SARKHAH a...SCHEEPSKViBERICHTEN ïoitur DONDERDAG 19 OKTOBER 1967 LETDSCB DAGBLAD ONS DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL Oorapronkelijke roman door William 1. Lederer en Eugene Burdick („Ik bedoel dat de opzet heel aar dig Is," zei Lin. „Wat mynheer Colt ten „voorstelling" zou noemen. Tien ainuten nadat deze foto genomen ;erd liepen al die dode mannen [veer rond. De Russische tank is een ïoufleerde vrachtwagen, die koelies de vlakte opgeduwd nrdt." „Hoe kunt u dat weten?" vroeg bteon. Zyn gezicht stond beheerst, -j sprak Lln niet by zyn titel aan sprak zoals hy tegen een onderge schikte zou spreken. «vu, uii „Hobson, Ik ben daar geweest," zangeAul Lln langzaam. Hobson leunde achterover. De ve- de zware lederen draaistoel onder zyn gewicht. De adem haling van Coit was hoorbaar. .i ulciu .Hobson, wie heeft deze foto's ge- politiel »men?" vroeg Lin rustig, terwijl hij bijna een vinger op de afdrukken tik- ntent .^n heeft een van uw deskundi- zonc: pn, een officier van de fotodienst, "t onderzocht?" „Hoogheid, men hoeft geen des- steerdihndige te zyn om die foto's te be- sÉraofepen," zei Coit scherp. Hy be- "''''"■jiroog zich als een kreeft in zyn rol- Generaal Hajn bleef onbewogen. Hy had iets op zyn schryfblok ge noteerd. Hy schoof het blok kalm naar Hobson die rechts van hem zat. DAI t ook di stranta. rikaaw\M Oaklan restéen vutend haddeL„m chHftemü en het leek op een merkwaar den". Lig aanvallende beweging. Cogswell zei: „Mynheer Coit, mag J u eraan herinneren dat u hier Mslultend als waarnemer bent pwygt u alstublieft." De prins herhaalde zyn vraag ,Wle heeft deze foto's genomen?" „Wat maakt dat uit?" vroeg Hob- vijandige stem „In de eerste plaats," luidde het briefje, „is zyne Hoogheid ziek; waanvoorstellingen en dwangneuro- se. Hy is misschien wel vergiftigd. Ten tweede, duizenden Sarkhanezen zullen hierheen komen als ze horen dat prins Lin terug is. Ze zyn zich al aan het verzamelen. Als ik de prins niet naar het paleis terugbreng, kan ik niet voor de veiligheid van de am bassade instaan." Hobson stond op en wendde zich rechtstreeks tot Cogswell. „Mynheer Cogswell, mag ik twee minuten pau- Het is dringend noodzakeiyk dat even met. u spreek." Cogswell keek naar de prins. Lin i stak zyn handen op met een toe- alles in de stemmend en tegeiyk berustend ge- liefde. Cogswell zei: „Ik stel voor dat u dit openiyk zegt zodat de prins kan antwoorden." „Waar Coldstream en McCauley by zyn?" vroeg Hobson. „Hobson," zei Cogswell, „wil je nu alsjeblieft dat dramatische op treden eens achterwege laten, wat je bedoeling daarmee ook zyn mag. Er is geen sprake geweest van ont voering en dat weet Je." Hy draaide zich om en liep terug naar de tafel. Aan de andere kant van de kamer waarschuwde staatssecretaris Ab bott Brown: „Denk erom, als er on enigheid ontstaat, laat die dan tus- Hajn en Lin biyven. Maak er volkomen Sarkhanese kwestie en laat Coit zich rustig houden." Hy keek door het raam. „Myn God!" zei hy naar buiten wijzend. „Kyk eens naar die menigte buiten het hek." Coldstream keek ook uit het raam. De menigte op het plein groeide steeds aan. Tucs assistenten hadden hun in structies in Haidho doorgegeven. Ze hadden het telefonisch en met bood schappers gedaan. Ieder van hen had een dozyn studenten van het Sarkhanese Nationale Jeugdfront tot zyn beschikking. De boodschappers beschikten over fietsen. Het waren vaderlandslievende studenten, zo va derlandslievend dat ze niet eens de orders lazen die ze overbrachten. Zo gebeurde het dat menig boed dhistische student een boodschap mohammedaanse leider overbracht. Ook omgekeerd, en dat in de vaderlands- fcn zien. Hobsons onb Cogswell aar man bestudeerden voelde zich op- jrtrouwde Hob- kon het mgeklemde lip- leschoftheid te- al te opvallende po- "ïhtingen achter gevoel vroegere uit- zei gene- le mariniers ver lat die foto's ge- verkenningsvlieg- de Vloot." toet is niet bedoeling de leden te be- wat verlegen koppig. „Maar, Hoogheid, al- ngt af van de mate van be- HÉtpskennis en we zyn niet op de «gte van de mogelykheden by de ■rkhanese verkenningsdienst." „Er is daar een Amerikaans vlieg- f^ilg geweest." zei Hobson. '„Dat hebben we gezien," onder- Lin hem. vervolgde Hobson, het rl te hoog en er was te veel ne- De foto's laten geen byzonderhe- sien, ze waren te onduideiyk. opnamen zyn van driehonderd Jeter hoogte gemaakt door de foto- generaal Hajn." .Hebben onze foto-experts de Ame- Itaanse foto's bekeken? vroeg Cogs- r „Nee, ze waren te gesluierd." Generaal Hajn en Hobson lie pen met Cogswell naar het raam buiten gehoorsafstand. „Generaal Hajn. wilt u mynheer Cogswell even vertellen wat u me zojuist geschreven hebt." Hajn deed het, rustig met een uit drukking van diep medeleven met zyn zieke prins. In kamer 201 hing de assistent voortdurend aan de telefoon, vroeg hoeveel „cellen" er gevormd waren, hoeveel aanplakbiljetten byeenge- bracht waren, wat de Sarkhanese politie deed, hoe groot de menigte op het plein was. (Wordt vervolgd) PANDA EN DE MEESTER VERVALSER 995. Joris Goedbloed voegde zich gehaast bij Astral en voer de hem in de richting van Huize Hobbeldonk. „Daar woont precies de persoon die U zoekt!" verklaarde hij. Een zekere Panda! Hij eh.Jaldert uitstekend! Toevallig ken ik hem goed ik ben daar kind aan huis!" Zo sprekend klopte hij aan bij de voordeur maar het welkom dat hem wachtte, was niet bepaald vriendelijk. „Het is de onverlaat Goedbloed!" stelde Jollipop af gemeten vast. „Met een mede-schelm, ongetwijfeld! Wij stellen geen prijs op Uw aanwezigheid! Gelieve uw vingers van ons pand af te trekken! Goedemorgen!" „Dat Panda?" vroeg Astral twijfelend. „Geen falder-persoon ge loof ik! Niet leuk!" „Inderdaad!" beaamde Joris, terwijl hij de verbijsterde huis knecht achteruit naar binnen duwde. Frouti nulla fides", zoals de ouden riepen als ze met een afstotend uiterlijk in aanraking kwa men. Maar troost U het is Panda niet. Ik zal deze babbelzieke persoon even opbergen, en dan kunnen wij ongestoord onze falder- gastheer ontmoeten!" ADVERTENTIE Mogen schoenen die midden in de mode zijn u ook nog lekker zitten? RECHTER TIE EN HET RAADSEL VAN DE RING Rechter Tie gaat de kamer uit, gevolgd door de be teuterde pandhuishouder Leng, en Tsjiao Tai, die zich snel weer in zijn uniform heeft gestoken. Ze gaan naar het lijkenhuis waar de Rechter een cipier bevel geeft de deur te openen. Binnen staat een ruwhouten tafel op twee schragen bedekt met een rietmat. Op een teken van de Rechter trekt de cipier de riet mat weg en Leng geeft een kreet van afgrijzen. ..Kende u deze man?" vraagt Rechter Tie onbewogen. ..Hij is het!" roept Leng uit mi is Anr.rH n. doodgeslagen. Genade, Edel- ngeluk was!" „V zult alle ge- aan te tonen", zegt Rechter Tie. „Maar voorlopig zult u genoegen moeten nemen met een ver blijf in onze gevangenis. V beweert dus dat u de oude landloper voor de ruzie van gisteravond nooit gezien had"? „Nooit, Edelachtbare", kreunt de pandhuishouder. „Zowaar als ik leef"! Rechter Tie laat hem de ring zien en vraagt- En deze r sezien?" „Ach jawel. Ëdelacht- ring heeft u zeker ook „Hij is dood! Hemel, ik heb hem doodgeslagen achtbare. Ik zweer u dat het een ongeluk was!" tegenheid krijgen om Kjjlteeumaar'weernmk' 'zegt Rechter Tie. „We Van Timtur wel. Daarom maakte Timtur de nieuwe Walk Well-serie in drie breedtematen, verdeeld over vier leesten en ver schillende hakhoogten. En deed Timtur in elk schoentje een verende binnenzool. Plus een verend hielkussen. Bovendien zorgde Timtur voor een stalen veer onder de middenvoet èn voor een zichzelf instellende hielsluiting. Timtur vindt nu eenmaal dat schoenen die mid den in de mode zijn, best lekker mogen lopen. U bent welkom bij de Timtur Specialisten in uw.omgeving: Fa. Oerlemans, Haarlemmerstraat 140. Leiden - Fa. Corona, Breestraat 165, Leiden - Fa. Oerlemans, Hogewoerd 2. Leiden - Fa. v. Keeken, \^an Manderloostraat 27. Alphen a/d Rijn - Centrum Schoenmagazijn, Leidseweg 3. Voorschoten - Fa. Hogervorst. Grachtweg 37. Lisse. DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAM MET JE FOK 956. Als dank voor alles, wat zij voor de stad en de streek hadden gedaan, bood de burgemeester onze vrienden een feest maal aan. De huishoudster had haar uiterste best gedaan en men deed de maaltijd alle eer aan totdatde visschotel op tafel kwam. „O, nee", zei de burgemeester afioerend: „geen visalsjeblieft geen vis. Later misschienmaar nu moeten we eerst zeker we ten of het poeder is uitgewerkt". De hulshoudster was diep beledigd. „Heb ik daarvoor zo mijn best gedaan?" vroeg ze gebelgd. „Vis is goed voor u. Van vis word je groot en sterk". Dat is het hem juistzei de burgemeester en hij keek naar omlaag. „Ik heb net mijn nieuwe pak aanik zou er niet graag opnieuw uitgroeien" En dat ivas, voor een burgemeestereen hele bijzondere opmer king. EINDE VAN DIT VERHAAL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 23