/-ƒ TEN
IIP*
Thalassa"
i Polarlt 7 v Stornoway 1»
t Banks 8 760 m NW Tristan
Hongkong
tjitarum 9 90 m Z Wellington 1
Trlanca p 8 Dungeness n Honflei
V200 dmKZZ Wf'mo n rovl
Zeesleepvaart
jjJPAa 10 NOVEMBER 1967 LEIDSCH DAGBLAD
wist wat er gebeurde, vulde het plein zich met allemaal kopieën,
die uit het niets zichtbaar werden.
„Umps!" mompelde de falderaar geschrokken. Jk heb dit appa
raatje nog niet geheel onder de knie, vrees ik! Het is me uit de
hand gelopen!"
Op dat moment werd er achter hem een deur geopend en trad
de heer Sjoerd Fraaiprater naar buiten.
,,Ik ga een toertje maken in mijn gloednieuwe Frascati Super
Sport!" sprak deze vergenoegd tot zichzelf. „Tjonge wat zal ik een
bekijks hebben! Er is maar één zo'n auto in het land en dat is
de mijne!"
Maar ik begrijp niet dat Twan 't me niet eerlijk verteld heb. Hij
zei gister notabene dat ie zich voorgoed bij ons wou aansluite en
dat ie een verrassing voor me had als ie thuiskwam. Maar hij is
niet meer thuisgekomen. Een jonge meid as ik kan best zonder ome
leven. Ik had best begrepen dat ie eindelijk genoeg van me had".
Rechter Tie heeft de ring van Twan tevoorschijn gehaald en
vraagt: „Waarom wilde je deze ring eigenlijk verpanden?" „Ver
panden? Niks hoor!" roept het meisje uit. ,Jk wou voor de aar
digheid es vrage ivat ie waard was, maar die dikke baas van het
pandhuis begon meteen met me aan te pappen en daar most ik
niks van hebben".
Posities Nederlandse
ichepen
Aeltja 8 v Londen te Rott
Airdtnburgh 9 te Norrkoping
Achillea 8 v Buenaventura n E
Adhï° 6 21B5r nt fW r1306'1"8
Jduliyj 100 m Z Guardatui
A«gi» 9 v Curacao te Maracail
Ainssj 9 v Amst n Hamburg
Aerdenhouf p 9 IJmuiden
Al «na 8 v Par te Gent
Albert* 7 v Upsala n?
Alcetas 8 v Malaga n Seville
Alchlba 8 op 220 m NO Beir
Alcor 9 op 280 m ZW Reuni
Alcor W 8 te Kings Lynn
Alette Johanna p 8 Gibraltar
Alge 9 v Lowestoft te Rott
Algol 9 V Napels ta Genua
,Wg
Swattenham
ff.'.? "sS"
5'tian 9
j«it ÏVstettin'te C
Oorspronkelijke roman
door
Jan de Hartog
tweede keer speelde ik niet
lie stond kalm over het spat
je te staren, mijn handen op mijn
en wierp hem geen enkele blik
Toen de ondergang onafwendbaar
en sloot ik mijn ogen en slikte
i speeksel in. Toen mompelde hij
e stuurboord, drie", en ik zong
order door naar de roerganger
een overslaande stem, die
In een soort jodel. De derde
was ik gehard. Ik hield mijn
wijd open, staarde de dood in
gezicht zonder een spier te ver
ken en toen hij de hendel van
lachinekamertelegraaf op het al-
atste ogenblik op „vol achter-
rukte, ging ik rustig door met
jen, als een koe. Dit scheen hem
t war te brengen, want hij keek
"n vroeg: „Wat?" Ik glimlachte
huldig en antwoordde: „Niets,
tein". Hij fronste zijn wenkbrau-
en ik ben er trots op te kunnen
en dat gedurende de rest van
eis, ofschoon hij deed wat hij
hy mij niet meer van de wijs
ht. Gedurende de drie maanden
jk met hem voer wisselden wij
enkel persoonlijk woord. Pas
wjj voor IJmuiden lagen op on-
jrugrels met de havenlichten
in zicht, vroeg hij: „Wat ga
loen met je leven?" Ik was zo
rompeld door deze plotselinge be
stelling in mijn persoon, dat ik
oordde: „Niets, kapitein". Hij
1: „Dat dacht ik wel",
pas alles.
rug ln Amsterdam wist ik niet
iu te doen, want gedurende mijn
ten tijdens de reis was ik aan
lenken geslagen. Ik had dit ge-
tyd niet meer gedaan, niet
mijn tweede konvooireis naar
mansk om precies te zijn. Sinds
,5 brief had ik mij geschikt in
I [edachteloos leven en tegen me-
gezegd: eerst de oorlog, dan den-
Toen ik weer ging denken,
iat er maar weinig positiefs in
/er was. De enige zekerheid die
zat was negatiefik wilde nooit
iets met de oorlog te doen te
n. Onmiddellijk nadat deze af
in was, schenen de voorberei-
1 voor een volgende te zijn be-
wonden zich op
de Russen en er werd veel en
Btwaardigd gepraat op podia en
kranten. Ik wist niet hoe mijn
traden hierover dachten, want ik
ze sinds de avond dat wij elkaar
jpel hadden gezegd niet terugge-
mü had genoeg
orlog.
die zekerheid tamelijk
zy werd agressiever toen ik
inten bleef lezen. Eer&t in Suez;
[Said, Colombo, Billiton en toen
ilombo, Port Said' en Suez. De
skeling leek snel te gaan.
1 of andere Duitser had een
1 afgestoken tegen de Russen
"[de officieren van de bezettings-
5 beloond met applaus;
i had hij gezegd: „Ik moet u
den dat de toespraak die ik u
voorgelezen gehouden
jl door doctor Goebbels, drie jaar
De krant waarin ik dit las
[het op als een grap; ik dacht
I de doden, aan de tweede ma-
bijvoorbeeld, wiens weduwe
niet had opgezocht, Zij zou
trap waarschijnlijk niet op prijs
l besloot dat ik niets te maken
|e hebben met een volgende oor-
die kwam; ik zou mij zelfs
Idig houden van alles wat er als
een voorbereiding uitzag. De tin-bag
germolen byvoorbeeld, die Bakker
en ik naar Indië gebracht hadden,
was een voorbereiding. Toen ik er
over na ging denken, kwam ik tot
de slotsom dat vrijwel alles wat zee
sleepboten versleepten als oorlogs
voorbereiding kon worden uitgelegd.
Ik wilde er niets meer mee te maken
hebben; ik ging nog liever zwerven
met een draaiorgeltje dan, hoe zyde-
lings*ook, betrokken te zijn bij We
reldoorlog III. Ik veronderstel dat ik
niet de enige was, maar zo voelde
ik mij. Ik voelde mij
Ik leverde in Amsterdam mijn loon-
kaart in op het kantoor en zei dat
ik groot verlof nam. Ik had beslo
ten mijn maats te gaan opzoeken
om uit te vinden hoe zij zich voel
den. De eerste die ik zien wilde,
was de stuurman, maar niemand
wist waar hij was. Hij had na V J-
dag zijn baantje bij de maatschappij
niet meer ogenomen en aangezien
hy geen bloedverwanten had, kon
niemand my zyn adres geven. De
volgende was Draad; ik deed na
vraag by Radio Holland waar my
werd meegedeeld dat hy in Parys
zat. De volgende was de meester;
die was tenminste in Holland Hy had
een fietsenwinkeltje gekocht ergens
in de Noordoostpolder, het nieuwe
land dat pas onttrokken was aa
Zuiderzee.
Ik kwam er via een aantal bus
sen, pontveren en tenslotte een oude
militaire lorrie, die passagiers
voerde over de moddersporen die
eens wegen zullen zyn. Toen ik uit
stapte op het dorpsplein zag ik twee
barakken. Het dorp bestond alleen
nog maar op papier. Een van de
barakken was het gemeenschappeiy-
ke restaurant, de andere het bureau
van de landdrost. Toen ontdekte lk
achter de barakken een aantal ge
bouwtjes die er uitzagen als kippen
hokken en ik werd naar nummer
zestien verwezen. De nieuwe polder
begon me te bevallen, terwyi ik over
het modderspoor langs de kippenhok
ken liep; dit was het nieuwste ge
deelte van onze planeet en er was
iets creatiefs in de atmosfeer. Na
de ruines van het gebombardeerde
Europa deed het goed iets nieuws
geboren te zien worden.
Toen ik op de deur van nummer
zestien klopte, riep iemand „Ja!" By
het openen van de deur rinkelde een
belletje. De meester brulde als een
leeuw toen hy my tegen het licht
zag staan; het gebouwtje trilde on
der zyn stappen, hy sloeg de ar-
om myn nek en knelde my te
gen zyn borst met zo'n kracht dat
ik myn adem verloor. Toen hy klaar
as met mij te mishandelen, vroeg
U„Wat doe jy hier?"
Ik vertelde dat ik op weg was naar
Friesland en dat het een aardige
gelegenheid had geschenen hem
ms op te zoeken.
„Prachtig!" riep hy. „Je blyft toch
slapen, zeker? Ik sta nameiyk net
op het punt de deur uit te gaan voor
de koorrepetitie. Weet je wat? Ga
mee!"
(Wordt vervolgd)
PANDA EN DE MEESTER VERVALSER
2895. Zodra Joris het faider-apparaatje van Astral had ge
rold, begaf hij zich naar een luxe-wijk van de stad.
Hier zijn tal van f alder ens-waar dig e voorwerpen!" prevelde hij
vergenoegd. „Thans kan ik een nieuw leven beginnen! Ik stel me
voor om met deze auto te beginnen. Als ik nu even snel een tweede
voertuig f aider, kan ik het origineel wegrijden!"
Joris richtte het instrumentje op de sportivagen en wachtte op de
gevolgen. Nu die lieten niet lang op zich wachten. Binnen enkele
seconden verscheen een evenbeeld van het voertuig en voor hij
RECHTER TIE EN HET RAADSEL VAN DE RING
4112. „Twan had nooit veel geld bij zich", zegt het meisje,
maar als we in een stad kwamen, ging ie naar een zilverwinkel
en vulde een paar papiere in. Dan kreeg ie een bom duite, en die
gaf ie in beioaring bij een collega van 'm. Als ie dan geld nodig
had, zoals toen ie ons vrijkocht van de Bakker, dan hoefde die
maar een seintje te geven. Eergister zag ik nog dat ie effe vijf
stave goud in bewaring gaf aan z'n collega op het marktplein!"
Wat is er gisteravond precies gebeurd?" vraagt de Rechter. „Gis
teravond? Toen is oom Twan 'm gesmeerd. An alles komt een end.
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
975. snel rolden Bram en zijn vrienden uit de buurt van de
gevaarlijke plant. Nog steeds applaudiseerden de handjes voor het
zingen van Karo, die nog nooit zoveel succes had gehad.
„Zal ik nog een toegift geven?" vroeg hij Bram, maar deze maak
te hem duidelijk, dat hij op verder gezang geen prijs stelde.
„We moeten nu overleggen, ivat ons verder te doen staat," zei hij
zodra ze eenmaal binnen waren.
„Ons schip is weggewandelddie kleinzoon van Prikkebeen
is aan boord
Zijn blik dwaalde rond, bleef even rusten op de cirkelzaagvis,
die hem met bolle ogen lag aan te kijken, en toen op een ander
voorwerp aan de muur.
„Een list?" vroeg Karo, toen hij zag hoe Bram ging glansen en
glimmen, als iemand die op een Geweldige Gedachte is gekomen.
„Een kans" zei Bram en hij rende naar de muür toe.
awaM'?
s^si££.An
■o?tó 10eeNDeff!ui *erw