„Zwart-boek" over de nood
van vele middenstanders
Henk Solleveld:
tien jaar geleden
geen cent, nu
zes fotozaken
ZATERDAG 13 MEI 1967
LD.-EXTRi
Selfmade-men
zo worden mensen genoemd, die in korte
of langere tijd op eigen kracht hoog
op de maatschappelijke ladder stegen.
Dit is het eerste van enkele artikelen
over typische selfmade-men
kocht nog een zaak. Hierdoor kon
ik nog efficiënter werken. Zo effi
ciënt dat ik er iedere twee jaar
een zaak bij kon kopen of openen.
Maar ik eiste ook te veel van
mij zelf. Ik geloofde nameiyk dat
er niet een zo goed was als ik. Dus
deed ik alles. Inkopen, verkopen,
boekhouden, inpakken, versturen,
etaleren en ga zo maar door. Maar
toen ik tweemaal geruime tijd
door ziekte uit de roulatie moest
bleken de zaken zonder mij ook
te floreren. Het beste bewijs dat
je medewerkers het ook kunnen.
De laatste jaren ben ik nu ook
nog belanghebbende bij een confec
tiebedrijf en een bouwonderneming
en natuurlijk, maar dat pro deo
voorzitter van DWS.
HARD
Hoe het komt dat ik dit in tien,
twaalf jaar bereikte? Door hard,
heel hard te werken en door de
enorme steun van mijn vrouw, die
jarenlang de eindjes aan elkaar
knoopte, zoals dat heet.
Ieder dubbeltje ging in de zaak,
later zaken. Wij leefden van f 60
per week, waarvan ook de huur be
taald werd. Ik reed, twee jaar, na
dat ik deze zaak had, nog steeds
op de flets. Als het hard regende
maar dan moest het wel dro
men nam ik de tram. Iedere
cent hebben wij driemaal omge
keerd, en nog zal niemand van ons
wij hebben drie kinderen zo
maar eens iets kopen.
Je bouwt geen bedrijf op met
veel uitgeven voor jezelf.
DE telefoons op het eikehouten bureau van Henk Solleveld
43) rinkelen nijdig. Hij neemt ze beide met een routine-
gebaar op en beantwoordt bijna gelijktijdig een klant, die
iets over een filmcamera vraagt en een DWS-supporter, die
iets wil weten over een uitwedstrijd van zijn club. Wanneer de
tplefoongesprekken achter de rug zijn, kijkt de man, die een
jaar terug, toen DWS deelnam aan de strijd om de Europa
Cup, maandenlang een veel gevraagde en geïnterviewde fi
guur was voor radio en tv, even door het raam van zijn kan
toor naar beneden. Naar zijn winkel en de drukte daarbuiten,
waar in de lentezon honderden Amsterdammers, provincialen
en buitenlanders wandelen op het Amsterdamse Damrak. De
winkel waarin hij zo'n achttien jaar geleden begon als ver
koper van sigaretten, souvenirs en soms ook fotoartikelen. Nu
is de zaak zijn eigendom. Maar dat niet alleen. De zaak die hij
met zijn eigen handen opbouwde heeft reedsfilialen en
daarnaast is de ex-verkoper van pruimtabak en klompjes
mede-eigenaar van een confectiebedrijf en heeft hij belangen
in een bouwonderneming.
H°nk Solleveld is in de voetbal
lerij bekend als voorzitter van
de club uit de Spaarndammer-
buurt, DWS, de vereniging die on
der zijn leiding van de onderste
plaats in de eerste divisie opmar
cheerde tot de kwartfinale van de
Europa Cup.
Tien jaar terug gestart zonder
één cent met een heel klein fo
towinkeltje, als kleine zelfstandige
zoals men dat pleegt te noemen.
Waarom en hoe?
„Hiertussen ligt een heel leven",
zegt hij bedachtzaam. „Ik had ook
metselaar kunnen zijn, of misschien
zelfs artiest. Dat ik in de fotogra
fie terechtkwam, was puur toeval.
Dat ik het verder schopte is een
ander verhaal.
wy waren thuis met z'n zevenen.
Vader, moeder, een broer en drie
zusjes. Mijn vader was havenar
beider/metaalbewerker, die zijn
portie meekreeg van de crisis in
de jaren dertig. Ik moest iets be
ters worden, meenden ze thuis. Dus
ging ik naar de etaleurschool. Ja
waarom? Een kind van twaalf jaar
weet toch niet wat hij worden wil.
Dat beslist meestal de bovenmees
ter.
SALARIS
Ik volgde de school, deed exa
men, slaagde en kreeg zowaar met
een een baan. Als leerling-etaleur.
Voor het vorstelijke salaris van
tien gulden. Nee, niet per week,
per maand. Dat was voor een
broekje van 15 jaar in die tijd heel
normaal. Evenals de zakgeld-norm;
een dubbeltje van de gulden. Dus
tien dubbeltjes per maand, oftewel
26 dagen pér maand platzak. Daar
voor vielde ik weinig. Dus ging ik
in mijn vrije tijd tekenen. Prijs
kaartjes voor een kaaswinkel.
Bordjes als „Verzoeke hier geen
rijwielen te plaatsen", „De koffie
is klaar" en meer van dat fraais.
De verkoop ging wel, maar de op
brengst dekte de kosten van het
karton nauwelijks.
Dus wat anders aanpakken. Schil
derijen produceren. Precies passend
in tweedehands lijsten, die ik op
het Waterlooplein kocht. Molentjes,
waterpartijen, landschappen en stil
levens. Hier en daar zal nog wel
een produkt van mij hangen. Ge
signeerd en wel, want ijdel was ik
al jong.
Daarnaast verdiende ik nog wat
ik verdiende al jong graag wat
als figurant in revues. Ik schreef
zelfs een paar schetjes. Het revue-
werk lag mij goed. Zo goed, dat
ik er een hele tijd mijn hoofdbe
roep van maakte. Tot groot ver
driet van mijn ouders.
En toen kwam het fototoestel in
mijn leven. De vader van een
vriend van mij bepaalde met
de camera mijn verdere levensweg.
Hij verkocht fototoestellen en werk
te er soms mee op straat, als
straatfotograaf. Dat leek mij ook
wel iets. Ik vroeg een vergunning
als straatfotograaf, kreeg het pa
piertje en begon met plaatjes schie
ten. Bij een gebouw van zuigelin
genzorg. Het liep als een spoortrein.
Tot de fotograaf die daar altijd
voor de oorlog had gestaan ineens
ten tonele verscheen en zijn nobe
le handwerk weer ging opvatten.
Ik moest plaats maken.
Ik koos een andere standplaats.
Bij de rondvaartboten. Maar dat
gehang en gemier in regen en wind
was ik snel beu.
50 GULDEN
Mijn fotomateriaal betrok ik in
een winkel op het Damrak. Inder
daad de zaak waar wij nu zitten
te praten. Ik kwam er dikwijls en
hielp soms wel eens een buitenlan
der, omdat de toenmalige verkopers
er geen raad mee wisten. Toen ik
weer eens aan het verkopen was
zei de eigenaar. „Zeg Henk, wil je
niet hier komen werken?" Ik dacht
er een avondje over na en hapte
toe. Ondanks het salaris - f 50 per
week - dat veel lager was dan wat
ik met het losse werk verdiende. Ik
wilde een geregeld leven en ging
dus lepeltjes, chocolade en fototoe
stellen verkopen. Al snel had ik
door dat ik veel te weinig wist. Dus
ging ik cursussen volgen. Midden
standsdiploma, vakdiploma, han
delskennis, talen. Ik studeerde iede
re avond tot twee uur 's nachts.
Na zo'n acht maanden deed ik al
les in die zaak, inclusief de inkoop,
leuk maar het verstevigde ook
myn verlangen naar een eigen
zaak. De kans ik kon een win
keltje kopen greep ik dan ook
dankbaar aan. Maar al liep die
zaak prima, ik wilde naar het cen
trum en het liefst naar het Dam
rak, waar ik zo prettig had gewerkt.
Onverwacht hoorde ik dat mijn
oude baas zijn zaak wilde
verkopen. Ik vloog erheen en
kwam tot een akkoord. Maaréén
ding ontbrak mij, geld. Ik bezat
geen rooie cent. Ik had zelfs nog
schuld op mijn eigen zaakje. Ik
kreeg dertig dagen optie. Na 29
slapeloze nachten was ik nog even
ver. Maar de dertigste dag bracht
de redding. Een bank gaf mij kre
diet.
Had ik tot dat moment hard ge
werkt, gebuffeld mag je wel zeg
gen, nu kende ik helemaal geen
rust meer. Na winkeltijd ging ik er
op uit. Op het fietsje. Camera's de
monstreren. Films draaien in de
hoop een toestel te verkopen De
souvenirs en de tabaksartikelen
deed ik van de hand. In een ech
te fotozaak zag ik meer. Het luk
te. Ik verbouwde een beetje en
startte met een smalfilmafdeling.
Reorganiseerde, kreeg wat kapi
taal daar de zaak goed ging en
Iedere cent
hebben we
driemaal
omgekeerd
elk dubbeltje
stopten we
in de zaak
Het geheim van mijn succes. 1
geheim van ieder succes. In
zakenleven, de artiesten-busin
de sport, ja ga maar door: In
eerste plaats werken, in de tra
de plaats hard werken en in
derde plaats keihard werken. Z
nig zijn en je aan je afspral
houden.
GEEN „GELUK
Dat is de basis, meen ik. f
geluk zoals velen denken. Degei
die dat geloven zijn de mensen,
de woorden „ik heb recht hier
of „ik heb recht daarop" in
mond bestorven liggen. Dat
de mensen, die, wanneer ze so
citeren, voor alles vragen: „H
veel vakantie heb ik? Hoe laat s!
de zaak?" Ik gun iedereen v
tijd. Veel vrije tijd. Ook uit za
lijke overwegingen, want hoe ra,
vrije tijd iedereen heeft, hoe m
er wordt gefotografeerd. Ik voe
als een van de eersten zes jaar
leden voor ons personeel de v
daagse werkweek in. Maar
veel vrije tyd wenst en ervan
niet, moet niet verbaasd zijn, w
neer anderen, die in diezelfde
werken of studeren, maatschap
lijk verder komen.
Ik ben er zeker van dat ge
niets te maken heeft met het
nancieel geslaagd zijn.
Geluk is, wanneer je gea
bent en je bezit een fijn
gezin. Wanneer ze dat
doelen, wanneer ze zeggen „Hl
heeft geluk gehad", dan hebber
gelijk. Want vooral aan dat laa
heeft het mij nooit ontbroken
lillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllilllllilllillllllliliilllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllilllllllllllllllHlllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllillllll
•w-jR wordt een ,gwart-
uoek" geschreven in
•L-d NederlandEen boek
over redeloos geloof in
een onmogelijke zaak. Over
geploeter in welvaartsjaren,
waarbij de welvaart voor de
ploeteraars steeds meer on
bereikbaar werd. Het wordt
vlug geschreven. Pagina na
pagina. Duizenden in totaal.
En al die bladzijden zijn
zwart. Vrijwel helemaal zon
der de grijze toon van gewee
klaag. Dit is een passage uit
één ervan-' „Op onze leeftijd
gaan de inkomsten jaarlijks
terug. Want wij behoren bij
de oude kappers en de jonge
ren lopen onze deur voorbij.
De laatste paar jaar heb ik
aan inkomsten 75 tot 80 gul
den bruto loondaar moet
nog AOW van worden be
taald, verwarming enz. Dus
zo u ziet is het te weinig om
het recht te houden".
D8t is dan de bijdrage van een
59-jarige herenkapper aan het
„zwart-boek" over de noodlijdende
middenstand, dat wordt aangelegd
in dikke ordners van de Stichting
„Ontwikkeling en Sanering voor
het Midden- en Kleinbedrijf".
Vele duizenden aanvragen om
hulp zijn reeds uit het hele
land ingestuurd naar de hoge
kantorenflat in een zanderig Am
sterdams voordorp-in-aanbouw,
waar de stichting zetelt. Aanvra
gen van winkeliers, kleine schip
pers en ambachtslieden om einde
lijk de helpende hand toegestoken
te krijgen en te kunnen ophouden
met nutteloos slaven en sjouwen.
Om na hun 55ste jaar f 305 tot
f 539 of na hun vyfenzestigde f 114
per maand te krijgen, als zij een
zaak sluiten die zij minstens al tien
jaar drijven met de laatste drie
jaar het povere resultaat van ge
middeld nog geen f8400 inkomen
per belastingjaar.
Jarenlang zijn zij netjes in de
statistieken gegroepeerd
in 1962 had 31 procent van de
middenstanders een inkomen van
minder dan f 6000,-.
in 1964 had 13,8 procent min
der dan f5000,- een 44,2 procent
minder dan f 10.000,- netto-winst,
op een totaal van circa 211.00
„ondernemingen" in allerlei
branches.
Nu enkele maanden geleden dan
de lang besproken mogelijkheid
van overheidshulp is geopend, stap
pen zy uit de droge cijfers tevoor
schijn.
De kruidenier uit Breda, die al
40 jaar zijn winkel drijft en
die by wijze van excuus be
richt dat hij het laatste jaar dag
in dag uit voortwerkt met
een ernstige zenuwontsteking in
zijn been: „Daar zit ik mee,
want ruim de helft van mijn
omzet bracht ik op de fiets weg,
terwijl mijn vrouw in de winkel
helpt. De verste klanten moest ik
opzeggen en de rest bezorg ik met
hulp van buren per auto. De
ze hulp wordt wel spontaan gege
ven, doch dat kan niet voortduren,
zoals u begrijpt. De verdienste vap
mijn zaak was in '64 f 3800 en in
'65 f3880".
Een bakker in een Limburgs
dorp is al twee jaar ziek. Hy ïydt
aan een hartkwaal. Zyn vrouw
<57 jaar) schrijft: „Dagelijks moet
ik met myn knecht in de bakkerü
staan en daarna moet ik dan nog
zeven tot acht uren langs de deu
ren myn brood slijten. Myn man
mag niet werken, dus als ik thuis
kom kan ik met het huishouden
beginnen. U begrijpt dat de zaak
daardoor steeds terugloopt en dat
ik het lichamelijk ook niet kan
volhouden".
SLECHT VAK
Een 59-jarige Zuidhollandse
graanhandelaar, die „een bestaan
had" door ook nog het transport
van bussen melk van boeren naar
de fabriek te verzorgen: „De dok
ter zei my dat ik voor wat myn
rug aanging, een slecht vak had en
dat hij niets meer voor my kon
doen. Ik heb myzeif door te zwaar
werk teveel gegeven en moet
het eindeiyk opgeven". Hy schryft
dat hy nu hy het melktransport
heeft gestaakt, op zyn geleende
werkkapitaal van f 20.000 per jaar
f 3000,- verliest. Daardoor gaat
thans ook zyn graanhandel ten
gronde.
Een kruidenier uit Overysel: „Ik
ben 58, heb 6 kinderen beneden de
14 jaar en moet zien rond te komen
van nog geen f 8000 per jaar. Myn
vrouw en ik doen alles samen om
dat onmogeiyk hulp betaald kan
worden. Onze stad telt 12000 inwo
ners, voor wie zo'n 30 kruideniers
beschikbaar zyn. wy waren in het
bezit van twee huizen, dit waarin
we wonen en dan nog een. Dat an
dere hebben we moeten verkopen
om aan onze verplichtingen te
kunnen voldoen. Nu hebben we
geen reserve meer".
Dit is een kleine lezing uit brie
ven die uitvoerig zyn, maar die
toch byna nergens klaaglyk wor
den, wat frappant is voor een Ne
derlands volksdeel-in-de-knel. Het
gros van de post is uiterst beknopt.
Velen vragen om een invul-formu-
lier. Sommigen verzoeken beleefd
om een grondig onderzoek van hun
geval en noemen dan een jaarin
komen van f4500 er zyn er die
netjes een postzegel voor antwoord
by sluiten. Soms schrijven kinderen
voor hun ouders. In een enkel
geval is er als aandoeniyk „bewys-
stuk" by de brief een sigarenzakje
met firmanaam gevoegd.
De stichting, die de overheids
steun onder de daarvoor in aan
merking komenden verdeelt, heeft
by wyze van steekproef alvast een
nauwkeurig onderzoek ingesteld op
honderd aanmeldingen. Onthul
lend was de uitslag daarvan óók
over de achtergronden van de be
knopte briefjes.
NIET GEZOND
De heer H. Pvoi, .ecretaris van
de stichting zegt daarover: „Het
ïykt wel of er in Nederland geen
gezonde middenstanders is. Heel,
heel velen boven de vyfenvyftig
hebben een slechte gezondheid".
Over de gegroeide nood: „Wy
hebben altyd gezegd dat er onder
de middenstand meer armoede
heerste dan de buitenwereld wist.
Nu is gebleken dat er dubbel zoveel
armoe is als wij elf vermoedden.
Neem maar het standaard-geval
van man en vrouw die samen een
winkeltje drijven dat destyds nog
van vader is geweest. Gezin en
zaak zyn by die mensen volkomen
met elkaar vergroeid. Zy kennen
geen vrije tyd. Als ze een auto
hebben is die voor de zaak. Alle
welvaartsverworvenheden gaan
bulten hen om".
En de mislukking, na al die ja
ren van werken: „Dat hangt met
het vorige samen. Het is niet al
leen zo dat deze mensen zelf de
veranderde tyd niet mee-beleven,
ze zien ook de veranderingen niet.
Ze kennen de gedachten van de
jonge consument niet en de gewy-
zigde manier van inkopen doen.
Ze bleven in de oude trant door
gaan, in de hoop dat het wel weer
zou lukken. En naarmate ze ach
ter raakten, gingen ze steeds har
der ploeteren. Ze stootten emotio
neel oneconomisch door. Dat ging
dan weer ten koste van hun ge
zondheid. Zo gleden ze langzaam
af".
En nu al die mensen die van
's ochtends vroeg tot 's avonds laat
onevenredig hard hebben gewerkt
onder de leuze „liever kleine
baas dan grote knecht", die mees
tal met geen stok naar de sociale
bijstandsuitkering, hoe staan die
dienst waren te krygen voor een
tegenover de liquidatie van een
stuk van nun leven via het sane
ringsfonds?
„Die stap is nu niet zo groot'
zegt de heer Post. „Men ziet het als
een uitkoop. Als een vervanging van
de mogell;'-',eid tot verkoop van
zaak en goodwill. En ze houden hun
vryheid. Met hun sobere levens-
wyze en door hier en daar nog eens
een karweitje te doen, zullen ze er
van de uitkering wel kunnen ko
men".
De stichting wil zo snel moge-
ïyk effectief gaan saneren onder
de noodlydende kleine middenstan
ders. Terwyl de aanvragen i
biyven binnenkomen en er i
massa's voorbereidend werk ro
ten worden verzet, wil men
streeks juni reeds de eerste uitl
ringen doen.
Dat zal dan gebeuren via ve
tien provinciale en stedelyke co
missies. Er is voor dit begini
f 5,5 miljoen beschikbaar. D
moet mee gewoekerd worden
heer Post: „Als je op 1 juni i
tweehonderd winkeliers f300 g>
en alle volgende maanden weer,
er komen elke maand weer t»
honderd extra by, reken dan m
uit. Het is een sneeuwbal-effect
De secretaris van de stichting
zich er niet over uitlaten wat
volgend jaar, als de sanering e
maal goed op gang is, nodig
zyn, berekeningen leren echter
de ryksbegroting voor 1968 dl
voor met tientallen miljoenen I
dens moet worden belast.
Ook het ontwikkelingswerk
immers geld vragen. Dat f
houdt in het gezond maken,
adviezen en kredieten, van tenra
ste drie jaar bestaande zal
die gemiddeld tot f 14.000 inko:
hebben opgeleverd. Hiervoor
nog pas enige honderden aan'
gen binnen gekomen, maar
verwacht hierin allengs een P
Het is wellicht nuttig, gezier.
reacties op eerdere bericü
tot slot nog eens het adre
geven van de Stichting OntwiN
ling en Sanering voor het Midi*
en Kleinbedrijf. Dat is: Burg. 6
guerstraat 1183-1187, Amsterd»
W. Als er een „zwart-boek"
worden aangelegd van vergeten
ciale dieptepunten, kan dat
beste maar zo volledig mog<
zyn. Wat het trieste van zo'n 1
zameling misère betreft, is
trouwens maar relatief: Nederii
is het eerste land dat de bes'
ding van de middenstands-nood
een dergeiyke manier ter fc
neemt.