenging van metaal- vijlsels. Het kunst-vuurwerk, dat de Chinezen maakten in vroe gere eeuwen, werd bijna uit sluitend vervaardigd voor feestelij ke doeleinden. Van de latere bewoners van het Iff onmetelijke Chinese rijk vertelde de J bekende ontdekkingsreiziger Mar co Polo, dat „zij ware tovenaars zijn, in staat tot wonderlijke kuns ten van begoocheling door allerlei magische middelen". Zij konden donderslagen doen horen en bliksemschichten verwek ken en verschrikten hun tegen- dien heeft het een zegetocht door de wereld gemaakt. Vuurwerk is bij ieder groot feest niet meer weg te denken; duizenden raken er van onder bekoring. In een kunstvuurwerkfabriek, zo als de Koninklijke Katfabriekcn in Leiden, zijn de grootste veilig heidsmaatregelen getroffen. De oorsprong van deze fabriek ligt in het jaar 1720 toen een zekere heer Loeff met de vervaardiging van kunstvuurwerk begon. In 1823 werd zijn zaak door de heer Kat overge nomen, maar nu nog wordt van de naam Loeff gebruik gemaakt. Met het oog op het gevaar bestaat de fabriek uit een groot aantal klei ne werkplaatsen waar de verschil lende soorten vuurwerk worden vervaardigd. Steeds wat nieuws DE SAMENSTELLING van een vuurwerkprogramma is geen eenvoudige zaak. Deskundigen zijn dagenlang met de voorberei ding ervan bezig. Telkens weer worden nieuwe vindingen aan de oude toegevoegd, omdat elke vuur werkmaker graag met wat nieuws voor de dag wil komen. Tussen alle grote kleurrijke stuk ken door, ontbreken nimmer de vuurpijlen of raketten, welke in al lerlei formaties bewonderende uit roepen ontlokken aan het duizend koppige publiek. De Leidse vuurwerkfabriek is wijd en zijd bekend en levert vuurwerk naar alle werelddelen. Had zij voorheen vrijwel alleen Italianen of Spanjaarden als des kundigen in dienstV in" latere ja--"" ren zijn de Leidenaars de kunst van vuurwerkmaken even goed gaan verstaan, zodat thans uitsluitend Nederlanders in dit fonkelende be drijf werkzaam zijn. Fonkelend en sprankeletid vuurwerk in Rotterdam uit Lei den. Als kant spat deze bom hoog in de lucht uiteen. standers in de oorlog met vuur werk, zonder evenwel van de do delijke uitwerking van explosieven gebruik te maken. Marco Polo, die leefde van 1254 tot 1323, heeft hierover heel wat aan zijn landgenoten de Italia nen verteld. Reeds vroeg schijnen langs de al oude karavaanwegen allerlei „ge heimzinnige" stoffen naar Voor- Azië en Europa te zijn gekomen. Het is bekend, dat Alexander de Grote aan de Indus met vuurwerk kennismaakte en er danig van on der de indruk was gekomen. Vuurwerk in Europa «7 olg«ns oude geschriften is het rIN( V eerste vuurwerk in Europa in T het jaar 1379 in het Ita- 160 liaanse Vicenza ontstoken. Na- 68 jaar", verwachtte men een geldelijk offer. Dit gebruik ontaardde in een ordinaire bedelpartij en werd dan ook door de meeste plaatselijke overheden verboden. Ergerlijk jaar in vele Drenithse dorpen ruw toe. De jeugd trok van huis tot huis, van boerderij naar boerderij en eiste drank, waarbij geen enkele matigheid werd betracht. De bevol king zag als een berg tegen de nieuwjaarsdag op. De komst van de dorpsjeugd was een ware bezoeking. Men heeft ons verteld, dat zelfs van de armsten een drankoffer werd gevraagd. Het gebeurde wel, dat erme lieden huisraad en „slacht" dat Is het gedroogde of gerookte spek en vlees dat aan stokken aan de zolder hing moesten verkopen om voor het aldus verkregen geld geestrijk vocht in te slaan. Wie wei gerde alcohol te schenken, liep alle kans ernstig door de verhitte jon geren mishandeld te worden. Zelfs het mes kwam er dikwijls aan te pas. Daar was men in die dagen erg snel mee. Ook werden op nieuwjaarsdag heel wat onderlinge vetes uitga* vochten. Het was een allerslechte! begin in de dorpen waar het overt* gens zo gemoedelijk toeging. Naarmate andere zeden him in trede gingen doen, is er in Drentha mede door toedoen van buiten af een frisse geest gaan waaien en is dit ergerlijk gebruik volkomen verdwenen. Gelukkig maar, want alles uit „die goede ouwe tijd" was niet zo best! In de regel zien de mensen op 31 de cember terug en op 1 januari vooruit. Oudejaarsavond is immers het specifie ke uur voor de herinnering. In de fami liekring worden de blijde en de droeve gebeurtenissen van het afgelopen jaar opgehaald en de couranten laten in hun jaaroverzichten alle belangrijke politie ke en maatschappelijke voorvallen nog eens de revue passeren. En op de nieuwjaarsdag zien de men sen graag vooruit. In hun nieuwe agenda nemen ze reeds vastgestelde data van vergaderingen en afspraken over. Er zijn zelf8 mensen, die steevast op 1 januari besluiten, waar ze in het nieuwe jaar hun vakantie zullen doorbrengen, al is het tegenwoordig geraden om daar nog vroeger mee te beginnen. Dus op 31 december te middernacht wordt de ommezwaai van 180° gemaakt. Wie urenlang achterom gekeken heeft, ziet nu plotseling vooruit. Toch heeft het een goede, een bijbelse, zin om het anders dan anders te doen. Op oudejaarsavond behoren wij voor uit te zien. Dit uur spreekt niet enkel over de vergankelijkheid, maar bovenal over de voortgang van de tijd. Onze Westerse cultuur heeft het van Israël ge leerd, dat 't leven geen kringloop en geen cirkelgang is, maar een weg, die uitloopt op een doel. Wie daarvoor oog heeft ge kregen, houdt zich niet sentimenteel met het verleden bezig, maar is ervan over tuigd, dat het beste nog komt: Gods rijk van liefde, vrede en gerechtigheid. Wij zijn geen paarden in de tredmolen, maar genodigden tot het feest. Treedt vrolijk voort op 's Heren wegen en neemt uw plicht getrouw in acht. Maar zorgt er dan ook op de nieuw jaarsdag voor om eens achterom te zien. Wanneer een mens voor een nieuw be gin staat, gevoelt hij zich altijd wat klein en onzeker, bijvoorbeeld als een kind, dat voor het eerst naar school gaat of een afgestudeerde, die zijn eerste be trekking aanvaardt, of als een provin ciaal, die zijn eerste buitenlandse reis maakt. Wat zal hem te wachten staan en wat zal hij er zelf van terecht brengen? De overmoedigen denken, dat zij met hun eigen kracht en gewiekstheid het wel klaar zullen spelen. En de zwaar- moedigen gaan met duizend angsten in het hart de toekomst tegemoet. De hou ding van de een is al even gevaarlijk als die van de ander. Als wij voor een nieuw begin staan, moeten wij juist aan het verleden den ken. Toen Israël aan de grenzen van Ka- naan stond, zeide Mozes in zijn af scheidsrede: Gedenk aan de dagen van weleer, let op de jaren van geslacht tot geslacht; vraag het uw vader, dat hij het u mededele, uw oudsten, dat zij het u zeggen: De God van gisteren is ook de God van vandaag en morgen. Wie in Hem gelooft, doet het anders dan de anderen. D. J. VOSSERS, EM. PREO, LEIDEN j Uittvasseu De uitwassen namen tenslotte een dusdanige vorm aan, dat politie en justitie tot ingrijpen gedwongen werden. Zo stonden bijv. het vorige jaar nog tientallen vertegenwoor digers van de dorpsjeugd terecht voor de Almelose politierechter, ver dacht van erfvredebreuk, vernieling of soortgelijke vergrijpen. De straf fen werkten afschrikwekkend en zo ging het in dit opzicht in de vorige Vuurwerk uit oudejaarsnacht wat rustiger toe. Leidse fabriek In vroeger jaren kende men in zoals het op 18 de meeste Drenthse en Overijsselse augustus 1964 in dorpen een ander gebruik; dat van Wenen werd af- het nieuwjaarslopen. Onder aanbie- gestokending van „veel zegen ln het nieuwo MET HEVIG GEKNAL wordt het oude jaar uit- en het nieuwe ingeluid. Vuurpijlen, welke sissend de lucht inschie ten, brengen kleurige lichteffecten teweeg. Dat is elk jaar weer het beeld van iedere stad en ieder dorp. ven van huizen en boerderijen ver wisselde in de oudejaarsnacht van plaats. Het was de jongelingschap van het dorp, welke zich hiermee bezig hield. Voertuigen en gereedschappen konden de eigenaren dikwijls, na naarstig zoeken, kilometers van de plaats waar ze gestaan hadden pas terugvinden. Het gebeurde niet zel den, dat een boerenwagen werd te ruggevonden op het dak van de boerderij of de schuur. Hoe de jon gelui dit hadden klaar gespeeld mag een raadsel heten. Doch het gebeurde. Was het maar by verplaatsen al leen gebleven. Heel dikwijls echter ging dit oudejaarsnacht-ceremo nieel gepaard met het aanrichten van allerlei vernielingen. Beangst vroeg de bevolking van de Over ijsselse dorpen zich aan de voor avond van het nieuwe jaar af wat er nu weer zou gaan gebeuren. Naast dit lawaaierige uiteinde en begin, kenden tot voor kort ver schillende dorpen in Overijssel het gebruik van het „nieuwjaarsslepen". Alles wat los en vast zat op de er-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 19