Thatassa
99
EEPS BERICHTEN
müSsrJT
MAANDAG 18 DECEMBER 1987
LETDSCH DAGBLAD
ONS
DAGELIJKS
VERVOLG
VERHAAL
99
Oorspronkelijke roman
door
Jan de Hartog
1390b
Hc raakte zijn schouder en hy tilde
jjn hoofd op. Ik trok mijn mondstuk
alt en vroeg: „Wat is dat? Wat ge
beurt er?" Hij trok ook zyn mond-
itulc uit, zei: „Hij heeft een Inktvis
jevangen" en wilde toen weer gaan
fljken. Hf aar wat waren die dar
men?" vroeg ik. „Van wie waren
die?" Hy lachte en antwoordde:
Van het beest. Wat dacht je? Hy
heeft zyn buik binnenste buiten ge-
tterd". Toen stak hy het mondstuk
Iveer in zyn mond en dompelde zyn
(hoofd onder.
Kort daarna kwam de stuurman
jjven. De gruwelyke kale schedel
ut op zyn linkerschouder, de vang-
irmen kronkelden om zyn nek, zyn
innen en zyn borst. Hy nam zyn
londstuk uit zyn mond en riep:
,Sny die tentakels af! Het ding zuigt
.Is de pest! Is het geen pracht-
tuk?" Bernard begon met zyn mes
de vangarmen te kerven; toen hy
kale schedel van de schouder
.iin de stuurman trok, maakte het
2JjJjn smakkend geluid, en ik zag dat
Ie tentakels om zyn armen bleven
kronkelen en graaien ofschoon zy af-
EZ™* e**TmU?"vro*
Hee". zei de stuurman, „ik heb
1? iw. Het u" de moeit» niet meer
lard. Maalt m(jn Hessen los, tril
4a l!"
Bernard vroeg, terwijl hij het hals-
J losgespte: „Ben Je niet een beet-
vlug naar boven gekomen uit dat
1" ito? Hoe diep zat Je?"
,0", zei de stuurman, „niet dle-
f dan een meter of twintig. Mis-
tien vijfentwintig. Er is geen vull-
«aan de lucht".
Maar Bernard scheen niet vol-
1®' an. Nadat hij de stuurman ln de
ot gel^lpen had. zei hU: „Je bent
tl te roekeloos, jij. Je zat op mins-
ns veertig meter. Als je de ziekte
J® ||gt. is het Je eigen stomme
2® deining. „Daar ligt iets heer-
i» is", zei htt. „Heb je dat ooit ge-
fjïi) lachte. „Begin je er al aan
•jj wend te raken?" vroeg^hij. „Mor
2® i Cousteau. Dat gedr«f aan de op-
rvlakte is waardeloos".
Jj Ik zei^dat ik nog geen zin had
wilde het liever eens ergens an-
wyzend op de stapel autobanden die
naast de boegspriet lag opgetast. Ik
wou eens even met je praten. Gos-
siemikkie, wat ben ik dronken".
Hy ging op het hek zitten en ik
leunde tegen de boegspriet. De nacht
was stil, de weerspiegeling van de
sterren wemelde op de gladde zee.
„Ik ben waarschyniyk niet goed by
myn hoofd dat ik het je vertel",
zei hy met een dikke tong, „maar
weet je waarom ik die dingen ge
zegd heb? Over Hasenfratz en de
U-boot? Weet je dat? Nou? Dat weet
je niet".
„Nou", zei hy, „dan zal lk dat
vertellen". Omdat ik op Je gesteld
ben. Omdat lk een ploert ben. Ver
sta je me? Een ploert". Hy hief
zyn vinger op, een dronkemansge-
baar.
Ik zag hem weer voor my zoals
hy gedurende de oorlog geweest
een bedaarde jongen in een
duffel op de brug, een vriend. Ik
nam het hem kwaiyk, dat hy zich
zelf had laten veranderen in deze
slappe zatladder. Ik zei: „Doe niet
zo gek, Kramer. Schei uit met die
aanstellery".
Hy keek op en giechelde. „Dus ik
stel me aan, hè?" vroeg hy. „Dus
jy bent altyd nog het schippertje
naast God? Keurig en beheerst en
zo uit de hoogte, dat ik zin heb je
tanden uit je bek te slaan?"
Ik zei: „Ga je gang. Met plezier
Hy zat naar my te kykem. Ik kon
zyn ogen niet zien maar ik kon me
voorstellen hoe ze waren. Toen zei
hy: „Je hebt kans dat het er nog
eens van komt. Een dezer dagen
gryp ik jou by die zelfverzekerde
strot van je en hengst je hautaine
hersens op het dek tot je hem ein
delek loslaat".
„Wie", vroeg ik. Hy begon my te
vervelen.
i Wordt vervolgd
PANDA EN DE MEESTER VERVALSER
6095. De bedienden begaven zich boos naar het Arbeids
bureau, en zo bleef Joris alleen achter op zijn landgoed.
„Alles is loeg!" mompelde hij terneergeslagen. „De fnuk is mij
ontstolen, zodat ik niet meer lean f alder en: mijn kostbare wo
ninginrichting is weggehaald Hoe kan ik nu nog goede sier ma
ken? Weliswaar heb ik dit buitenhuis nog, maar wat moet ik er
mee, als het geheel kaal en leeg is?"
Hij kreeg spoedig antwoord op die vraag. Want op dat moment
werd hij benaderd door de makelaar Hoogdrayer.
„Ik ben degeen, die indertijd dit huis heeft verkocht!" ver
klaarde deze. „Aan een zekere baron van Malpertuus. Er gaan
echter vreemde geruchten in het dorp. TJ zou niet zijn voor wie u
zich uitgeeft. Mag ik daarom misschien even uw eigendomspapie
ren zien?"
..Mijn..eh..papieren.prevelde Joris ongerust. „Ja..eh.
kijk. Die werden mij ontstolen. Door iemand die op mij leek, hoogst-
ongelukkig„Inderdaad!" zei de makelaar „En ik neem aan dat
u ook niet waar kunt maken, dat u de baron bent In dat geval zal
ik dit huis vergrendelen tot u uw papieren terug hebt" Hij voegde
de daad bij het woord, terwijl Joris langzaam opstond en heen
slofte
„Nu heb ik dus niets meer. prevelde hij. „En toch voel ik me
opgelucht..vreemd.
Als u voor één dubbeltje
op de eerste rang
kunt zitten...
Wij willen de man nog zien,
die meer van zijn senoritas
geniet, dan u van uw kloeke
TOPICvan een dubbeltje!
Koopt u eens een doosje. Wed
den, dat u TOPIC blijft roken?
j reed" en „In een groen
ljlten groen groen knollen-knollen-
l%i". Pjotr speelde weer de Ber-
van Chopin en Heinzelmanne-
Picnic.
15j|De stuurman dronk teveel. Toen
tenslotte naar het vooronder gin-
d om te slapen moest hy zich aan
reling vasthouden. Ik stond op
punt omlaag te gaan toen hy
14Échipper!" riep. Ik vroeg „Wat?"
.Kom eens eventjes hier", zei hy,
RECHTER TIE EN DE VOSSEMOORDEN
2213. De eigenaar van de muziekwinkel is zichtbaar onder
de indruk van Rechter Tie's imposante verschijning en komt met
een overeind. De Rechter overhandigt hem het boekje van Soeng
en zegt „Hierin staan een aantal melodieën voor de fluit. Misschien
kunt U ze voor mij ontcijferen." De eigenaar bladert het doekje
door en schudt zijn hoofd. Met een spijtige glimlacht zegt hij:
„Ik zelf ken allleen het gewone muziekschrift van tien tekens,
heer. De melodieën in dit boekje zijn genoteerd in een heel oud
notenschrift. Daarvoor moet U bij een expert zijn. De meeste kans
maakt U waarschijnlijk bij Lau-lioe. Hij woont hier gelukkig dicht
W IS 2 L?u,is een 9r°ot musicus, maar ik moet U wel zeggen
2fHn/ZiS n,iet met rust kan Men- Na ZV* middagrust
begint hij al te drinken en tegen deze tijd is hij meestal tame
lijkaangeschoten. Toch schijnt zijn muzikaal gevoel er niet on-
tniJeJ¥ Re.chler. Tie lQ9t een kwart streng koperstukken op
tafel en zegt: Js het mogelijk dat een van Uw assistenten mij
TSZhüSi toebrf n9H" "NrtwliJk, heer. Vanzelfsprekend!" roept
de winkelier gedienstig, met een blik op het geld. „Hé, Wang, kom
eens even hier!Een jonge bediende komt haastig toelopen, hrenq
hlnlJZJZi m tnfl 1ekuZ naar Lau-lioe. Maar kom meteen terug,
begrepen! Met deze drukte kan ik niemand missen!"
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAM MET JE FOK
1007. Moeizaam kroop Bram uit de postzak en wankelend
op zijn voeten had hij enige tijd nodig om te weten te komen,
waar hij was. Gelukkig had hij het benul om daarbij achter
een boom te gaan staan, anders zou hij meteen zijn ontdekt door
de man, die per hondeslee arriveerde.
Brams mond viel open.
,Mo.ar maar dat kan niet. Dat is Knud Humstrum.
Maar Knud Humstrum staat nog boven op de berg, waar hij alle
postzakken naar beneden heeft gegooid."
Lang dacht Bram er niet over na. Hij vulde de postzak wat op
en keek toe, hoe de postbode grijnzend en grinnekend de twee zak
ken wegsleepte door de natte sneeuw.
En terwijl hij daar stond kreeg Brammetje een grandioos idee.
Posities Nederlandse
schepen
S Vllif. n Stock-
1 Hamburg ta
Diogenes i5 v Antw ta Rott.
Dita Smits 15 to Grimsby
Oolores p 15 Oues
Engineer p 15 Bell Rock n
r^S t# Rotterdam
ivivsr;:
15 v Rott n Aarhui.
Iran* 5 13 v Harnosand n Vannai
IISST'"
Maasdam 17 to Kingston vorw
Madison Lloyd 15 100 m O Comoro
Lloyd 16 195 m O Bluft n
SËffibr-
i 13 v Yokohama n
Spaamekerk 15 180 m N Dakar
Spaarntstroom 15 v Rott n Amst
rsto 15 v Rott n Dublin
ï:!a?.5;5.ST3?«ï:r
Van Riebeeck 15 70 n
Vedette J>_15 Texel n Londer
Sodertelje
Dephne 15 op 150 n
9 len. te Mora ver
Dledeme IS^v Lavara
randt n Rott