ERICHT_EJN Dan hebt u nog déze maand uw kleurentelevisie of ski-uitrusting of bontmantel of auto...of? persoonlijke lening heel Uil jRss?- SwiSr'.»'.™ 43*- ÊRHKffT si»:r.',vr:ir:r: I. LE1DSCB DAGBLAD ONS DAGELIJKS VERVOLG VERHAAL 99 Thalassa" Oorspronkelijk* roman door Jan de Hertog n hij ademde, gal het ap- at een zacht fluitend geluid door ventiel in zijn nek. HJJ werd zichtig over de rand van de boot iet water gelaten. Toen hij weg- onder de oppervlakte bleven regelmatige tussenpozen bor- ide luchtbelletjes bovenkomen op plaats, waar hij uit het gezicht lï/enen was. looi", zei Pjotr, „nu ga Jij maar een kijkje nemen. Neem je mas- af". Ik gehoorzaamde. „Spuw Goed zo. Wrijf het speeksel het glas. Mooi. Spoel het nu met zeewater". Ik gehoorzaam- „Julst. Zet het nu weer op. De er band achter je hoofd, het glas je ogen. Nee, nee, je neus moet nok in. Blaas nu door je neus", blies en de lucht ontsnapte uit masker met een onplezierig ge- „Nu inademen. Nee, nee, door his". Ik ademde door mijn neus masker werd platgedrukt te- mijn gezicht. „Mooi, dat past. teek je de respirateur onder de er band van Je masker, aan de rkant van je hoofd. Nee, nee, je oor. Juist. Neem nu het dstuk in je mond". Het mond- was een rubberflens met een ln het midden om de lucht uit buis toe te laten en twee wrat- aan de binnenkant die achter tanden pasten. Ik nam het ding iij)n mond, legde mijn lippen er heen en klemde de wratten tus- mjjn tanden. Toen ik door mijn :d ademhaalde, maakte de buis fagotachtig geluid. Het Muk voelde ongemakkelijk aan. of' zei Pjotr, „ga je gang. Be niet dadelijk te duiken. Laat je te beginnen rustig drijven met gezicht onder water. Word niet iwachtig en trek je mondstuk uit, want dan raak je in een elende positie. Als je merkt dat eraan gewend bent en je wilt vouw jezelf dan dubbel met landen aan je voeten, en je zult en als een steen. Ga niet te diep eerste keer. Als je pijn in je krijgt kom je terug, en vergeet niet 't water uit je buis te blazen wanneer je weer aan de oppervlakte Het was mijn eigen hand. Ik liet de boot los, probeerde rustig te ademen met gesloten ogen, op mijn buik drijvend in het water. Toen ik voelde dat ik bleef drijven, opende ik mijr ogen. Het schouwspel dat ik zag deed mij vergeten of ik ademde of niet. Ik zag, in een vreemd blauw licht, een fantastisch landschap van heu vels en rotsen, begroeid met vreemd, droomachtig struikgewas en lang, golvend gras. Ik zag honder den kleine vissen die als vogels bo ven het landschap zweefden en on der hen, op de grasvlakte die zich uitstrekte van horizon tot horizon als een prairie, grote donkere dieren als koeien van boven gezien, die kalm leken te grazen. Ik kon honderden meters ver zien. Het was een we- Waarom zou u het niet lenen? Duizenden mensen vinden het heel gewoon om geld van ons te lenen voor een belangrijke aankoop. Waarom zou u in zo'n geval ook niet een bij ons sluiten? Wij lenen u het benodigde bedrag (van 500,- tot 5.000,-) e zónder borg of andere zekerheid; zónder beperkingen voor wat de besteding betreft; mèt kwijtschelding van de nog te betalen termijnen bij onverhoopt overlijden. Over de Persoonlijke Lening zal men u gaarne op al onze kantoren (meer dan 380) iedere gewenste inlichting geven. U bent welkom bij de Algemene Bank Nederland PANDA EN DE MEESTER VERVALSER i stapten naar het landgoed r in grote verwarring. „Veeg die verbijstering van uw gelaat, vent!" sprak de voorste van het groepje. „Herkent ge uw heer niet? Ik heb enkele vrien den meegebracht. We gaan dit huis ontruimen. Roep de andere bedienden en breng de meubels naar gindse vliegende schotel." De knecht haastte zich om dit bevel uit te voeren en even later was hij druk bezig om het huis te ontruimen met zijn collega's. „Men besteelt mij!" prevelde de echte Joris, die je nog steeds vastgebonden lag en machteloos na keek. „Dit is mij nog nooit overkomen. Deze nart gaan te ver!" Maar de 1alder-Jorissen waren niet alleen te ver gegaan; ze waren zelfs helemaal verdwenen. ..Ik begrijp het niet!" zei een van de bedienden bevreemd. „De baron is nergens te vinden. En zijn vrienden zijn eveneens spoor loos. Kom, Rupert we moeten ze zoeken. Hier is iets merkwaar digs aan de hand; het bevalt me niet!" RECHTER TIE EN DE VOSSEMOORDEN 19—13. Terwijl de beide Rechters overleggen ivat hun te doen staat in de moordzaak-Soeng, wordt er geklopt. Lo's huismeester komt binnen en zegt: „De dichteres Yoe-lan zou U graag even spreken, Edelachtbare," „Prachtig, laat haar binnen," roept Lo uit. „Dan kun je meteen met haar kennis maken, Tie. Ze is een ge- inderdaad imposant uit. Ze is een jaar of dertig en uitgesproken inderdqat imposant uit. Ze is een jaar of dertig en uitgesproken knap, maar ze heeft iets vermoeids in haar trekken. Haar haar is elegant opgemaakt in drie tressen die door ivoren kammen bij eengehouden worden. Lo is meteen opgesprongen en ook rechter Tie is opgestaan. Met de gebruikelijke beleefdheden worden Rechter Tie en de dichteres aan elkaar voorgesteld. „De kamers die je mij hebt toegewezen in je vrouwenverblijven, bevallen me uitstekend, Lo," zegt Yoe-lan met warme klankrijke stem. „En ik ben bijzon der verheugd dat ik je collega kan leren kennen. Ik heb veel over hem gehoord. Maar ik kom je alleen maar storen om een prak tische reden. Zojuist heb ik een wandeling door de stad gemaakt en een bezoek gebracht aan een danshuis dat ik van vroeger ken. het Saffieren Prieel. Ik maakte daar kennis met Kleine Phoenix, het meisje dat vanavond voor ons zal dansen. Ik heb haar meege nomen, omdat ze graag de zaal wil zien ivaar ze moet optreden." DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMET JE FOK 2004. Het idee van Bram was even simpel als geniaal. Als hij onbewust in de buurt wilde blijven van de postbode Knud Hum- strum was het 't allerbeste om..zich in een postzak te verbergen. Lang dacht Bram er niet over na. Even keek hij links en rechts, en toen niemand op hem lette stapte hij rap in een lege postzak, die hij behendig boven zich dichtmaakte. „Zo laat nu de kat maar komen", zei Bram. en toen hoorde hij geblaf. „De hond dan maar, dat is eigenlijk nog beter", dacht Bram, die begreep, dat de hondeslee van de postbode naderde. Knud Humstrum laadde de postzakken op zijn slee. Hij zuchtte wel een beetje bi) het tillen van de zwaarste zak, maar kreeg er verder geen argwaan door. ,)Zeker veel extra postzegels geplakt", dacht hij. En meteen er achter zei hij halfluid, maar zo dat Bram het horen kon: „Ik zal er in ieder geval niet ver mee hoeven te sjouwen. Als ze eens wisten, dat déze postbode helemaal niet van plan is zich moe te maken en tóch erg snel werk. Hihihi". De slee kwam in beweging. Sïïa't.'JS.LU» i ëi£"cS°°'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 21