I^^ntwikkelingshuip
vraagt mensen met vakkennis
Je gaat erheen met een
Hollandse geest!
i
Rijk en
geen geld
Strenge
selectie
vrijwilligers
Ee
w -
Weekeind bijlage Leidsch Dagblad IS 3ecemBer 1967
Het Nederlandse vrijwilligerswerk Is door de
IV veranderd. Br is geen behoefte meer aan zo
aar enthousiaste mensen, die sloten willen gra-
Den Haag, waar de Stichting Nederlandse
(jwilligers is gehuisvest samen met het Pro-
1 iktschap voor groenten en fruit in een hoekig
(•nnen gebouw aan de Bezuidenhoutseweg, zegt
ir „Het eerste werktuig van de vrijwilliger
lijn vakkennis. Dat werktuig kan met een sterke
rsoonlijke inzet een goed stuk werk opleveren".
„Het idee van „de lieve vrijwilliger op de fiets" is ronduit belachelijk. Een vrijwilliger moet effi-
ient kunnen werken. Als hij daarvoor een auto nodig heeft krijgt hij die. Als hij van 's ochtends zes
it's avonds acht in het veld zit, kan het ook nuttig zijn om hem een bediende te geven voor 't huis-
udelijke werk".
„Een vrijwilliger krijgt genoeg geld mee om redelijk te leven, hoewel het helemaal niet de bedoeling
dat hij de rijke witte uithangt".
Dit zijn uitspraken van mr. L. P. J. Mazairac, hoofd van het Bureau algemene zaken van de Stich-
jig Nederlandse Vrijwilligers. Een organisatie in 1965 ontstaan na een fusie van het Jongeren Vrij-
illigersprogramma (in 1963 door mr. Luns gecreëerd in navolging van Kennedy's Peacecorps) en
et Jongeren Vrijwilligerscorps, dat van particuliere huize was.
komt misschien Ghana erbij; de mogelijkheden
worden onderzocht om daar een medisch project
op te zetten.
Niet meer zit de Stichting Nederlandse Vrijwil
ligers in Nigerië en India: het eerste land werd
verlaten, toen de burgeroorlog uitbrak. In India is
de eerste groep vrijwilligers (tien verpleegsters)
na twee jaar niet vervangen, omdat het de In-
diase regering nu niet mogelijk leek een gunstige Een Nederlandse vrij-
het werk te garanderen.
williger aan het werk in
Owerri (Nigerië). De SNV
heeft Nigerië verlaten, toen
daar een burgeroorlog uit
brak. De vrijwilligers kre
gen opdracht om in Kame
roen verder te werken.
Mr. L. P. J. Mazairac
'er advertentie
Op vuilnisbelt
De vrijwilliger wordt opgeleid in het Konink
lijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Hij
leert er talen, kennis van het land en het volk
dat hjj zal bezoeken, lessen in hygiëne, fotografe-
zend gulden te zijn gespaard. Na twee jaar is het
afgelopen. „Dan i6 het mooi geweest", zegt Ma
zairac. „We geven ze geen nieuw vrijwilligerscon
tract. Maar omdat blijkt, dat ze vaak toch op de
een of andere manier teruggaan werkend voor
't land zelf of voor organisaties als de FAO
zijn we begonnen met het aanstellen van assis
tentteamleiders".
riek
Sinds mei vorig jaar vraagt de SNV in grote
Ivertenties om landbouwers, veetelers, metselaars,
itoteohnioi, verloskundigen, leraren lichamelijke
ivoeding. Gerichte werving dus. De heer Mazai-
„Nu komt het wel voor, dat we 31 potten-
ikkers te veel krijgen".
„De advertenties plaatsen we niet, omdat
geinig animo is. Het is gewoon i
;n om bekendheid te krijgen. Drie van ons
continue op pad met lezingen. De ervaring
by eeft geleerd, dat de mensen je niet na afloop
;lb,Mnen vragen of ze mee mogen. Voor hen heb-
we daarom de advertenties met coupons.
ACht negen coupons leveren één serieuze i
«I «ding op, zes aanmeldingen één vrijwilliger.
va.' au '63 tot medio 1967 kwamen er 3090 serieuze
ren, sport en ontwikkelingsproblematiek. Terrein-
rijden leert hij op de Amsterdamse vuilnisbelt.
Twee jaar blijft de vrijwilliger in het veld). Als
hij terugkomt blijkt er voor hem ruim vierdui-
„Eén vrijwilliger per groep krijgt
oieel contract. Hij staat bussen onze teamleiders
en de vrijwilligers in. In de landen met grote groe
pen hebben we een stukje decentralisatie inge
voerd: de veldleiding, die contacten onderhoudt
met ons, met de regering van het ontvangende
land, met de vrijwilligersgroepen".
„Wij stimuleren een carrière in de ontwikke
lingshulp. Vrijwilligers, die meteen gaan uit
kijken „voor later" daar hebben we niets aan.
Positieve avonturierszin, dat is goed".
Het Nederlandse vrijwilligerswerk Is tegenwoor
dig ook een verm van alternatieve dienstplicht!
drie Jaar vrijwilligerswerk wordt beloond met
vrijstelling voor leger, luchtmacht en marine.
„We zijn gelukkig met het feit", zegt mr. Ma
zairac in Den Haag „dat er een regeling is". Ook
de combinatie één jaar dienst twee jaar vrij
williger is mogelijk. Als de „diensttijd" in 't veld
even lang zou worden als die in het leger, moet
je wel gaan oppassen voor negatieve motiverin
gen".
Niet te klagen
„Over defensie hebben we niet te klagen. Mi
nister De Jong heeft toen hij nog minister van
Defensie was gezegd soepel te zullen zijn ten
aanzien van terugkerende vrijwilligers, die nog in
dienst moeten".
Die terugkerende vrijwilligers „lichamelijk
twee jaar ouder, geestelijk tien jaar" kenmer-
luivere motieven
Een strenge selectie om budgettaire redenen?
PVeen, de eerste jaren hadden we zelfs geld over.
moeten strenge eisen stellen. Er komen
negatieve motiveringen naar voren".
„Meisjes die een verloving of huwelijk willen
orceren door te dreigen met „Kameroen" of
Zambia". Mannen, die op soortgelijke wijze hun
rerkgever met het oog op een loonsverhoging on
er druk willen zetten".
ba.
vallen meestal door de mand tij
de test (psychotechnisch, medisch en een in-
ïview) of tijdens de drie maanden durende op
ening. Mazairac: „Ga er maar aan staan: 450
240 in een hoofdtaal en hon-
erd in een bij taal".
De tijd tussen aanmelding en opleiding duurt
jon ikwijls erg lang. „Er zijn twee factoren, die we
'4 net in de hand hebben: het land en de vrijwilli-
er. Aan de ene kant kan er een opstand uitbre-
het gebied, waar we naar toe willen. Zo-
Iets houdt een project op. Aan de andere kant
vrijwilligers vaak te snel op bij hun werk
gever, of melden zich niet bij de dokter, die ook
>r ze klaar staat".
i paar vragen aan twee Nederlandse vrijwilligers, die op 14 december
ïaar Zambia vertrokken zijn om er medisch en agrarisch werk te
gaan doen. Ze ontvingen hun opleiding in het zeer riante Internatio
naal Centrum naast heit Koninklijk Instituut voor die Tropen.
Leny Meulenberg (38 jaar, levendig gezicht) komt uit het Zeeuwse
Rilland. M.M.S. doorlopen, daarna verpleegster (diploma's A en B, kraam-
aantekening, wijkverpleegstersbrevet')Eind augustus is ze uit India terug
gekomen, waar ze twee jaar heeft gewerkt aan een inmiddels door Neder
land verlaten medisch project. Ergens in Zambia waar, is nog niet
moet ze een teamleidster gaan assisteren. In feite 16 ze geen
>r, ze heeft een commercieel contract. Het werk in Zambia
1 bestaan uit het opleiden van Zambiaanse verpleegsters en het stimu-
Kinderziekten
In 1963 werden 42 vrijwilligers uitgezonden
Daar Brazilië en Kameroen. De organisatie had
die tijd nog last van kinderziekten, want in
het veld moesten de projecten gewijzigd worden.
•aziliaanse is later overgenomen dooi' Duitse
Vrijwilligers. In Kameroen wordt nog steeds het
zelfde werk gedaan. Dezer dagen is de derde ploeg
vrijwilligers voor twee jaar daarheen vertrokken.
Maarten de Vries (42) hoofd van de afdeling
Mrika van het SNV zegt erover: „We zitten
nu met 24 mensen, er komen er nog vijftig
bij. We bestrijden er het analfabetisme en de
'kindersterfte. Het absenteïsme op de scholen is
Ogenomen, de kindersterfte is in de gebieden waar
wij werkzaam zijn, teruggelopen van zestig naar
dertig procent. We geven daar ook voorlichting op
®t gebied van huizenbouw, hygiëne, koken".
In 1964 werden, net als in '63, 42 mensen uit
gezonden, in 1965 66, in '66 115 en dit jaar zul
len het er uiteindelijk 141 worden.
Op het ogenblik zijn er ongeveer 240 vrijwilligers
1® 't veld; in 1968 zal dit aantal groeien tot 300.
Dat veld is: Brazilië, Columbia, Ivoorkust, Ka-
nieroen, Kenya en Zambia. In januari begint de
•pleiding voor de Philippijnen erbij (22 vrijwilli
gs zijn hiervoor gevraagd). In de verre toekomst
LENY MEULENBERG
Izaak Krisifoe (27, baardje) is
de enige Papoea onder de vrijwilli
gers in opleiding. Hij is geboren op
Biak. In Deventer heeft hij gestu
deerd aan het Instituut voor tro
pische landbouw in Wageningen
aan de Landbouwhogeschool. Hij
moet in Zambia helpen de migratie
naar de steden tegen te gaan.
Waarom word je vrijwilliger?
L. M.: „Er wordt veel over ont
wikkelingshulp gesproken. Je kan
het financieel aanpakken, maar als
je beroep ernaar is, kun je het ook
zelf doen". I. K.: „Ik kom zelf uit
een ontwikkelingsland, daarom wil
ik helpen. Mijn studie stelt me
daartoe in staat".
Met wat voor verwachtingen
ga je naar een ontwikkelings
land en speciaal voor Leny
wat komt daarvan uit?
i oprichting
1 zuigelingen i
i kleuters.
gauw ze merken, dat Je echt komt
om mèt ze te werken, zullen ze je
accepteren". L. M.: „Je gaat er
heen met een Hollandse geest! Ze
vertellen veel tijdens de opleiding,
maar toch beantwoordt hetgeen je
krijgt te zien, niet aan wat je in de
boeken gelezen hebt. Een fout van
de opleiding? Nee, ik geloof het niet.
De omschakeling is hier niet te ver
wezenlijken. Ze zouden wel moeten
proberen de rauwe werkelijkheid te
vertellen".
Aan Leny: Vertel eens wat
over het Indiase project.
L. M.: „Er zou een school gezond
heidsprogramma komen, in de staat
Uttar Pradesh, maar daar aangeko
men bleek de basis ervoor (een ge
zondheidscentrum, een arts en me
dicijnen) niet aanwezig. In het Ur
ban Health Centre van het Medi
cal College te Lucknow (hoofdstad
van U. P.) kreeg ik wel de volle me
dewerking, daar ben ik met school-
gezondheidszorg begonnen. Het liep
goed, de vaccinaties, het kaartsy
steem maar er was niemand om
het na twee jaar over te nemen. In
Uttar Pradesh komen jaarlijks vijf!
verpleegsters beschikbaar (in een
staat, veertien keer zo groot als Ne
derland) en die konden ergens an
ders meer verdienen (wat voor hun
wel erg belangrijk is). Tenslotte
kwam er een arts in opleiding voor
een uur in de week, maarer wa
ren 24.000 leerlingen. Op een gege
ven ogenblik zal de school gezond
heid er dus wel weer verdwijnen
Jammer, ik wilde nog wel drie
maanden blijven, als er maar ie
mand kwam".
Kan een vrijwilliger, "bekend
als hij is met de welvaart hier
en de ellende daar, in conflict
komen met zichzelf?
L. M.: „Wat er gebeurt, is na
tuurlijk doodellendig, maar ik be
reik niets door geen broodbeleg
meer te nemen. Met Kerstmis had-
IZAAK KRISIFOE
den we kippetjes en een beetje
groente. Als je dat krijgt, is het niet
prettig te bedenken, dat ze een ki
lometer verderop honger lijden.
Maar je moet jezelf blijven". I. K.:
„Anders heb je geen leven, je opti
male conditie heb je daar nodig".
Waarom willen vrijwilligers zo
zelden iets over hun werk ver
tellen?
„Er kan fout geïnterpreteerd en
te snel over mislukte projecten ge
schreven worden. Het is moeilijk
voor me om al die factoren, die in
een ontwikkelingsland meespelen,
duidelijk te laten overkomen. Daar
komt bij, dat een Nederlander re
sultaten wil zien voor zijn belas
tinggeld. Maar je hebt geen resul
taten na 2 jaar. misschien nog niet
eens na 25 jaar. Soms dacht ik in
India: Wat doe je hier? Je probeert
de kindersterfte terug te dringen.
Maar dan blijven er weer meer
mensen in leven. Mensen, die niet
te eten hebben".
ken zich door een grote zwijgzaamheid ten aan
zien van hun jongste verleden.
„Ter plaatse hebben ze soms de meest afschu
welijke verhalen. Dat noemen we de anti-hoofd
kwartier-houding", aldus Mazairac, „daar hebben
we geen bezwaar tegen. Ze schuiven het op ons en
tenminste niet op de troep af. Als ze terug zijn
houden ze hun mond: een kwestie van groeps-
solidariteit. Tijdens bijeenkomsten proberen we
kritiek uit ze te krijgen, waar we wat van kun
nen leren. Daarna is het afgelopen. Ze zoeken een
baan, gaan studeren: ae verdwijnen".
In 1968 gaan er geen spectaculaire dingen ge
beuren. De Philippijnen komen erbij, de andere
groepen worden uitgebreid of vervangen. „Ver
zoeken om mensen zijn er genoeg", zegt De Vries,
„ons vrijwilligerswerk staat goed bekend. Toch
geen projeoten in andere landen. Mazairact „In
1968 gaan we positioneel consolideren".
Djordje Gligorovski en rijn vrouw
Soloend hebben vijftig huizen, een
kerk en een telefoon helemaal voor
zichzelf alleen.
Maar dit betekent niet, dat ztj rijk zijn.
Het betekent eenzaamheid en anders niet.
De bejaarde echtgenoten zijn de laatste inwo
ners van het Joegoslavisoh-Macedonische dorp
Rosoki, gelegen in een door bergen omgeven dal
bij de grens met Albanië. Behalve zij hebben de
laatsten van een bevolking, welke eens 600 zielen
telde, vier Jaar geleden het dorp verlaten
en Djordje en zijn vrouw met hun hond Zoecan,
een paar schapen en twee ezels eenzaam achter
gelaten.
De 50 hulzen zijn allemaal nog bewoonbaar en
vele ervan zijn zelfs gemeubileerd, maar Djordje
zegt klagend: „Wat heb ik eraan. In kan niet in
twee stoelen tegelijk zitten".
Zijn vrouw heeft vier Jaar lang geprobeerd hem
over te halen, de hele zaak de rug toe te keren
en naar de hoofdstad van de provincie, Skopje,
te verhuizen. Maar hij stelt haar altijd de niet
te beantwoorden vraag: „Waar moeten we dan
van leven?"
Geldgebrek is in wezen de oorzaak geweest, dat
iedereen geleidelijk uit het dorp is verhuisd.
Het land in het dal is steenachtig en schraal.
De landbouw leverde te weinig op, de zoons en
dochters trokken naar de steden om daar een
beter leven te vinden.
De geringe vlees-, wol- en kaasproduktie van
het dorp moest meer dan elf km ver over een
bergpas naar de dichtst bijzijnde marktplaats
worden aangevoerd. En de hele winter is zelfs dit
pad door sneeuw onbegaanbaar.
In de afgelopen vier Jaar hebben Djordje en
Soloend zo ongeveer alle middelen uitgeput om
de traagzaam verlopende uren en de eentonige
dagen door te komen.
Een enkele keer gaat de telefoon. Dat geeft
enige afleiding, al is het in de regel alleen maar
het meteorologisch instituut van Macedonië, dat
wil weten hoe het weer in het dorp is.,.^»*