Het glazen huis van de
in West-Duitsland
Nederlandse NAVO
Bepaalde
Nederlandse
zeden zijn
een doorn in
het Duitse oog
De beveiliging van de Nederlandse Navo-raketbases in West-Duitsland is zo mogelijk nog
strenger dan onze vliegbases in Nederland. Elke bezoeker wordt een pasje uitgereikt, waar
op staat vermeld, waar hij niet en waar hij wel mag komen.
De Nederlandse Navo-militair zou te vergelijken moeten
zijn met een Nederlander, die voor zijn bedrijf naar het
buitenland wordt gestuurd. Zoü, want de praktijk is anders.
Een particulier bedryf kan zijn buitenlandse man naar belie
ven met goud omhangen en de al of niet bittere pil van het
in den vreemde zijn, vergulden. De legerleiding kan dat niet,
of in mindere mate. Zij moet onder het wakend oog van de
volksvertegenwoordiging schipperen met de belastinggelden
en de nauwkeurig registrerende weegschaal van de publieke
opinie in evenwicht houden.
Toch leek de conclusie van een
Journalist van een groot Neder
lands dagblad anders. Tijdens zijn
bezoek aan de Nederlandse Navo-
eenheden in West-Duitsland zag
hij een Nederlandse majoor een
Amerikaanse auto voltanken met
belastingvrije benzine. Diezelfde
morgen had hij, op bezoek bij een
andere officier, in plaats van kof
fie, een glas whisky gekregen.
Enige dagen later keken de tan
kende majoor en zijn whisky drin
kende collega lachend vanaf de
voorpagina enige honderddui
zenden Nederlandse huiskamers in,
onder de kop: „Goud aan de El
be!" Maar is dat werkelijk aan de
Elbe te vinden?
Het zoekt en gij zult vinden,
gaat in dit geval niet op. Er is
geen goud, misschien ver
guldsel of wat daarop lijkt. Om een
indruk te krijgen hoe de Neder
landers in West-Duitsland leven,
hebben wij gesprekken gevoerd in
de gezinnen, met de commandan
ten, de geestelijke verzorgers, de
soldaten, onderofficieren en officie-
Zelfs de meest fervente tegen
stander van het militarisme, die
het graag vergelijkt met indiaan
tje spelen, komt bij de Nederland
se Groepen Geleide Wapens onder
de bekoring van wat er wordt ver
richt. Luchtmacht-eenheden zijn
in het algemeen van het „indianen-
spel" het verst verwijderd. De zui
vere militaire sfeer die by Land
macht en Marine vaak wordt ge
proefd, is bij de Luchtmacht eigen
lijk alleen terug te vinden in de
hoeveelheid strepen op de blauwe
mouw. De Luchtmacht is een tech
nisch wapen. In tegenstelling tot
Landmacht en Marine, kent het
Wapen der Koninklijke Luchtmacht
bijna of geen traditie. Door de
aard van het wapen gebeurt vrij
wel alles in team-work. Een offi
cierstraaljagerpiloot moet kunnen
vertrouwen op zyn soldaatmecani
cien. Daardoor vervallen min of
meer de scherpe lijnen van de ge
zagsverhouding. Het is soms nood
zakelijk dat een officier luistert
naar een onderofficier, vrij ver
taald luistert naar een bevel.
Vooral bij de Groepen Geleide
Wapens (een vergaarbak van on
derofficier-specialisten) is het on
denkbaar, dat de hoogst in rang
zijnde, op elk gebied het alleen za
ligmakende bevel zou kunnen ge
ven, omdat hij meer strepen heeft.
Een typisch voorbeeld daarvan gaf
de commandant (een hoofdofficier)
van een raket-eenheid: „Ik ben
hier de commandant. Morgen kan
ik zeggen, jongens de hele handel
op de wagens en bouw het zaakje
ergens in het veld maar weer op.
Dat kan ik zeggen. Maar vraag me
niet hoe die radar of lanceersectie
precies in elkaar zit. Dat weten
myn onderofficieren".
Er is nog een aspect waardoor de
Luchtmacht, het strikte veelal op
traditie geënte militarisme, min
der in zich draagt. De militaire
vlieger komt meestal in dienst om
te vliegen en neemt het uniform
vaak op de koop toe. Wordt hij bij
voorbeeld wegens leeftijd voor de
vliegerij afgetest, dan blijft er
een oud-vlieger over en geen mi
litair. Maar hij is het administra
tief wel. Krijgt zo'n man ergens een
bureaubaan als commandant dan
valt het feit, of zyn ondergeschik
ten in hem een baas zullen zien in
strikt militaire zin, urenlang te be
twijfelen. Veel van deze lieden zijn
gestationeerd in West-Duitsland.
Reportage
Ton Schuurmans
Over een paar maanden zullen de
pioniers van de Koninklijke Lucht
macht in West-Duitsland naar
Nederland zijn teruggekeerd. Er is
een verschil tussen die bevolking
en de huidige. In het begin lokte
het onbekende velen naai' de in op
bouw zijnde raketbases. Officieren
en onderofficieren die wel eens wat
anders wilden.
Sommigen, aan wie de eentonigheid
van het werk op een vliegbasis be
gon te knagen, anderen die tegen
hun eindrang zaten en op nieuwe
promotiekansen hoopten. Daarnaast
een enkele avonturier en een enke
le materialist. Zij legden de eerste
steken van het handwerk dat de
Nederlandse Navo-eenheid in de
rakettengordel is. De kinderziektes
zijn voorbij, de eerste ervaringen
bekend.
Ruim driekwart van de ongeveer
vijf zesduizend militairen,, wo
nen er met hun gezinnen. Dit is
alleen beroepspersoneel. De dienst
plichtige militair kan zijn gezin
niet meenemen. De commandan
ten van de vijf groepen zijn be
halve militair commandant ook
een soort burgemeester. Want ook
na de dienst heeft hij met zijn men
sen te maken.
Niet iedereen leeft onder dezelf
de omstandigheden. Hy, die inge
deeld is bij een Nike-groep leeft
met zijn gezin in een kleinere ge
meenschap dan zijn collega bij de
Hawkgroepen, die gescheiden werkt
maar gemeenschappelijk woont.
Dit in verband met de mobiliteit
van de Hawk-raket, in tegenstel
ling tot het statische karakter van
de Nike-raket. Evenals bij de
Hawks heeft elke Nike-groep een
hoofdkwartier met vier squadrons.
Een van de vier squadrons leunt
tegen het hoofdkwartier aan. De
andere drie liggen op afstanden va
riërend van vijftig tot honderd ki
lometer van het hoofdkwartier met
een groter of kleiner gehucht als
uitwijkmogelijkheid. De hoofd
kwartieren liggen in de buurt van
flinke steden. Groep I en II
G.G.W. liggen in de buurt van
Münster, Groep III bij Bielefeld,
Groep IV bij Hameln en Groep Y
by Hannover.
Het is duidelijk dat de militair
gelegerd in de buurt van een grote
stad, beter af is dan zijn collega,
die het moet stellen met het ver
tier dat een gehucht biedt. De af
standen zyn dikwijls te groot om
ze regelmatig af te leggen.
Een ingewikkeld systeem regelt
de buitenlandse toelage, afhanke
lijk van de plaats van legering, ge
zinsgrootte, rang, aard van het
werk enzovoorts. Aan dit systeem
ligt het opheffen van het prijsver
schil tussen Nederland en West-
Duitsland ten grondslag.
De militair die in Nederland
droomt van een glimmende limou
sine die hij in Duitsland belasting
vrij kan kopen en waarmee hij be
lastingvrije benzine kan tanken,
komt gedeeltelijk bedrogen uit. Er
kan inderdaad op een goedkope
manier een auto worden gekocht.
Een Volkswagen die in Duitsland
DM 7800,- kost, koopt hij voor DM
6100,-. Een Volvo van DM 15.000,-
kan hij in Duitsland kopen voor
DM 10.000. Daarnaast krijgt hij el
ke maand 120 liter belastingvrije
benzine. Volgens de mening van
de Nederlandse militairen in Duits
land is dit maar net voldoende om
lokaal te tuffen. In Nederland ver
geet men namelijk snel, dat de af
standen in Duitsland veel groter
zijn en dat de reis naar Nederland
ook een stevige slok benzine vraagt.
Dit benzinerantsoen geldt voor één
auto. In het verleden in het wel ge
beurd, dat men er een stokoud
autootje bijhield en de benzine
rantsoenen opstookte in de andere
auto. Elke auto is voorzien van een
zogenaamde B(ritish) F(orces)
G(ermany-registratie). Dit systeem
is overgenomen van de Engelsen
gelegerd in Duitsland.
SCHADELIJK?
Wat verandert er voor een mi
litair die voor vijf jaar naar Duits
land wordt overgeplaatst? In zeke
re zin niet zo heel veel. Of men nu
op een Nederlandse vliegbasis werkt
of op een Westduitse raketbasis
maakt weinig uit. Voor het gezin
van de man verandert er wel het
een en ander. Er wordt wel be
weerd, dat de overplaatsing naar
Duitsland schadelijk zou zijn voor
het gezin. Maar men vergeet vaak,
dat gezinnen van officieren en on
derofficieren gewend zijn frequent
van standplaats te veranderen.
Daarnaast is een groot percen
tage van de in West-Duitsland ge
legerde militairen afkomstig uit het
oosten van Nederland (Overijssel,
Gelderland, Friesland).
Wat de taal betreft, ligt een en
ander ook niet zo zwaar. De leef
gemeenschappen der Nederlandse
militairen liggen sterk geïsoleerd
van de Duitse samenleving. Voor
de squadrons van de Nike-eenhe-
den die niet bij de hoofdkwartie
ren zijn ondergebracht, geldt dit
in mindere mate. Maar de plaatse
lijke winkeliers maken het de Ne
derlanders vanwege de klandizie
uitgebreid naar de zin. In de Sin
terklaastijd keken de Duitsers hun
ogen uit, toen ze in de winkels het
woord „Geschenken" met een „n"
zagen staan. Het was een welwil
lende geste van de middenstand te
genover de inwonende Neder
landers.
De meningen van de echtgeno
tes van militairen die wy in Duits
land hebben gesproken kunnen ui
teraard niet representatief worden
gesteld voor iedereen. Hij is hoog
stens een algemene indruk. In het
algemeen is er niet veel contact
tussen de gezinnen onderling na
de diensttijd. De kleding voor de
kinderen en de dames is duurder
maar degelijker dan in Nederland.
De Duitse mode is volgens de me
ning van de dames een stuk verder
en dikwijls exclusiever. Voor de
vrouw ligt het vertrek uit Ne
derland anders dan voor de man.
Zeker in het begin mist de vrouw
haar familie sterk. Het verlangen
in de vrye weekends naar Neder
land te gaan neemt naarmate men
langer in Duitsland is, gestadig af.
Er is nog een aardige bijkomstig
heid. Het komt voor dat iemand
's avonds gezellig bij een vriend of
kennis een borreltje gaat drinken
op een dorp of stad ongeveer 70 ki
lometer verder. In Nederland is de
afstand RotterdamUtroeht al
gauw een reden om dan ook maar
een nachtje over te blijven.
Zonder meer kan worden ge
zegd, dat het ministerie van De-
sie zich alle moeite heeft getroost
om de woningen zo fraai mogelyk
te maken. Er zijn verschillen tus
sen de woningen van de officieren
(grote eengezinswoningen en
onderofficieren (ruime vierkamer-
flats). Ook de commandant woont
in een ander soort woning. De
mooiste.
De woningen zijn door Duitsers
gebouwd onder Nederlands toezicht.
De Duitser vond het vreemd, dat
eerst de woningen voor de onder
officieren, daarna voor de officie
ren en dan pas voor de comman
dant werden gebouwd. In Duits
land gaat het precies andersom.
Bepaalde Nederlandse zeden zijn
een doorn in het Duitse oog. In
weerwil van de voor elke flat gel
dende bepalingen, dat er een spe
ciale dag (meestal dinsdag) is aan
gewezen om het wasgoed te ver
zorgen, wappert het wasgoed de
hele week door van de Nederland
se woningen. De Duitsers ergeren
zich daar groen en geel aan. De
Nederlander redeneert: My home
la my oastle, hang uit dat wasgoed
In samenwerking met het minis
Dit is een woonwijk vlakbij een van de Nederlandse Navo-bases in Borgholzhausen, ge
bouwd voor de gezinnen van de militairen. In alles lijkt het op 'n Nederlandse wijk. Het zou
met gemak een stukje Rotterdam-Zuid kunnen xjjn.
terie van Onderwijs heeft het mi
nisterie van Defensie allereerst
voor de leerplichtige kinderen scho
len ontworpen met Nederlands on
derwijzend personeel. Daarnaast is
er de mogelijkheid volledig U.L.O.
te volgen en de h.ba. tot de derde
klas. De eerste u.l.o.-klantjes heb
ben het afgelopen schooljaar in
Enschede examen gedaan. Op één
na allemaal geslaagd. Gymnasiaal
en vakonderwijs ontbreken. Vooral
het vakonderwijs is zo gedifferen
tieerd, dat het bijna ondoenlijk is
daar mogelijkheden voor te ope
nen. De kinderen die voor deze op
leidingen in aanmerking ko
men, moeten in Nederland naar
school en ondergebracht worden op
een internaat of bij familie. De
ouders krijgen daar speciale voor
zieningen voor.
Bij de lagere schoolkinderen is
weinig te merken van het feit
dat ze in Duitsland wonen. Ze
nemen wel germanismen in hun
taal op. In de praktijk gaan ze met
Pfenninge om. Op school leren ze
rekenen met kwartjes en dubbel
tjes en wordt Floris de Vijfde even
als in Nederland in 1572 op laag
hartige wijze door de edelen ver
moord. Een keer in het jaar gaan
ze op schoolreisje naar het buiten
land: een bezoek aan het IJssel-
Het blijkt dan voor de Neder
landse kinderen net zo moeilyk te
zijn om met kwartjes en dubbel
tjes om te gaan als voor de Duit
se kinderen in Zandvoort.
Wel is er een duidelijk verschil,
tussen Duitse en Nederlandse kin
deren. Een van de leerkrachten, die
de beginperiode heeft meege
maakt, toen de Nederlandse kin
deren waren ondergebracht in een
lokaal van een Duitse school ver
telt: „Een Duitse jongen van
twaalf jaar lijkt beleefd en is be
slist disciplinair, maar in wezen
stiekum. De Nederlandse Jongen is
meer een kwajongen en openhar
tiger. Het Duitse meisje van twaalf
Is veel ouwelijker dan het Neder
landse en heeft al gauw een taak
in het huishouden.
Volgens een van de leraren zou
een nadeel kunnen zijn, dat de
kinderen op den duur gaan den
ken dat de wereld alleen uit raket
ten, slagbomen, sergeants, kolonels
en militaire tehuizen zou bestaan.
Een voordeel zou zijn dat by een
eventuele kortsluiting bij het kind
op school, een en ander direct be
sproken zou kunnen worden met
de vader, de dominee of aalmoe
zenier, de commandant, de sociale
officier en de dokter, omdat het
onderwijzend personeel toe
gang heeft tot de officiers-messes.
GEFLUISTER
Na de schooluren speien de kin
deren net zo vrolijk met elkaar als
ze in Nederland zouden doen. Hoe
wel het moeilijk is om daar de
waarheid van te achterhalen wordt
er gefluisterd, dat het wel eens
voorkomt, dat Pietje, zoontje van
een sergeant, niet mag spelen met
Ferdinand, de zoon van een kapi
tein. In ieder geval ligt dat niet
aan het kind! Dat maakt geen on
derscheid op die leeftijd tussen
rangen en standen.
De leerlingen van de h.b.s. en
de u.l.o. zijn eigenlijk beter af
dan ze in Nederland zouden zijn.
Omdat de klassen veelal kleiner
zijn, krijgen ze meer aandacht.
Opvallend m dat er op wy jonge
In deze moderne scho- j
len worden de leerplich-
tige kinderen en zij die i
ulo en voorbereidend
hoger (géén gymnasi-
um, hbs tot de derde f
klas) onderwijs volgen J
onderwezen. Moderne
gebouwen met veel licht
en voor de kinderen f
veel aandacht, want de a
klassen zijn klein.
leeftijd veel wordt gerookt. Iets
wat niet zo vreemd is als men be
denkt dat pa de sigaretten erg
goedkoop (weliswaar gerantsoen-
goedkoop (weliswaar gerantsoe
neerd) kan krijgen (twee kwartjes
voor een pakje Amerikaanse).
Een moeilyke groep, waar men
minder goed raad mee weet,
vormen de jongens in de leef
tijd van zeventien tot negentien
jaar, die tussen school en militaire
dienstplicht hangen, niet in Ne
derland studeren of er op andere
wijze verblijven. Er zijn gevallen
van jongens bekend, die de hele dag
maar rondslenteren en niks doen.
Of deze knapen zich in Nederland
anders zouden gedragen, valt te
betwijfelen. Temeer daar het ook
aan de opvoeding van de ouders
kan liggen.
Andere jongens in de leeftijds
groep, werken bij gebrek aan vak
opleidingen in garages en fabrie
ken. Dit is de groep die het meest
kans maakt te verduitsen. Ze krij
gen een vriendinnetje, verloven zich
en blijven hangen, wanneer de ou
ders teruggaan. Datzelfde geldt voor
de ongehuwde onderofficier en of
ficier, die bij Duitsers op kamers
wonen. Hun sociale contact ligt in
tenser.
In het algemeen kan worden ge
zegd dat de Nederlandse militair
meer geliefd bij de Duitser is dan
de Engelsman. De Duitser ziet de
buurman als bondgenoot in de Na-
vo. Hoewel de Engelsman dat in
feite ook is, draagt deze nog te
veel het stempel van bezetter met
zich mee. Bovendien is de taalbar
rière tussen Duitser en Engelsman
oneinig veel groter. Een Nederlan
der spreekt al snel een stevig
woordje Duits of probeert het ten
minste. In een café hoorden wy
een Nederlandse militair tegen een
ijsje etend Duits meisje zeggen:
„Smekt het lekker?"
DIENSTPLICHTIGE
Ondanks alle goede zorgen die
Defensie besteedt aan het wel en
wee van de Luchtmachtmensen in
Duitsland, is er niets aan verloren
een tijdje stil te staan bij de ge
dachte dat de dienstplichtige en
dan in het bijzonder de lagere ran
gen van korporaal en soldaat een
beetje tussen wal en schip is ge
vallen. Men kan redeneren dat
Jan Soldaat per traditie kankert.
Dat is waar wanneer ze over de
maat van de worteltjes zaniken of
over de maatregelen die de ser
geant van de week heeft getroffen,
of over de douw die ze terecht of
niet terecht hebben gekregen.
Maar wanneer men hoort dat ze
slechts een keer in de vier maan
den een geheel vry vervoer naar
huis krijgen, om de dag twee da
gen vrij zijn en behalve sport wei
nig te doen hebben dan naar de
dokter te gaan, te schieten en wat
administratieve klusjes op te knap
pen, dan krijgt het gemopper een
andere klank. Er moet worden ge
zegd dat het leger veel doet om de
besteding van de vrye tijd zinvol
ler te maken. Veel groepen hebben
prachtige sportaccommodaties. De
Welzijnszorg draait, weliswaar niet
van die hele nieuwe, maar in ie
der geval films waarin kusjes
worden gegeven en wordt geknokt.
De katholieke en protestantse mi
litaire tehuizen zijn gelijkelijk ver
deeld. Er worden dansavondjes ge
organiseerd, waarvoor de legerlei
ding ter plaatse de ziekenhuizen
afbelt om danslustige verpleegsters,
die van moederoverste instructies
krijgen.
Voor zover de soldaat is gelegerd
bij de hoofdkwartieren (zoals de
Hawk-eenheden) pikt hij van de
algemene ontspanning nog wel een
graantje mee, maar de soldaat van
de Nike-groep heeft het minder
goed. Een commandant van zo'n
Nike-stelling in Borgholzhausen.
„Ik heb hier een Protestants Mi
litair Clubhuis, de manschappen-
kantine en af en toe een cabaret
gezelschap en dan houdt het op.
Voor de rest moeten ze hun tijd
zelf zoet brengen. Ik heb geen
sportveld. Het dorp hier bestaat uit
ongeveer 3000 agrariërs. Tien uur
's avonds naar bed, vijf uur '«mor
gens op. Bovendien leeft hier nog
het Duitsland van tussen de
twee wereldoorlogen. Vooral een
gesprek met de ouderen begint
steevast met politiek en eindigt
met de Tweede Wereldoorlog. Ik
heb geen ruimte voor een hobby
shop. Er wordt weinig gestudeerd,
maar er is ook geen ruimte voor.
Myn eigen bureau stel ik 's avonds
beschikbaar. Je moet kunnen zeg
gen, ik heb drie lokalen om te stu
deren, maar ik kan het niet. Da
gevolgen zyn dat de soldaat kri
tisch wordt, gauw geïrriteerd en
ga maar door. Er zijn officieren
die zeggen, laat ze in d'r vrye tijd
excerceren, of de grassprieten
groen spuiten, maar dat lijkt me
toch te dol".
Het blijft natuurlijk moeilyk
voor het ministerie van De
fensie om in al deze zaken veran
dering te brengen. Het ministerie
kan bezwaarlijk aan elke wens te
gemoet komen, temeer daar de
meeste dienstplichtigen sociaal
nogal verschillend zijn.
Maar men zou bijvoorbeeld de
verlofregelingen kunnen ver
beteren, of de buitenlandse
toelage (f 104 wedde aangevuld met
f45 buitenlandse toelage). Men zou
ook de dienstplichtige militair in
staat kunnen stellen belastingvrije
benzine te kopen. Een groepje zou
dan gezamenlijk een auto kunnen
kopen, waardoor de reiskosten min
der worden en ze tevens meer van
hun bewegingsvrijheid kunnen ge
nieten.
Dat zyn toch zaken die het mi
nisterie wel kan regelen. Het mi
nisterie stelt daar tegenover, dat
men door de soldaat in staat te
stellen belastingvrije benzine te
kopen de een op le ander zou be
voordelen. De een kan wel 'n auto
kopen de een op de ander zou be-
meen denkt Den Haag te lang
over dit 60ort zaken. Per slot van
rekening gaan de beroepsmilitairen
vrijwillig naar Duitsland en wor
den de dienstplichtigen vrijwil
lig aangewezen. Om dan in Duits
land te roeien met de riemen dia
in Den Haag zijn aangevraagd.
Weekalndblftage Leidsch Dagblad
Zaterdag 1 juli 1967