„Geen nonsens over
handschriftkunde"
Grafoloog H. A. Brinkhorst:
J
i
Weekeindbi|fage Lefdsch Dagblad
j
in Hoe kom je in een dergelijk
^k? Hoe kun je de verantwoor
dje liijkheid dragen voor een
vanpalyse, die beslissend kan zijn
^fjor iemands loopbaan? Is het
het (Heen maar een systeem of
pmt er toch ook wat anders
lewjl kijken? Blijft de grafoloog
ren. jiet teveel aan de rand van het
"®c" feleleven?
be-1
hy Al die vragen stormen in een
aad ergelijke ontmoeting op je af
^"emeer waar er sprake is van
te-lgemene termen als verstan -
"ae* lelijk niveau, tact, wilskracht,
oorzettingsvermogen, plichts
van jesef, karaktersterkte, be
trouwbaarheid.
Niet moeilijk
De vraag naar het waarom is
oor grafoloog Brinkhorst niet
ïoeilijk te beantwoorden. In de
erste klas van de hbs zag leer-
ng Brinkhorst op het bord
erschillende handschriften
an de leraren. Het driftige ka-
akter van de een, de dromerige
istelling van de ander vonden
weèrspiegeling in dat
landschrift en toen was zijn
oteresse voorgoed gewekt. Hij
tudeerde in Groningen psy-
ihologie bij professor Heymans
n daarna in Amsterdam bij
irofessor Kohnstamm. Na deze
itudie vestigde hij zich in de
'oofdstad als psycholoog. Van
Bnorme betekenis was de sa-
aenwerking met de inmiddels
overleden Amsterdamse psy
chiater dr. B. Stokvis.
Die ervaring doet grafoloog
binkhorst zich ook scherp ke
ren tegen de beunhazen in zijn
vak, die langs de weg van de
helderziendheid en sterren
wichelarij nonsens debiteren
de handschriftkunde
(Zo'n waarzegger schreef eens
dat een gekantelde letter op een
gekantelde baarmoeder wijst).
De meest begaafde grafoloog,
Zaterdag 13 mei 1967
N zijn rustige, bescheiden woning in de Parkstraat in Velp
vlak bij de Gelderse hoofdstad schrijft grafoloog H. A.
Brinkhorst (63) zelf alle brieven met de hand, in antwoord
op een analyse van het handschrift door particulieren. Dit
uiteraard ondoenlijk voor rapporten, die uitgebracht worden
rechterlijke instanties en het bedrijfsleven. Hij treedt zijn
Boeker in de studeerkamer op dezelfde bedachtzame wijze
gemoet, waarmee hij brieven en ander schriftuur beziet.
Zijn uitspraken laten niets aan het toeval over: Handschrift
;gt niet. Schriftvervalsing komt er altijd uit. De bewijskracht
gelijk aan die van een vingerafdruk.
Beunhazerij, nonsens over handschriftkunde langs de weg
n helderziendheid en sterrenwichelarij hebben de systema-
che grafoloog al heel wat moeilijkheden, bezorgd. Maar in
mmerciële kringen is zijn reputatie bevestigd, aldus de heer
inkhorst. Het bedrijfsleven kan immers aan de hand van
ervaringen met een nieuweling controleren, in hoeverre
:e analyse van zijn handschrift juist was.
aldus onze gastheer, kan en
mag geen medische diagnose
stellenZonder medische op
leiding is hij daartoe niet in
staat, noch bevoegd.
Beperkt alles zich dan tot een
systeem, dat door iedereen
zonder meer geleerd en
toegepast kan worden?
Met deze vraag wordt een
kernkwestie in de grafologie
aangeroerd, die niet bepaald
eenvoudig is. In zijn leerboek
„Hoofdlijnen van een systema
tische grafologie" (uitgave L. J.
Veen, najaar. 1953, met 500 ta
bellen en 35 afbeeldingen) doet
grafoloog Brinkhorst zich ken
nen als een wetenschapsman,
die nauwgezet en verantwoord
de verschillende stromingen in
de grafologie analyseert.
Hij bespreekt de grafologische
scholen (Michon, Crépieux,
Klages, Pulver) en wijdt grote
aandacht aan bijvoorbeeld het
werk van dr. J. Slikboer Gra-
phodiagnostiek. Dr. Slikboer is
een voorstander van steeds
meer inschakeling van de in
tuïtie.
Auteur Brinkhorst meent:
„Wie alleen op de intuïtie af
gaat, deze niet verdiëpt en con
troleert, blijft een onvolwaardi
ge op wetenschappelijk terrein.
Ook bij de grafologische arbeid
mag de intuïtie niet het eerste
en laatste woord hebben.
Wanneer wij een manuscript
ter hand nemen, moeten wij
niet beginnen met buiten-ver
standelijke dromerij, maar met
een loep voor het oog en de pen
in de hand dadelijk een aan
vang maken met een nauwkeu
rige doorvorsing van het
schrift.
Natuurlijk kan, als onze ge
dachten gaan werken, niet wor
den voorkomen, dat ook onder
bewust logisch werk wordt ver
richt en conclusies worden ge-
Het bewijs
Grafoloog Brinkhorst hé-
sloot eens tot een afwijzend
advies bij de aanstelling van
een vertegenwoordiger voor
een chemische fabriek. Hij
vond hem als een labiel type
niet geschikt voor de buiten
dienst. De fabriek negeerde
dit advies. Later bleek dat de
man na korte tijd was ont
slagen. Op de eerste dag al
boekte hij des morgens, een
paar orders maar 's middags
ging hij uit vissen
Bij een bank ontstond gro
te consternatie toen in de
muur bij de lift woorden met
een scherp voorwerp waren
gegrift, die niet bepaald net
jes, een belediging vormden
voor een directielid. Wie zou
er onder de honderden, die
van een dergelijke lift ge
bruik maakten, de schuldige
zijn? Hoe kon dit beoordeeld
worden met zo weinig gege
vens? Een minutieus onder
zoek volgde van velerlei
handschriften uit de omge
ving van dit directielid. Na
dat het ivas afgesloten werd
de betrokken man bij de di
rectie geroepen. Nog voordat
hij beschuldigd was bood hij
zelf zijn ontslag aan
Onder de 25 gediplomeer
de grafologen,- erkend door
de Nederlandse vereniging
van wetenschappelijke be-
roepsgrafologie, neemt de
heer Brinkhorst een uitzon
derlijke plaats in.
trokken. Doch, zodra het resul
taat van die onbewuste denk
arbeid in ons bewustzijn op
duikt moeten wij ons globale
oordeel, onze totaal-indruk,
verstandelijk gaan verifiëren
en differentiëren".
Conclusie
Verderop constateert hij
„Van nature heeft de mens nu
eenmaal een dialectische struc
tuur. Deze structuur krijgt ech
ter naarmate een mens er
in slaagt de contrastaire wer
kingen in zijn wezen tot een
meer geordend geheel saam te
schikken een min of meer
harmonisch aspectDe con
clusie is gerechtvaardigd, dat
het harmonie-niveau van het
schrift de voornaamste factor
van de structuur van het
schrift moet zijn Van dui
zendtallen handschriften ana
lyseerde ik", aldus auteur
Brinkhorst, „de aard en de
graad der harmonie en zonder
uitzondering bleek een hoog
peil met onregelmatigheid en
ongedifferentieerdheid.
Het onderzoek van grafoloog
Brinkhorst leidde tot een
indeling van de hand
schriften in 8 grondtypen.
1. Het waarden-verwerkelij
kende type zedelij k-sociale be
wustheid, liefde voor mens en
mensheid, onbaatzuchtigheid,
abstracte en logische wijze van
denken, subtiel gevoelsleven)
met harmonisch, regelmatig,
gedifferentieerd schrift.
2. Het theoretische type
(drang naar kennen der waar
heid, evenwicht, gebaseerd op
redelijk besef, fijnheid en
scherpheid van oordeel, ge
moedsrust, arbeidslust, begin
selvastheid betoming spontane
aandriften door redelijke be
zinning) met harmonisch, re
gelmatig, ongedifferentieerd
schrift.
3. Het esthetische type (er
kenning van 't schone als bezie
lende kracht in 't leven, schep
pingsdrang, drang naar har
monie in eigen binnenste, im
pulsiviteit en enthousiasme, ge
voel van eigenwaarde, supe
rioriteitsbesef) met harmo
nisch, onregelmatig, gedifferen
tieerd schrift.
4. Het gepassioneerde type
(vatbaarheid voor indrukken,
diepe inwerking van de werke
lijkheid op het gevoelsleven, se
rieuze kanalisatie van aanwezi
ge energie, plichtsbesef, weer
standsvermogen, behoefte
aan bewegingsvrijheid, zelfver
trouwen, fierheid) met dishar
monisch, regelmatig, gediffe
rentieerd schrift.
5. Het natuurlijke type (na-
tuurlijk evenwicht tussen spon
taniteit en aanpassing, geen
hinder van remmingen en
spanningen, medegevoel, be
reidwilligheid, toegevendheid,
meegaandheid, warm gevoels
leven, aanpassingsvermogen,
gemakkelijkheid in omgang)
met harmonisch, onregelmatig,
ongedifferentieerd schrift.
6. Het onbewogen type (ge
brek aan bezieling, geen hang
naar harmonie, afgestemdheid
op dagelijkse behoeften, inner
lijke leegte, ontwijking van
problemen, dorre verstandelijk
heid, geen gevoel van eigen
waarde, slapheid van karakter)
met disharmonisch, regelmatig,
ongedifferentieerd schrift.
7. Het overgevoelige type (te
grote vatbaarheid voor indruk
ken, verstoord evenwicht, ge
brek aan concentratie, labiele le
venshouding, tweeslachtigheid,
ondermijnde wilskracht, angst
vallige waarneming en ziekelij
ke ontleding van eigen gevoe
lens, sentimentaliteit, neiging
tot zelfbeklag, geen oog voor
grenzen, effectbejag, snoeverij,
gemaaktheid, onechtheid) met
disharmonisch, onregelmatig,
gedifferentieerd schrift.
8. Het structuurloze type (on
bezieldheid en onevenwichtig
heid, leegheid van ziel, geen
drang naar levensontplooiing,
innerlijke tegenstrijdigheid,
wilszwakte, lusteloosheid, lui
heid, onzelfstandigheid, zelfon-
derschatting, angstvalligheid)
met disharmonisch, onregel
matig, ongedifferentieerd
schrift.
De grondvormen van het
schrift leggen grafoloog Brink
horst een typologie op, die de
gangbare indelingen eenvoudig
doorbreekt. De structuur van 't
schrift symboliseert voorname
lijk de toonaangevende interes
se en intentie, ongeacht haar
fysische of geestelijke gericht
heid; omtrent de totaliteit en
de gecompliceerdheid van het
karakter kan alleen het samen
stel schriftstructuur schrift
details voldoende uitsluitsel ge
ven.
Experiment
Uiteraard is er op dit terrein
nog veel dat nadere onderzoe
king vereist. Ondanks zijn
drukke leven en de vele op
drachten schrikt grafoloog
Brinkhorst er niet voor terug
een experiment op touw te zet
ten, dat zijn weerslag zal vin
den in een nieuw boek.
Hij wil daarin aantonen dat
er een correlatie bestaat tussen
rrET kan niet adders
de leek duizelt het
wel eens bij het le
zen van al die termen en
onderscheiden. Tot zijn
opluchting constateert hij
dat ook de grafoloog daar
bij op de begane grond
blijft.
Al die structurele en ka
rakteristieke eigenschap
pen zijn ten slotte slechts
bouwstenen voor de op
bouw van het kenmerk
van de persoonlijkheid.
Onontbeerlijk blijven
daarbij zulke gewone za
ken als: geslacht, leeftijd,
(schrijfvaardigheid)be
roep, nationaliteit, tijds
gewricht, waarin het
handschrift vervaardigd
werd. De sexe moet de
grafoloog kennen omdat
er vrouwen zijn, die vol
doende mannelijke karak
tertrekken bezitten en
mannen, die over genoeg
vrouwelijke eigenschappen
beschikken om hand
schriften te produceren,
die van het tegengesteld
geslacht afkomstig schij
nen te zijn. Nog niet be
reikte of verloren gegane
geoefendheid in het
schrijven, gemis aan
schrijfvaardigheid omdat
men slechts zelden de pen
hanteert, mogen evenmin
verwaarloosd worden. Het
beroep moet hij weten,
omdat er bijvoorbeeld on
derwijzers en zakenlui
zijn, wier handschriften
kenmerken dragen, die be-
roepsgewijze overeenstem
ming vertonen. Nationali
teit en tijd van ontstaan
van het handschrift moe
ten bekend zijn om na te
kunnen gaan in welke op
zichten het te beoordelen
schrift zich onderscheidt
van dat van volks- en
tijdgenoten.
Hiernaast:
Type I: Harmonisch, re
gelmatig gedifferentieerd
schrift (waardenverwer-
kelijkende type).
Type VIII: Disharmo
nisch, onregelmatigonge
differentieerd schrift (het
structuurloze type).
lichaamsbouw en karakter. Met
een onderzoek, waarin 100
proefpersonen zijn betrokken,
wil hij de resultaten vergelijken
tussen het rapport over hun
handschrift en het fysiogno-
misch rapport.
Eerst voltooid hij zonder
de proefpersonen te hebben
gezien het rapport over hun
handschrift, waarna bij hem
thuis het fysiognomisch onder
zoek volgt. Dit bestaat uit het
meten van de lichaamslengte,
de lichaamsomvang en de le
dematen.
Uit de mate van ontspanning
der spieren, nadat zij aange
spannen zijn geweest, conclu
deert de heer Brinkhorst ten
slotte het algemeen weer
standsvermogen.
Met één conclusie van
auteur Brinkhorst in
leerboek „Hoofdlijnen van
een systematische grafologie"
kan ook de leek het volkomen
eens zijn:
„Men kan van een hand
schrift de structurele en karak
teristieke kenmerken opsporen
en daarna aan de hand van
onze groeperingen het type en
de verschillende karaktereigen
schappen van de schrijver
vaststellen doch om tot een vol
ledige en passende omschrij
ving van diens persoonlijkheid
te komen" is meer nodig. Men
zij er op gewezen", aldus de
auteur", dat wij geen formalis
tische werkwijze voorstaan en
dat wij er meer dan wie ook
van doordrongen zijn, dat een
systematische grafologie een
1 e i d r a ad beoogt te zijn, niet
meer en niet minder. Een lei
draad echter, die de grafologie
behoeft, wil haar domein niet
uitsluitend toegankelijk zijn
voor een beperkt aantal intuï-
tief-begaafden, doch voor allen,
die zich door studie en oefe
ning, de grondbeginselen der
handschriftkunde eigen willen
maken".
hj tv
Wit 1'A.
4A W%A LX ^4
ÖLK. zcpdé i
ff hy 1
ih A V*-<fv4UA4<j
iilU. h Ik. As-a^eU wlijiA. v
i. ~)JK v
cbsr*-
ofuseJj