HANG NAAR ROMANTIEK „Davos" verandert van karakter Bergen onder de zeespiegel JAGEN IN DE WILDERNIS - ZATERDAG 28 OKTOBER 1967 L.D.EXTRA 4 De Grote Meteoor Bank, een onderzeese landmassa van onbekende oorsprong in het noordoostelijk deel van de At lantische Oceaan, die genoemd is naar het Duitse onder zoekingsvaartuig Meteor, dat hem ontdekte in 1938, wordt nu grondiger onderzocht door een nieuw Duits onderzoe kingsvaartuig, de Meteor IL De Grote Meteoor Bank, die oprijst van de 4500 meter diepe zeebodem tot een hoogte van slechts 300 meter onder de waterspiegel is de grootste van de 1200 bekende zeeber gen. Men neemt aan, dat er in totaal wel zo'n 20.000 zijn. De expeditie van de Meteor II, welke onder leiding staat van twee hoogleraren van de Universiteit van Kiel, Günter Dietrich en Eugen Siebold, wil vaststellen of deze zeebergen al of niet van vulkanische oorsprong zijn. De geologen me nen van wel. Aan boord bevinden zich 86 geleerden geologen, geofysici, oceanografen, meteorologen en biolo gen. Zij hopen ook te ontdekken of de Canarische Eilanden en de Seychellen op een fundering van graniet rusten. Als kan worden aangetoond, dat zij oorspronkelijk een deel zijn ge weest van Afrika, zou dit de theorie van de beweging der continenten ondersteunen. Op duizend kilometer van ons land, in het Zwitserse Davos, vindt nu al zeventig jaar een stille strijd plaats tegen long- en ademhalingsziekten. Het Nederlands sanatorium in de bergen dat aanvankelijk grote verdiensten verwierf op het gebied van de bestrijding van tuberculose, is na het uitbannen van de t.b.c. uitgegroeid tot een centrum, dat vooraanstaat in de ver pleging van astma. Ondanks de duidelijkheid van deze verdiensten kan men zich af vragen of de Nederlandse overheid die wel voldoende onderkent. Toen in 1897 door een aantal welvarende Nederlanders een sanatorium voor „teringlijders" ii( Davos werd ge sticht, kon men nog geen onder scheid maken tussen tuberculose, longkanker en astma. Tegenwoordig wordt aangeno- dat veel van de „wonderlijke genezingen," die in deze pioniers tijd uit Davos werden gemeld, geen t.b.c.-patiënten betroffen, maar astma-lijders. Dit vertelde dr. Zuidema, die al sinds de laat ste oorlog als geneesheer-direc teur en als consul van het Konink rijk der Nederlanden zorgt voor het welzijn van de Nederlanders, die in Davos verpleegd worden. De omschakeling op astma vond tien jaar geleden plaats. De tuber - culose-patiënten, van wie er nu nog- maar enkelen in Davos zijn, zijn vrijwel altijd liggende patiën ten. De bijna 100 jeugdige astma lijders hebben een geheel verschil lende benadering nodig. Omdat Gymnastiek onder leiding van de viseotherapeute mej. Van der Linden. astma behalve lichamelijke ook dikwijls psychische oorzaken heeft, is het nodig, juist aan een gunstig geestelijk klimaat bijzondere aan dacht te geven. De „gasten" van Davos, in meerderheid jongeren beneden de 30 jaar, leven in kleine groepen, om aldus zoveel mogelijk de sfeer van het gezin te benaderen. Zij hebben een drukbezet program ma, dat uit drie aspecten be staat: allereerst is er het groeps leven. Elke groep heeft zijn eigen woonruimte met eetkamer en slaapkamers. Daarnaast is er het werkmilieu. Voor de schoolgaan- den is er het gewone Nederlandse schoolprogramma. Het onderwijs is individueel, omdat er onder de patiënten grote verscheidenheid in leeftijd, ontwikkelingsgraad en in telligentie bestaat. Vaak ook heb ben de patiënten, als gevolg van hun ziekte achterstand bij hun Ne derlandse leeftijdsgenoten. Het is een niet geringe verdienste van de onderwijsstaf van Davos dat veel leerlingen, die sterk achter waren geraakt, na anderhalf jaar niet alleen die achterstand hebben ingehaald, maar na hun terugkeer zelfs voor blijken te zijn bij hun Nederlandse medeleerlingen. Het eenvoudige feit dat de school ech ter niet binnen de Nederlandse E enen tachtig jaar was Otto Graber, toen hij in 1965 uit Zuid-Afrika met zeerobben en een hele groep zeldzame pinguiins in zijn vaderland terugkeerde. Nauwe lijks was deze oudste nog actieve dierenvanger van de Duitse Bonds republiek thuis in de Noordduitse plaats Rastede, of hij maakte al weer voorbereidingen voor een nieuwe reis. Otto Graber houdt niet van een rustig leventje. Hem trekt het avontuur in vreemde landen en ditmaal was Ethiopië het doel voor de jacht op zebra's. Ieder kind in het rond 15.000 in woners tellende Rastede kent de kleine, levendige man, die er eigen lijk helemaal niet als een gevaren trotserende dierenvanger uitziet. Maar Otto Grabers leven was nooit rustig en zonder risico's. Sinds meer dan veertig jaar maakt hij jacht op de dieren in de wildernis, niiet met een geweer, maar met de ge reedschappen van de ervaren van ger. In Afrika, Zuid-Amerika en de Zuidelijke IJszee ving hij talloze dieren van allerlei soort. Dieren tuinen over de hele wereld beho ren tot zijn klanten. Vol trots vertelt Otto Graber van zijn expedities en avontuurlijke be levenissen in verre continenten. Aan de bezoeker, dlie met ongelovi ge verbazing de verhalen volgt, toont de energieke oude man als bewijs de littekens op zijn geta toeëerde onderarmen, die een slag met een leeuwepoot hebben achter gelaten. Met fonkelende ogen ver telt hij van een huzarenstuk, dat hij bijna veertig jaar geleden heeft uitgehaald. Destijds had hij in het Afrikaanse Beetsjoeanaland antilo pen gevangen, die echter door zwa re regenval niet door de bestelde vrachtwagens konden worden afge haald. Zo begaven Graber en zijn mannen zich op weg door de door weekte steppe en lokten de schuwe antilopen met zout achter zich aan. Na wekenlang trekken bereikte Graber eindelijk de vrachtwagens een onderneming, waarin tot nu toe, zoals hij verzekert, nog nie mand geslaagd is. De thans 83-jarige weet nog niet, wanneer hij zijn reizen voor het vangen van dieren zal opgeven, om zich een welverdiende rust te gun nen. Maar Otto Graber zal ook dan nog met zijn beroep verbonden blij ven. Want de 48-jarige zoon trad in de voetsporen van zyn vader en blijkt eveneens een uitstekende die renvanger te zijn. - Stoutmoedig project voor torenflat grenzen ligt, wordt door Den Haag aangevoerd als reden dat voor het onderwijs in Davos geen subsidie beschikbaar is. Het Nederlandse Astmafonds,dat de noodzaak van het onderwijs ook aan astmapa tiënten erkent, heeft dit jaar f 50.000 aan Davos moeten ver strekken van geld dat in Neder land moeizaam voor de astmabe- strijding was ingezameld. Werkplaats Voor de patiënten, die de school jaren al achter de rug hebben, ia in het sanatorium een werkplaats ingericht. Hier worden verscheide ne voorwerpen vervaardigd, die voor het onderhoud van het sana torium noodzakelijk zijn. Gebro ken is met de vroegere traditie^ waarbij patiënten aan de gang ge houden werden met het maken van nutteloze voorwerpen. Ook de sport en gymnastiek beschouwt men in Davos als „werk." Het derde as pect van het programma voor de zieken is de medische begelei ding. Het sanatorium beschikt over een zeer moderne medische appa ratuur. Tot dusver was het niet mogelijk, exact de maten van ver nauwing van de bronchiën van astmalijders te meten. Hiervoor is een apparaat ontworpen waarmee de conditie van patiënten geduren de hun verblijf in Davos gecontro leerd kan worden. Deze spirome ter, terecht een van de parade- paardjes van de longartsen van Davos helpt hen de psychische van de lichamelijke oorzaken van ast ma te onderscheiden. Het leven in het sanatorium is opgewekter en vooral jeugdiger dan vroeger. Maar dat betekent niet dat ander half jaar in Davos, de minimale tijd voor personeelsleden niet een tonig zou zijn. Andere planeet Davos lijkt gedurende het groot ste gedeelte van het jaar op een andere planeet. Het personeel leeft er in een eilandsituatie en alleen degenen, die opgaan in het bespie den van Alpenmarmotten en het wandelen in een volslagen verla ten gebied komen hier aan hun trekken. Sinds enkele weken be staat in het sanatorium een perso neelsvereniging, die in een vroege re enorme grote gehoorzaal een bar heeft ingericht, waar 's avonds een biertje te drinken is. Uit eigen ervaring kunnen wij hoog opgeven over de sfeer in dit stukje Neder land in het toch wel wat gezapige Davos. Een groot deel van het per soneel blijft niet langer dan an derhalf jaar. Dan heeft men het winterseizoen meegemaakt. In die tijd is Davos plotseling een luxe wintersportcentrum, waar het goudlamee de toon aangeeft. Het dorpje hult zich dan een aantal weken in de geur van rum en zon nebrandolie. Maar als deze tijd voorbij is, herneemt het leven van alledag zijn rechten. De mensen, die voor de patiënten in Davos zorgen, spreken niet graag over „offerzin" en hooggestemde idea len. Maar een bezoeker, die enke le dagen in hun midden is, be grijpt wel dat het lang niet altijd gemakkelijk is jongelui die jaren lang onder een afschuwelijke druk hebben geleefd, steeds maar weer onbevangen tegemoet te treden. Begin in schuurtje De vraag naar koperen luxe en gebruiksvoorwerpen in het antieke genre is zo groot dat men de binnen stromende bestellingen nauwelijks aan kan. De produktie is vooral voor de export bestemd. De orders komen behalve uit de Westeuropese landen ook uit Amerika en Austra lië. Niet zelden lopen ze in de dui zenden guldens. Vyf torenflats tot 62 verdie pingen en respectievelijk 170 meter hoog zullen het stadsbeeld van Hamburg wezenlijk veranderen, als de Duitse woningbouwvereniging „Neue Heimat" haar plannen in de hierboven geschetste vorm zou ver wezenlijken.'n Definitieve oplossing voor de sanering van het zeer ver ouderde stadsdeel St. Georg in het centrum van Hamburg is dit model echter nog niet. Het moet veeleer ideeën opwerpen voor een interna tionale prijsvraag voor architecten. Toch hebben de eerste plannen voor dit nieuwe „Alster-Center" (genoemd naar het midden in de stad liggende 2,8 kilometer lange en een kilometer brede meer „Al- ster") bij de Hamburgse bevolking al veel deinig veroorzaakt. De voor standers beschouwen het gebouwen complex, dat aan de oude tempel piramiden van de Mexicaanse Ma ya's herinnert, als een toe te jui chen stap vooruit. De tegenstanders noemen het concept een boze droom, daar het Hamburgs mooie, speciaal van het Alster-oever uit veel bewonderde stadssilhouet zou verstoren. Bovendien menen de cri tici, dat de mens in zulke gebou- menten die we gebruiken, maken we zoveel mogelijk zelf zoals stempels, kantbankjes en ponsen. Dat is het eerste verdiend, zeg ik maar. Voor al van die koperen koetslantaarns, kandelaars, kloosterbellen en deur kloppers kunnen we niet genoeg maken. Ze halen ze onder onze handen weg. Bijna alles gaat naar het buitenland en voorlopig lijkt het er niet op dat de vraag aan het minderen is. Integendeel". F akmanschap De werkplaatsen tonen het beeld van een bedrijf met een welvoor ziene orderportefeuille. Aan de werkbanken gaat het persen, for ceren, zetten, snijden, handistansen, lassen en solderen bijna zonder on derbreking door. Met veel geduld, precisie en vak manschap wordt het aloude am bacht van de koper- en blikslager beoefend. Uit dunne koperplaat worden de talrijke onderdelen van de ook in moderne interieurs zeer gewilde koetslantaarns gemaakt en tot het gewenste model samenge voegd. In een andere afdeling ko men de kloosterbellen met tiental len tegelijk uit de gietoven. Stapels kisten en dozen vol splinternieuwe ouderwetse artikelen staan op ver zending te wachten. Straks zullen ze niet alleen Ne derlandse gangen en huiskamers sieren, maar ook honderdduizenden woningen elders op de aardbol een romantische noot „Made in Haar lem-Holland" verlenen. Met veel liefde en vakman schap wordt „antiek" vervaar digd in deze Haarlemse werk plaats. in Hamburg wen tot anonimiteit gedoemd en tot een radertje in een woonmachine gedegradeerd wordt, wat psycholo gisch een negatieve uitwerking moet hebben. Hiertegen wil men wat doen, door in het Alster-cen- trum behalve woningen in de bovenste en kantoren in de onderste etages scholen, tenboonebellings- en recreatiezalen, winkels, super markten, boulevard-café's, restau rants en bars te vestigen, zoal» men deze in de Westduitse Bonds republiek elders nauwelijks zo dicht samengedrongen op één plaat» vindt. JH^oor het gat van de openstaande deur pronkt en m f praalt het koperwerk op de volgetaste tafels en aan de muur de voorbijgangers tegemoet. Het licht van de quasi-ouderwetse kroonluchters, „antieke" olielampen en deftige koetslantaarns weerspiegelt zich duizendvoudig in de gloednieuwe kandelaars, vijzels, ketels, gongs en tafelbellen. Het is slechts een kleine greep uit de indrukwekkende produktie van een bedrijf, dat in zeer korte tijd uit het niets tot een bloeiende indus trie is gegroeid. Dankzij de her nieuwde belangstelling voor aller lei antieke zaken en de onmisken bare behoefte in onze hedendaagse samenleving aan een vleugje ro mantiek. Verschijnselen die de markt voor koperen, sier- en ge bruiksvoorwerpen, origineel of niet, hebben opengebroken. Weinige jaren terug verdiende de Haarlemse koper- en blikslager G. Hofstee (51 jaar) een bescheiden weekloon op een blikfabriek. Het bedrijf werd opgeheven en de heer Hofstee stond met zijn 30 dienstja ren op straat. Nu is hij de trotse eigenaar van een koperwerkplaats en verschaft hij volop en goed be taald werk aan negen man perso neel. Nico die bankwerker-lasser is, voor hele dagen bij mij kwamen werken. Successievelijk moesten er meer mannetjes bijkomen. Nu werken we hier met negen man". Naar origineel „Al die lantaarns, strijkbouten, kronen, kandelaars en kloosterbel len maken we zo nauwkeurig mo gelijk van het origineel na. Alles, ook het gereedschap en de instru-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 12