T 278 KILOMETER PER UUR %rc* a dr. Colijn met de Uiverhelden j\i Radiogesprek min.-president Waar zijn ze geble- vén de mannen en vrou wen die vijfacht twaalftwintig of twee endertig jaar geleden lange of korte tijd in HET NIEUWS stonden. De sportman, de artiest, die duizenden in zijn ban hield. De onbeken de die even door een gebeurtenis uit de massa getild werd en NIEUWS werd. Wij hebben een aantal van deze mensen opgezocht en nog een maal uit de vergetelheid voor het voetlicht ge haald. Zij, die nu tussen de veertig en hon derd jaar zijn, zongen dit lied vier endertig jaar geleden wekenlang. Het was de top-hit In het najaar van 1934. Het najaar, waar in een Nederlandse vliegtuigbemanning met haar kist „De Uiver" een geweldige.prestatie le verde. Een wereldprestatie, waarover alles en iedereen, in binnen- en buitenland sprak en schreef. De dagbladen brachten met enorme koppen het ,,Uiver"-nieuws op de frontpagina's. De radio-nieuwsdienst begon zijn radio-uitzendingen met het laatste nieuws over de Melbour ne-race waaraan „De Uiver" deelnam. De vlieg race, die heel Nederland, ja eigenlijk de gehele wereld in spanning hield. Wat was er in oktober 1934 eigenlijk precies aan de hand? 1934 was het jaar waarin de economische crisi9 ln ons land hevig woedde. Driehonderd dertigduizend werklozen telde ons land op een bevolking van 8'4 miljoen. Het was het jaar, waarin men zich nog steeds opwond over het kadetje. Of dit broodje wel of niet 's maandagsmorgens vers dan wel opgewarmd verkocht mocht worden. Het was ook het jaar, waarin ome Keesje, de hoofdfiguur uit een VARA-radiostrip waarnaar half Neder land zondagsavonds om half zes luisterde naar de maan zou ver trekken. Even zonken alle pro blemen, strijd en maan- avonturen in het niet, toen op 20 oktober 1934 „De Uiver" in Milden- hall bij Londen van start ging in de 19.877 kilome ter lange race naar de Australische stad Mel bourne. Het einddoel van de door sir Mac. Pherson Robertson uitge schreven vliegrace. DOOR HAN WIELICK FORSE PRIJZEN „Ter aanmoediging van de luchtvaart en ter gelegenheid van het eeuwfeest van de staat Viotoria en zijn hoofdstad Melbourne". Onder dit motto werd de Internationale luchtrace gehou den. Georganiseerd door sir Mac- Pherson Robertson, een chocolade- en suikerwerkfabrikant van Schot- AUTOBUS ie afkomst, die in Australië schat rijk was geworden. De route MildenhallMelbourne met de officiële meldings- trolepunten. Er waren twee wedstrijden tij dens deze race; een snelheids- en een handicaprace. De vluchten moesten binnen 16 dagen volbracht zijn. De prijzen waren: in de snel heidsrace een eerste prijs van 10.000 en een gouden beker ter waarde van 500, een tweede prijs van 1.500 en een derde prijs van 500. Voor de handicaprace was de eerste prijs 2000 en het twee de aankomende vliegtuig kreeg 1000 pond. De KLM wilde in eerste instantie met twee toestellen starten. Met een Fokker F 36 en een Douglas DC-2. De F 36 met een groot aan tal passagiers aan boord zou de handicaprace vliegen, de Douglas zou een snelle postvlucht maken. De Fokker 36 kon echter niet op tijd gereed zijn en er waren geen ande re toestellen aanwezig om haar te vervangen. Toen de F 36 niet kon deelnemen werd besloten met de Douglas ,,De Uiver", die zowel voor <b snelheids- als handioaprace inge schreven werd, een normale passa giers- en postvlucht te maken. Dus geen extra benzinetanks, geen ver bouwingen om de snelheid te ver hogen, maar gewoon als een stan daardvliegtuig met 14 stoelen en al het comfort dat de KLM in die tijd reeds haar passagiers bood. In de snelheidsrace zou de Panderja ger" meedoen, maar deze had zo- Het meedoen van een verkeers vliegtuig aan een internationale snelheidsrace was te vergelijken met het deelnemen van een auto bus in een race van renwagens. De KLM wilde allerminst strijden om ontnamen, en ook benzinetekort Parmentier dwongen tot teruggaan. Maar waarheen? Ineens zagen zij dat onder hen een stad lag, waar de bewoners als één man de lich ten ontstaken. ,,De Uiver" cirkelde boven Al bury waar enkele ogenblik ken later een terrein door een groot aantal auto-lampen werd verlicht zo dat ze daar konden landen. Parmen tier bleef cirkelen om terrein te verkennen en zag bij zijn zoveelste rondvlucht benzinevuren, die de let ters Albury vormden. Hij waagde de landing en kwam de wielen zakten diep in de modder weg tot stilstand op een renbaan. Acht uur en vijfendertig minuten had ,,De Uiver" hier oponthoud. Acht en een half uur, waarin de gehele bevolking van Albury als paarden werkte om het vliegtuig van de grond te krijgen. Het lukte. Zonder bagage, passagiers en Prins en Van Brugge, kwam „De Uiver" los en vloog zonder verder opont houd naar Melbourne, waar 90 uur en 15 minuten na de start met 10 uur vertraging de eindstreep werd gepasseerd. De eerste prijs in de handicap en de tweede prijs in de snelheidsrace was zeker. RIDDERS De feestvreugde kon beginnen. De bemanning van „De Uiver" werd door Hare Majesteit koningin Wil- helmina benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Honder den telegrammen kwamen uit Ne derland en Indië in Melbourne aan. Er waren telefoon- en radiogesprek ken met de directeur van de KLM, Plesman, en de minister-president dr .Colijn. In Australië werden Par mentier en zijn mannen overal ge huldigd evenals op de terugtocht via Nederlandsch-Indië. En dan in Nederland zelf, waar tienduizenden hun op Schiphol 'n welkom bereid den. Souvenirs, medailles, gedenkpen ningen gaven blijk van waardering en belangstelling. Lang begroette men de Uiverbemanning als natio nale helden. In Den Haag waren op 24 november naar schatting 55.000 mensen op de been, toen zij naar De Dierentuin reden, waar hun een diner werd aangeboden 1 door de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Men stelde Uiver-menu'op, laatste interview. dronk Uiver cocktails, at Uiverbrood- <j€ dus de route Indië-Australië /es, fa gaf pasgeboren baby's de door en door. Die Abel Tasman- naam „l/ivort/a". term/! 'iedere *Iucl* ™s .ei8™ ,Wi« huurden van de Koninklijke Neder- landsch Indische Luohtvaartmaat- schappij, waarbij ik vijf jaar werk je te eigenlijk was ik door Ples- J'- - man, wat een pracht vent was dat toch, uitgeleend een kist en vlo- gen die naar Australië om te bewij- JÜ: h V i'% Aw-- zen daC een ^'recte verbinding mo- -Jij gelijk was. Toen die vlucht slaagde kregen wij de kosten royaal terug betaald van verschillende maat schappijen. gewoon een dienstvlucht rechtgeaarde Nederlander een Utver- speldje droeg en het Uiverlied zong. Twee van de vier helden uit 1934 leven niet meer: Gezagvoerder Par mentier en telegrafist Van Brugge. De twee anderen, ex-mecanicien B. Prins in Den Helder, en ex-eerste officier Jan Johannes Moll genie ten al jaren van hun pensioen. Jan Johannes Moll komt zelfs iedere dag tijd te kort. GEWOON Nog vaak wordt hij aan een van de beroemdste vluchten uit de KLM-geschiedenis herinnerd. Zegt de 67-jarige aan de Ophelialaan 19 in Aalsmeer wonende eerste offi cier van „De Uiver": „Die vlucht in 1934 was gewoon een diénst- vlucht voor ons. Ik had tevoren wel gedacht dat ze mij voor „De Uiver"-bemanning zouden kiezen. In 1931 had ik samen met kapi tein Pattist en mecanicien Elleman met de „Abel Tasman" een vlucht naar Melbourne gemaakt. Ik ken- DERTIENDE Ik kwam in 1927 in dienst bij de KLM. Als dertiende vlieger. Het is geen ongeluksgetal gebleken. Want ik heb het hoogste aantal vlieguren op mijn naam staan: achtentwin tigduizend vijfhonderd, en ik ben tot mijn vijfenzestigste jaar in dienst bij de KLM geweest. Ook al iets bijzonders. Vroeger ging je op 45-jarige leeftijd met pensioen. Daarna, wanneer je Abraham zag (50 jr.) en nu, wan neer je gezond en bekwaam bent op 55-jarige leeftijd. Ik zou graag zien dat het zestig jaar werd. Niet voor mij zelf uiteraard, maar je doet ke rels in de beste jaren van hun le ven weg, die een ervaring van je welste hebben. Ik begon bij de KLM voor 270 per maand. Met vliegpremie werd dat ongeveer 700. De laatste tien jaar bij de KLM was ik adviseur. Een mooie naam voor een bood schappenjongen op hoog niveau. RIJK LEVEN Ik kan terugzien op een heel rijk leven. Ik heb versohikkelijk veel ge zien en meegemaakt. Ik maakte o.a. de eerste vlucht naar Moskou in 1941, vloog eveneens in de twee de wereldoorlog de Atlantische vluchten. Ik pionierde in het begin heerlijk toen wij nog zegge en schrijve drie lijntjes hadden: Lon- „De Uiver" vloog de volgen de route naar Australië: Start 20 oktober 1934. Mildenhall, Rome, Athene, Aleppo, Bag dad, Jask, Karachi, Allahabad, Calcutta, Rangoon, Alorstar, Singapore, Batavia, Rambang, Koepang, Darwin, Cloncurry, Charleville, Albury (noodlan ding) Melbourne. De afstand MildenhallMel bourne bedroeg 19.877 kilome ter. De gemiddelde kruissnel heid van „De Uiver" was 278 kilometer p.u. Gebruikte hoe veelheid benzine 21.482 liter. De werkelijke vliegtijd was 71 uur 29 min. Oponthoud op de grond met Inbegrip van de vertraging in Albury 18 uur 48 minuten. Totale reisduur 90 uur en 17 minuten. een afgesloten hoofdstuk. de eerste prijs ln de snelheidsrace. Integendeel, de kosten van de vlucht moesten zoveel mogelijk wor den gedekt door het meenemen van passagiers en post. „De Uiver" moest zich dus wel in hoofdzaak op de handicaprace toeleggen. Dat „De Uiver", een normaal verkeersvliegtuig in 52 uur van Lon den naar Melbourne vloog om ten slotte als tweede achter Scott en Black met hun „Cornet" in Melbour ne over de eindstreep op de Fle- mington-racebaan te gaan, ontke tende een enthousiasme dat in de ze tijd onwezenlijk aandoet. Al zal ons nageslacht waarschijnlijk het zelfde vinden, wanneer het leest hoe wij Fanny Blankers-Koen met haar vier gouden Olympische medailles inhaalden, Cees Verkerk aanmoe digden, Feijenoord naar Lissabon volgden, Sjoukje Dijkstra naar haar laatste wereldtitel schreeuw den. SPECTACULAIR Nu was de race van „De Uiver" bijzonder spectaculair. Vooral toen bijna het einddoel in zicht was en gezagvoerder Parmentier met zijn bemanning bestaande uit Jan Jo hannes Moll (35), eerste officier, Cornells van Brugge (31), telegra fist en Bouw Prins (33), mecani cien, in Albury een noodlanding moest maken in een hevig onweer, da' steeds erger werd. NOODLANDING Zware regen en hagelbuien ver minderden het zicht. „De Uiver" moest steeds van richting verande- - - ren om de bergen te ontwijken tot- Tijdens de rit door Den Haag, op weg naar de Dierentuin waar de Uiverbemanning een diner werd aange- dat hevige slagregens die alle zicht boden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken .Naar schatting 55.000 mensen omzoomden de route. *1 m im. Een deel van het radio-te lefoongesprek dat de toenma lige minister-president dr. Co- lijn voerde met de bemanning van „De Uiver": MINISTER COLIJN: „Ik zal u een aardigs anekdote vertellen, die ik gister ge hoord heb. Maandagavond was er een dominee en die had ca- techesatie. En hij had dan die kinderen opgegeven, dat ze een en ander leren moes ten over Calvijn en toen vroeg hij op een gegeven ogenblik, wanneer Calvijn ge boren was. Maar de jongens hadden hun aandacht er hele maal niet bij. En toen vroeg hij: „Waar is de Uiver op het ogenblik Toen sprongen ze al lemaal op en toen wisten ze precies de stand van de Uiver". PARMENTIER: „Ha. ha. dat is heel aardig" MINISTER COLIJN: „Ja. nietwaar dat is werkelijk heel aardig". MOLL: „Hallo, hallo Hier Moll Excellentie. Ik ben Moll Excellentie. Ik mag u zeker wel hartelijk bedanken voor de zeer grote onderscheiding welke mij op deze vlucht te beurt is gevallen. Ik kan mo menteel de Koningin niet zelf mijn dank overbrengen, noch de regering. Nu wil ik U per soonlijk verzoeken om door middel van Uw tussenkomst die dank over te brengen". MINISTER COLIJN: „Goed, dank je wel hoor. Gaat het goed met de gezondheid MOLL: Uitstekend Excel lentie". MINISTER COLIJN: „Geen nadelige gevolgen van de tocht" MOLLt „Over het algemeen is de gezondheid zeer goed ge weestwe hebben kolossaal veel klimaatveranderingen ge had, maar we hebben ze goed verdragen." MINISTER COLIJN: „Goed' MOLL: „Zal ik u nu een van de andere heren geven" MINISTER COLIJN: „Ja zeker." Molk Een ogenblik Hallo meedoen ook. Dit interview is echt een heel grote uitzondering. Mis schien wel het laatste waarin ik over „De Üiver" spreek. Het is al lemaal voorbij voor mij... NU HET WATER Ik heb heel veel interesses en hobby's. Ik bezit een heerlijk stuk bos bij Epe en ik doe heel veel aan kustzeden. Ik ben voorlopig nog twee jaar commissaris van de Ne derlandse Kustzeilers Vereniging en adviseur van de jachthaven van Medemblik. Ik verveel mij geen moment. In 1958 en 1959 heb ik nog een boek geschreven. „Langs de Hoge Weg", waarvan er 45.000 in Nederlandse boekenkasten staan. Mijn hart trekt nu naar het water. Niet zo vreemd, want ik ben een oud-leerling van de Vlis- singse Zeevaartschool, en oude lief de roest nu eenmaal niet. Of ik nog wel eens vlieg? Sinds mijn pensionering In 1964 heb ik geen „kist" meer gezien. Ik ben uitgereisd. Ik vind 28.500 vlieg uren >cht wel genoeg". den, Parijs en Kopenhagen via Hamburg. Dat was nog in de tijd dat je je op de vlucht naar de Franse hoofdstad oriënteerde op de spoorlijn erheen. Mistte het, dan kwam je in Straatsburg uit, want dan pakte je weieens de verkeerde rails. Ik heb veel geluk gehad, al moet ik eraan toevoegen, dat ik ook erg hard heb gewerkt. En ge luk gaat meestal daarmee samen. Want hebt u wel eens een slam pamper gezien die steeds maar ge luk had? Nee toch? GEEN IDEE Toen wij met „De Uiver" naar Australië vlogen hadden wij er geen idee van dat er zo'n golf van en thousiasme in Nederland zou uit breken. Het eerste daarvan merk ten wij pas in Melbourne, toen er honderden telegrammen voor ons kwamen. Maar dat bleek nog niets te zijn, vergeleken bij de ontvangst op Schiphol en daarna de huldigin gen overal in ons land. HERINNERINGEN Jan Johannes Moil wordt nog wel eens herinnerd aan de beroem de vlucht nu alweer 33 jaar gele den. In z'n kamer vol met kunst voorwerpen uit alle delen van de wereld staat op de schoorsteen de beker, die hij kreeg voor zijn prestatie met „De Uiver". In zijn knoopsgat draagt hij de Orde van Oranje Nassau, die hij op de vlucht naar Australië verdiende. Zijn das speld is een gouden propeller. Aan de muur langs de trap omhoog hangt een grote tekening waarop zijn Uiververdiensten breed uitge meten zijn, terwijl zijn echtgenote nog steeds een enorm plakboek heeft waarin alle foto's en pu- blikaties over de Uivervlucht. „Ik beschouw de vliegerij voor mij als een afgesloten hoofdstuk", net als de Uivervlucht", zegt de heer Moll. „Ze hebben mij verschillen de malen gevraagd voor de radio en televisie te komen. Ik heb ge weigerd. Ik wil niet zo'n oude man zijn, zoals er tientallen in de we reld rondlopen, die nergens anders over praten, dan over hun grote verdiensten in het ve den. Ik wil het heden leven en daarin nog De helden zijn er. Moll en Parmentier met een krans van de Nederlandse kolonie in Melbourne. Inzet Jan Johannes Moll nu. Uiver, vliegt over land en zee" Uiver. met Moll en Parmentier" ,'t Is alweer de KLM. 't IS alweer de KLM" Vliegend over land en zee"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 7