EEP
ERICHTEN
LONDEN f146,-
SCH
Thatassu"
4
te|
7 november 1967
LETDSCB DAGBLAD
PAGINA 17
Oorspronkelijke roman
door
lan de Hartog
m<*gingei
üoverdi
jen aan de biljarttafel zitten,
rerdag met een emailleplaat
en als gemeenschappe-
.""7 eettafel dienst deed; de oude
teins staarden ons aan met hun
Neuk>gen en zeiden tegen niemand
et bijzonder: „Laat nooit je
idelen knippen, want als je daar-
e kr en borrel drinkt, krijg je een
Verlamming". De stuurman ging
pde verste hoek van de tafel
zoeln, grijnsde tegen mij, en ik kon
supat op mijn lippen proeven als
likte. Ik neem aan dat we ge-
ve) gek waren.
mei kregen wij afleiding
aankomst van een nieuw
dtoage in de kelder van „Het
van Azië". Het was een jonge
eerste klasse van de En
en e marine, dik en vrolijk, vol de-
i. Z«e schuine moppen, die ons bor-
bos|anbood en naar de oude kapi-
cht luisterde met het geduld van
t klisychiater. Hij verscheen op ze-
n sliidag aan de koffietafel, ging
'f oij, en van die dag af kwam
lelijks. De oude kapiteins, die
tvankelijk met ijzige achter-
hadden bekeken, begonnen
irdiger te vinden, naarmate
ir rondjes gaf. Tenslotte wa-
niet alleen bereid zijn ter-
vragen te beantwoorden, zij
zich zelfs gevleid. Wij jon-
ivonden zijn vragen nogal ver-
Hij vroeg bijvoorbeeld wat de
kapiteins zouden doen wanneer
I Jkh, met een groot object op
(duw, in een bepaalde situatie
bevinden. Hy gaf hun de af-
jgen van het object, de stroom,
jnd, de diepte en het tij, en
(antwoordden zyn vragen wyd-
zonder zich af te vragen waar
lij ze stelde. Naarmate zy be-
paatjes met hem werden, wer-
jpij achterdochtiger, tot wij er
itte van overtuigd waren dat hy
)ion was.
fl mei werden wy geconvoceerd
t gebouw van de Admiraliteit
Itvingen onze instructies voor
f, Zij werden ons ter hand ge-
jdoor de jonge eerste luitenant,
zing bleken zy niets anders te
len dan een aaneenrijging van
Niezen, die de oude kapiteins
zelf gegeven hadden. De oude
Jns kregen dit nimmer in de
I zy lazen hun orders met eer-
nadat zij langzaam gespeld
zeiden zij: „Tjonge dat had
stellij nooit achter die man gezocht.
|e eerste gemarineerde haring
It, van zeeslepen afweet".
de avond voor D-day speelden
aurman en ik zeven spelletjes
zy werkten probaat tegen de
aan het eind van het zevende
'•50 ije kon het my niet langer sche-
t ik leven zou of sterven, als
die ellendeling zyn hersens
men inslaan. Toen kwam te
jmacht het bericht dat er geen
zou zyn. De operaties waren
jeld wegens storm. Dat was
er, want nu werden wy bang;
^ede nacht werkten onze spel-
schaak niet meer. Toen wy
tte uitvoeren voelden wij ons
Ik geloof niet dat iemand on-
jns ooit zo bang was geweest
Ie nacht. Onze opdracht was
prefabriceerde havens in sec
aar de kust van Normandië te
i, en wy waren er zeker van
leen van de secties ooit haar
jou bereiken.
i bleek dat wy ons voor niets
jist hadden gemaakt; de Duit
sers boden vrywel geen tegenstand.
De zee was gevaariyker dan zy
want er stond een harde wind. De
oorlog scheen gewonnen.
De invasie van het zuiden van
Prankryk, enkele maanden later,
verliep niet zo vlot. Zij was minder
spectaculair, maar de Duitsers deci
meerden ons. Het was gloeiend heet,
de meesten van ons hadden last van
brandwonden omdat wy ons vrywel
naakt hadden uitgekleed, te laat be
seffend hoe fel de zon was. Wy wa
ren uitgevaren met het idee dat het
een tweede D-day zou worden, maar
toen wy de Liberty-schepen, de een
na de ander, om ons heen in de
grond zagen boren onder het hels
accurate kanonvuur uit de bergen,
raakten wy in een paniekstemming.
Wy hadden te lang in de mottenbal-
len gelegen, de maanden in Shad-
well Basin en het vreedzame lichter-
tjes-trammen over het Kanaal na D-
day hadden ons een voortydig ge
voel van vrede gegeven. De oorlog
was nog allerminst gewonnen.
Omstreeks drie uur 's middags
kreeg ons schip een voltreffer die de
machinekamer leegblies, de helft van
de brug wegrukte en het veranderde
in een rokend wrak zonder schoor
steen vol kermende gewonden; de
stuurman en de kok waren de eni
gen die met de schrik vrykwamen.
Ik had splinterwonden in beide be
nen en kryste als een haas. Het was
niet de pyn die me deed krysen,
maar de angst dat myn benen af
gezet zouden moeten worden. Wy kre
gen hulp, werden op baren gelegd,
aan boord van een landingsboot neer
gelaten en naar de wal gebracht.
De stuurman bleef by ons; de eerste
machinist was zwaar gewond, even
als Draad; de tweede machinist was
dood. Van de bemanning waren al
leen de bootsman en twee matrozen
over. Zy gingen mee in de ambu
lance naar een klein hospitaal tussen
de palmen.
Onze baren werden neergezet op
een ry in een lege kamer met roze
wanden; daar wachtten wy op een
dokter. De stuurman had onze medi-
cynkast meegenomen en was aan het
knoeien met zwachtels en spalken
toen een meisje binnenkwam. Ze was
een jaar of twintig, had donker haar,
donkere ogen en dikke benen. Zy
droeg een verpleegstersuniform dat
te nauw was op de heupen en een
muts die op haar rug hing. Wy wa
ren zo ziek en bang en warm dat
wy niet op haar reageerden. We la
gen te wachten op iemand die ons
zou vertellen dat wy niets mankeer
den. Zy had een thermometer by
zich en keek ons dapper aan; wij
moeten een onprettig schouwspel ge
weest zyn.
„Spreekt u Engels?" vroeg «y. De
stuurman antwoordde voor ons; wy
kreunden alleen maar. „Ik kom uw
temperatuur opnemen", zei zy. Toen
ging zy naar de bootsman toe, die
naast mtf in de hoek lag, en zei:
„Neemt u dit in de mond alstu
blieft". De bootsman gehoorzaamde
zonder zyn ogen te openen; hy bleef
kreunen met het ding in zyn mond.
De stuurman haalde onze thermome
ter uit de medicynkast te voorschijn
en bood haar die aan. „Hebt u hier
iets aan?" vroeg hy. Zy zei: „Oh,
dank u", nam de thermometer over
en kwam naar my toe. „Doet u uw
mond open alstublieft", zei zy. Ik
schudde het hoofd, want ik dacht
er niet over. De Hollanders nemen
hun temperatuur op een andere ma
nier op dan de Engelsen. Ik had zelf
heel wat temperaturen opgenomen
met dat ding, telkens wanneer een
lid van myn bemanning zich ver
beeldde dat hem iets mankeerde, dus
ik wist waar het geweest was. Mi;ar u
moet," zei zy, de dokter heeft my
en hy kan elk ogenblik hier zyn.
(Wordt vervolgd)
Nieuwe uitgaven
dagen
vertrek elke da^,
Een „hele zaterdag
in Londen"
vertrek van elk N.S. station overtocht per dagboot
Hoek van Holland - Harwich
Hij greep in zijn rechter-jaszak, graaide in zijn linker-jaszak
en begon daarop verbleekt zijn hele jasje binnenste-buiten te trek
ken. Maar van de juwelen was geen spoor meer te vinden.
„Hoogst onaangenaam!" prevelde hij verbleekt. ,fZou de fluts hier
in het spel zijn? Wee mij! Dat is het natuurlijk! De voorwerpen die
Astral faldert, verdwijnen na enige tijd, als ze niet in zijn vliegende
schotel worden geborgen! En dat noemt hij de fluts! Zo-zo! Dit be
tekent dat ik geheel andere stappen moet ondernemen!"
En hij zette er flink de pas in, terwijl een lichtje in zijn ogen
verscheen
Twan," zegt hij vriendelijk tot het meisje. „Weet u waar we hem
zouden kunnen vinden?" De zuster van Seng Kioe kijkt hem bru
taal aan met haar grote zwarte ogen. „Neen", zegt ze kortaf. „En
denk maar niet dat jullie uit mi) wat loskrijgen. Ik zeg niks! Trou
wens, jullie kenne me toch niks make. Ik geloof nooit dat ome
Twan mij beschuldigd heb. Hij was een echte goeierd, ook al heb
ie me lelijk in de steek gelate." Rechter Tie bedenkt dat hij het
meisje beter nog niets kan vertellen over de gewelddadige dood
van haar beschermer. ,JMeneer Twan heeft inderdaad geen klacht
tegen je ingediend", zegt hij ernstig. ,Maar ik heb een paar in
lichtingen nodig, en je kunt beter meewerken, anders zal ik je
moeten veroordelen wegens landloperij".
jaren niet geweest. „Dit wordt het pronkstuk van mijn collectie".
Hij zwaaide naar Bram, die knarsetandde van woede.
Intussen dreef het schip naar het midden van de rivier. Daar
tolde het een beetje rond, daar begon het te schommelen en te
steigeren en daar herinnerde de Verzamelaar zich eensklaps
een feit. dat hij in de opwinding vergeten had.
„Help Help Ik kan niet varen en ik kan niet zwepimen
ook gilde hij.
De sterke stroom begon het schip mee te sleuren.
Dsities Nederlandse
diepen
rdenburgh p 5 Holtenau
0 lilies 4 v Manta n Buenaventura
r, Ir» 4 205 m ZW St.-Vincent
or S v Dordrecht n Londen
rastus 4 cp 900 m ZZO Dakar
|ir 4 v Vlaardingen n Londen
Ui 4 op 440 m OZO Havana
'trolefe 5\V L^nVer^r
9.10 Rui 4 60 m NO K" Blanco n S*
Ihiba 4 375 m NO Mogadiscio
tor 4 540 m ZW Colombo n Kaap
pa L 6 ta Rotterdam verwacht
6.80 s.V4RG°:u.STi&.
9.40 fe4* ^nt
ihapjfeaVv RottTte"Ipswich
in» 5 v Per te Antw
17 CO phak 4 op 1 350 m ZO Bermuda
|)h» 4 v Havre te Antw
.6 (lerskerk 5 te Hamburg
14 Rfl Pmon 4 v Kingston n Mobile
l* ou npenan 4 600 m W Walvisbael
.8.30 psteldyk 6 te Antw.
A on pnjelrnear 1 te Basrah
ia tn» Herfurth 5 te Tripoll
i0 ml» G 3 te Colchester
1144 ttlll» 6 ta Dordrecht verw
fitaiV te°As'hdod,ntSpl1"
*n<Jskerk 6 v Durban ta Genua
12
ioy4
12 B»totaia» 7ta LÏ tfavr# verv,
>4% jj"bor9 s v Vlis. n Dublin
Ër
Iti» 5 op 240 m NW Aruba
Ijjhcia 5 te Antw.
Jwi P 5 Brunsb. n Shorahen
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
972. zelfs voor de vrienden van Bram loas het ondoenlijk
om tegen zoveel handen te vechten. Machteloos hangend in de
handen van de Klapplant moest Bram toezien, hoe Prikkebeen
Junior triomfantelijk aan boord van het Tippelschip stapte.
Ogenblikkelijk begon het schip weer te wandelen het water in.
„Geweldig, geweldig", zei de Verzamelaar, zo gelukkig als hij in
ui"1? ta Rott.
Rhone 6 te Rouaan
Tankvaart
Zeesleepvaart
PANDA EN DE MEESTER VERVALSER
2595. Joris Goedbloed draafde haastig een duister steegje in,
terwijl Panda en Astral wat verrast hun weg vervolgden. „Ziezo,"
prevelde hij. „Nu kan ik op mijn gemak onderzoeken wat het scho
tel-manneke met fluts bedoelt! Komaan hier is het stil genoeg
om even mijn gefalderde juwelen te bekijken!"
Hij stopte en tastte in zijn binnenzak. Maar hoe hij ook voelde,
de edelstenen zaten daar niet.
„Tsa!" mompelde hij wat ongerust. „Ik dacht toch zeker dat ik ze
daar had verstoehgestopt! Merkwaardig
RECHTER TIE EN HET RAADSEL VAN DE RING
38—12. Bij de deur van het lijkenhuis zegt Rechter Tie: „Stop
deze man weer in zijn cel, Tsjiao Tai, en laat dan de vrouwelijke
cipier juffrouw Seng naar mijn werkkamer brengen". De Rechter is
in een goed humeur als het meisje even later voor zijn bureau
wordt gebracht. Die smokkelzaak op de grensrivier is vrijwel opge
lost. Hij hoeft alleen maar een ijlbode naar zijn collega in het
buurtdistrict te sturen om de bende van Liau de Bakker te laten
arresteren. Maar ja, de merkwaardige moord op de oude landloper,
die in werkelijkheid een rijke drogist schijnt te zijn, is nog lang
niet opgelost. „Ik wil graag een paar dingen weten van meneer