Slochteren werd geen cent rijker van grootste gasbel ter wereld Nederland is ons te benauwd geworden9 Gouden toekomst alleen voor de omliggende plaatsen Een uniek geval ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1967 L.D.EXTRA 9 Via deze pijp bij de lokatie Slochte- j ren-I verlaten miljoenen kubieke me- J ters aardgas Slochteren. De gemeente j houdt er niets aan over. Gemeentesecretaris H. Brons „We hadden grote verwachtin gen". of voor mijn part iets minde* krijgen per kubieke meter gas, dan zouden wij een welvarend stukje Nederland worden", filoso feert burgemeester Kuipers. „Vol gens mij zit er meer dan elfhon derd miljard kubieke meter gas in de Groningse bodem. Officieel wordt elfhonderd miljard kubieke meter opgegeven, maar als ik me niet vergis, en dat heb ik van en kele deskundigen vernomen, be vat de Groningse bodem zeven tienhonderd miljard kubieke me ter gas". iar Slochteren wordt er geen cent rijker door. Voorlopig blijven de enige inkomsten van de „bel" f 1400, het bedrag dat Slochteren kreeg voor het ver pachten van enkele vierkante me ters grond aan de NAM. In de jukebox van het enige café in Slochteren is de meest gedraaide plaat dan ook Gershwins „I've got plenty of nothing, and no thing is plenty for me". varen. Enkele tientallen NAM- werknemers kwamen zich vesti gen, er werden wegen aangelegd, de plaatselijke middenstand maakte zich op om uit de gasruif te eten. De boeren verpachtten hun grond voor f 12,50 per vierkante meter, kortom de meeste Slochtenaren leefden in een enorme opwin ding. Na verlening van de con cessies bleek dat het allemaal niet zo'n vaart zou lopen. De NAM ging steeds geheimzinniger doen met haar ontdekkingen. Wat wij te weten kwamen, ver namen wij uit de kranten. Wij werden overal buiten gehouden. Zo kregen wij ook via krantebe- richten te horen dat het moder ne distributie-apparaat in Hoo- gezand/Sappemeer gevestigd werd. Volgens de NAM mocht dit apparaat niet dichtbij de bron liggen. Wij1 moesten steeds erva ren dat wij nergens geschikt voor waren; niet voor het hoofdkan toor van de NAM, niet voor de Gasunie-vestiging, niet voor in dustrieën". Teleurgesteld Is men door deze hele gang van zaken in Slochteren somber ge stemd? „Neen", zegt burgemeester H. Kui pers. „Wij zijn alleen teleurge steld. Door de recreatieve functie die ons door de planologen is toe gedacht kunnen wij geen bloei ende gemeente worden. Dank zij de gordel van industriekernen Hoogezand, Winschoten, Delfzijl, Appingedam, Groningen waar Slochteren tussen geklemd ligt zijn wij voorbestemd een woon- gemeente te worden. De indus triekernen ontvangen fondsen om woningen te bouwen en gro tere toewijzingen voor het neer zetten van woningen. Wij krijgen als woongemeenschap geen cent, wij moeten zelf de middelen op brengen waardoor de grondprij zen hoog komen te liggen en nie mand er iets voor voelt om er te komen wonen. In de aangrenzen de gemeenten kan men gemak kelijker aan een woning komen. Veertien dagen geleden vertrok één van onze eigen onderwijzers naar Hoogezand omdat hij daar wel een woning kon krijgen. De jongeren voelen er niets voor lan ger hier te blijven omdat ze wei nig toekomst zien in de landbouw. In de industriegemeenten kun nen ze beter terecht. Wij zijn hier aan het vergrijzen, 14.7 pro cent van onze inwoners behoort tot de bejaarden. Nergens in Ne derland is dit percentage zo hoog". Ondanks deze weinig zonnige toe komst houdt men er in Slochte ren de moed in. Burgemeester Kuipers: „Ik heb myn gemeentenaren op het hart gedrukt dat wij nu maar voor al les zelf moeten zorgen om het leefklimaat aantrekkelijk te ma ken. Dank zij collectes onder de burgerij hebben wij sportvelden kunnen aanleggen, een gymnas tiekzaal en een zwembad kunnen bouwen. Er is een ijsbaan geko men met kantine. Over de gasvoorziening. „Wij hebben onze naam, tot in Tokio en Timboektoe kent men Slochteren, wij hebben onze vlag met vuurspuwende draak, het was aan de bevolking niet te verkopen dat wij zoveel gas had den en onze eigen mensen niets kregen. Wij hebben daarom alles in het werk gesteld om aanslui ting op het aardgas te krijgen. U moet echter niet vergeten dat wij 3800 gezinnen hebben, ver spreid over 15.800 hectaren. De woningen liggen ver uit elkaar. De rendabele afnemers moesten opdraaien voor de onrendabele. Daarom hebben wij tot voor kort meer moeten betalen dan de in woners van andere gemeenten. De zaak is nu echter gladgestre ken maar het blijft intussen een gekke toestand dat gas van Sloch teren eerst naar Sappemeer moet gaan en dan terug naar Slochte- Eentiende „Als wij net als Schoonebeek, dat eentiende cent per kubieke meter olie ontvangt, ook eentiende cent Slochteren, het Groningse plaatsje met de grootste gas bel ter wereld is teleurgesteld. Ondanks de miljoenen kubieke meters aardgas die jaarlijks uit de Slochterense bodem stromen naar alle uithoeken van Neder land en over onze grenzen is de dertienduizend zielen tellende ge meente er geen cent rijker van geworden. Dertienhonderd ge zinnen in Slochteren zijn niet eens aangesloten op het aard- gasnet. Tot voor kort moest de gemeente vijftig cent per maand meer berekenen voor het Sloch terense gas dan het enkele kilo meters verder liggende Hooge zand. Dank zij de miljardenrtfk- dom in Slochteren kreeg Delfzijl een enorme aluminiumfabriek, Hoogezand enkele industrieën, vestigden de Nederlandsche Ardolie Maatschappij zich in Assen en de Gasunie in Gronin gen. Alle omliggende gemeenten profiteerden rijkelijk van de „bel". Slochteren hield echter alleen de faam over de rijkste gasbel ter wereld te bezitten. Burgemeester Kuipers: „Een van de weinige dingen die wij overhielden is een vuurspuwende draak op onze gemeente- vlag. Als we net als Schoonebeek, dat eentiende cent per ku bieke meter ontvangt, ook eentiende cent of voor mijn part iets minder krijgen per kubieke meter gas, dan zouden we een welvarend stukje Nederland worden". Toen is 1956 bekend werd dat in Slochteren een aardgasbel ge vonden was, leefde de dertien dorpen tellende gemeente in de veronderstelling dat de gouden tijd voor deze langzaam wegdom melende agrarische gemeenschap spoedig zou aanbreken. Wij hadden grote verwachtin gen", zegt gemeentesecretaris H. Brons. „De NAM had de rechten tot het verrichten van boringen verworven en het liet zich aan zien dat wij er wel bij zouden Ontwikkelingshulp-echtpaar Met hoog gespannen verwachtingen keerden ruim een jaar geleden de werktuigbouwkundige Gert van Peursem en zijn toen nog aanstaande verloofde Toos Rattink uit een ontwikke lingsland terug in Nederland. In Guamal (Columbia) hadden zij twee jaar gewerkt in een project van de Stichting Neder landse Vrijwilligers (SNV). Gert van Peursem solliciteerde by de Curagaose Handels- maatschappy. Zijn plan: •en standplaats overzee. De jonge werktuigbouwkundige werd aange nomen en te werk gesteld op het hoofdkantoor in Amsterdam om het bedryf te leren kennen. Twee jaar Zuidamerikaanse er varing en beheersing van de Spaan se taal leken aantrekkeiyke antece denten. Maar toen Gert zich enkele maanden geleden met Toos ver loofde, wist hy, dat zyn ervaring als vrywilliger niet de sleutel zou zyn voor de carrière die hy zich had voorgesteld. Gert van Peursem, een 28-jarige Amstelvener, kreeg de begeerde functie niet; wel de be geerde vrouw, Toos (26), met wie hy sinds 18 augustus een „vrywil- ligers-echtpaar" vormt. Deze maand vertrekt het paar voor de SNV naar Kenia. Gert wordt daar assistent-deskundige. Toos „ge woon" huisvrouw. STRUIKELBLOK In een hotel in de bosryke omge ving van Wageningen, waar zy op huweiyksreis zyn, doet Gert zyn verhaal. Een rustig verteller, niet wrokkig, maar teleurgesteld. Zyn idealisme is maatschappeiyk voor hem een struikelblok gebleken. „Eerst moet ik vertellen, dat ik in Columbia niet als werktuigbouw kundige heb gewerkt. De vrywilli- gersprojecten waren drie Jaar gele den nog maar net begonnen, en het bleek al snel dat daar voor my als werktuigbouwkundige niets viel te doen. Ik werd daarom groeps- promotor. Maar voor de handels- maatschappy speelde dit geen rol. Toen ik een paar maanden op het hoofdkantoor in Amsterdam had gewerkt, kwam er een plaats vry in Latyns-Amerika. De Raad van Be stuur riep my by zich en vroeg waarom ik de functie wilde hebben. Ik stak een enthousiast verhaal af: dat ik geboeid was door het land en de bevolking, en daar graag voor de maatschappij wilde werken. Het maakte de heren kennelijk achterdochtig over myn bedoelin gen. Ze willen niet dat je gedreven wordt door mooie motieven. Ik denk dat ze liever hadden gehoord, dat ik erheen wilde om geld te verdie nen. Misschien dachten ze. dat ik hun zakelyke belangen niet voorop zou stellen, dat mijn belangstelling eerder ondermynend dan stimule rend zou werken". OPSLUITEN „Ik voel er weinig voor my in zo'n land op te sluiten in een be nauwde Europese kring. Hoewel ik hen beslist niet zag als een finan ciële basis om verder ontwikke lingshulp te bedryven, raakte de Raad van Bestuur niet overtuigd. Als je op louter commerciële basis in een vreemd land komt te werken, moet je ook aandacht schenken aan de bevolking, vind ik, omdat dit het werk ten goede komt. Maar zy namen het zekere voor het on zekere, en myn geestdrift voor de ontwikkelingslanden deed voor mij bij deze maatschappy de deur dicht. Zakelyk bezien kan ik hun geen ongelyk geven, maar een teleurstel lende ervaring was het wel. Omdat ik niet verwachtte by een andere maatschappy andere selectiemaat staven te zullen aantreffen, begon nen Toos en ik over emigratie te denken. Enkele dagen voordat we de papieren voor Argentinië in orde hadden, was echter de overeen komst tot stand gekomen om voor de SNV naar Kenia te gaan. Op nieuw voor twee jaar. Daarna zul len we waarschynlyk emigreren. Toos en Gert zyn Nederland ont groeid. „Natuurlyk is alles hier veel luxueuzer. Maar veel van die luxe kan ons gestolen worden. We zyn nu getrouwd. Waarom zouden we hier gaan zoeken naar een flatje- zoveel-hoog, als we in een land dat ons zo geboeid heeft, zo een vry huis neer kunnen zetten. Zelfs voor een fietsenhok heb je in Neder land een vergunning nodig. De hele levenssfeer daar, zonder die ge jaagdheid, heeft ons ook by zonder aangesproken. We hadden echt moeite opnieuw in Nederland te aarden. Het idealisme om wat voor min- der-ontwikkelde landen te doen, heeft ons niet meer los gelaten. Jammer, dat dat niet kan vanuit een gewone zakelyke func tie". Ruim 200 Nederlandse vrij- willigers zyn voor de SNV „in het veld", zoals dat heet. De SNV is veruit de grootste selec teur, opleider en uitzender van Nederlandse vrywilligers. Aan het eind van dit jaar hoopt de stichting dit aantal tot 250 te hebben opgevoerd. Zy zyn on dergebracht in projecten in In dia, Ivoorkust, Nigeria, Zam bia, Kenia, Kameroen en in de Zuidamerikaanse landen Brazi lië en Columbia. In de SNV werden twee jaar geleden het Jongeren Vrywilligers Programma (een overheidsorganisatie onderge bracht en-het Jongeren Vrywil ligers Corps, waarin de meeste particuliere organisaties samen werken. Een vrywilliger krijgt in de twee jaar van zyn uitzending een zakgeld dat afhankelyk is van de levensstandaard in het project en het land. Dit varieert van f200 per maand in Brazi lië tot f 600 gulden in een pro ject in Ivoorkust. Daarnaast wordt in Nederland honderdvyf- tig gulden per maand voor de vrywilliger op de bank gezet. Na 24 maanden in een ontwikke lingsland en drie maanden op leiding is dit een bedrag van ruim vierduizend gulden. Het is dus allerminst een „vette pot". Wat de teruggekeerde vry willigers wel rijker zyn, is de persoonlijke ervaring. Wie twee jaar met de onwetendheid van een minder-ontwikkelde bevol king wordt geconfronteerd, moet veel doorzettingsvermo gen opbrengen, tegenslagen kun- I nen overwinnen, en vooral leren I improviseren. In het algemeen heeft de oud- vrywilliger daarvan veel voor deel. Hij is gehard, en bezit een grote mate van zelfstandigheid. Het geval van Gert van Peur sem is volgens de SNV een „UNIEKE UITZONDERING" op de regel, dat een vrywilliger van zyn ervaring direct of indi rect profiteert in zyn carrière. Commentaar van de Curagao- se Handelsmaatschappij„De heer Van Peursem maakte by ons een voortreffelyke indruk, maar hy leek ons voor keihard zakendoen niet de geschiktste man. Het kan zyn dat wy hem verkeerd beoordeeld hebben, maar wy hadden de keus uit verschillende gegadigden. Wy ontkennen niet dat de enthou siaste manier waarop de heer Van Peursem over zyn vrijwil ligerswerk sprak een rol heeft gespeeld. Maar wy willen niet het risico lopen dat hy in een conflictsituatie zou geraken tus sen het werk dat hy voor ons zou moeten doen en zyn idealis- Het is beslist niet zo, dat oud- vrywilligers niet in aanmerking komen voor een functie in hef buitenland, dat hahgt helemaal van de zakelyke instelling van de man zelf af. Overigens hoe ven onze vertegenwoordigers zich niet afzydig te houden van de bevolking. De enige voor waarde die wy stellen, is dat hy beseft dat hy in dienst is van de maatschappy".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 10