Thalassa99 Geld voor belangrijke winteraankopen: Kleurentelevisie Bontmantel Ski-uitrusting persoonlijke lening DONDERDAG 30 NOVEMBER 1967 LEIDSCH DAGBLAD ONS dagelijks vervolg verhaal 99 Oor,pronk»l|)ks roman door Jan do Hartog 'jk begon my te vervelen, alleen in die kamer, wachtend tot de stuur man tlln roea zou hebben uitgesla- oen of tot een van de breedgeschou- derde jongen» m« rou komen vertel- len wat ik doen moest. In een noe* van do kamer stond een bureautje met een Inktpot, een pen en een stapel prentbriefkaarten van het no- 1 tel Ik probeerde Iemand te beden- iten aan wie lk een prentbriefkaart ,0U kunnen «turen: de enigen waren ljune Slmmon» en de meester. Ik voelde geen behoefte Draad een briefkaart te «turen. Ik schreef eerst san de meester, zei dat ik een heer lijke tijd had en vroeg hoe het met de Messla» ging. Ik hoopte dat Juf- Irouw De Roo» het goed maakte en „oeg hem haar mijn groeten over ts brengen. Toen lk de briefkaart overlas, bleek hU nogal vormelijk. maar lk besloot hem toch maar te Sturen. Ik schreef aan June Simmons om haar te bedanken uilige weekeinde, vert bet hier prachtig weer ...~k- te dat het ln Engeland ook zo zou ,1(11. Ik zat lang na te denken over wit lk nog meer zou kunnen schrij ven, kauwend op de penhouder. Ten slotte voegde lk eraan toe: „Ik hoop le binnenkort uitvoerig te schrijven. Hartelijk gegroet. Je Vliegende Hol- Ik was net klaar met mijn prent briefkaarten toen er op de deur ge klopt werd en een Chinees meisje In een witte Jurk binnenkwam, Ik dacht dat ztj zich ln de deur vergist had en stond op het punt te zeg gen: „Pas de quol" toen zl) zei: I .Maurice heeft me gestuurd". Ik zei: „Ah, juist. Wel?" ZIJ keek ml) verwonderd aan en antwoordde: „Wel hier ben ik". Ik zei opnieuw „Ah Juist een beetje onhandig, want ik wist niet wat de dronkaard nu weer uitge haald had. Ze ging op een van de vergulde stoeltjes zitten en begon op haar knie te trommelen met haar vingers. Toen vroeg zl): „Heb Je geen tin om een bad te nemen?" Ik zei dat lk daar wel zin ln had laar dat lk geen zeep bezat. Dat scheen haar op tie vrolijken, mis schien omdat het haar Iets te doen gaf. ZIJ ging naar de telefoon en bestelde een stuk zeep nee, nee, geen lavende. Verbena en een grote fles eau de cologne. Toen ging tij naar de badkamer en lk hoorde haar de kraan opendraaien. Het hele geval had mij nogal over rompeld en Ik schaamde mij een beetje vanwege de prentbriefkaar ten alsof June Simmons en de mees ter'naar me zaten te kijken. De be hoefte om de straat op te sluipen werd sterker. Toen werd er opnieuw op de deur geklopt en dezelfde zwijg zame kelner kwam binnen met een stuk zeep en nog een fles op een zilveren dienblad. Het Chinese meis je kwam de badkamer uit en begon hem uit te schelden omdat hij niet aan een kurketrekker gedacht had. Hij maakte zwijgend rechtsomkeert en schreed weer naar buiten. Toen hij weg was zei zij„Nou, je bad is klaar". Ik zei: „Merci .stond een ogenblik besluiteloos in het mid den van de kamer en slenterde toen fluitend de badkamer in met een onverschillig air. Nauwelijks was k daar binnen of ik probeerde de knip op de deur te doen. maar er was geen knip. Ik kleedde mU als een haas uit sprong in de badkuip en begon schuim te maken, want ik was ervan overtuigd dat zij binnen zou komen. zy deed dat ook, een paar minu ten later. zy kwam binnen met een kurketrekker en een fles. Ze trok de kurk uit de fles, ging naar de was tafel, nam een glas en schonk het half vol. Het was niet tot mij door gedrongen dat zij de fles whisky naar binnen had gebracht. Zij bracht mi) het glas in het bad en zei: I „Alsjeblieft". Ik aarzelde een ogen- I blik, toen vulde ik de rest van het 1 glas met water uit de kraan, zei: „Proost", nam een slok, verslikte my, en toen ik by na stikte van het hoesten, klopte zy my sussend op de rug. Daarna gaf ik het op non chalant te schynen. Ik zei: „Kyk eens, schat; lk weet niet wie je bent en wat Je hier uitvoert, maar zou je het erg vervelend vinden eventjes in de slaapkamer te gaan zitten en naar het uitzicht te kyken terwyi Zy keek my zo verwonderd aan dat ik er byna van overtuigd raakte een onbeleefdheid te hebben begaan. „Wil je niet dat ik je rug voor je boen?" vroeg ze. Ik keek naar haar, de badkamer, het stuk Verbenazeep en de fles whisky op de wastafel en zei: „Ach, ik zie eigeniyk niet in waarom niet". Ik zette het glas op de rand van het bad, draaide my om als een zeehond en zei: „Ga je gang". Ter- wyi m zachtjes mijn rag staarde lk naar het glaa en te wachten dat het zou veranderen in de wyserplaat van een wekker. Ik had nooit eerder beseft dat de gemeenplaats „lk had het gevoel alsof lk droomde" zozeer op waar heid berustte. Ik voelde my alsof ik, met één zwaai, overgeplant was uit een bedelaarsleven ln het bestaan van H&roen-al-RaaJld en dat was tenslotte ook zo. De stuurman had het hier best bekeken. Toen zy klaar was met myn rug wilde zy de voorkant ook doen, maar nu vond lk het welletjes. Ik zei: „Dank je vriendeUJk, dat doe lk zelf", zy zei: „Zoals Je wilt", reikte my de borstel en de zeep ging op een krukje in de hoek zit ten en begon haar nagels te vyien. j Ofschoon zy geen last scheen te heb ben van valse schaamte keerde ik haar myn rug toe toen ik opstond en ik waste myn voorkant in deze ongemakkeiyke houding. Op een ge geven moment verloor ik myn even- wicht en smakte vloekend in het bad, waarby het water tegen de zol dering spatte. Toen ging ze weg; ze verdween in de slaapkamer maar liet de deur openstaan. Ik eindigde 'myn wasparty althans in gedeel- teiyke afzondering. Toen ik uit het bad stapte ontdekte ik dat de handdoek een badjas was en ik trok die aan. Ik keek naar myzelf in een van de spiegels en het was alsof ik ontwaakte. Wat was dit eigeniyk voor een belacheiyke preutsheid? Hier stond ik: Sindbad de Zeeman in Romeins kostuum en ik had my aangesteld alsof ik een hbs-Jongen was. De stuurman had 1 uit de grond van zyn goede hart I en zyn nog betere portemonnee my deze rykemansdroom verschaft, com pleet met eau de cologne en bad- vrouwtje; waarom zou ik er niet profiteren? Sinds Mary had ik geen vrouw meer aangekeken; als ik my nu bleef gedragen als een geheelonthouder ln een wynkelder moest lk nodig eens naar de dokter. (Wordt vervolgd) PANDA EN DE MEESTER VERVALSER J,oris p°fdbloed begaf zich dus naar het buiten van hfl de Bellf en diende zich aan bij de ingang, waar hij Zijn uitnodiging voor het bal afgaf. „De Baron Van Malpertuusl" riep de bediende, kièti JUS*, ?ard'B dat bent gekomen, baron ehsprat de Mar kiezin, een slap handje naar Joris uitstekend. „Ach laat u maar," sprak deze. „Bent u buitenlander?" vroeg de Markiezin, een wenkbrauw af keurend optrekkend. „Ach zo." Op dat moment verschenen er twee nieuwe gasten bij de deur opening. Het waren Panda en Astral die de baron van Malpertuus volgden om hem te ontmaskeren. „Mag ik even uw uitnodigingskaart?" vroeg de bediende, wat misprijzend naar de twee kleine figuurtjes kijkend. „Ehja een ogenblikje I" stotterde Panda, die helemaal geen kaart had. ADVERTENTIE Waarom zou u het niet lenen? Duizenden mensen vinden het heel gewoon om geld van ons te lenen voor een belangrijke aankoop. Waarom zou u in zo'n geval ook niet een bij ons sluiten? Wij lenen u het benodigde bedrag (van 500,- lot f 5.000,-) zónder borg of andere zekerheid; zónder beperkingen voor wat de besteding betreft; mèt kwijtschelding van de nog te betalen termijnen bij onverhoopt overlijden. Over de Persoonlijke Lening zal men u gaarne op al onze kantoren (meer dan 380) iedere gewenste inlichting geven. U bent welkom bij de Algemene Bank Nederland RECHTER TIE EN DE VOSSEMOORDEN, verh. 13. 7—13. „Te oordelen naar de verstijvingsgraad van het lijk moet de moord omstreeks middernacht gepleegd zijn," besluit de lijkschouwer. Rechter Lo richt zich tot de theehandelaar en vraagt: „U dacht ook al dat de moord gisteravond laat begaan is. Waarom? Wat is er volgens U precies gebeurd?" Met een zucht antwoordt Meng: „De student was nogal verstrooid, Edelachtbare. De meiden van mijn vrouw hebben mij verteld, dat hij vaak urenlang zat te peinzen en alles om zich heen vergeten leek. Blijk baar is hij gisteravond vergeten om de tuinpoort en de slaapkamer deur te grendelen. Het is dicht bij de Oostpoort en 's nachts zwerft er nog wel eens wat gespuis rond. Een paar rovers moe ten gemerkt hebben dat de tuinpoort niet afgesloten was. Ze zijn het paviljoen binnen geslopen in de veronderstelling dat de be woner zou slapen. Maar Soeng was nog wakker. Hij stond op het punt om naar bed te gaan, want hij was al in nachthemd. Toen de rovers plotseling tegenover Soeng kwamen te staan hebben ze hem gedood en het paviljoen geplunderd." Had Soeng familie of vrienden in de stad?" vraagt Rechter Lo nieuwsgierig. „Nee, Edel achtbare, hij ontving nooit bezoek," zegt Meng, Jk geloof niet dat hij hier bekenden had. Hij komt uit de hoofdstad, ziet U" Intussen wordt Rechter Tie's aandacht getrokken door de kap van de student die naast het lijk ligt en met bloed is bevlekt. Hij vraagt zich af of zijn collega de kap ook heeft opgemerkt. De theorie van de theehandelaar klopt niet DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 992. Reeds dacht Brammetje het pleit gewonnen te hebben, toen de Spook-Skiër eensklaps een mogelijkheid zag om zijn on vrijwillige passagier af te schudden. Ver buiten het dorp bevond zich een gleuf in de sneeuw, daar waar aarde en witte bedekking in een diepe scheur waren wegge gleden. In razende vaart gleed de skiër daarop af en wijd strek ten zich zijn benen. Links en rechts gleden de ski's langs de ge vaarlijke diepte maar Bram verloor eensklaps zijn houvast en zakte weg. Had hij het gevaar zien aankomen, dan had hij er misschien nog iets aan kunnen doen. Maar nu grepen zijn vingers te laat naar nieuw houvast. Hij verbeeldde zich nog een schater lach te horen, voordat hij verdween in het zwart van de winkel haak in het wit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 25