1 (Stijgende belangstelling voor het amateurvoetba Naam van Désar ontbreekt op lijst van topscorers Tekort aan talent eids volleybal? LBA-VOORZITTER J. C. BRINCKMANN: „IK ZOU BEREID ZIJN AFSTAND TE DOEN VAN DIE f3000 De dag en de nacht Status Meer armslag voor toto Ondanks de toenemende pu blieke belangstelling blijft er voor de amateurs het probleem: hoe houden wü ons financieel op de been? De heer J. C. Brinckmann ijvert dan ook voor meer armslag voor de nationale sporttoto, „want het gaat er niet om dat het amateurvoetbal, waarvoor tienduizenden be stuurders en leiders hun vrije tyd con amore beschikbaar stellen, in armoede moet worden bedreven". Voor de amateur sport niet alleen voetbal moet meer geld beschikbaar kunnen zijn. Dat verdient dit maal op het spek binden wil hij toch niet, want in de instelling van een hoofdklasse bij de amateurs ziet hij weinig heil. Niet alleen om prak tische (het promotie-degradatiepro bleem) en economische redenen (het wegvallen van geld in het laatje brengende streekderby's en aan de andere kant de kostbare verre rei zen), maar bovendien is hij van me ning, dat bij de huidige constellatie van het betaalde voetbal het ama teurvoetbal er geen belang bü heeft de beste krachten in één of twee hoofdklassen te concentreren. Met andere woorden te zeggen: hier hebt u onze beste spelers. We kunnen er toch niets tegen doen, dus zoekt u maar uit. „We zien het toch bij het Neder lands elftal", onderstreept de heer Brinckmann zijn betoog. „Nauwe lijks was Mexico van de baan (na de nederlaag tegen de Finnen of de scouts van het betaalde voetbal tra den in het strijdperk. Ik geef die jongens geen ongelijk als ze een con tract kunnen krijgen. Maar moet ik dat in de hand werken? Nee, dat doe ik niet. (Van onze sportredacteur) In het seizoen 19651966 (het eerste jaar dat hij voor UVS speelde) was Gerard Désar top scorer van het nationale ama teurvoetbal. Vooral met het hoofd scoorde hij vele prachtige doelpunten. In het afgelopen seizoen verging het de goed lachse, In Leiden biochemie stu derende Brabander minder goed. Zijn naam ontbrak op de lijst van topscorers en de kij kers in de Kikkerpolder konden zich niet aan de indruk onttrek ken, dat de springkracht, waar mee de ex-semiprof van RBC in het eerste jaar van zijn op treden in het amateurvoetbal schrik en ontsteltenis had ge zaaid ln vele verdedigingen, in sterke mate was teruggelopen. Gerard Désar zelf is het daar mee niet geheel eens. „Ik spring nog even hoog, alleenik ben minder risico gaan nemen. Een paar keer heb ik, zonder dat de man in kwestie daaraan schuld had, een stoot gekregen van een doelman, waardoor ik dagen duizelig ben geweest. Eenmaal zelfs twee weken. Dat gaat aan je knagen, dan durf je niet persé meer zo hoog te springen. ben geworden. Kijk, bij RBC moest ik op de training altijd drie kwartier eerder komen. Het was mijn taak de keepers onder handen te nemen. Ik moest ko gelen en koppen. Bij UVS krij gen we nooit een training op de goal. Ook dat kan een oorzaak zijn, maar ik geloof, dat ook In dit geval de factor „minder ri sico nemen" een rol speelt". Er waren echter meer oorza ken dan de risicofactor alleen, waardoor het seizoen 19661967 niet zo succesvol is geweest voor de Leidse Brabander. „In januari moest ik kandidaats doen en ik heb dan ook meer tijd aan myn studie besteed dan het jaar daarvoor, toen ik eigenlijk teveel aan de voetbal lerij heb gedaan. Daarbij kwam nog, dat ik eind 1966 een knie blessure opliep, die me niet best zat en me geruime tijd op non actief heeft gehouden. Je gaat steeds slechter spelen. Je gaat je afvragen: hoe komt dat nu? En gan ga je jezelf ook nog eens mentaal omlaag halen. Ik had me ook slecht voorbe reid op het seizoen, minder goed dan in welk jaar ook, dat ik heb gesport. Dat is mede de oorzaak geweest, dat ik de eer- „Ik neem minder risico" Désar grinnikt en vervolgt: „De mensen zeggen „jij kopt zo goed", maar ik kop helemaal niet beter dan de doorsnee- voetballer. Ik had vroeger een heleboel lef om erin te sprin gen, om erin te gaan en als je je nu maar tactisch opstelt, waardoor je een flinke aanloop kunt nemen, dan komt die ho ge sprong vanzelf wel. Dat is geen extreme springkracht van de man persoonlijk, dat is een kwestie van durf. Behalve met kopballen is Dé sar in het voorbije seizoen ech ter ook met schieten minder succesvol geweest. „Ja, ik heb tientallen malen aan onze oefenmeester gevraagd: hoe komt het toch dat toen ik bij UVS kwam, ik drie tot vijf doel punten in een wedstrijd kon scoren en nu niet meer? Hij heeft me daar eigenlijk nooit een afdoend antwoord op gege ven. Het is natuurlijk wel zo, dat de clubs in het westen nu weten wat voor vlees ze in de kuip hebben en een extra man netje naast me zetten, maar het kan ook best aan mü liggen dat ik wat afwerken betreft minder ste vijftien, zestien wedstrijden vaak onvoldoende heb gespeeld. Pas tegen het einde van het seizoen ging het beter. Niet al leen kregen we een omzetting in het elftal, waardoor het spel type mogelijk werd dat ik het liefste speel, maar bovendien gingen alle UVS-spelers zich toen mentaal opvijzelen, om die laatste ontmoeting met Rooden- burg zo goed mogelijk te spe len". Gerard Désar lacht sma kelijk en zegt „Dat doen de Leidenaars altijd wel als ze te gen elkaar in het veld moe ten. Naar de mening van Désar is het spel van UVS technisch en als team vergelijkbaar met eer ste divisie-voetbal. „Niet bjj de bovenste, hoor", zwakt hij het lachend wat af. „Alleen men taal zijn we stukken en stuk ken zwakker. Als je met voet balliefhebbers praat hoor je al tijd: UVS speelt wat techniek betreft bij de beste, maar als het op beslissingen aankomt la ten ze het lelijk liggen. Dat komt misschien ook wel door de hele sfeer in de vereniging. Die is, al komt er verandering in, wat slap, wat Leids. Westbra bantse en Zeelandse clubs zijn mentaal veel sterker. Daar zeg gen ze ook tegen een speler die op zaterdag aankomt met de boodschap: „Ik weet nog niet of ik morgen kan spelen", jij speelt dit hele seizoen niet meer. Ze zijn daar radicaler en dat ont breekt naar mijn mening bij UVS teveel. Ik vind: we moeten amateur zijn, maar je moet dat amateurisme toch ergens ook op een disciplinaire basis plaatsen. Anders komt er niets van te recht". Gerard Désar heeft goede verwachtingen van het komen de seizoen. „Ik denk dat we weer bij de bovenste drie draaien. De spelers, die de af gelopen twee jaar in dienst wa ren zijn er nu uit en zij kun nen net dat stootje geven waar door we iets sterker zijn dan de rest. Wij moeten proberen zeven a acht wedstrijden te spelen zo als die laatste tegen Rooden- burg. Dat kan. Dat is alleen een mentale kwestie. We moe ten hier achtduizend mensen gaan trekken bij thuiswed strijden. Dat kan niet als we, net als vorig jaar, acht of ne gen wedstrijden slecht spelen. Dan helpt een zo'n goede er tussendoor ook niet R. H. Vo» se van de Kangeroes, Gerard Kool schijn, Jan de Vries en Wim Hendrik- se van V.V.S., Petit en Molhoek van L.U.S.V. Van de uitgewekenen, Xan- dri Kikkert, ex-S.V. Argos nu Cele bes (Den Haag) en de aanvaller pur sang J. de Vink, via Kangeroes naar Blokkeer-D.E.S. spreken we dan maar niet eens. Interesse Neen, eerder moet die stil stand worden gezocht in een naar mate de competitie vordert groter wordend manco aan inzet, aan in teresse, welke zich bij verschillende speelsters - en spelers duidelijk ma nifesteert. Dat manco wordt veroor zaakt door een reeks factoren welke niet los van elkaar kunnen worden gezien, n.l. slechte opkomst op de training, trainers uit eigen gelederen, die, hoe goed zjj de trainingen ook trachten voor te bereiden, veelal de scholing en/of ervaring missen om hun inzichten op anderen over te brengen, de financiële moeilijkheden waarvoor de te vele verenigingen in Leiden zich elk jaar weer geplaatst zien en die hen dwingen op de oude voet voort te gaan. Bij een samen gaan van een aantal kleine verenigin gen zouden de financiële mogelijkhe den stellig groter worden. Dan zou, Volleybal is een spectacu laire sport. Op deze foto een spel moment uit de wedstrijd Neder landJapan dames. een trainer kunnen worden aange trokken met de vereiste scholing en met de nodige ervaring. Het aanwe zige talent en we herhalen dat dat talent er is en ook altijd is ge weest in het Leidse volleybal, even als overigens in de andere takken van sport zal zodoende een betere kans krijgen om zich te ontplooien. Met de betere training zal de animo, de inzet groter wor den en daarmede zullen de prestaties een stijgende lijn gaan vertonen i.p.v. zoals nu een horizontale met 'n ten dens naar beneden. Niet in 't minst omdat capabele trainers de enkele goeden die in Leiden acte de présen- ce geven niet te na gesproken be halve aan de techniek en tactiek ook aandacht, grote aandacht zelfs, zul len wijden aan de conditie. Daaraan ontbreekt het vele Leidse topspelers en speelsters. Hoeveel wedstrijden tegen technisch gelijkwaardige ploe gen gingen niet in de competitie ver loren in de beslissende vijfde set? We herhalen dat alleen een bunde ling van krachten kan leiden tot de Weg Omhoog voor het Leidse vol- leybal! (door LD-sportredacteur René Vos) „Er is weer een toenemende belangstelling voor het amateurvoetbal. Over |e laatste twee seizoenen is liet aantal kijkers met 25 proeent gestegen 'evreden, aan 'n kloeke sigaar trekkend, laat LBA-voorzitter, J. C. Brinck- jann in zijn kantoor aan de Haagse Sweelinckstraat deze voor bet amateur- oetbal plezierige verschuiving in de kijkgewoonte van bet Nederlandse oetbalpubliek de revue passeren. Bi,Kijk eens naar een ploeg als UVS. In hun laatste thuiswedstrijd pkken die Leidse ex-semiprofs 10.000 toeschouwers. Daar hebben ze hun betaalde periode alleen maar van gedroomd. Kijk eens naar ortclub Enschede. Na de splitsing met FC Twente „stoomde" zij twee seizoenen van de derde naar de eerste klasse en trekt vele, 1/le kijkers. Wij hebben, vertelt de voorzitter van de Landelijke Bond I\n Amateurverenigingen, onlangs een enquête gehouden onder een ntal clubs, die, hetzij gedwongen hetzij vrijwillig naar het ama teurvoetbal terugkeerden. Natuurlijk, ik heb niet in de kas kunnen 3 ken van die verenigingen, maar zonder meer waren al die bestuur- i^rs enthousiast. Zij zeiden: het is een verschil van de dag met de fa cht 7lk weet niet of sommige clubs, die jh krampachtig blijven vastklam- p aan de status betaald voetbal t uit redenen van prestige doen of t zij geen kans zien ooit van de lulden af te komen. Ik zie het na- ilijk als een zaak van het hoogste lang, dat een naar het amateuris- me terugkerende vereniging schul den-vrij is of althans voor de leden het bestaansrecht kan waarborgen. Men kan moeilijk van de KNVB ver langen, of van wie dan ook, dat men geld gaat pompen in een club om haar het leven mogelijk te maken, terwijl men daarvoor jarenlang de gelegenheid heeft gehad, toen men minder berooid was, om op een nor male en behoorlijke wijze terug te keren. Zelfs in de eerste klasse. Men heeft daarvan geen gebruik willen maken. Dan moet men nu ook de consequenties aanvaarden. Maar ach, er is over deze zaak al zoveel gezegd. Het probleem is na tuurlijk, dat de KNVB moeilijk een vereniging kan dwingen terug te ke ren naar het amateurvoetbal, zolang die vereniging tegenover de bond en haar spelers daarover oefent de KNVB controle uit haar verplich tingen nakomt. Maar voor mij is het onbegrijpelijk, dat men in de krin gen van het betaalde voetbal zelf niet zegt: mensen stop er toch mee. Gooi toch die hele tweede divisie overboord. Afgezien van het feit, dat er in die tweede divisie clubs spelen, die al jarenlang meedraaien. Dat kan best. Maar voetbalzaken bedrij ven en een zaak is het toch in wezen op dit niveau vind ik on verantwoord. Een voetballer, die dui zend gulden per jaar verdient is naar mijn mening geen semiprof. Die man krijgt een vergoeding omdat hij komt voetballen en trainen. Dat heeft niets met betaald voetbal te maken. Dat is verbasterd amateur voetbal Ook het besluit van het betaalde voetbal om de jeugdelftallen af te schaffen acht de heer J. C. Brinck mann een weinig gelukkige zaak. „Als men in het betaalde voetbal iets wil bereiken, dan moet men toch wel ergens een reserve hebben waaruit men kan putten. Maar het is aangelegenheid van het betaalde voetbal. Consequenties voor amateurvoetbal heeft zij niet. In tegendeel. Het betekent dat de semi- profs minder spelers nodig hebben. Minder afroming dus. En dat er nu een aantal spelers terugkomt naar het amateurvoetbal vind ik prachtig. Wij hebben elftallen en verenigingen genoeg." De LBA-praeses lacht en zegt: „Het komt er bij ons niet op duizend of meer spelers op aan Kolder De transfersom, welke een ama teurclub ontvangt wanneer een van haar spelers door een semiprofclub wordt gecontracteerd, acht de heer Brinckmann niet voor herziening vatbaar. „Die drieduizend gulden is een fictie. Dat bedrag is een rem en als die niet meer nodig zou zijn, m.a.w. als het betaalde voetbal uit sluitend talenten zou contracteren, die van het amateurvoetbal naar het betaalde willen en geen spelersjacht zou ontketenen, zou ik bereid zijn van die 3000 gulden afstand te doen. Wij amateurs zijn nu eenmaal de basis voor het betaalde voetbal. De spelers komen uit onze rijen. Wij hebben het betaalde voetbal a vaard. Dan moeten we ook het ma teriaal ervoor leveren. Dat is een lo gische zaak. In wezen vind ik het dan ook kolder, dat een amateurclub drieduizend gulden krijgt voor een speler. Een voetballer is niet te betalen met drie-, zes- of twaalfdui zend gulden. Uiteraard, ik heb be grip voor het argument: „Ik raak een paar goede spelers kwijt en dan loopt de publieke belangstelling te rug". Dat is zuur. Maar ook bij eer- steklasse-amateurclubs melden zich spelers van derde-, vierde en afde lingsclubs. Die jongens willen hoger op, die mag je niet tegenhouden, maar ook voor die lager geplaatste verenigingen is het soms een moei lijk te verteren zaak. De instelling van sommige amateurclubs „we moe ten er wat voor terughebben" moe ten we nu maar eens vergeten: wij J. C. BRINCKMANN (Foto L.D./Holvast) amateurs verkopen geen voetballers. Die man is vrij om te gaan en te staan waar hij wil. Het amateur voetbal moet zich ei-van bewust zijn, dat het er is om het betaalde voetbal van spelers te voorzien. Zoals de jeugdafdeling van elke vereniging niet anders doet dan jaar in jaar uit spelers opkweken voor de hogere elf tallen. Het is „bouwen, gebouwd, af stoten". Het kost soms moeite om van de trots afstand te doen. Dat geef ik graag toe Een gezonde instelling dus van LBA-voorzitter ten opzichte van het betaalde voetbal. Maar de kat heie even en de volleyballers gaan weer van start voor Zal die hetzelfde beeld als in de voorbije drie, vier Zullen de Leidse ploegen, die of hoofdklas ^eniveau Ie de présence geven (een enkele r.nmiprino- als b.v. in de afgelopen de dames van S.V. Argos Kangeroes en de heren van V.) weer alle zeilen moeten bij- om zich te verzekeren van redelijke eindklassering of erger, zich in de klasse waarin zü uit te handhaven? Men mag zich met recht zorgen over maken, waarom? Van de spelers/ speel- in de Leidse overgangskiasse- Loofdklasseploegen zijn velen al in actie. Zonder te willen be- dat zij uitgespeeld raken is het stellig zo dat bij velen van hen minst gezegd een stilstand en tactisch niveau moet geconstateerd. Waar ligt de van die stilstand? In een aan talent? Bepaald niet, ge- de prestaties van, om er enkele loemen, speelsters als Hanna v. Gellecum van de S.V. Argos, Smit van de Kangeroes en spe- als Jaap Broersma, Coos Taco- Daan Carree en Eduard Huus- ËIDSCH DAGBLAD - SFOKT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - r rmsCH DAGBLAD - SPORT - LF.msrH DAGBLAD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 25