Zwarte zieltles naar ieuwersluis 1 Zwedens ommezwaai en blik in het bij de militairen Uit> beruchte depot voor discipline 95 Waekelndblftage Leldseh Dagblad Zaterdag 6 mei 1967 OND J ^W5 res v)sen Loenen en Breukelen ligt Nieuwersluis. Behalve de kazerne staan :loten wat huizen, een paar winkels, een kerk en een cafeetje. In 1673 sticht- TTTfrins Willem III de buurtschap Nieuwersluis. Zijn naamgenoot en later rA'nilielid Koning Willem III heeft op het woord „Nieuwersluis" voor litair Nederland een naargeestig stempel gedrukt. Want naar hem is in 'JFTJiegentiende eeuw de kazerne genoemd, die bij de lagere militairen ge- DEN!esd en berucht is, als de plaats waar de straf- en tuchtklasse „Depot discipline" is gevestigd. wij om half tien arrive ren is het voor de bewo- ners van het „Depot voor al drie uur inten- dag. Die bewoners zijn mi- M.ren van land- zee- en Dftmacht. Zij zijn óf door hoogste commandant, óf result de krijgsraad naar Nieu- nd- (luis gezonden met een mi ll. um van drie maanden en mavimiim van zes maan- omdat zij zich in de mees- hele revallen niet konden hou- aan het eerste artikel van I reglement betreffende de gstucht". |De krijgstucht omvat de phaving van orde en regel- it in alle zelfs in de schijn- f nietige zaken, de militai- ;dienst betreffende, stipte (lining van alle voorsclirif- en nauwgezette voldoening de ter zake van de dienst en [ven bevelen, ook waar de- (lechts kleinigheden betref- 1 Zij eist een voortdurend jf van ondergeschiktheid iedere hoger geplaatste, nalaten van elk met de Tdigheid van de militaire uw> ld strijdig gedrag en in het ineen onafgebroken plichts- 'achting"). ngeveer tachtig procent van SSaan te passen militairen it genezen in de militaire \A|itschappij terug. Het komt /vl>en voor dat iemand twee- il naar Nieuwersluis gaat. kt de man onverbeterlijk, wordt hij afgekeurd, 'at gebeurt er in Nieuwer- - ij binnenkomst wordt de j Itair geplaatst in de ob- [atie-af deling. Hij krijgt I de gelegenheid te accii- tiseren en zich de bepalin- geldend voor de tuchtklas- eigen te maken. Hij voert prekken ondermeer met de 534-Chiater, de officier sociale ost, de legerpredikant en mm commandant. Eén keer in week komen deze mensen ^^en in de depotraad waar de euwe" wordt besproken, laags na de vergadering fdt de gestrafte in de eerste sse van de tuchtklasse ge- atst. Dat is een cellenbarak, nacht wordt in de cel door- iracht. Overdag geschiedt de nst in gemeenschap met de iere eersteklassers. De ge- aften staan onder leiding onderofficieren (allen be- ips en allemaal ouder dan E'tig jaar). Hun taak is de iaangepaste" militair te her- toeden. Zij moeten niet al- n corrigerend optreden, iar ook een „vaderfiguur" ii wanneer zich bepaalde piemen bij de gestrafte iden voordoen Alles gaat •jgens het boekje. Model zo- in de veertien dagen een lef schrijven. De in- en uit- ■ande post wordt gecensu- erd. Doet hij goed zijn best, *1 kan hij bevorderd worden ir de tweede klas. Dit ge- irt werderom in de depot- Ier ,n op een normale soldatenkamer. Hij krijgt zelfstandig werk, zo als corvee en tuinwerkzaamhe- den. Hij mag ook weer beschik ken over zijn eigendommen, zo als horloge, vulpen enzovoorts. Zijn brieven (onbeperkt) wor den niet meer gecensureerd. Zondags mag hij het kazerne- terrein voor onbepaalde tijd verlaten en eenmaal in de maand krijgt hij 24 uur bewe gingsvrijheid en kan hij het ouderlijk huis gaan bezoeken. De dagelijkse dienst voor de eerste- en tweedeklassers be staat uit een oefenschema, dat volledig in het vlak ligt van de elementaire militaire oplei ding. Veel excercitie, omdat dit van oudsher als een discipline bevorderende oefening wordt gezien. Daarnaast lange af standsmarsen in een gefor ceerd tempo. De sport neemt een belangrijke plaats in. De sport, zo zegt de militaire lei ding, is een uitstekend middel om de spanningen die onver mijdelijk ontstaan bij het con stante toezicht te sublimeren. Ook de (zeer zware) hindernis- baan wordt als een nuttig mid del tot heropvoeding be schouwd. En in Nieuwersluis wordt met „ik kan niet" en „ik wil niet" geen rekening gehou den. Men hoopt dat de te cor rigeren soldaat door de hm- dernisbaan te nemen een over winning op zichzelf behaalt en daardoor een ander mens zal worden. Eenmaal in de week krijgen de gestraften boetseer- les van een burgerleraar. Een bezigheid waar velen een hart grondige hekel aan hebben. Deze therapie wordt ook in psychiatrische inrichtingen toegepast, om door creativiteit iets van het innerlijke leven van de patiënt te weten te komen. SIMULATIE De depotcommandant kan militairen die zich gedurende hun verblijf in Nieuwersluis opzettelijk uitzonderlijk slecht gedragen, opnieuw drie maan den tuchtklasse opleggen. Een maatregel die in de praktijk maar zelden wordt genomen. Het wordt alleen gedaan, in dien men ervan overtuigd is, dat het onaangepaste gedrag op simulatie berust. De militair gaat aan het ein de van zijn straf terug naar zijn onderdeel. Hij kan ervan verzekerd zijn daar enige tijd in het middelpunt van de be langstelling te staan. Gezien de grote belangstelling die de Ne derlandse soldaat aan de dag legt voor Nieuwersluis en de typische beeldvorming die over dit depot bestaat, is dit niet zo verwonderlijk. Dat de „Nederlandse Jan (lees: soldaat) nog zo rot niet is", is de mening van de depotcommandant, de luite nant-kolonel A. D. Bos (47). Zijn antwoorden zijn ronduit en draaien er niet om heen. „Kijk eens als ik tegen een knul hier zeg dat 'ie naar huis mag, dan kijk ik hem in zijn ogen, geef hem een hand en vraag zijn erewoord. Je moet die knullen laten merken dat je ze vertrouwt. Het is heel makkelijk een grote bek op te zetten, maar je koopt er niks voor. Er moet nu eenmaal or de en tucht zijn. De soldaat moet gezag accepteren en we ten dat de dienst geen padvin derij is". Tussen de eerste en tweede p is bestaat weinig verschil. jnacht blijft men in aizon- *ring doorbrengen. Het ver gal moet worden gezocht in -• gunsten. In de tweede klas ijgt men zes sigaretten per I te en mag men één keer in week schrijven. De post >rdt nog steeds gecensureerd. derde klasse (eveneens na Jflissing depotraad) wordt be bouwd als overgangsfase iar de normale toestand. De ddaat staat niet meer onder rJ,instant toezicht. Hij verblijft ,De militaire dienst is nu rij Lt.-kolonel Bos heeft een ruime militaire ervaring bij de troep. Hij opereerde met oor logsvrijwilligers en diende als jong officier bij het Ameri kaanse leger. Hij kent de mili tair ook achter „zijn knopen". Hij is pas enige maanden com mandant in Nieuwersluis. Daarvoor was hij commandant van een landmacht-onderdeel. Hij zegt: „De Nederlandse Jan wil weten waaróm hij iets moet doen. Weet hij dat, dan heb je geen centje pijn. Precies hetzelfde ligt het met de knul len die je hier krijgt. Dat zijn geen rotjongens. Ze hebben er een keer tegenaan getrapt. Ze zijn over de rooie geweest (lees: rode streep). Het is ty pisch dat wanneer je de gege vens over zo'n jongen binnen krijgt, je dikwijls hetzelfde leest. Een jongen zonder ouders, zonder liefde opgevoed, in een gesticht of zo. Of het zijn onharmonische gezinnen. Als ik zo'n rapport lees en het begint met „pietje huppelepup, geboren 11 februari 1941, wo nende daar en daar, ouders gescheiden dan weet ik het wel. Dan heb je weer zo'n knul, die zijn leven lang in een gesticht heeft gezeten, de pest aan de maatschappij heeft gekregen, dan in dienst moet en begrijpelijk de dienst als een verlengstuk van het gesticht ziet. Dan begint 'ie er tegen aan te trappen en krij gen wij hem hier. Maar dat is geen rotjongen, schei uit asje blieft". ZWAK Wat denkt van dienst plichtig kader? „Ja, dat is een zwakke plek. De knullen in de troep zijn dikwijls net zo oud als de lui tenant die er voor staat. Ik geef toe dat het niet gemak kelijk is om daar bevelen van te moeten ontvangen. Het is een van de redenen waarom wij hier met ouder beroepsper- soneel werken en geen dienst plichtigen. Het is een feit dat oudere onderofficieren en offi cieren minder in conflict lig gen met de soldaten". Datzelf de valt te beluisteren bij een soldaat die in Nieuwersluis heeft gezeten. Hij zegt: „Nieu wersluis is me goed bevallen. We werden er intensief bezig gehouden en het kader bevatte tenminste oudere beroepslui. Velen van hen waren in Korea geweest en hadden mooie ver halen. Bij de troep zitten te veel dienstplichtige sergeanten en luitenants. Bij hen weet ie nooit waar je aan toe bent". Wie over het terrein van de kazerne loopt, de barakken heeft gezien en een enkele ge strafte heeft gesproken kan geen oordeel vellen over Nieuwersluis. De praatjes dat er geslagen zou worden, zijn beslist niet waar. Dat er een cel zou zijn, die onder de trap is gebouwd, met het doel een lastige „jongen" half krankzinnig te maken, omdat er elk ogenblik van de dag zware laarzen in de loop pas van de trap komen, is waar geweest. De cel is tien jaar geleden voor het laatst gebruikt. Hij bestaat niet meer. Maar dat er in de talloze ver halen rondom Nieuwersluis toch een kern van waarheid moet zitten, bleek ons toen wij de isolatie-cellen zagen (alle maal leeg) waarin de su- per-lastigen worden opgebor gen tot ze weer handelbaar zijn. De cellen zijn ongeveer vier meter breed en lang en drie meter hoog. We hebben er twee gezien. Van beide cellen was het plafond behoorlijk be schadigd. De ons rondleidende kapitein: „Ja, ze kunnen soms behoorlijk te keer gaan. Kijk maar, er zit zelfs schoensmeer aan het plafond". Het is duidelijk dat de over gang van de burgermaat schappij naar de militaire samenleving niet voor alle mi litairen even gemakkelijk ver loopt. Veel rekruten voelen zicht geïsoleerd van hun ver trouwde wereldbeeld en wor den overweldigd door al het nieuwe om hen heen. Anderen merken tot hun verbazing dat tegen bevelen weinig verweer mogelijk is, weer anderen zijn bevreesd dat de overmaat aan fysieke inspanning nadelige ge volgen met zich mee zal bren gen. Het is juist in deze perio de, dat de rekruut door het kader moet worden opgevan gen. Hij moet wennen aan de militaire tucht, het autoritaire militaire gezag, de schijnbare functieloosheid van het leger in vredestijd, de weinige moge lijkheden tot het nemen van persoonlijk initiatief, heimwee, gemis aan seksuele bevre diging. verveling en eentonig heid. Het „Depot voor discipli ne" moet de moeilijke gevallen opvangen. Klokslag 5 uur op zondagoch tend 3 september 1967 gaat het verkeer in Zweden rechts rijden. Dit is het resultaat van tien jaar onderzoekingen en voorberei dingen. Na deze „omlegging" zal alleen nog links worden gehouden in Engeland, Malta, Ierland, IJs land en Cyprus. In IJsland zal men naar alle waarschijnlijkheid in 1968 op rechts overschakelen, een speciale commissie is op het ogen blik in Stockholm bezig met het bestuderen van de Zweedse werk zaamheden en de mogelijke navol ging daarvan in IJsland. Deze omstreden hervormin gen zijn onder meer het onderwerp geweest van de tweede Zweedse volksstemming van deze eeuw, in 1956, waarbij duidelijk bleek dat het merendeel der automobilisten tegen de verandering was: 82.9 procent wenste links te blijven rij den, 15.5 procent verklaarde rechtsverkeer de voorkeur te ge ven, terwijl 1.6 procent blank stem de. Vreemd genoeg echter besloot de regering op 10 mei 1963 dat het rechtsraden op 3 september 1967 ingevoerd zou worden, ondanks het feit dat hiertegen luidkeels werd geprotesteerd. Wegenbelasting en benzine werden in prijs verhoogd en een extra belastingtoeslag, om de berekende kosten te kunnen dekken, werd alle automobilisten (die dus voor 82.9 procent hadden tegengestemd i opgelegd. Die kosten werden indertijd geraamd op 260 miljoen kronen (1 kroon is 0.69 ct.) maar arfjn inmiddels door on voorziene uitgaven, zoals men dat noemt gestegen tot meer dan het dubbele: 600 miljoen kronen. Een bedrag waarvan men aan neemt dat het na afsluiting van het project toch te weinig blijkt te zijn. De voornaamste reden, die wordt genoemd om de voorgenomen ver andering te rechtvaardigen, is de sterk toenemende activiteit aan de grenzen. Men heeft uitgerekend dat er de laatste jaren gemiddeld 15 tot 20 miljoen voertuigen de Zweedse grens hebben gepasseerd, die dan allemaal ineens van rechtsraden op links moeten over schakelen, hetgeen niet al te erva ren chauffeurs moeilijkheden kan opleveren. Wat het personenvervoer betreft, heeft men berekend dat dit onge veer jaarlijks 75 miljoen mensen omvat, die ondanks het feit dat velen van hen voetgangers zijn, toch wel degelijk met de veran derde verkeersregels rekening die nen te houden. Men zal dan ook in Zweden door een enorme propagandagolf in de laatste weken vóór de verandering iedereen hierop attent maken. De eerste dagen na de doorvoering van de omlegging zullen meer dan 50.000 personen ingezet worden op kruispunten en voetgangersover steekplaatsen om daar behulpzaam te zijn. Schoolbrigadiertjes, politie agenten en een groot deel van het Zweedse leger zullen bij deze „voetgangersreddingsactie" betrok ken worden. Hoe ingrijpend zo'n ommezwaai is, begint men al te ontdekken: alle bussen moeten worden omgebouwd, om te voorkomen dat de mensen gedwongen zullen worden op de rij baan in- en uit te stappen. Zelfs de blindengeleidehonden moeten allemaal opnieuw getraind worden aangezien hun hele training tot dusverre op linksverkeer was in gericht. Duizenden vluchtheuvels zullen verplaatst moeten worden en tienduizenden nieuwe verkeersbor den gefabriceerd en geplaatst. Dit laatste gebeurt reeds in de aan de omlegging voorafgaande weken, zo dat de grotere steden hele wouden van borden zullen ten toon sprei den. "weliswaar blijft een helft er van bedekt met hoezen, die in de nacht van zaterdag op zondag 3 september 1967 van de ene paal op de andere geschoven moeten worden. Hiervoor heeft men reeds 9000 personen geëngageerd.). We gen en rotondes moeten omgebouwd worden en inritten verlegd. DE eerste drie dagen na de verkeersomlegging heerst er een snelheidsbeperking tot maximaal 30 km per uur in de steden en 60 km per uur op de landswegen, die daarna successie velijk opgevoerd wordt naarmate de dagen verstrijken, tot 40 en 70 km. Men rekent er echter mee dat de snelheidsbeperking zeker een maand zal duren. Een reisje van enkele honderden kilometers kan dan dus een dagenlange kwestie worden. In Zweden dat nu één auto op 314 inwoners heeft, het meeste in Europa wordt hard gewerkt door een speciaal hiervoor benoem de rechts-verkeer-commissie, die hoopt erin te slagen op 3 septem ber 1967 met Zweden het laatste links-verkeer-land op het Europee» vasteland te doen verdwijnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 9