elinquent is vaak handiger staf BETH-EL stad der naasten liefde W. MAAS, DIRECTEUR VAN DE POMPE-KLINIEK IN NIJMEGEN: Weekeir Dagblad Zaterdag 18 november 1967 Bijna veertien maanden geleden, op 27 september 1966, werden de eerste ai) mntig geestelijk gestoorde delinquenten geplaatst in de nieuwe prof. mr. W. P. Pompekliniek in Nijmegen. Momenteel huisvest de kliniek ruim 50 patiënten bij een capaciteit van onge- fi tier 120. In deze tijd zijn uit de kliniek ongeveer 70 delinquenten ontvlucht 'u wee van hen pleegden tijdens deze ongeoorloofde afwezigheid een nieuw Wiel. Bij omwoners van de kliniek is de angst in de loop van het jaar sterk jegenomen. Dit blijkt o.m. uit de onlangs gevoerde handtekeningenactie i Hatert. De directeur-geneesheer J. R. M. Maas hebben wij na ruim één jaar 'ompekliniek tien vragen gesteld. gevonden en neemt hierdoor het aantal ontvluchtingen af? ANTWOORD„Eerst wil ik voor af graag een paar opmerkingen maken. Niet elke patiënt, die zon der toestemming de kliniek ver laat, ontvlucht. Er moet namelijk volgens mij onderscheid gemaakt worden tussen de kortdurende en langdurende ongeoorloofde afwezig heid. In het eerste geval heeft men te doen met een patiënt, die de kli niek verlaat enkel en alleen omdat hij even vrij wil zijn. Dit zijn geen ontvluchters in de ware betekenis van het woord. Ze keren, (ook om dat ze positief jegens de kliniek staan), meestal na een halve dag, uit eigener beweging terug. Anders is het gesteld met die pa tiënten, die hun vlucht zorgvuldig hebben voorbereid met het doel niet terug te keren. Dat zijn de ware ontvluchters. Zij trachten zo gauw mogelijk vervoer naar het westen van het land te krijgen. Wat nu precies de reden van hun vlucht is weet niemand: wel be staat hierover een aantal hypothe sen. Eén ervan is dat de patiënt door een vlucht zijn misnoegen wil uiten over het, volgens hem, te lang uitblijven van een verlofaan- vrage naar familie. Hij voelt zich teleurgesteld en kan dan besluiten weg te lopen. Maar is dit nu een falen van de staf? Hadden wij deze man met een verlof moeten geven? Het zijn vragen waarop niet zo gauw een antwoord is te geven. In bepaalde gevallen is het door aller lei omstandigheden niet mogelijk zijn verzoek in te willigen. In an dere gevallen kan het zijn dat wy inderdaad een fout hebben ge maakt. En nu kom ik op uw vraag. Ont vluchtingen zullen het minst voor komen, wanneer de patiënt zich goed thuis voelt in de kliniek en zich veilig acht bij de daar wer kende staf. Maar door menselijk falen zijn we er niet altyd toe in staat hem deze veiligheid te geven. Fouten zyn vrijwel niet te voorko men, temeer daar de behandeling van de patiënt nog maar in de kin derschoenen staat. Een juiste me thode is nog niet gevonden. Dat is een kwestie van jaren. Het is triest te moeten ervaren dat we geheel op onze intuïtie moe ten drijven. Dat hierdoor sommige patiënten zich teleurgesteld of miskend voelen is te begrijpen. Ontvluchtingen zullen dan ook niet te vermijden zijn. Met de katholieke universiteit in Nijmegen zullen we een onderzoek instellen naar de juiste behande ling van de patiënt: het is een we tenschappelijk onderzoek op het ge bied van de psychiatrie. De resul taten hiervan zullen echter nog lang niet voorhanden zijn. Het is een project dat zeker een twintig jaar zal gaan duren". VRAAG 4: De kapel, toneel- en gymnastiekzaal zijn opengesteld voor de burgerij. Welke zijn de re sultaten? ANTWOORD: „wy streven er naar de kliniek en alles wat daar- by hoort, te doen opnemen in de Nymeegse gemeenschap. Hierdoor hopen wy een sfeer van vertrou wen te wekken. Momenteel oefent in de gymnastiekzaal een invali- densportvereniging uit Nymegen en er is een aanvraag van een univer sitaire instelling binnengekomen, die hiervan ook graag gebruik wil maken. Ik kan, geloof ik, wel stellen, dat de belangstelling van de burgery (en dit dan in de positieve zin be doeld) voor de kliniek toeneemt. Als bewijs hiervan moge gelden het re gelmatig voetballen van Nijmeegse sportverenigingen op onze sportvel den. De ervaringen hiermee opge daan zijn tot nu toe gunstig te noe men". VRAAG 5: 16 het aantal ont vluchtingen in uw kliniek groter dan in andere gelijksoortige instel lingen? ANTWOORD: „Hoewel ik de cy- fers niet by de hand heb, kan ik met zekerheid zeggen, dat dit be paal^ niet het geval is". VRAAG 6: Is het aantal delin quenten dat uw kliniek ontvlucht en opnieuw een delict pleegt tot nu toe aanzienlijk geweest? ANTWOORD: „Nee, wat dat be treft hebben we tot nu toe een aar dig resultaat weten te boeken. Van de ongeveer zeventig weggelopen delinquenten hebben er „slechts" twee een nieuw delict gepleegd". Wat doen? VRAAG 7: Wat doet de Pompe kliniek, nadat is komen vast te staan dat een patiënt ontvlucht is? ANTWOORD: „Zodra wy merken dat een delinquent is ontvlucht, stellen wy hiervan de Nymeegse politie, de officier van Justitie in het arrondissement Arnhem en het departement van Justitie in Den Haag in kennis. Daarmee houdt onze verantwoordelijkheid voor de patiënt op. Natuurlijk blijven we wel gegevens verstrekken welke noodzakelijk zouden kunnen zyn voor de opsporing. Als de patiënt wordt gepakt, gaat hij naar het huis van bewaring. Dan wordt de Centrale Dienst Re cherche ingeschakeld, die nagaat of de ontvluchte tijdens zyn vlucht ook delicten heeft gepleegd. Is dit laatste niet het geval, dan wordt de kliniek weer om opname van de patiënt gevraagd. Van de zeventig ontvluchten uit onze kliniek hebben wy één de toegang geweigerd, om dat wij meenden dat er geen moge- ïykheid meer was hem te helpen en zyn er drie niet teruggeplaatst. VRAAG 8: Wat vindt u van de handtekeningen-actie in Hatert? ANTWOORD: „Daarop geef ik liever geen antwoord. Wel kan ik zeggen dat ik geen handtekening geplaatst zou hebben". VRAAG 9: Hoe denken de pa tiënten over de handtekeningen actie? ANTWOORD: „De patiënten voe len zich vaak erg gekwetst. Vooral wanneer in kranten hun begrippen als moordenaars worden toebedeeld. De actie op zichzelf kunnen ze wel begrijpen, hoewel het merendeel vindt dat de burgery menseiyker met hen moet omgaan". VRAAG 10: Vindt u het fyn di recteur-geneesheer van de Pompe kliniek te zijn? ANTWOORD: „Ja. Toen ik de functie aanvaardde, haalden vele bekenden van mij de schouders op en zeiden: „Kun jy je capaciteiten niet beter gebruiken?" Maar ik heb deze functie aanvaard en hoop er het beste van te maken. Als je het op de keper beschouwt, is mijn werk natuurlijk 'n ontzettende.rot klus", omdat je voortdurend met zaken wordt geconfronteerd, waar van je de gevolgen niet of moeilijk kimt voorspellen". HONDERD JAAR geleden stichtte een telg uit een oud adel lijk Duits geslacht in de nabijheid van Bielefeld een verpleeg- boerderij voor epileptici, lijders aan vallende ziekte, welke hij Beth-el noemde. Deze Hebreeuwse naam betekent: Huis van God. Thans een eeuw later is dit Beth-el uitgegroeid tot een stad, gewijd aan allerlei werken van barmhartigheid, waar men helpt waar geholpen moet worden. Geneesheer-directeur J. R. M. Maas. ZELFS in de benauwende dagen van Hitiers uitmoordingsprogram- ma voor onvolwaardigen, is geen der bewoners van Beth-el aan de beulen uitgeleverd. Beth-el, nu een plaats van 7000 inwoners, heeft zyn roem en succes voornamelijk te danken aan het initiatief van Friedrich von Bodel- schwingh, die in 1872 de leiding van het verpleeghuis op zich nam. Hy bracht de energie op om Beth el te maken tot een ware kolonie van inrichtingen en verpleeghuizen, waar armen en ongelukkigen een vriendelijk tehuis vinden. Von Bodelschwingh overleed in 1910 op 79-jarige leeftyd. Behalve allerlei tehuizen had hy ook een kerk en een theologische hogeschool opgericht. Helemaal in zyn eentje, omdat de staat geweigerd had hem enigerlei steun te verlenen. HIJ WAS OOK de man, die de eerste „ontwikkelingshulp" in het leven riep. Zyn actie „Brood voor stenen" behoedde duizenden Oost afrikanen in Uzaramo voor de hon gerdood. Een oproep van Von Bo delschwingh bracht 300.000 oude Rijksmarken op ter leniging van de hongersnood ook in andere delen van de wereld. De zoon Fritz von Bodelschwingh zette het menslievende werk van zyn vader voort. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Beth-el een reusachtig hospi taal, waarin 30.000 gewonde en zie ke soldaten werden verzorgd, ter wijl het verplegingswerk voor de epileptici gewoon door moest gaan. Toen in 1920-1921 grote scharen vluchtelingen uit Rusland naar Duitsland kwamen, ontstond de zogenoemde Wolgakolonie met scholen voor Duitse weeskinderen uit Rusland. In de tyd van grote werkloosheid in Duitsland wist Beth-el tussen Paderborn en Biele- P VRAAG 1: Minister Polak (Jus- ïtle) heeft de toezegging gedaan dat de Pompekliniek verder zal borden beveiligd. Wat is daarop uw ^itactie? ANTWOORD: „Toen de kliniek In Nymegen werd gebouwd, zijn we uitgegaan van een bepaalde mate ,'an veiligheid. Wy meenden des- dat daaraan werd voldaan. Maar al werkende, kwamen wy tot de conclusie dat een patiënt vaak handiger is dan je zelf bent. Een klein voorbeeld. De meeste famen zyn door middel van schroe- 'en vergrendeld. Achteraf bleek dat deze met een tafelmes gemakkelijk *aren los te draaien. Een poging M tot ontvluchting was dan een peu lschilletje. Destijds hebben wy daar nooit HJ stilgestaan. Men mag dat ge nist opvatten als een foutje onzer- öjds, maar laat men daarbij wél bedenken dat een mens maar een ®ens is en vergissingen mogelijk In; ook in een kliniek. Al lerende kunnen wy ook de vei lheid binnen de kliniek vergroten. Aan dit laatste heeft ook minister Polak gedacht toen hy zei dat de Ompekliniek beter zou worden be- 'eiligdhy weet dat in de klinie ken de veiligheid als gevolg van de ♦haringen vanzelf toeneemt". VRAAG 2: In het Groninger Uksasiel S. V. Mesdag zal een nieuw beveiligingssysteem worden ingevoerd. Alle deuren zullen elek trisch gegrendeld worden; terwyi t.v .-camera's elke beweging van de patiënt zullen controleren. Wil de psychopaat een deur passeren, dan moet hy op een knop drukken. Een van de lichtjes van het cen trale controletableau gaat dan branden. De bewaker schakelt de televisiecamera in en vraagt de pa tiënt waar hy naar toe moet. Zou een dergelijk systeem ook voor de Pompekliniek geschikt zyn? ANTWOORD: „Nee, daar voelen wy niets voor. By ons moeten de patiënten zich gaan thuisvoelen, omdat dat de enige manier is om hen weer voor te bereiden op een eventuele terugkomst in de maat schappij. Een dergelyk systeem maakt de afstand tussen patiënt en staf leden alleen maar groter. Voor de Mesdag-kliniek lijkt me dit systeem wel geschikt omdat daar zwaardere gevallen zitten dan hier". Vlucht VRAAG 3: Heeft men reeds een juiste behandeling voor patiënten feld een groot stuk braakliggend land te bemachtigen waar duizen den werklozen konden worden in gezet. Ook werd er in die tyd in de buurt van Dortmund een tehuis voor werkloze jongeren gebouwd. Verzet tegen nazi's NA DE TWEEDE Wereldoorlog, die ook in Beth-el de nodige schade had aangericht, paste men het „heb uw naaste lief" vooral toe op de in Duitsland rondzwervende slavenar beiders uit vele landen. De Geal lieerden hadden zich in die tijd nog niet met deze „displaces persons" bezig kunnen houden. De zoekdienst van Beth-el heeft tot 1950 meer dan 345.000 mensen geholpen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zelf had Beth-el de nodige conflic ten met de machthebbers van het Derde Rijk. Deze namen by tijd en wijle waarlyk dramatische vormen DE ARTSEN, diaconessen en ver pleegsters stonden volkomen achter Von Bodelschwingh. Weliswaar werd „pastor" Wilm, die een felle preek tegen de euthanasie had ge houden, naar Dachau gezonden hy overleefde het kamp en werd na Het herstellingsoord Beth-el hij Bielefeld ziet er uit als een modern Duits stadjeOp de foto de ziekenhuizen aan de voet van de Sparrenburg. In dit vakiverkhuis, thans weefschoolis het iverk van barmhartigheid in Beth-hel be gonnen. Hier werden in 1867 de eerste kinderen opgenomen, die aan vallende ziekte leden. de oorlog praeses van de Lutherse kerk in WestfaJen, maar de harts tochtelijke protesten van de kerk, zoals bijvoorbeeld die van bisschop Wurm van Wtirttemberg en van bisschop Von Galen uit Miinster, redden Beth-el van de ondergang. De prestatie van laatstgenoemde, ook een telg uit het geslacht Von Bodelschwingh, die 6000 zieken voor uitmoording wist te behouden, is onvergetelijk. HEDEN TEN DAGE wordt deze onderneming van naastenliefde door een neef van Fritz von Bodel schwingh geleid. Beth-el Is een mo derne tuinstad geworden. Men ont moet er weliswaar geen geniale epi leptici, waar de geschiedenis vol van is mensen als Dostojewski en Van Gogh hadden het euthanasie programma van de nazi's zeker nooit overleefd maar wel komt men er vele opgewekte ambachts lieden en kinderen tegen, van wie niemand zou kunnen vermoeden, dat het zieken zijn. Het bijzondere van Beth-el wordt eigenlijk alleen door de namen in de wijk tot uit drukking gebracht. Het verpleeghuis van de schoenmakers heet bijvoor beeld „Horeb", omdat God op de berg Horeb tegen Mozes zeidet „trek uw schoenen uit".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 11