SARKHAN
I9RAIFFEISENBANK
ly/vêl-a SCHEEPSjTüBERICHTEN
DAMESBEURS
MODE THEATER
ONS
OAGELIJKS
VERVOLGVERHAAL
Oorspronkelijke roman door
William I. Lederer en
Eugene Burdick
„Ik weet dat het de
■randeren kan lk het niet. ik kan
HIJ hadrich weTeven^rg dwaS'aan-
jesteld. In zijn angst had h« zijn
i en dan zou hU het
g naar de tempel.
vUf keer en Lln
boSwwTOn" hetPforthwTlsr*!
ADVERTENTIE
kom naar de
's middags en 's avonds
50 opwindende modeflltsen
in een feeëriek lichtspel
prins is in gevaar. Zeg me waar 1
„De prins is alleen."
.TetT'dT
is in gevaar. Het is
wapen, „ik ga nu op u mikken
en dan tel ik tot vijf. Als u my niet
lf.' De kapitein hield het wa'
8f;'TVlntig minuten lang zette hfl zijn
78 ilan uiteen, waarbU hij ter verduide-
|8StP^p^eTnkÏÏni^ennTnlafueS
zyn ogen waren op die van
Er werden ln de
inderen gingen volgens Mc-
5 plan naar het fort. De poort
i en de tempel. De
RECHTER TIE EN HET RAADSEL VAN DE RINO
12—5. Vanuit het gerechtsgebouw trekt een kleine stoet de
heuvel op. Vooraan loopt de voorman, gevolgd door Rechter Tie en
Tsjiao Tai te paard. Twee gerechtsdienaars sluiten de rijen. Intus
sen heeft de Rechter Tsjiao Tai verteld wat er gebeurd is". De gib
bon kan de ring niet langer dan een paar minuten bij zich hebben
gdiird^aarineetbaar D^molt ^hem^tns ^debuurt^elon
den'hebban™Rechter Tie laat de ring1 aa^zijn^iedewerke/zien.
Een kostbaar antiek stuk", zegt hij, „vermoedelijk de ring van
een rijk man. Maar zie je die vlekjes geronnen bloed aan de bin-
iets minder onschuldigs gebeurd kunnen zijn. Daarom leel
me beter om een kijkje te gaan nemen. Had de ochtendkoerie.
belangrijke stukken"? Tsjiao Tai schud het hoofd. „Alleen ej
uurdistrict. Er is nog geen enkele nieuwe aanwij-
i in die smokkelaffaire. Wel schijnt het vast te i
bouwtje van ruwe planken. „Daar is de houthakkershut.
op een wrak ge-
xrshut, Edelacht-
j- spaarbank en alle bankzaken j
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
939. De papegaai Tutu maakte er een spelletje van. Hij
rr»iie», „n vnr.'hi-c tin former door keek nu eens onder een omgev
asULngzemerhand drong heTto^he^door
ram zijn gèzoek met de armen over elkaar stond aan te ki
„Meezc
Bram l
Tutu? Ik wéét al waar dat kleine i
neke zich heeft ve
„Waarrrr dan?" vroeg Tutu
„Als je om je heenkijkt kun je het zelf zien. Het is
lijk ...enje hoeft er niet voor te zoeken", zei Bram.
Tutu keek uit zijn pientere oogjes scherp in het
hij wist beslist niet, wat Brain bedoelde.
Het is heel duide-
SÏÏSiïgS&r w
ïïtzI 2,: