Geliik
Thalassa"
WOENSDAG 20 DECEMBER 1967
LEIDSCB DAGBLAD
PAGINA 21
Oorspronkelijke roman
door
Jan de Hertog
Toch trok ik mij van dit alles ei
genlijk weinig aan. Ik had iedere
dag gedoken, dat wil zeggen:
noemde „duiken" het aan de opper
vlakte van de zee drijven en om
laag kijken op de wereld onder wa
lk had een paar keer gepro
beerd werkelijk te duiken tot op
een diepte van een meter of drie,
jnaar had my daarbij onbehaaglijk
gevoeld. Het was meer een kwestie
•an trots geweest dan van belang
stelling, want ik zag de dingen veel
leter wanneer ik rustig aan de op
pervlakte bleef. De wereld onder wa-
er was fascinerend en het gadeslaan
srvan had een kalmerend effect. Het
scheen de buitenwereld naar de ach-
ergrond te schuiven. Wanneer ik
loven het droomlandschap zweefde,
net zijn blauwe prairiers, zijn met
iloemen begroeide hellingen, zijn
Foestynen van zand met zeeëgels en
eesterren en vreemde worstachtige
ingen, waarvan ik niet wist of het
ilanten of dieren waren, voelde ik
nU in een totaal andere wereld. Een
room.
WU voeren langzaam langs de kust
ik zag steeds verschillende land-
chappen van een adembenemende
choonheid, vreemd belicht door de
uhuine zonnebanen die door het
sater vielen en waarin stof scheen
dansen als in een kathedraal. De
rereld onder mij scheen zich lang-
aam voor mij te openen, iedere
ag zag ik meer. Ik begon de vis-
en te herkennen, waarvan alleen de
leinste enige belangstelling voor mij
nonden; ik zag colonnes van geel
zwart gestreepte vissen paraderen
wist, dat de eenling die voor hen
uit zwom de leider was, want zo-
!ra hy een obstakel bereikte, draai-
ie hy snel om en de anderen volg
en zyn voorbeeld in een honderd-
oudige beweging als Pruisen. Ik
egon de roggen te kennen, donkere
waar-moedige vleermuizen van de
lepte, die volkomen ongevaarlijk wa-
en en schenen te zoeken naar iets
lat zy verloren hadden. Ik begon
e merous te kennen, ware mon
ters om te zien, maar die niemand
oit enig kwaad deden, en de klei-
inktvissen, die de intelligentste
ezens daar beneden bleken te zijn
n die, zodra zy mU zagen, van
leur veranderden als kameleons
verdwenen in hun achtergrond,
loe beter ik deze wereld begon te
ennen, hoe meer de droom zich
?ek te verplaatsen naar het schip,
let was alsof het leven onder water
teeds werkelyker werd en het le
en aan boord onwerkeiyk. Soms,
es nachts, wanneer zy de tafel in
et vooronder lieten dansen en
lechtig de obscene nonsens neer-
ihreven die hun uit de geestenwe-
werd gedicteerd, sloeg ik hen
ide met een gevoel alsof dit de
room was en niet de miljoenen ja-
in oude wereld waar wy boven
reven. Ik wist dat het duiken een
lort verdovingsmiddel was, waar
in ik verslaafd zou raken. Ik kon
iet zeggen dat ik niet van tevo-
»n gewaarschuwd was, maar het
ek een onschuldig verdovingsmid-
il.
Wat mü het meest opviel in de
ereld onder water was haar schyn-
zachtmoedigheid. De enige
igstwekkende dingen onder de zee
aren of door de mens gemaakt,
de mens zelf. In de buurt van
het eiland Port Cros, toen ik boven
een toverachtige zomertuin zweefde,
vol gouden visjes en blauwe en ro
ze bloemen, zag ik iets wits, dook
ernaar en zag dat het een krant
was met een vetgedrukte kop over
de burgeroorlog in Griekenland. Een
paar dagen later ontwaarde ik een
verwrongen, griezelig ding van sta
len buizen en gescheurde aluminium
platen, een vreemd beest met een
gebroken rug en afgerukte vleugels:
het wrak van een vliegtuig. In de
cockpit, onder een koepel van plexi
glas, zag ik iets wits, dat afgryseiyk
was nog voor ik het herkend had.
Het was een skelet met een leren
muts op de schedel. Maar dit wa
ren uitzonderingen, vreemde fenome
nen die in dat landschap lagen als
meteoren uit een andere wereld.
Soms, wanneer ik het rustige leven
daar beneden en zyn bevallige on
schuld lag te observeren, schoot een
oranje monster omlaag naar een
razende vis of een octopus die met
kleuren speelde, en dan hoorde ik
de scherpe klik van een geweer of
de harpoen doorboorde het vlees en
een gruweiyk gevecht begon, als het
dodeiyk verschrikte dier worstelend
omhoog werd getrokken naar zyn
dood met de dunne rook van zyn
bloed in een golvende iyn achter
zich. Op die ogenblikken haatte ik
de Jagers en ik begon te begrypen
waarom ik die avond met de stuur
man gevochten had. Het was niet
om het Chinese meisje geweest, noch
om iets wat met de mensenwereld
te maken had. Het wa» geweest om
de eerste rog en de eerste Inktvis
en de bossen gapende vissen, die
glinsterend in de duisternis achter
de plano hadden liggen stuiptrekken.
De stuurman bood my dageiyks
aan het duikapparaat te gaan pro
beren en een wandeling te, maken
op de bodem van de zee, maar ik
had er nog geen zin in. Tot dusverre
had ik daar beneden nog niets ge
zien wat my de wens had ingege
ven myn vogelbestaan te verwisse
len voor dat van een voetganger.
(Wordt vervolgd)
Militairen in
Dalioniey vormen
nieuwe regering
De militairen die zondag de macht
in Dahomey grepen, hebben een nieu
we voorlopige regering gevormd on
der leiding van majoor Kouandete.
Kouandete stond aan het hoofd van
de rebellerende militairen. De nieuwe
regering bestaat voor het grootste
deel uit legerofficieren. Maar twee
burgers maken er deel van uit.
De twee burgers die in de regering
zitting hebben, maakten ook deel uit
van de afgezette regering van presi
dent Soglo. De voorlopige regering
zal aan het bewind biyven tot er
nieuwe verkiezingen zyn gehouden,
Het gaat
om de smaak!
king size
20 lange sigaretten 1.50
PANDA EN DE POLYDINGUS.
169. Aan de Gouverneursweg staat, op nummer 3, een voor
naam gebouw. Hier zetelt het Genootschap voor Ontdekkingsreizi
gers, dat geregeld bijeen komt om onbekende gebieden te bespre
ken en nieuwe reizen voor te bereiden.
„De laatste tocht, die we hadden georganiseerd, is niet geslaagd!"
sprak de voorzitter op een van deze vergaderingen. „Onze collega
Humperdinck heeft het geheugen verloren door een onbekende oor
zaak toen hij in Lydingus ivas. Daardoor kan hij ons geen verslag
doen!"
RECHTER TIE EN DE VOSSEMOORDEN
2413. Rechter Tie betreedt de lage, schamele woning van
Lau-lioe. Het stinkt er naar goedkope drank en lege wijnkruiken
liggen overal in het rond. Lau heeft een meisje op zijn knie zit
ten en als de ogen van de Rechter aan het schemerdonker gewend
zijn, herkent hij tot zijn verbazing Kleine Phoenix, die hij een uur
geleden nog in het gerechtsgebouw heeft gezien. Ze herkent hem
ook, want ze springt haastig van Lau's schoot en blijft verlegen
staan, met neergeslagen ogen en een vurige blos op haar gezicht.
„Wie voor de duivel bent U?" gromt de musicus. „En wie heeft
U gezegd dat U hier zomaar binnen kon vallen?" Rechter Tie
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
1009. Moedig zette de Spook-Skiër zich over zijn teleurstelling
heen, toen hij merkte, dat Brammetje Fok zich niet bij de start
bevond. „Nu kan ik niemand meer vertrouwen," zuchtte de goede
man. „Maar dan zal ik het alleen doen. Dan zal ik laten zien,
dat ik dit jaar ivèl de wedstrijd van postbodes kan winnen. Al
laten alle Brammetjes van de hele wereld mij ook in de steek."
Er ging een teleurgesteld gemompel op onder de aanwezigen,
maar de voorzitter hief kalmerend een hand op.
„Het is dus niet bekend wat hij daar heeft meegemaakt." ver
volgde hij. „Men trof hem al divalende aan, terwijl hij deze band
recorder bij zich had. Misschien kunnen we uitvinden wat er met
hem is gebeurd, als we dit apparaat afdraaien. Graag uw aan
dacht, heren'"
Zo sprekende schakelde hij de recorder in. Er klonken wat vo
gelgeluiden en meteen daarop begon de vergaderzaal van het
Genootschap te trillen en met de bandrecorder in tweeën te splij
ten
neemt Lau-lioe scherp op. Hij kan zich moeilijk voorstellen dat
deze grove man met zijn dik gezicht, bloeddoorlopen ogen en blote
harige buik een muzikaal expert is. Toch moet hij het met hem
proberen, dus houdt hij Lau de kruik wijn voor zijn neus. „Hei
lige hemel, een kruik Rozendauw!" kreunt de fluitspeler. „Neemt
U mij mijn dnbedachtzame woorden niet kwalijk, Edele Heer.
Welkom in mijn nederig kot." Begerig strekt hij zijn hand al uit
naar de kruik. „Een ogenblik, vriend," zegt Rechter Tie. „Je zult
deze wijn moeten verdienen. Ik héb hier een muziekboek en het
notenschrift is nogal gecompliceerd. Jij moet me vertellen welke
melodieën erin staan."
Het startschot werd gegeven. Flitsend schoot de Spook-Skiër weg
met een snelheid, die de toeschouwers verbaasde.
Veel langzamer vertrok de hondeslee van zijn tegenstander Knud
Humstrum. Maar toch bleef deze breed lachen, alsof hij tevoren
wist de ivedstrijd al gewonnen te hébben. Zodra hij buiten zicht
van het dorp was gekomen, stuurde hij zijn slee scherp de helling
van de berg op..naar hetzelfde punt, waar ééns Brammetje Fok
het geheim van Humstrum had ontdekt.