Helpen met geboorteregeling in Pakistan 0 19e Honderd dollar ontwikkelings hulp voor de landbouw brengt minder op dan vijf dollar voor de geboorteregeling". Deze uitspraak, toegedicht aan de Amerikaanse president Johnson, illustreert dui delijker dan elk cijfer de grote en vaak emotioneel beladen problema tiek van het wereld-bevolkings vraagstuk. De omstandigheden zijn bekend: in niet Westerse landen stijgt de bevolking jaarlijks met 2y2 tot 3% of meer. De voedsel voorziening en materiële welvaart stijgen niet navenant, zodat de Door Kees van Hasselt wanverhouding die nu al bestaat steeds groter wordt. Een oplossing is het opvoeren van de (vooral agrarische) produktiviteit, maar. zie de uitspraak van pre sident Johnson. De Wereld Gezondheids Organi satie (WHO), verantwoordelijk voor de verbetering van de me dische omstandigheden en de daar uit resulterende geringere sterfte van de bevolking in ontwikkelings landen, heeft twee jaar geleden aanbevolen de „family planning" grotere prioriteiten toe te kennen. Het was de „oogopener" voor Ne derland. De voorganger van de hui dige minister voor ontwikkelings hulp mr. Bot vaardigde op ver zoek van de Pakistaanse regering prof. dr. J. D. Speckmann veer tien dagen naar dat land af om te bezien of Nederland in dit ontwik kelingsland door een sociaal on derzoek zou kunnen bijdragen in de activiteiten op het gebied van de gezinsplanning. Uit dit onderzoek, „motivation research", moet het antwoord ko men op met name twee vragen: Wat zijn de beweegredenen van de Pakistani om al dan niet mee te doen aan de geboorteregeling? En hoe beïnvloedt men hun hou ding in dat opzicht? De 38-jarige hoogleraar aan het Instituut voor Culturele Antropo logie en Sociologie der niet-Wes- terse Volken (in Leiden) heeft de plannen uitgewerkt in een rap port, dat wordt bestudeerd door een commissie van hoogleraren en leden van de Directie Internatio nale Technische Hulp, een afde ling van het ministerie van Bui tenlandse Zaken. Het zal tot eind 1967 duren voor de eerste groep van drie of vier cultuurantropolo gen en/of sociologen „in het veld" gaat. Deze deskundigen worden geselecteerd uit een groep sollici tanten en grondig voorbereid, wat mogelijk neerkomt op het leren van de taal: Urdu. Het is de bedoeling dat prof. Speckmann het onder zoek in Pakistan op gang zal brengen. Nederland heeft ook der gelijke projecten in voorbereiding in Kenia en Tunesië. 160 echtparen in de leeftijd van 15 tot 45 jaar per duizend inwoners. (Dezelfde verhouding als in Neder land) 44y2% van de Pakistaanse bevolking is jonger dan 15 jaar, in Nederland: 29%. Deze gezinnen krijgen per generatie (20 jaar) ge middeld 6 1/4 kind. Als het geboor tepercentage van vijf is terugge bracht tot vier het voorlopige streven van de family planners brengt elk echtpaar per genera tie vijf kinderen ter wereld. De Nederlandse gezinsgrootte: 2>/2 kind. Jaarlijks sterft ongeveer 2% van de Pakistaanse bevolking. Het Nederlandse sterftecijfer is 0,7%. Voordat de bevolkingsgroei in Pakistan kan zijn teruggebracht tot normale (d.w.z. „westerse") proporties van ongeveer l'/2% per jaar is het land tenminste een ge neratie verder. regeling in de praktijk te brengen. De drie vijfjarenplannen van de geboorteregelingsorganisatie zijn echter niet in de eerste plaats ont worpen om zoveel duizenden voor behoedsmiddelen te slijten, hoewel dat een belangrijk onderdeel van het programma is. Belangrijker is het bevorderen van sociale veran deringen in de levenswijze van ds Pakistani op het platteland. Terloops Organisatie Noodzaak Vrijwel nergens ter wereld is men zo doordrongen van de nood zaak om de bevolkingsgroei tot staan te brengen als in Pakistan. In dit land is de toeneming van de bevolking zó groot, dat van de eco nomische vooruitgang (per jaar 41/2%) slechts een fractie overblijft voor vergroting van de nationale welvaart. Ter illustratie: ondanks 't scheppen van omvangrijke werk gelegenheden met hulp van de „rijke" landen steeg het aantal werklozen van 1960 tot 1965 met één miljoen. Het inkomen per hoofd van de bevolking bedraagt per jaar 76 dollar. Zelfs in lan den als Turkije en Iran is dat nog 196 en 177 dollar. Pakistan heeft nu ongeveer 112 miljoen inwoners. Elk jaar stijgt dit cijfer procentueel met drie, wat betekent: elk jaar krijgt het land er de totale bevolking van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Haar lem, Groningen, Tilburg, Nij megen en Arnhem bij. Deze men sen moeten worden gehuisvest en gevoed. Dat laatste is in dit land alpha en omega van de problema tiek. In 1960 had de bevolking van 92,7 miljoen mensen 15,1 miljoen ton graan nodig. De produktie be droeg 13,2 miljoen ton. In 1965 was de produktie gestegen tot 15,9 mil joen ton, maar de behoefte tot 17,1 miljoen ton. In 1970 bedraagt de graanproduktie 20,3 miljoen ton. Dat zal toereikend zijn indien. de bevolking niet groter is dan 120 miljoen mensen. Als de bevol kingsaanwas met drie procent per jaar echter doorgaat, moet Paki stan in 1970 130 miljoen monden voeden; bijna de totale bevolking van Nederland méér. Volgens de Pakistaanse regering zou het land in 1970 niet meer dan 120 miljoen inwoners en 20 mil joen „produktieve" echtparen moeten hebben. Dat is ongeveer Deze „westerse" situatie ont staat niet vanzelf. De Pakistani hebben daarom een organisatie van 125.000 man letterlijk uit de grond gestampt. Zestigduizend mensen werken full time onder su pervisie van het ministerie van ge zondheid aan dit project van de ge boorteregeling. Om de bevolking op het platteland te bereiken zijn 50.000 plaatselijke vroedvrouwen en 800 mobiele klinieken ingescha keld. De leider van de organisatie, die volgens prof. Speckmann met verbluffend enthousiasme werkt, is Enver Adil. De minister van ge zondheid, Zahida Khalikuz-Zaman is de voorzitster van het opper commando: Central Family Plan ning Council. Met grote openhar tigheid en in bevattelijke taal wij zen de medewerkers aan dit pro ject de bevolking op de prakti sche mogelijkheden en anti-concep- tionele middelen om de geboorte Deze mensen gaan er van uh, dat een groot aantal kinderen nood zakelijk is omdat ze volgens hen een economisch voordeel beteke nen, de mensheid laten voortbe staan, de liefde van de man voor de vrouw accentueren, de ouders een zekere oude dag bezorgen en gewenst worden door de moeder van de man die tot haar dood de huishoudens van haar zoons blijft bestieren. Vooral deze en dergelijke voor oordelen zullen de Nederlandse onderzoekers ontmoeten op het platteland van Pakistan. Hoewel zij dus terloops en niet direct in vloed zullen hebben op de geboor tebeperking, betekent onze aan wezigheid daar toch een funda mentele wijziging in het stand punt van de Nederlandse overheid, die zich nooit in de delicate kwes tie van de geboorteregeling met al haar morele en levensbeschouwe lijke complicaties heeft willen be geven. Wat denkt prof. Speckmann ten slotte van de plannen om, met deze achtergrond, deel te nemen aan fa mily planning-projecten? „De zaak van de geboorterege ling, die hier nog niet open wordt gespeeld, is ook voor het Westen van groot belang. Gelukkig is de bewustwording van de noodzaak daarvan in Nederland groeiende". De family planners van West-Pakistan houden hun medewerkers op de hoogte van alles wat zich in hun areaal afspeelt via het door de Zweden gedrukte periodiek West- Pakistan Family Planning ReviewBehalve tabellen, boodschappen van zeer autoriteiten, ingezonden brieven en uittreksels van rapporten bevat het tweemaandelijkse blad een simpele „beeldgrap" die de pretentie heeft de zaak zeer mild te stellen. Twee van deze cartoons drukken we hierbij af. FAMILY P1ANNIN6CÜNIC ïsen moeten ervan doordrongen zijn, dat een snel hindernis is voor de ontwikkeling van de economie. Prof. dr. Speckmann: De groeiende bevolking een eno

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 7