mlgeBRuiken en -qeBReken
Kruiswoordraadsel
k
Onder mijn
wieg stonden.
voetzoekers i
Kom er ACHT-er
Ont-„haar"en
J. Nieberg: „Een feest staat
valt met een neus of loete
ZATERDAG 8 JULI 1967
HET moderne Nederlands kent slechts twee
woord-„geslachten": de categorie der „de-
woorden" (d.w.z. woorden die door het lid
woord „de" worden vergezeld) en die der ^iet-
woorden". In een vroegere periode heeft het
Nederlands, evenals nu nog h.v. het Duits, drie
woordgeslachten gekend: het vrouwelijkhet
„mannelijk" en het „onzijdig".
TTJT OEWEL die indeling in de levende, gespro-
ken taal reeds lang geen realiteit meer was,
heeft men deze in het geschreven Nederlands
lange tijd kunstmatig in stand gehouden, en wel
het langst en nadrukkelijkst met betrekking tot de
voornaamwoordelijke aanduiding, d.w.z. de om
schrijving'van een zelfstandig naamwoord met de
voornaamwoorden „zij"-„haar"„hij"-„zijn"-„hem"
dan wel „het"-,^ijn".
Objectief gezien zou het wellicht het wenselijkst
zijn, het geschreven Nederlands ten deze aan te
passen bij het gebruik in de levende, gesproken
taal, die de neiging vertoont (afgezien van het min
of meer kunstmatige taalgebruik van vele rede
naars) voor vrijwel alle ook de vroegere
„vrouwelijke" woorden de omschrijving met
„hij", ,^ijn"* of „hem" te kiezen, zelfs in enkele
gevallen („De kat ligt met z'n jongen in de mand.",
„De koe staat op stal; ik denk dat-ie moet kalve
ren.") waarin men met een uitgesproken vrouwe
lijk wezen te doen heeft. Wetenschappelijk valt ei-
zeker ook iets te zeggen voor het standpunt van
hen die menen het voornaamwoordelijk onder
scheid in de geschreven taal te moeten handhaven,
omdat erkend dient te worden dat zich in dit opzicht
nu eenmaal 'n verschil heeft ontwikkeld tussen ge
sproken en geschreven Nederlands. Het blijft
echter de vraag of dit argument opweegt tegen het
praktische bezwaar dat de taalgebruiker dan aller
lei regels moet leren ten einde een onderscheid in
stand te kunnen houden dat niet leeft in zijn spon
tane taalbewustzijn. Ik ben dan ook voorstander
van ont-,,haar"ing. De Nederlands-Belgische woor
denlijstcommissie, die in 1954 het beruchte „groene
boekjepubliceerde, heeft echter gemeend het on
derscheid levend te moeten houden, zij het ge
lukkig op grond van heel wat eenvoudiger regels
dan die welke voorheen golden. Een niet geheel
onbegrijpelijk standpunt, vooral gezien de samen
werking in deze commissie van Nederlanders en
Vlamingen, voor welke laatsten de indeling in drie
woordgeslachten nog een realiteit is. Dit neemt niet
weg, dat een dergelijk „papieren systeem" strijdig
blijft met het natuurlijk taalgevoel van de heden
daagse Noordnederlander.
f]f strijdig, blijkt o.m. uit het feit dat menig
taalgebruiker geneigd is (misschien uit half
bewuste deftigdoenerij!vrouwelijke voor
naamwoorden te gebruiken ter omschrijving van
zelfstandige naamwoorden die van oudsher manne
lijk of onzijdig zijn! Men schrijft dan b.v.: „De ge
meenteraad heeft haar besluit genomen." of
gemeentebestuur zal van haar bevoegdheden
bruik maken terwijl „raad" altijd mannelijJ
geweest en „bestuur" een „het-woord" is. Hf
typerend voor het kunstmatig karakter van
„papieren" voornaamwoorden, dat een taalgebi
ker makkelijker komt tot een dergelijke „hw
correctie" dan tot een theoretische mogelijk
als „Zijne Excellentie sprak haar misnoegen
over het feit, dat Zijne Majesteit dreigend met h
scepter had gezwaaid."
Een mogelijkheid, die onmiskenbaar in het systf
besloten ligt, maar die lachwekkend werkt op
moderne taalgebruiker, bij wie (in wezen ten
rechte!) „vrouwelijk" woordgeslacht nu eenn
vrijwel onvermijdelijk associaties oproept j
vrouwelijke sekse.
JAI
Oplossingen onder het motto
..Kruiswoordraadsel" dienen voor
woensdag a.s. te 9 uur v.m. in het
bezit te zijn van de redactie, Witte
Singel 1 te Leiden. Onder de goede
oplossingen stellen wij een eerste
prijs van f5.— en twee prijzen van
f. 2.50 beschikbaar waarnaar alleen
abonnees kunnen meedingen.
OPLOSSING VAN
VORIGE OPGAVE
De eerste prijs van f. 5.werd
toegekend aan mevr. D. Eikerbout-
Zoutendijk, Weidehof 56 te Leiden,
de twee prijzen van f. 2.50 aan mevr.
C. van der Horst, Haagwegflat 80.
Leiden en aan mevr. J. Diederiks,
Bijdorpstraat 28 te Sassenheim.
De prijzen worden de winnaressen
toegezonden.
Kunt u de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt u elders in dit nummer.
Kom er ACHT-er
1. steeltje van peer in de lucht
2. oog van souffleur
3. blaadjes die voor de souffleur
liggen
4. veter van schoen van man links
5. toeschouwer meer
6. bloem meer op stoel
7. zakje in colbert van man links
8. één van de toeschouwers heeft
een petje op.
Horizontaal:
1. brede sloot om meerpolder
8. grieven
10. jeugdig iemand
13. et labora: bid en werk
14. Joods
16. het glas met de omlijsting
18. gifslang
20. neteldier
21. boom
23. zie 21
24. half vloeibaar voedsel
25. licht bordpapier
27. muziekinstrumenten
28. bosje haar
29. marterachtig roofdier
30. als
33. eiland in Grote1 Oceaan
36. hoofdtelwoord
37. verbeelding
40. in gezelschap
41. koude neerslag
42. stuk voor acht stemmen
44. warm kledingstuk
45. uitroep
46. Europeaan
48. bediende
49. boom aan zee
50. hinderlijke belemmeringen
halfbloed
vergiffenis
heel oud
stuurinrichting
van de pool afkomstig
gedurende
tijdperk
zie 14 horizontaal
oude naam voor advocaat
de gunst der kopers
gehakt van varkensvlees
dit is
Ned. Omroepvereniging
staat in Europa
bont van soort knaagdier
kloosterzuster
ton
onfatsoenlijk vrouwspersoon
«1
lidwoord
vrouwen in Europa
voorzetsel
evenzo
vreemde landen bezoeken
uitroep
Trans Europa Expres
hoofdtelwoord
verstand
Er mogen dan eerstdaags mensen od de maan lopen. Je
mag dan op je televisie een sportduel zien. dat op het
zelfde moment duizenden kilometers ver weg wordt ge
houden. Alles mag veranderd zijn in een halve eeuw, in mijn
branche is alles nog precies hetzelfde als op het moment dat
ik werd geboren. Ter wereld kwam tussen de hoedjes, feest
neuzen, toeters en serpentines. Dat was in 1898. In dat jaar
vierde men bruiloften en partijen met vlaggetjes, toeters en
schertsartikelen en maakten ze grappen en grollen met ijswa-
ter en windenlaters. Ik zeg u er is niets veranderd, want men
doet dat nu nog.
Het enige dat gewijzigd is. is
dat de mensen die op stap gaan
voor de ingrediënten om een feest
werkelijk te doen slagen er niet
meer een uitgaansdag van maken.
Er mogen ook heel wat nieuwe
artikelen bij gekomen zijn, ik noem
bijvoorbeeld namaakratten van bont
plastic vliegen en spinnen of thee
wafels gevuld met gummi, de oude
schertsartikelen houden nog steeds
stand. Neuspegels, pepermunt met
een vieze smaak, hondehopen, lu
cifers met stenen koppen, bonbons
met mosterd of azijn, spuitbloe-
men of lepels die dubbelvallen wan
neer je ze gebruikt z\jn nog even
gewild als zestig jaar geleden.
Vooral vuurwerk is de laatste ja
ren een bijzonder interessant ar
tikel geworden. Een paar dagen
voor de laatste oude jaarsviering
stond hier een rij van zeker tachtig
meter, drie dik, uren te wachten
om voetzoekers, gillende keuken
meiden, donderbussen of eenvoudi
ge sterretjes te kopen. Wij kwa
men met z'n vieren handen tekort.
Ook de bekende deurknallers
doen het nog steeds uitstekend.
Dat is een uitvinding van mijzelf.
Trekt men de twee touwtjes uit
elkaar dan hoort men een enorme
knal. Zoiets blijft papulair, trot
seert bij wijze van spreken de
eeuwen. Precies als nies- en jeuk
poeder. ook dat zijn onverwoest
bare artikelen.
Mag ik even. „Ja zeker, mijn
heer wij hebben iets om een si
gaar te doen knallen. Neen, geen
klapsigaren. Dat is uit de tijd.
Maar een doos waarin acht stif
ten. Een stift in de sigaar of si
garet gestoken doet deze knallen.
Beslist ongevaarlijk voor de ge
bruiker. Een doos. Dat is dan der
tig cents mijnheer. En veel ple
zier".
Ik zei reeds ik zag tussen de
schertsartikelen het levenslicht.
Mijn ouders hadden net tevoren
een feestartikelen zaakje geopend.
Mijn moeder vertelde mij eens, dat
onder mijn wieg de dozen voetzoe
kers stonden. Naast de commode
de kwak-kikkers die doen het
niet meer zo sjerpen, bloed-
spuitende vingers en namaakmui-
zen.
Ze hadden bijna geen bergruim
te, Onder mijn wieg bolde de vloer
r
l
soms op. want mijn vader had in
de kelder ook nog een danszaal,
waarin hij les gaf. Ik weet het,
veel mensen staan afwijzend te
genover feestartikelen. Maar dat
zijn dan ook geen lieden, die een
echt feestje kunnen bouwen.
Ik spreek uit een zestigjarige
praktijkervaring, als ik zeg een
bruiloft of partijtje staat en valt
met een eenvoudig hoedje, neusje,
vlaggetje of een paar rolletjes ser
pentine. Vier je een feest zonder
feestartikelen, dan valt het gehele
gezelschap na een uur in brokken
uiteen. In iedere brok praat men
dan over de oorlog, een maagzweer,
Ajax of Feijenoord, auto's of de te
levisie.
Op zo'n moment doet een een
voudig mutsje wonderen. Ook bij
mensen, die daar niets voor voe
len. Hier zit een praktijkman, die
weet waarover hij praat, omdat ik
vroeger honderden feestavonden
beroepshalve bijwoonde als pianist.
Diezelfde mensen, die hun neus
optrokken voor een flesje ijswater.
vielen mij om de hals, wanneer
ik in zo'n feestinzinking achteloos
wat schertsartikelen verdeelde.
Geen vijfentwintig gulden was dan
te veel. Terwijl ze voor het feest
geen kwartje voor een toeter met
franje zouden hebben uitgetrokken.
Meestal startte ik met een hoedje.
Kwam een half uurtje later met
een stelletje neuzen en snorren en
brillen voor de dag. Ik heb het
nooit meegemaakt dat er mensen
waren die zeiden: „Ik niet mijnheer
Nieberg".
Ik maakte het toch mee, dat er
één hoedje te weinig was. Het zil
veren bruidspaar dacht toen: „Ach
laten wij oma dan maar overslaan.
Zo'n oud mens stelt daar toch geen
prijs meer op. Ze hadden geen gro
tere fout kunnen maken. Opoe wil
de er juist wel een. Om te laten
zien, dat ze nog kon meedoen.
Slaande ruzie werd het. Het feest
werd een chaos.
Kan je nagaan, wat zo'n hoedje
of toetertje eigenlijk waard is. Kijk.
de haringbruiloften zoals wy vak
mensen ze noemen zijn er niet zo
veel meer. Die komen alleen
nog maar in de Jordaan voor. Ve
len die vroeger een avond echts
lol hadden op zo'n bruiloft doen het
nu met een dinertje. Ze kunnen
nog niet een vork behoorlijk vast
houden. maar hun standing eist
dat. vinden ze.
Dat is in hoofdzaak gekomen dooi
de welvaart. Mag ik even de da
mes helpen.
„Ja, dame. dit is een zeer ko
misch masker, kijkt u zelf maar
nu ik het opzet. Goed dat apekopje
en dat hoedje met vlechtjes dus
en deze humoristische hoed-bril-
combinaiie erbfj, dat maakt veertien
gulden rond".
Maar tegenover een minder aan
tal haringbruiloften, staan nu veel
meer jubileumvieringen en vooral
schoolfeestjes, viering van verjaar
dagen en verlovingen met feest
en schertsartikelen.
VLIEG
Dezelfde praktijk leert ook, dat
je altijd en overal veel succes hebt
met schertsartikelen. Bijvoorbeeld
in een reisgezelschap. Ik neem dan
ook steevast iets mee, om de stem
ming erin te krijgen of de feest
vreugde te verhogen. Ik had eens
rubber dierenmaskers meegenomen
op reis naar het buitenland. Mijn
medereizigers knokten erom. En
wat een vreugde beleef jezelf en
je medevakantiegangers niet aan
zo'n kleine plastic vlieg. In een
sjiek hotel zette ik zo'n beest
je op een hompje kaas aan 't ont
bijt en riep toen de kelner. De man
sloeg met zijn servet wat hij kon.
maar het beest bleef maar zitten.
d«
Gelachen dat we hebben. gej
Hoe wij in een noodzai
vensbehoefte voorzien, fou
bijna wekelijks mee, to&fer(
bij de zaak woonde. Om
klap had je omstreeks
nachtelijk uur mensen ai
Smekend of je ze nog aan|
toeters of mirletons
Kijk zo tegen de klok
uur gingen ze het gemisl
artikelen voelen. Ze wis
entwintig jaar dat er eei
den bruiloft gevierd
maar het belangrijks!
daaraan gingen 7
zelfsprekend hielp ik d(
Een mens in nood, al
feestnood, laat je niet
Vlak na de oorlog heb 1
van Handelaren van Fefl
opgericht. Mijn broer is*
taris. Die bond was 1%-z;
Vroeger beconcurreerden va
op leven en dood. Verkap
een neusfluit een stuiver
dan eén ander en verna
ander doosjes klappertjaws
bakkesen tegen bijna df^ d
prijs. De vraag naar Wl
blijft mijns inzien ge
mensen wilden wel eerfe,
lkai
Dat doe je niet zonder fc
len. Want net zo min al
varen zonder schip, kar
mijn mening en hier sj^
vakman nogmaals
zonder feest- en scher»
De mensen die het tegenltiii
beweren-, zeg ik dan he0e
nooit echt feestgevierd de
voor u/eerberichi em heerpraC
Verklaring van enkele meteorologische begrippen te