CM ÏJfHAM JAI KAnAN Nieuwe uitgaven DONDERDAG 2 NOVEMBER J987 LEÏDSCH DAGBLAD ons oaoelijks vervolgverhaal lie t' Oorspronkelijke roman door op William Laderar an Eugana Burdlck Jak frihïc Adolph Cogswell had niet geslapen HU durfde niet eens zijn Jas uit te toen! trek^n- Na. r^P beraad besloot hij de documenten in een van zUn tUd- schriften te publiceren zodra hij thuis -ale 2011 ^n* 2011 aUes °Penbaar ma- ot Jken, en hoef Maar de kans dat -iemand hem geloven zou, was uiterst !L klein. Hi) was volkomen m onge nade gevallen. de waarheid geweten toen de ambassade verliet. Hij was oveionmici<*ell^lc naar bet Amerikaanse de fotolaboratorium in Haldho gegaan. De foto's die door de verkennings- .vliegtuigen van de vloot waren ge- maakt, waren ontwikkeld, maar ze b«laas per ongeluk met nega- .tieven en al bedorven door de ver- d "tegenwoordiger van de Veiligheids- -dienst die ze was komen halen. Hij dgrfWas Sestruikeld en toen waren ze te Kn 6611 ^baal zoutzuur gevallen, ^laar de soldaat, die ze ontwikkeld had, had voor Cogswell nog twee verfrommelde exemplaren l/bak kunnen vinden. Ze lie ^•*Mijk de bijzonderheden van het schijn- .gevecht zien. Die twee afdrukken be un1 Vonden zich nu ook in de envelop. >ag Cogswell wist heel goed dat hij ze de niet kon publiceren. Hij had deze in- d dichtingen verkregen als officieel voor- zitter van de commissie. Nu hij geen ^positie bekleedde, kon hij er niet over beschikken. Bovendien zou, als hij ze publiceerde, de gehele morden. In 1866 was de toenmalige president Johnson voor heel wat min- ier bijna in staat van beschuldiging lesteld. 1] Adolph Cogswell wist wat hij nooit jou kunnen doen; zijn bevoorrechte positie gebruiken om zijn eigen rege ling aan te vallen. En alle andere pewijzen waren vernietigd. Taja lood. De Vietnamese gevangene, de ianonnier Vat, was neergeschoten 'oen hij na het oproer geprobeerd lad te ontsnappen. Tijdens een twee- taagse opklaring van de moesson fas de hoogvlakte vierkante meter ia vierkante meter gebombardeerd. Jnel optreden, zo had de pers mee- ledeeld, had de invasie in de kiem jesmoord. Van de troepen op de 1'lakte was niets overgebleven. Cogs- tell had geprobeerd vanuit Haidho telefonisch contact te krijgen met )Ekjfynnen bereiken. Hij begreep dat Hindis hij naar Washington zou terugke- en en de president an persoonlijk 21ezoek zou willen brengen, deze hem (iet zou ontvangen. Cogswell 3auw verbonden met de moordenaars 4n de verraders. Enkele kranten had den hem al vergeleken met Alger liss, die in 1950 staatsdocumenten ^an Rusland had verkocht. Er liepen eruchten over een onderzoek door ,nSelet Congres, maar de president had laar volgens de kranten een stokje Wr gestoken door de leider van de i'tegeringspartij te wijzen op Cogs- fells hoge leeftijd en prachtige staat 'an dienst. Als ik, dacht Cogswell, leze envelop aan iemand anders dan Je president geef, verdwijnt de in- joud. ^Cogswell keek de hotelkamer rond n verzekerde zich ervan dat hij niets had achtergelaten. De telefoon ging over. Het was de hotelrecep tionist die zei dat zijn auto klaar stond om hem naar het vliegveld te brengen. Op de vlieghaven stond Cogswell zonder aan iets te denken, in de rij voor de douane. Toen de inspecteur zijn bijzondere paspoort zag, liet hij hem met een handgebaar voorgaan. Cogswell schuivelde door. De ver moeidheid en de schok hadden hem eindelijk te pakken gekregen. Hij zat vermoeid in de wachtka mer, toen een hoge doordringende stem zijn naam noemde. Hij keek op. Het was Jeremia Hobson. „Adolph", zei hij, terwijl hij op zijn gemak op de bank plaatsnam zijn hand op Cogswells arm legde. „Het spijt me zo dat dit met je gebeurd is niets met mij gebeurd. Er is iets met de Verenigde Staten ge beurd". „Daarom ben ik hierheen gekomen. Adolph om het uit te leggen. Je hebt geprobeerd het onvermijde lijke tegen te houden. Het gaat er om: Amerika of het communisme. Een daarvan moet leven en het an dere moet sterven. Ze kunnen niet naast elkaar bestaan. Enkelen van ons hebben hun leven eraan besteed om het communisme de nekslag toe te brengen. We staan op het punt te slagen. We zullen het oprollen, uitblazen. Waarom heb je dat niet willen inzien?" Cogswell schudd* zijn hoofd, maar zie niets. .Adolph, het optreden tegen hei communisme moet tegelijk plaats hebben over de hele wereld. Maar eerst moeten wij sterke vrienden zien te krijgen die de macht bezitten „Zoals Tsjarig Kaj-SJek, Syngman Rhee, Oeneraal Hajn en Fulgencio Batista?" .Precies. En Sarkhan is de spring plank naar Azië. Het is voor ons noodzakelijk dat Hajn aan de macht komt. Het is beslissend". „Weet je dat hij een communist is?" Hobson aarzelde. HU had het niet geweten, dat zag Cogswell- „Het maakt geen verschil wat hij HU is sterk, hU is hoofd van de staat en wU hebben invloed op hem, Een dwaze neutralist als die prins sou niet weten wat voor be slissingen hU nemen zou." ,Jeremia, die luchtopnamen zUn met opzet verknoeid, is 't niet? Ze aren te duidelijk." „Hoezo?" „JU hebt van het begin af gewe ten dat er geen sprake is geweest invasie op de hoogvlakte." De vlakke stem van Cogswell gaf zUn overtuiging weer. „JU zweert met de rest samen, Jeremia. Een samenzwering om de macht onder het mom van vaderlandsliefde." Hobson schudde medelUdend zUn hoofd om aan te geven dat zU vriend in een tehuis voor ouden va dagen thuishoorde. De luidspreker riep Cogswells vliegtuig af. HU stond op. „Het zal niet gelukken." zei hU „Heel wat mensen vóór jou hebben het geprobeerd en hebben gefaald Hitler. Napoleon, Cesar. Er is al- tUd een andere duivel, sterker sluwer. Nee, Jeremia, deze Azia tische volkeren komen in opstand tegen willekeur en uitbuiting. Als we willen dat ze onze zUde kiezen, zullen we het volk er eerst var ten overtuigen dat we het willen hel pen hun natie op te bouwen volgens hun wensen." (Wordt vervolgd) PANDA EN DE MEESTER VERVALSER 21—95. Astral schudde vastberaden zijn hoofd en maakte zich gereed om zijn vliegende schotel te laten komen. „Mooie juwelen mogen niet fluts doen", verklaarde hij. „Daar om tuiovlieger hierheenl" Met die woorden drukte hij het knopje in zonder op het zorge lijke gelaat van Joris te letten. ben bang dat dit tot grote moeilijkheden gaat leiden!" pre velde deze. „Men is nu eenmaal niet gewend aan vliegende scho tels in deze omgeving. Ik vraag me af of dit nu wel nodig is. Het heelal-baaske schijnt bekommerd te zijn over een fluts of zoiets maar zijn bezorgdheid gaat wel ver!" Al spoedig bleek, dat hij gelijk had. Een oplettende wandelaar was de eerste, die het naderende voorwerp in de lucht ontdekte. Zijn opgewonden kreten deden andere voorbijgangers opkijken en binnen korte tijd ontstond er een grote opschudding „Een vliegende schotel!" riep men. „Een invasie van MarsWe zijn verloren!" Maar de schotel parkeerde vreedzaam midden op straat zonder dat er iets naars gebeurde. Alleen het verkeer raakte natuurlijk wat in de warJ Pluk ts, door Clare Lennart. Niemand die het antwoord weet, door Meyer Sluyser. Twee negerpopjes, door Clare Len nart. Uitg.: Kosmos, Amsterdam. Open kaart, door Rico Bulthuis. De Toverspiegel, deel 4. Uitg.: J. J. TUI, Zwolle. ïn Square, door Nina Farewell. Bewerkt door Harriet Freezer. Uitg.: Hollandia. Baarn. Die verkeerde Weereldt, door Mr. A. Roothaert. De raderen van willekeur, door J. Semjonovna Ginzburg. De smaak van de macht, door L. Mnacko. Uitg.: A. W. Bruna en Zoon, Utrecht. De Apenplaneet, door P. Boulle- 1999 was me 't jaartje wel, door F. Brown. Een speldeprik van dokter Love, Welterusten Mr. Marlowe, door R. Chandler. Zwarte Beertjes. Uitg.: A. W. Bruna en Zoon, Utrecht. Mensen en haaien, door N. von Michalewsky. Izebel en de ongelovigen, door Jo Nabben. Uitg. Wereldbibliotheek, Am sterdam. Piraat in dienst van de koningin, door G. A. Oedemann. Zebravinken, en andere kleine exo- ten, door ThUs Vriends. 100 x koffie, door Hannie Vermey- den en Hans Wiersma. Uitg. Van Dl6- hoeck, van Holkema en Warendorf, Bussum. Aquariumhygiëne, door Dr. H. Wach- Licht op de zwarte weg, door G. Heerde- Uitg.: W. D. Meinema, Delft. 50 koude voorgerechten. 50 eenpansmaaltijden. 50 eiergerechten. 50 sausgerechten. RECHTER TIE EN HET RAADSEL VAN DE RING 34Rechter Tie heelt de zoon van pandhuishouder Leng weggezonden. Terwijl een huisbediende thee brengt, zegt Tsjiao Tai opgewonden: „We hebben de moordenaars, Edelachtbare of in elk geval een belangrijke aanwijzing. Dat signalement van Lengs zoon klopt precies met Seng Kioe en zijn zuster. Seng Kioe is een ware reus". „Dat zullen we dan zometeen met het verhoor eens nagaan, Tsjiao Tai", zegt Rechter Tie. „Maar laat ik je eerst ver tellen wat het routineonderzoek heeft opgeleverd. Het verhaal van Leng over zijn dronkenschap is door getuigen bevestigd. De vecht partij met de oude vagebond is ook gecontroleerd. De hoofdman heeft de kwajongens gevonden die Leng uitscholden, en ze zeiden dat Leng de oude man niet scheen te kennen. Ze vertelden boven dien dat de zwerver weer opkrabbelde toen Leng er in zijn draag stoel vandoor was gegaan. Hij mankeerde niets ernstigs. Verder heb ik Lengs klerk verhoord en die blijkt geen.enkel bewijs te heb ben dat Leng inderdaad de belasting ontdook. We zullen hem vrij moeten laten". Terwijl Tsjiao Tai thee inschenkt, zegt hij- Er schiet me nog iets te binnen dat ik vergat te zeggen, Edelachtbare. Seng Kioe verweet zijn zuster dat ze die zaak met ome Twan had verprutst en niet eens zijn gouden ring te pakken had kunnen krijgen. Ome Twan was de naam van de oude vagebond. Ik geloot steeds meer dat we te doen hebben met een bendemoord 50 vleesgerechten. VUf nieuwe deel tjes in de serie t-v.-kookboekjes, met De axolotl, door Willy Roggeman, recepten van Ben J. Kuyper. Uitg.: Ltg. NUgh en van DItmar, Den Haag. Zomer en Keuning, Wageningen. DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK de ene ver- AD VERTENT IE Kneedbaar hout in 10 kleuren CEtal Zij zagen de vreemdste dieren, zoals het Nijlfantje (Latijnse naam Nilefantiasus Sivaepiorisen zonderlinge bloemen met zwe vende blaadjes of maanvormige gezichten. En temidden van een grote tuin vol grillig-gevormde planten zagen zij eensklaps een huisje staan. Hier wandelde het Tippelschip het land op, zonder dat Bram er iets aan kon doen. „Héla, hola, ivat is dat? „Wat voert het toeval op mijn pad?" Het was een schrille stem, die het uitriep, en het was een mens waardige man, die bij de stem hoorde. Met hoge hoed en vlin- dernet kwam een persoon naar buiten, die Bram vaag bekend voor kwam. En eensklaps wist hij aan wie deze vlindervanger hem deed denken! „Bent u", vroeg h\j voorzichtig, „misschien familie vanPrik- kebeen?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 23