Vlinders en bloemen
als wandversiering
GEEF MIJ MAAR
ROTTERDAM!"
Marita Herlaar
hing de gitaar aan
de wilgen
Varende zoet-
waterfabrieh
Tom Manders
DUUR BOEK
Toneelstukken
voor de jeugd
SATERDAG 11 NOVEMBER 1967
Op de Admiralengracht 216 in Amsterdam woont Ma
rita Herlaar. Zij is 28 jaar, charmant en in kringen van
de showbusiness niet onbekend. Zij is ook bijzonder crea
tief ingesteld. Zaterdag 14 oktober heeft zij haar onaf-
scheidelijke gitaar definitief aan de muur gehangen. Een
boeket bloemen van collega-artiesten was het laatste wat
j zij op het toneel in ontvangst mocht nemen, nadat zij
bijna tien jaar lang vrijwel dagelijks op de planken had
gestaan. Eerst als de ene helft van het duo de Marichi-
ccl's (liedjes in twintig talen en deel uitmakende van de
eerste groep artiesten, die naar Nieuw-Guinea trok om
daar voor de soldaten op te treden), later als één van
de zangeressen van het trio de Topsy's.
Nu heeft Marita een andere baan.
Zij vervaardigt wandversieringen.
Op zichzelf niets bijzonders. Maar
dat is het wèl, omdat ztf gebruik
CD maakt van „natuurprodukten", zo-
zij zelf zegt. Bloemen, rietplui-
n, mos, takjes, vlinders, enz. enz.
augustus begon zjj ermee als
lat hobby, maar het is binnen twee
t I naanden uitgegroeid tot een pro-
dukt dat de deur uitvliegt.
ermee. Ik heb helemaal geen re
clame gemaakt. Met een paar van
die dingen onder mijn arm ging ik
op bezoek bij die echte aparte
kunsthandeltjes en bij bloemisten,
die het als bijprodukt kunnen ver
kopen. Het was meteen raak. Ver
der ging het via, via. Je weet wel
hoe dat gaat. De één zegt het tegen
de ander en nu is het zover, dat er
dagen zijn dat de bel niet stil staat.
Overal vandaan komen ze kijken
en.kopen.
Gitaar aan de wilgen; bloe-
',n en vlinders kwamen er voor
de plaats.
ïunstwinkels en bloemenzaken,
"jrst alleen uit Amsterdam, maar
ipoedig uit het gehele land, to-
een enorme belangstelling. Het
zelfs al zover dat er brieven ko-
uit Italië en Amerika om na-
t- gegevens. „Ik kan het niet
ier bijhouden", aldus de kunste-
res, die er zelf wel het meest ver-
nderd over is.
a( een zui meer
^ïa tien jaar duo-zingen had ik
geen zin meer in. Ik wou er hele-
Jal mee stoppen. Dat lukte ach-
ejjJ af niet zo erg. Je blijft naar het
,g'plaus verlangen en ik ging alleen
U1I Igen. Bij Kees Manders op het
,uï mbrandtplein. Dat viel tegen en
f, B was het al gauw bekeken. Een
w maanden was ik thuis. Maar
h alle kanten werd ik opgebeld.
jjjiRarom doe je niets meer? vroe-
0{e i de arbeids- en theaterbureaus.
;orj t bleek dat er nogal een grote
•Mg was naar trio's. Ik kreeg
btact met twee anderè meisjes
wjj besloten met z'n drieën te
i to zingen. Het ging lekker. Wij
1 ïgen ook wel werk, maar het
i we toch niet zo erg. Het wordt
bï Aflens toch slechter in de show-
toess. Er zijn een boel artiesten,
tHagen dat zij zonder werk zit-
in. 3et is niet meer dat van een
»M|aar geleden. Daarom besloot
5 totk eruit te stappen en nu
°°r loed. De lopende contracten
Jbbei wij afgewerkt. Het laatste
I' oktober.
1de
;Maat ik moet toch wat doen? Ik
P kost verdienen voor mijn
wtóideren en dat valt heus niet
J8®. Ei toen kreeg ik h t idee",
'ÖUsKarita Herlaar.
moeder maakte vier jaar
aledeh wandversiering. Eigen-
li5 met- voor haar plezier. On-
toks ,de omstandigheden dat
toreen die de produkten zag en-
Unieke kunst
let
j
3 ik n
't Is een unieke kunst die Mari
ta Herlaar beoefent. Op een vilten
ondergrond plakt en prikt zij de
takjes, bloempjes en vlindertjes, die
hiteraard een speciale „bewerking"
hebben ondergaan om goed te
blijven. Al het materiaal dat zij ge
bruikt is echt. Het komt niet uit
ons land alleen. Er zijn speciale
„pluimen" en bloempjes die uit tro
pische landen komen. Sommige
pluimen en strohalmen krijgen een
verfbadje, maar dat is dan ook het
enige. Veel van het materiaal komt
ook uit Zuid-Afrika, via een impor
teur die het ook voor andere doel
einden verkoopt.
„Je maakt soms wel rare dingen
mee, alhoewel ik het ook best kan
begrijpen. Voor veel van mijn
werkstukken gebruik ik één of
meer vlinders. Laatst kwam er
iemand die per sé zo'n wandversie
ring van mij wilde kopen. Hij zei
bij welk soort interieur het moest
passen. Ik had een leuk idee, maar
toen ik het voorstelde, kreeg ik te
horen, dat er geen vlinder op mocht
komen. Ik ben namelijk lid van de
dierenbescherming, aldus die klant.
Met zulke wensen houd ik natuur
lijk rekening".
„Voor elck wat wils", is het de
vies. Marita Herlaar heeft speciale
wandversiering voor de kinderka
mer, voor de oud-Hollands inge
richte woonvertrekken, voor slaap
kamers en noem maar op. „Ook
voor teenagers maak ik ze. Felle
kleuren! Wij leven in de tijd van
de love-in, met veel bloemen en zo.
Ik krijg er ontzettend veel vraag
naar".
Geduldwerk
De wandversieringen hebben een
formaat van 60 bij 35 centimeter en
worden geleverd in een keurige wit
te lijst met glas ervoor. Wie Mari
ta aan het werk ziet, ontdekt al
gauw, dat er een behoorlijke dosis
creativiteit engeduld voor no
dig is. Het is een priegelwerkje,
waar regelmatig het pincet aan te
Voor de unieke kunst, ivelke
Marita Herlaar beoefentis
creativiteit en veel geduld no
dig
pas komt. 't Gaat niet eenvoudig.
„Ik krijg er echter al een behoor
lijke handigheid in en nu doe ik
gemiddeld twee uur over één werk
stuk. Ik ben er vele uren zoet mee.
's Morgens om kwart voor zeven sta
ik op. Dan ga ik de huishouding
doen en daarna begin ik aan de
wandversiering. Ik werk door tot
twaalf uur 's nachts, maar het
komt meer dan eens voor, dat ik
een grote bestelling krijg, wel
ke binnen een paar dagen gele
verd moet worden. Dan ga ik wei
eens door tot drie uur in de nacht."
Behelpen
Bij al haar werk doet zich één
groot probleem voor: namelijk de
arbeidsruimte. „Ik zoek een win
keltje met een werkplaats en een
woning", zegt ze.
Het is nu behelpen. De huiska
mer is het „atelier"; een piepklein
slaapkamertje is „magazijn". Dat
geeft extra werk. Het materiaal ligt
op één hoop bij elkaar en er gaat
veel voor Marita kostbare tijd
verloren met het zoeken naar de
juiste bloemen, strohalmen enz.
„Daarbij komt dan nog en dat
vind ik veel naarder dat je d'r
zo'n rommel van krijgt. Vooral als
ik aan het werk ben. In een mum
van tijd ligt de huiskamer bezaaid
met stukjes tak, stro-afval, bloem
blaadjes enz. De stofzuiger maakt
overwerk bij mij
Elke wandversiering is weer an-
stond, als „Marichica", zowel als
„Topsy" schreef en componeerde zij
zelf de meeste liedjes, waarvan
sommige op de grammofoonplaat
zijn vastgelegd.
Zij maakte ook liedjes voor col
lega's. „Ik schreef ze speciaal voor
hen. Op 't lijf zo gezegd. Onder an
dere voor bijvoorbeeld Sjakie
Schram. Ook op de plaat zingt hij
liedjes van mij. Hoewel ik nu eigen
lijk geen tijd meer heb, wil ik daar
toch mee doorgaan. Onder het wer
ken door, krijg ik de ideeën. Ik blijf
liedjes maken, ook al zing ik zelf
niet meer".
Wens
Dan heeft Marita Herlaar nog
één wens: „Ik zou zo graag nog
eens een boek willen schrijven. Het
verhaal zit al helemaal in myn
hoofd. Ik hoef het alleen maar op
papier te zetten. Voorlopig komt het
daar niet van. Misschien over een
paar jaar
Marita Herlaar vóór zij de
showbusiness inging werkte zij in
de drogisterij en sigarenwinkel van
haar vader („daar heb ik nog het
roken van over gehouden")
blaakt van activiteit. Haar werk
lust is niet te evenaren, zeggen
vrienden en bekenden. Zij werkt
voor zichzelf en voor haar twee
kinderen. In de afgelopen jaren
ders. „Al zou ik het willen, ik kan
niet twee dezelfde werkstukken ma
ken. Er is altijd wel een takje of
een bloempje of strohalm dat an
ders uitvalt. Wat de natuur een
maal naar links heeft doen groeien,
buig je niet naar rechts". De zaken
gaan in de korte wijle reeds uitste
kend. Er zijn vertegenwoordigers,
die voor haar werken en stad en
land afreizen. „Er kwam toevallig
een free lance vertegenwoordiger
hier en die zag mijn produkten. Hij
vroeg of hij er niet een paar mee
kon krijgen. Natuurlijk deed ik dat.
Het blijkt lekker te verkopen. Er
zijn er nu meer die voor mij wer
ken. Als het zó doorgaat, zal ik
binnen enkele maanden personeel
moeten hebben. Bijvoorbeeld een
meisje, dat het vilt voor mij knipt,
want ook daar gaat veel werk in
zitten
Van de gitaar naar de wandver
siering bleek voor de Amsterdamse
een kleine stap te zyn. Als het zo
door gaat, wordt het een bloeiende
business.
De hobby is bezig uit te groeien
tot een winstgevende zaak
Toch nog liedjes
En tussen al die bedrijven door,
kan Marita Herlaar toch nog geen
afscheid nemen van de muziek. In
de tijd dat zij nog op de planken
heeft zij tal van moeilijkheden
moeten overwinnen.
„Misschien heb ik het nu alle
maal wel gehad en kan ik nu rustig
werken", zegt zij
Een drijvende ontziltingsinstal-
latie, welke moet gaan rondvaren
in gebieden, waar schaarste is
aan zoet water, is ontworpen door
een Schotse firma in samenwer
king met de Britse Associatie
voor Scheepvaart Research. De
installatie, welke voorlopig alleen
nog maar op papier bestaat, zal
een kleine miljoen liter water per
dag gaan produceren. Nadat het
schip vier of vijf dagen in een
haven heeft gelegen of zoveel lan
ger als nodig is om het plaatse
lijk zoetwater-reservoir te vullen,
kan het weer naar elders varen.
Het bedrijf, dat zegt driekwart
van alle ontziltingsinstallaties ter
wereld te hebben vervaardigd,
meent, dat in een gebied als de
Griekse archipel, zo'n fabrieks-
schip een economische oplossing
zou zijn.
TOM MANDERS is boos.
Nijdig trekt hij aan zijn
zoveelste sigaret en zegt:
„Die vraag bevalt me niet.
Het hele interview bevalt me
niet. Al honderd keer hebben
ze me gevraagd waarom ik
hier met onbekende mensen
werk. Ik geef er geen ant
woord meer op. Laten we
maar een einde maken aan
dit gesprek."
Even later trekt hij bij. Hij zegt:
„Sorry dat ik zo uitviel. Ik ben nog
al moe, zie je. Bovendien: ik heb
al zo vaak moeten vertellen dat het
mannetje Dorus mij na vijftien jaar
nog steeds niet tegenstaat, dat ik
Rotterdam de stad vind waar het
gaat gebeuren en dat de Rotter
dammers het beste theaterpubliek
vormen dat er bestaat, althans in
het amusementsvlak. Je raakt er
over uitgepraat. Trouwens, ik werk
liever dan dat ik over m'n werk
praat".
Regen daalt neer op Rotterdam.
Manders staat op het terx-as van
zijn theater en laat zich nat worden,
't Regenwater mengt zich met de
zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd.
„Lekker", zegt hij.
Universeel
Een uur later staat hij als Dorus
op het toneel. Onherkenbaar ge
transformeerd. Een sjofele dwaas
met een tovermiddel: de ontwape-
nendste oogopslag ter wereld.
Tom Manders heeft gelijk: het
mannetje Dorus hoort niet minder
bij Rotterdam dan bij Amsterdam.
Het hoort overal bij. Dorus is, om
Het duurste boek van het jaar
met een intekenprijs van 1900
mark is kort geleden in Mün-
chen verschepen.
Het is een facsimile-uitgave
van het sterrenkundige werk
„Astronomicum Caesareum" van
Peter Apian, dat oorspronkelijk
in Ingolstadt gedrukt werd en
ivaarschijnlijk wel het kostbaar
ste werk was, dat ooit verscheen.
De nieuwe uitgave van de uit
geverij Süddeutsche Verlag, in
kleuren lichtdruk, is beperkt tot
750 exemplaren.
met Manders te spreken, een uni
verseel zwervertje, een vagebondi-
ge figuur uit een voorbij tijdperk,
wiens clownerie blijft aanspreken.
Wat Manders over de Rotterdam
mers heeft gezegd blijkt ook juist.
Er wordt ingehaakt en meegezon
gen. Dankbaarder publiek bestaat
niet.
Dorus weet er wel weg mee. Hij
vi'aagt: „Vindt u Feijenoord nu wer-
kelijk zoveel beter dan Ajax?" De
Rotterdammers roepen luide „ja".
Manders, Hagenaar van geboorte,
concludeert: „Nou dan zijn we het
eens".
Dorus, het univex*sele zwervertje,
past zich uitstekend aan. De Rotter
damse chauvinisten krijgen waar
voor hun rijksdaalder.
Oude fietsen
De show van Dorus en zijn „Jon
ge tien" speelt zich af binnen de
muren van 'n oud pakhuis, dat met
bescheiden middelen is verbouwd
tot een gezellige café-chantantzaaL
Langs de rand van het balkon han
gen ter versiering bont gekleurde
oude fietsen. De vloer van de zaal
is van nuchter beton. Het publiek
zit op simpele stoelen of gestoffeer
de kistjes. Luxe ontbreekt ten enen
male. Maar in een sjieke omgeving
zou Dorus ook niet tot zijn recht ko-
Het Dorus-theater naast de Rot
terdamse Schouwburg draait met
een gemiddelde van rond 2.500 be
zoekers per week van twaalf voor
stellingen. Dat betekent vrijwel al
tijd een volle of zelfs uitvexkochte
zaal. Manders zegt „Ik rekende hier
op. De vei'huizing naar Rottex-dam
heb ik nooit als zo'n grote gok be
schouwd. Maar natuurlijk kun je je
met al je mooie theorieën ontzet
tend vergissen. Rotterdam had voor
de oorlog een verschrikkelijk be
langrijk amusementsleven. De be
langstelling voor goed amusement
is hier niet gedaald. De mensen ble
ven alleen thuis omdat er gewoon te
weinig was."
Manders heeft zijn leven inge
deeld in perioden van vijf jaar. Van
zijn 45ste tot zijh vijftigste wil hij in
Rotterdam blijven. En daax-na
„Ach, misschien bedenk ik me nog
wel en blijf ik tot mijn AOW in Rot
terdam".
Toneelstukken voor de jeügd: het
staatstoneelgezelschap van Slees
wij k-Holstein in Reddsbimg is ex-
op het ogenblik naarstig naar op
zoek. Om het ontstaan van derge
lijke stukken als aparte categoxie
tussen sprookjesspelen en „volwas
sen" toneelstukken te stimuleren,
heeft dit gezelschap drie prijzen be
schikbaar gesteld. Alle auteurs van
het Duitse taalgebied kunnen tot
30 api-il 1968 toneelwerk insturen,
dat geschikt is voor kinderen tussen
de tien en de vijftien jaar.