m SARKHAN N0UR1LAX 1 In Zwitserland gaan vrouwen zondag voor liet eerst ter stembus SCHEE PS<?V)BERICHTEN rêSHa ibsBËZ ZATERDAG 28 OKTOBER 1967 DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL Oorspronkelijke roman door William 1. Lederer en Eugene Burdick Hajn liep snel naar het enige raam dat op het voorplein van de ambas sade uitkeek. Cogswell voegde zich bij hem om ook iets te kunnen zien. L Er wu voor niemand anders plaats meer. Ze zagen de prins, op de voet gevolgd door Coldstream en McCau- ley, op de omheining toelopen Ach- ter de afzetting leek de menigte ge- Aweldlg groot en vol. Ambassadeur Brown was de drie niet gevolgd in de richting van de menigte, maar stond wat onzeker bij de trap van de ambassade. De zon was bijna onder. Er stond geen wind en het was heet. De vrou wen met hun kinderen vormden nu de rand van de menigte. De achter sten hoorden de kreet: „De Prins!" Ze drongen op, spanden zich in en schreeuwden ook iets van de prins te willen zien. Het ogenblik naderde. Tuc wist wanneer de menigte tot op roer zou overslaan. Toen werd Tucs aandacht getrok ken door een andere beweging ter zijde van de menigte. Het was de jeep van Coldstream en Taja stuur de die langzaam door de menigte heen naar de zij-ingang van de am bassade. HOOFDSTUK XXXI Het oproer De twee Amerikanen volgden de r prins. Hij liep langzaam, maar waardig en vastberaden, het hoofd omhoog, rechtop en met regelmatige stap. Coldstream en McCauley hiel den vijf pas achter de prins gelijke tred met hem. Het lijkt wel of we bruidsmeisjes zijn, dacht Coldstream. We hebben geluk gehad. Het loopt allemaal goed af. Iedereen in de conferentie kamer zal nu wel begrijpen hoe de Verenigde Staten bedrogen zijn en door wie. Zelfs Hobson zou dat moe ten Inzien. Wat liep de prins toch langzaam! Vóór hem zag Cold stream duizenden gezichten die te gen de omheining gedrukt stonden. De voorsten hielden de tralies vast en duwden naar achteren om de druk wat te verlichten. De prins had Hajn misschien on middellijk kunnen ontmaskeren. Maar Coldstream meende dat hij er verstandig aan had gedaan dit niet 4te doen. Hi) had de vergadering in een zodanige richting gevoerd dat de bewijzen langzaam en als van zelfsprekend aan het licht kwamen. JJlDe prins had het erop aangelegd dat '■Nde commissie zich een eigen mening zou vormen en daarnaar zou hande llen. De Verenigde Staten moesten gelegenheid krijgen hun troepen vrijwillig terug te trekken, niet na ernederd te zijn. Er kwam een triomfantelijk ge- 'oel over Coldstream. Washington .1 heel wat leren, dacht hij. Ze zul len leren dat de communisten veel fouten maken, dat ze niet opper- achtig zijn, dat ze in de aanvang •rslagen kunnen worden. Eerder loor het verkrijgen van de juiste (egevens en zorgvuldig opgezette ilannen dan later door bruut mili- 'jtair geweld. Coldstream keek naar McCauley. professor was het aan te zien, it hij zich verre van thuis voelde deze ongewone publieke rol. Over paar minuten zou het verhaal iver de ontvoering van de prins oor hen beiden ontzenuwd worden. '»Ja zich opgelucht voelen. Hij 'g zich af wat Hajn in de confe- tntlekamer wel zou doen. Laag gebukt rende Tuc langs de :e haag die langs het voetpad ;t de ambassade liep. Hij moest lcht bij de prins blijven. Hij had iin tegen de twee Amerikanen zien inze|limlachen. Ze waren vrienden. Uit !e eerste woorden van de prins zou ie visschoonmaker kunnen conclu déren wat hij doen moest. De prins bleef staan. De twee Amerikanen achter hem eveneens. Lin stak zijn handen op. Duizen den bruine lichamen drongen vol verwachting naar voren. Enkelen vielen flauw, maar ze stonden te dicht opeengedrongen om te kun nen vallen. Hun hoofden rolden „Mijn volk, Ow welkom heeft mjj verblijd," zei de prins. Zijn stem Lichten. Wij werden verscheurd door godsdienstige meningsverschil len die wij al jaren geleden opge lost hebben." Lin zweeg; hij beheer ste de menigte4 vrijwel volkomen. „Nu ga ik u de waarheid vertellen." Tuc voelde een heftige afgunst, een vlaag van woede, iets dat sterk op pijn geleek. Deze zachte, heel zachte kleine man, deze in het ver borgen levende prins had door ge boorte een invloed op het volk die Tuc, hoe bekwaam hij ook was, nooit krijgen zou. Hij kroop nader bij. Hij was nog altijd achter de heg en op een afstand van vijf meter van Lin. „Er dreigt gevaar voor ons van volkomen onverwachte zijde," zei prins Lin. Tuc haalde een pistool uit zijn hemd, legde tussen de bladeren door aan en vuurde drie keer. Elk schot trof de prins in de rug. Er ging een trek van verbazing over Lins gezicht, toen een van be grijpende vrees en tenslotte een ver warde glimlach. Toen verscheen de eerste harde gelaatsvertrekking die de lichamelijke schok teweegbracht en die, als er niets gedaan werd. zou eindigen in de dood. Lin tuimelde voorover; hij keerde zich om naar Coldstream om steun, miste en viel. Het koninklijk me daillon viel op het plaveisel en het tweeduizend jaar oude stuk Jade viel in tientallen schermen. Coldstream en McCauley keken naar de heg, maar daar was niets te zien. Toen bogen ze zich over de prins heen zonder op te merken dat Tuc door de heg was gebroken en op hen kwam toerennen. Met de kolf van zijn pistool sloeg Tuc McCauley tegen zijn slaap. Het leek er op alsof hij het met zijn vuist deed. In dezelfde beweging botste hij tegen Coldstream op die hij omver gooide, en tegelijk liet hij het pistool op het plaveisel vallen. „Zij hebben onze prins vermoord!" schreeuwde Tuc terwijl hij het hoofd van Coldstream enkele malen ach tereen tegen het beton sloeg. „De blanken hebben onze prins ver moord!" (P8I0AJ9A IPJOM.) ADVERTENTIE r werkt zacht en zeker bij verstoppingsproblemen Voor het eerst in de geschiedenis democraten en de Evangelische Volks van Zwitserland zullen zondag vrouwen deelnemen aan de verkie zingen voor het federale parlement in Bern. Ongeveer 1,6 miljoen Zwit sers kunnen ter stembus gaan voor de verkiezing van een deel van de senaat, de „Standera" of „eerste ka mer", en de .nationale raad', de „Na- tionalrat" of „tweede kamer", die 200 leden telt. De verkiezing van de senatoren wordt geregeld door de kantons zelf. Waadt, Genève, Neuchatel en Bazel- Stad hebben het actief en passief vrouwenkiesrecht erkend. In Waadt en Genève hebben zich bij elkaar zelfs drie vrouwen voor de senaat in Bern kandidaat gesteld. Elk van de 25 kantons vormt een kieskring, waaruit, naar evenredigheid van de bevolking, een aantal personen wordt afgevaardigd naar de. nationale raad. Geen enkele van de negen bestaan de partijen heeft in de nationale raad een absolute meerderheid. De socialisten hebben 53 zetels, de radi caaldemocraten 51 en de conserva tieve christensocialisten 48. Elk van deze drie partijen heeft twee verte genwoordigers in de regering, terwijl één minister lid is van de „Partij voor boeren, burgers en ambachts lui", die 22 zetels bezet. Niet in het kabinet vertegenwoor digd zijn het „Verbond van onaf- hankeiyken" (een consumentenverte genwoordiging, die wordt gesteund door de verkooporganisatie Migros» met tien zetels in de Nationale Raad, partij (samen vijf) en de Partij van de arbeid (communisten), die vier ze tels heeft. de liberale democraten (6 zetels), de Leeuwarden. Friese „persprijs" voor prof. Zijlstra De Friese „persprijs" is dit jaar door de Vereniging van Friese jour nalisten toegekend aan prof. dr. J. Zijlstra, president van de Nederland se Bank. De Friese persprijs, bestaande uit een legpenning met oorkonde, wordt toegekend aan een Fries, die het af gelopen jaar veel in de publiciteit heeft gestaan en deze publiciteit heeft gezocht, noch geschuwd. Vorig jaar werd de prijs voor de eerste maal toegekend aan ir. J. B. Ritzema van Dikema, hoofddirecteur van de Coöperatieve Condensfabriek in Leeu warden, een van de promotors van het Amelander Dammenplan. De prijs werd nu toegekend aan prof. dr. Zijlstra in verband met de publiciteit, die hü heeft gehad als premier van het interimkabinet in de periode tussen de val van het kabinet-Cals en de vervroegde Ka merverkiezingen. De Friese persprijs zal worden uitgereikt tijdens het persbal, dat op 25 november wordt gehouden in hotel „De Klanderij" in PANDA EN DE MEESTER VERVALSER 17—95. De juwelier Knijpstra haastte zich om de Interplane taire Gezant Astral een keuze te laten maken uit zijn duurste edelstenen. Met grote zorg trok hij een juwelendoos tevoorschijn en zete deze geopend op de toonbank. „Hier hebt u de hanger van Pharao Toet de derde." verklaarde hij. „Daar ziet u de oorbellen van Cleopatra en boven links ligt de zegelring van keizer Julius! Stuk voor stuk zeer kostbare antieke juwelen!" „Hm," prevelde Joris minachtend. „Zijne Excellentie heeft geen belangstelling voor dit verouderde werk! Als u niets anders te bie den hebt.- „Misschien is de rose Reuzenparél iets voor hem?" stelde de ju welier voor. „De grootste in zijn soort! Ik zal hem laten zien!" Met die woorden boog hij zich weer achter zijn toonbank. Daar door ontging het hem, dat Astral zijn fnuk tevoorschijn haalde en daarmee precies zo'n zelfde juwelendoos maakte als er op de uitstalkast stond. „Prima!" prevelde Joris goedkeurend, terwijl hij de nagemaakte kostbaarheden weggriste en in zijn binnenzak stopte. Nu richtte de juwelier zich echter op. Hij meende vanuit zijn ooghoeken gezien te hebben, dat zijn klanten verdachte bewegingen maakten en dat wekte vanzelfsprekend zijn wantrouwen RECHTER TIE EN HET RAADSEL VAN DE RING 30—12. „Late we gaan zitte en es rustig prate", zegt Seng Kioe. „Drie stukke zilver kenne we goed gebruike. Die vent moet met ze geld geen raad wete". „Geloof 'm toch niet!" roept zijn zuster. „Er zit een luchie aan dat verhaal van 'm". Maar haar broer legt haar met een paar verwenzingen het zwijgen op. „Hij is gewoon schatrijk", zegt Tsjiao Tai „en hij kijkt niet op geld als 't om z'n liefhebberij gaat. Sommige rijkaards zijn gek op boeken, of drank, of vrouwen. Hij is het op toneel. Ik héb al vaak goed geld aan 'm verdiend. Verleje jaar moest ik voor een toneelstuk een getemde beer voor 'm organiseren. Nou, daar heeft ie ook mooi voor afgeschoven, dat mag je gerust weten". Seng Kioe en zijn makker lijken vrijwel overtuigd. „Niet dat ik wantrouwig ben", zegi de reus", maar ik wil toch ivel effe zelf uitzoeken of er geen vui ligheid achter zit. Tenslotte gaat 't om me zus. 't Is een lastig kreng maar ik zou toch niet willen dat 'r wat overkwam". Tsjiac Tai heeft ze nu precies waar hij ze hebben wil. „Dat is best", zegi hij. „De huismeester zal je zus ook eerst willen zien, al weet ik wel zeker dat de zaak in orde is. Laten we er dan maar meteer heegaan". Even later lopen ze op straat. Via een omweg toil Tsjiao Tai het drietal meenemen naar de achteringang van hei gerechtsgebouw. DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAM MET JE FOK 964. Het scheelde maar weinig, het scheelde minder dan niets... maar net op tijd bleef het anker achter een boom van bijzonder taai hout haken. Doelloos stapten de zwaarden verder, maar het schip kwam niet meer vooruit. Balancerend op de rand van het ravijn bleef het hangenen Bram kreeg nieuwe hoop. „Trekken jongens, misschien kunnen we het schip toch no< remmen. Als die boom dat gewicht maar houdt Maar de boom begon te kraken en te buigen en te breken. Veze voor vezel gaf het hout zich gewonnen. De zwaarden bewoge> weer als de voeten van iemand, die heftig tegenstribbelt. Het wa of Bram met een reusachtige houten man een touwtrekwedstriji was begonnen. „Dat houden we niet dat gaat zo niet langer," zei Bram kreu nend van spijt en onmacht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 19