SCHEEP BERICHTEN DE ENIGE ECHTE HAMMOND LEIDSCB DAGBLAD PAGINA 31 Posities Nederlandse piepen Jjgoi 22 v Rott te Bremen imsteldlep ■•jl"™"0 Imstelmeer 22 370 m ZO Mom- jerebout 23 te Bayor Jenning Buicmen 23 t» W. Friso 23 v Chica„. Montreal Prins Willem 2, 23 te Liverpool Prinses Anne 22 te Montreel Prinses Irene p 22 Kiel Prinses Margriet (|.V.) 22 ten an ker Peniance Pr nses Maria 23 te Montreel Prinses Wilhelmlite 22 v Pasales n Lissabon Radja 22 450 m NNO eH. Amster dam Randfonteln 22 140 m C Tenerlfe n Kaapstad Realta 23 v Kopenhagen n Rouaan Regine 23 v Deltzljl te Huil Rhone 23 v Liverpool te Glasgow Ria 23 v Kenltra n Duinkerken Rlnl 22 v Colchester te Delfzijl Rito An 22 v Kopenhagen n Wismer «ob,°* 22 de W|.h BT«rgnmoutt) Roelot Bulsn Straat Magelhaen p 22 Luderltzbaal Straat Singapore 23 te P. Elizabeth Straat Torres 22 v Suva n Auckland Strebo 22 v Vigo n Leixoes 'ene' m °N° H*" Subra 22 120 m ZO Salvador Sumatra 22 850 m ZZW Ceylon Sw'ft 22 te Gothenburg Swift 3 23 v Londen te Amet Sylvie I p 22 Finlsterre fUttïïa'Nisressga: Cjifjalengka 22 50 m NW Pescado- Tankvaart Celtex Rotterdam 2 Bojeadlr Camilla 22 op 320 22 40 m WZW - Cemlt'ia 22 op 320 m NO Azoren Chevron the Hague 23 300 m ZZW Bombay Clnulia 21 te P. Cardon daarna Curacao-Stanlow-Barton Crania 22 op 65 m Z Corfu Daphne p 22 Lissabon n Rott Diadema p 22 Ouessant n Frederlda Dione 22 op 400 m W Sabang Doelwyk 22 840 m OZO Bermuda Dosina 22 180 m WNW Freetown Esso Amsterdam p 22 Algiers Esso Den Haag 22 260 m ZW Niso 22 150 m ZW l Ondlna 22 te Monrovia daarna Genua-La Skhlrra Onoba 22 op 1 SO m Z Penang 1 december te Mena verwacht P.G. Thulln 22 540 m OZO New York Sepia 22 te Mena daarna Tranmero Tamara 22 70 m NO K. Hatteras naar P. Cardon Viene 22 840 m WZW Azoren Vitrea 23 v Rott. te Hamburg Zafra 22 v Whltegate n Curacao Zaria 22 60 m ZW Kaap Blanco Zeesleepvaart Smit Lloyd 11. 22 1100 m W Scllfy Themes 23 te Vlaordinoen Thalassa 99 Oorspronkelijke roman door Jan de Hartog babbelde door met dezelfde snelle, eentonige stem. „Ik zie mannen in uniform. Ze zyn allemaal erg jong. Zy zyn officieren. Dit was het offi- ciersverblijf van het schip. zy slie pen in deze hutjes hier". „Komt ge nog aan dat spel toe, eigenlyk?" vroeg meneer Claessen. zy opende haar ogen. „Sstt", zei zy. „Ge moet me niet afleiden. Nou zal ik u vertellen wie deze mensen I waren". Zy stond op van de bank. met moeite. Een van de lyfwachten hielp haar overeind. Toen opende zy de deur van de hut van de meester. Ik kon naar binnen kyken vanwaar ik zat. De hut was leeg, het enige wat aan de meester herinnerde was RECHTER TIE EN DE VOSSEMOORDEN, verh. 13. 213. Rechter Tie is een beetje onder de indruk van de na men van Lo's gasten. Yoe-lan is een wijdvermaard dichteres, en Staatsacademist Siao niet alleen een groot dichter, maar ook een voormalig president van de Keizerlijke Academie, en een der in vloedrijkste -figuren van het rijk. Maar Lo zegt bescheiden: „De eer is zuiver toevallig, oudere broeder. De Staatsacademist is op doorreis naar de hoofdstad en de dichteres is hier op vakantie. Je weet dat mijn gerechtshof vroeger het paleis was van de be ruchte Negende Prins, die twintig jaar geleden een staatsgreep beraamdeMijn residentie biedt bijgevolg een zeker gerief en daarom logeren de hoge gasten liever bij mij dan in een staats- hotel." Intussen zijn ze het indrukwekkende tribunaal genaderd. Bovenaan de trap die naar de hoofdpoort leidt, zien ze een groep je mensen staan. Rechter Tie herkent de hoofdman van de ge rechtsdienaars en Lo's persoonlijke raadsman Kao. Terwijl de dra gers de palankijn op de grond zetten komen Kao en de hoofd man haastig de treden af. Ze maken een buiging voor hun Rech ter en Kao zegt haastig: „Zojuist heeft de huismeester van me neer Meng, de theehandelaar, een moord gerapporteerd, Edelacht bare. Het slachtoffer is een zekere Soeng, een student die zijn tuinpaviljoen gehuurd had. Soeng is zoeven gevonden met een doorgesneden keel. Waarschijnlijk roofmoord. De hoofdman heeft meteen een paar mannen gestuurd om de plaats van het misdrijf te bewaken." DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 987 Onbeweeglijk lag het goede schip Kakanje in de haven van Flomsk, vastgehouden door de kille handen van een dikke laag ijs. Sneeuw had de daken en de bergen bedekt met een wit te, roerloze laag. „Wat, ivat, wat?" vroeg Brammetje Fok in het kantoor van de havenmeester, alsof hij zijn oren niet geloven kon. „Wanneer zei u, dat de ijsbreker komt?" „Twee weken, drie weken misschien", zei de havenmeester op gewekt, alsof hij goed nieuios bracht. „Dat hangt van de dikte van het ijs af. Als het erg dik is, duurt het langer. Als het niet zo dik is, duurt het korter. En als er helemaal geen ijs is, kan hij binnen een dag hier zijn." „Maar dan heb ik 'm helemaal niet nodig", zei Bram somber en dat vond de havenmeester een ondankbare opmerking. Ileneer Claessen leek te groeien on- de lage zoldering, terwyl achter n de twee by gelovige generaties ;ezen. „Gy kent de zeelui niet", hy, „als die een schip verlaten, en ze nooit iets achter. Zeker geen illetje zoals dit. En ieder mens >t dat je een begonnen spel t moet verstoren, daar komt ;eluk van. Dat wisten de innen die dat zo hebben la- staan net zo goed als ik. larom hebben ze het laten an? Kunt ge me dat vertellen? waren die mensen, die opston- aan het eind van een spel en jslopen zonder 't af te maken en ider het mee te nemen? Nou?" [et gaf my een gevoel van vol- jen onwerkeiykheid. Ik kon me- Claessens gedachtengang goed ;en. Ik zou hetzelfde gevoeld heb- als Ik in zyn plaats had gestaan, spel was een zeeschaakspel, met yes onder de stukken die in gaat- van het bord pasten. Het kon r maanden gestaan hebben, zon- verstoord te worden door het slepen of de deining. Het feit dat de waarheid kende, gaf my nog ker het gevoel een spook te zyn. I itond op het punt hun de waar- te vertellen, toen bedacht ik seling hoe kinderlyk zy was. •et ratachtige mannetje haalde de •ouders op. „Hoe wil je daar ach- tkomen?" Paling", zei meneer Claes- „die weet het binnen de vyf iten". Hy wendde zich tot een zyn lyfwachten. „Ga haar ha- zei hy. „Neem een taxi", tin", zei het ratachtige man en stak zyn boekje in de zak, wilt zeker geen zaken doen voor Iheksenbruiloft over is?" •ecies", zei meneer Claessen. vanavond om zes uur in „De Ballen". I Je er een goede pry's als we nu de koop sluiten", |het ratachtige mannetje. „Ik heb andere dingen te doen, weet je". )at kan wel wezen", zei meneer issen, „maar ik sluit niet af voor ivond zes uur in De Drie Ballen als u het niet bevalt kunt ge loord steken". it ratachtige mannetje zette zyn op en glimlachte, maar hy was prettig om te zien. Hij draaide om en klom kittig de messroom- op. Ik hoorde het geluid van stappen het dek overlopen en innerde my hoe ik naar Mary's ipen had geluisterd die nacht in itreal. Ik herinnerde me hoe ik r na had geroepen en haar had verdwynen door de mistige licht- Lvan de lantaarn op de kade. 1de my vreemd, ik voelde my orven. a Paling kwam een half uur la- Ik zat aan dek een sigaret te in op de reling toen ik stappen in mij hoorde op het dek van fregat. Ik zag het bovenlichaam een dikke vrouw boven de re- verschynen. Zy keek omlaag r myn schip en zei: „Gos, ge me toch zeker niet langs die lad- Iaten zakken?" De man die haar gaan halen, dook naast haar m riep: „Baas!" Meneer Claes- klom omhoog uit de messroom ilgd door de andere lyfwacht. lang over en weer gepraat hiel de beide lyfwachten haar met len, terwyl meneer Claessen stond op het dek om haar op jjingen. Zy schenen my volkomen PANDA EN DE MEESTER VERVALSER 4095. Enkele dagen nadat Joris op zijn landgoed was gaan wonen, kwamen Panda en Astral een dorpje daar in de buurt bin nen wandelen. „Tjonge, ivat ziet iedereen er hier droevig uit!" zei Panda. „En ik had, nog wel willen vragen of hier iemand ivas die iets moois voor je te falderen had Maar ik kan beter vragen wat er aan de hand is!" Hij wendde zich tot een dorpeling, die met gebogen hoofd voor bij slofte en nu lusteloos de pas inhield. „De zaken gaan slecht!" verklaarde deze desgevraagd. „Een rijke baron is hier komen wonen. Van Malpertuus is zijn naam! Maar inplaats dat we er nu beter op worden, gaan we er op achteruit! Hij koopt alleen waren van de concurrentie en bovendien ver dwijnen al onze goederen spoorloos!" „Alles weg, ja?" vroeg Astral„Raar zeg! Baron met fnuk, mis schien? Dan kan hij falderen en falderspul tjoep weg na paar minuutjes!" „Zou hij de fnuk hebben, die jij kwijt bent?" vroeg Panda pein zend. „Als dat zo is, moeten we hem gaan bezoeken! En die naam Malpertuus komt me trouwens bekend voor Kom mee!" Hoe is het ontstaan? h Dit woord: KAMER J De aardigheid van het woord 5 H kamer schuilt niet in zyn aflei- a H ding het woord camera werd g g door de Germanen eenvoudig g 1 overgenomen toen zy de Ro- b B meinse wyze van woningbouw b leerden kennen maar in de ontwikkeling der betekenis. M Aanvankeiyk betekende het een- voudig: vertrek. In een huis is een mooie kamer, een besteka- mer, een slaapkamer enz. Dan J* gaat het ook betekenen: ge- 2 bouw, kasteel. Zo heeft men by H Wageningen het landhuis De g blauwe Kamer. Dan noemt men g g ook hen die er vergaderen ka- g B mer. Men kent de Kamers van q B Koophandel, de Rederykamers g B en de Rekenkamer. En dan heb- a ben we de Eerste en de Tweede H Kamer, waaronder wy hen ver- Ifl staan die in die Kamers zit- B :en. Men denke voorts aan ka- a merheer en kamermuziek. De 2 eerste is de dienaar van een vorst: de tweede wordt gebruikt 5 in tegenstelling tot orkestmu- H g ziek. Een voorbeeld uit het grote Mossel en Versteege assor timent. Het orgel dat reeds 30 jaar aan de top staat. Beroemd, H bekend, ongeëvenaard. Alleenverkoop voor Den Haag, Lelden, Delft en omstreken MOSSELVERSTEEGE Alle goede merken in één zaak Den Haag - Groningen - Heerlen Zoutmanstraat 53d - 40c. Tel. 070 - 333970* te hebben vergeten. Niemand keurde my een blik waardig. De dikke vrouw waggelde langs het dek en zakte rug gelings in de messroom af. zy zag er kwaad uit en had een dikke valse vlecht blond haar opgerold op haar hoofd. Toen wy beneden waren, ging ik bovenaan de trap zitten, zoals de kok zo dikwyis gedaan had om onze gesprekken af te luisteren. Meneer Claessen wees op het spel en vertelde haar dat hy het niet had aangeraakt, alsof zy een recher cheur was op de plaats van een misdaad. Toen zei hij: „Ga uw gang Ma. Vertel ons eens wat hier ge beurd is". Ma keek rond in de messroom en snoof. „Dat wordt een lange bewe ging", zei zy, „hoeveel mag het kos ten?" „Kan niet schelen", zei meneer Claessen, .zolang als het redelyk is. Ik moet het verrekte ding slopen en ik wil geen ongelukken. Laten we er niet verder over praten. Ge hebt het al vaker voor me gedaan en ge weet dat ik niet gierig ben. Schiet op". De vrouw zuchtte en zette haar karbies op tafel. Hy rinkelde. Toen trok zy een van de schaakstukken uit het bord, vouwde haar dikke handen eromheen en sloot haar ogen. Meneer Claessen en zyn lyf wacht werden stil. Zy ademden nau- weiyks. Ik voelde een spanning, als of die vrouw nu haar ogen zou ope nen, naar my kyken en zeggen: „Vraag het hem maar. Hy weet er alles van". Maar zy opende haar ogen niet. zy ademde diep en langzaam en toen zei zy met een snelle, eentonige stem: „Dit schip is in de oorlog ge weest. Er ls een hoop narigheid ge weest aan boord van dit schip. Ik hoor kanonschoten. Gegil. Gekerm, Ik zie bloed. Ik zie ys. Dit schip is in het ys geweest". Dat gaf my eerst een schok, toen drong het tot me door dat de speciale isolatie die tegen de zoldering was aangebracht voor wy naar de IJszee uitvoeren er nog aan zat, Wie die vrouw ook was, zy wist een macht van schepen, zy een lystje van de minimumpeilingen van onze tanks, dat tegen de muur in zyn kooi geprikt was. Hy had het zelf niet daar neergehangen, „Dit was de hut van de machinist", zei de vrouw, nadat zy even had rondgekeken. „Hy was een dikke man, ouder dan de anderen, niet ge trouwd, slordig, rookte sigaren. Hy heeft niets te maken met dat spel". De beschryving die zy van hem gaf was zo precies dat ik er een beetje bang van werd. Ik begreep niet waar zy dit alles vandaan haalde. Ik wist alleen maar dat er niets bovenna tuurlijks aan was. Zy moest de zee lui door en door kennen en had een paar scherpe ogen in haar hoofd. Toch voelde Ik me beslist onprettig. Ik wist nog niet precies waarom. Tot op dat ogenblik had het hele ge doe een fantastisch spel geleken, maar deze nieuwe ontwikkeling be viel my niet. Zy opende de volgen de deur, die van Draad, keek rond, snoof en zei: „Dit was de radiote legrafist. Hy was ook niet getrouwd. Hy was een gestudeerd man. Hy las een hoop. Netjes, bedaard, middel groot, niks te maken met het spel". Ik wist dat Draad een boekenplank je had laten maken in zyn kooi en dat de zwakke geur van de zender altyd om hem heen had gehangen. Maar dat waren de enige dingen die. voor zover ik zien kon, haar een idee van zyn karakter konden ge ven. Waar ze de rest vandaan had mag de hemel weten, maar ze sloeg de spyker op de kop. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 31