Vlucht naar de vrijheid
EATERDAG 29 APRIL 1967 LEIDSCH DAGBLAD
vv-
EAM sFilKTfrt Km.t
jvV.B« L >jNA
BfimUHip Hi k*-*'. f
'S* i« .2f,
C5Ci,tr, f£0
et
N*tl«*tdit* JUL
Eerc van de valse persoonsbewijzen, waarvan Jean
Weidner zich moest bedienen tijdens de laatste jaren van
zijn activiteiten in het bezette Frankrijk. Aanvankelijk
verzette zijn principes zich tegen onwaarheid spreken en
derhalve ook het gebruik van een valse naam. Later zou
hij zich van veertien verschillende valse namen bedienen
om een belangrijker opdracht dan het spreken van waar-
heid uit te kunnen voeren: het helpen van de medemens.
Ir Het kasteel van de graaf de Menthon, een van de pioniers
van het Franse verzet, leider van de ondergrondse organisatie
Liberté. Het kasteel beheerst de omgeving van Annecy, waar
Weidner zijn hoofdpost had voor de grensoverschrijdingen
naar Zwitserland. De graaf de Menthon ging naar Zwitserland
en later naar Londen dank zij de hulp van Jean Weidner.
Hierdoor kon ook de broer van generaal De Gaulle de vrijheid
bereiken, toen zijn leven bedreigd werd.
Het tweede deel vam het bizarre relaas van de Nederlander
Jean Weidner, die in de oorlogsjaren
voor in nood geraakte mensen vluchtroutes ontwierp
Op maandag 13 februari 1944
werd zij met een andere medewer
ker van Dutch-Paris, die inmiddels
was gearresteerd overgeleverd aan
de SD en ondergebracht in een ge
vangenis te Fresnes. Tot haar ont
steltenis werd haar daar een portret
van Weidner getoond met de vraag,
of zij wist wie deze man was.
Else ontkende.
Toen de Duitsers evenwel later
zeiden, dat het Weidner was, die
aan het hoofd van Dutch-Paris
stond, en dat Else heel goed van
die orgaoosaitie of wist, bekende zij
Weidner te hebben gezien toen zij
na haar gevangenschap als gevolg
van de mislukte Pyreneeëntocht
weer was vrijgelaten en naar Lyon
was teruggekeerd, en ook gaf zij
toe, daarna in Parijs, Brussel en
Nederland te zijn geweest.
Drie dagen later volgde een
nieuw verhoor, waarbij de
Duitsers dreigden, wraak op
haar vader te zullen nemen wan
neer zij de waarheid niet vertelde.
Na een urenlang slepend verhoor
waarbij Else op de rand van een
zenuwinstorting leefde als gevolg
van het dreigement tegen haar va
der, werd het verhoor beëindigd
met een opmerking van een van
de SD-officieren„Je vader is in
Utrecht ter dood veroordeeld we
gens illegaal werk. Niemand anders
dan jij kan dat vonnis ongedaan
maken. Als je ons eindelijk de
waarheid vertelt, kan je je vader
van de dood redden
De volgende ochtend werd zij op
nieuw verhoord. Twee uur lang,
zonder dat zij iets vertelde. Daar
na een half uur slaan en trappen,
doch zonder resultaat.
„Als je denkt, dat wij van plan
zijn onze tijd nog langer te ver
knoeien met leugens aanhoren, dan
heb je het mis. Dit is de laatste
keer, dat we je ondervragen. Als
je dit keer geen betere antwoorden
geeft, gaat er iets ergers gebeuren.
De namen en adressen van alle
leiders van Dutch-Paris moeten we
hebben. Geef ons die en je vader
komt vrij. We weten ook waar je
moeder in Nederland zit. Als je ons
niet vertelt wat we weten willen,
kunnen we er niet voor instaan dat
er ook met haar niet het een of
ander gebeurt. We geven je vijf mi
nuten om hierover na te denken.
Daarna beginnen we weer".
„Ik heb die vijf minuten niet
nodig", antwoordde Else. ,Jk heb
u echt niets meer te zeggen. Ik
heb u alles verteld wat ik weet".
Else werd naar een ander vertrek
gebracht, waar ze verstijfde van
schrik. Tegen de muur tegenover de
deur hingen drie geboeide mannen
aan grote haken, die om de hand
boeien waren geklemd, hun voeten
enkele decimeters boven de vloer.
Ze waren dood. De rug van een
van die mannen was een bloederige
massa. Else moest overgeven.
Ze werd naar een andere kamer
gesleurd. „Je hebt nu gezien, hoe
het anderen vergaan is. Ben je tot
andere gedachten gekomen?"
„Neen, ik kan u niets anders
zeggen dan ik al gezegd heb".
„Goed, mannen, doe je werk".
HALF UUR
Vier soldaten rukten haar de kle
ren van het lijf, boeiden haar han
den achter de rug en sloegen ook
haar voeten in de boeien. Zij werd
in een badkuip met ijskoud water
gesmeten, haar hoofd werd onder
gedompeld.
Een half uur duurde het onder
dompelen, het bijna stikken, boven
water weer even adem kunnen ha
len en het ontkennen. Daarna volg
de weer een half uur schoppen en
slaan. Ondertussen aldoor weer
diezelfde vragen: waar is Weidner,
wie rijn de leiders van Dutch-Paris,
langs welke routes brengen jullie
vluchtelingen weg
Plotseling hielden de duivels op,
maar een einde van de beproeving
was dit allerminst. Else werd naar
de „tafel-kamer" gevoerd. Op de ta
fel lag een naakte man. Vier solda
ten stonden er om heen, die de
man met hun leren gordelriemen
afranselden. De riemen striemden
diep in het lichaam, dat een bloe
derige massa vormde. De man gilde
gierend onder de razende pijn. Else
werd gedwongen toe te zien. Een
paar minuten maar, toen viel z\j
flauw. Na te zijn bijgebracht ging
het „schouwspel" door, tot zij naar
een andere kamer werd gebracht.
„Straks is de beurt aan jou. Als
je ons vertelt wat we weten willen,
komt je vader vrij, blijft je moe
der ongedeerd en hoef je zelf niet
naar de tafel-kamer
Het was met de weerstand ge
daan.
„Ik zal het u zeggen, ik zal
het u zeggen", gilde Else, „maar
doe mijn vader en moeder niets,
sla me niet meer, ik kan niet
meer
Ze brachten haar naar een bu
reau, de SD schreef haar beken
tenissen op. Ze noemde de namen
van de leiders van Dutch-Paris,
hun adressen, hun gewoonten, waar
ze te vinden waren, de vluchtrou
tes, alles, alles!
Op 28 maart werd Else van Fres
nes naar een andere gevangenis
overgebracht en vandaar op 16
april 1944 naar Ravensbrück in
Duitsland. De smerige praktijken
van de SD bleken wel uit de schijn
heiligheid, waarmee de belofte aan
Else werd Ingelost: haar vader werd
uit de gevangenis ontslagen, maar
de volgende dag weer opgepakt. Hij
stierf enige tijd later in een con
centratiekamp. Else heeft de oor
log wel overleefd.
Toen ze gemarteld werd en be
dreigd en toen zij eindelijk bezweek,
had zij niet beseft wat voor ge
volgen haar bekentenissen zouden
hebben: bijne honderdvijftig leden
van Dutch-Paris werden gearres
teerd. Van hen zouden veertig de
dood vinden in concentratiekam
pen en gevangenissen
SIGNALEMENT
Qtettm
tOausitchc*
jrïORt
••Xem
'.Het
f&tuten
jmftteïitiers
ÖET werk van Jean Weidner en zijn vrienden was in het
verslagen Frankrijk begonnen uit mensenlevendheid,
als hulpbetoon aan Joden en andere vluchtelingen in
doodsnood.
Geleidelijk aan raakte de organisatie van de vluchtwegen,
die bekend werd onder de naam Dutch-Paris (over het ont
staan schreven wij onlangs in het eerste deel van deze serie),
echter ook betrokken bij het directe verzetswerk. Ook toen
echter trachtte Dutch-Paris zich zoveel mogelijk te beperken
tot het verzorgen van de vluchtroutes. Van die vluchtroutes
werd echter allengs meer gebruik gemaakt met medeweten
en goedkeuren van de organisatoren voor het verzenden van
berichten, het versterken van de geallieerde strijdkrachten
en de steun aan het directe verzet tegen de nazi's, die het
grootste deel van Europa in hun greep hadden.
Een van de gevallen, waarin di
rect steun werd verleend aan
de organisatie van het verzet,
was de tocht van graaf Frangois
Menton naar Zwitserland.
Deze verzetsman-van-het-eerste-
uur, die woonde in een sprookjes
achtig kasteel hoog boven het meer
van Annecy en de voorman was
van de illegale organisatie Liberté,
zocht medio 1943 contact met Jean
Weidner. Jean stemde er in toe, de
graaf naar Zwitserland te brengen
om van daar uit contact op te ne
men met generaal De Gaulle. Na
een avontuurlijke tocht door een
riool onder de bewaakte grens door
bereikte graaf de Menthon Zwitser
land, waar hij enige dagen bespre
kingen voerde alvorens naar zijn
Franse kasteel terug te keren. Een
paar dagen later landde enkele
tientallen kilometers van Annecy in
het nachtelijk duister een geallieerd
vliegtuig, dat de graaf naar Enge
land bracht. lm Londen werd hij als
minister van justitie aan de voor
lopige regering in ballingschap van
De Gaulle toegevoegd. In die func
tie heeft hij bovendien nog een
groot aandeel gehad in de verdere
activiteiten van het Franse verzet
en in de verbindingen tussen bezet
Frankrijk en Engeland. Na de be-
vrijdüng zou diezelfde graaf de Men.
thon Frankrijk officieel vertegen
woordigen bij het befaamde proces
van Neurenberg, waarin de groot
ste oorlogsmisdadigers terecht
stonden.
Jean Weidner hielp later ook de
familie van de graaf naar het vei
lige Zwitserland en ook Xavier De
Gaulle, een broer van Charles de
Gaulle, toen de Duitsers represail
les dreigden te nemen tegen allen,
die familie waren van de Londense
leider van het Franse verzet en
van zijn helpers.
Het was ongeveer in die tijd,dat
Weidner door onvoorzichtig
heid van een van zijn bescher
melingen, een berooide arts die
naar Zwitserland gesmokkeld moest
worden, in handen van de SD viel,
de sadistische nazi-politie die niet
voor de onmenselijkste martelingen
terugschrikte om gegevens los te
krijgen van zijn slachtoffers.
De arrestatie verliep weinig op
windend: Duitsers in burger stap
ten de zaak van Jean Weidner in
Lyon binnen en bevolen hem mee
te gaan. In het hoofdkwartier van
de SD in Lyon bleken de nazi's
zich vooral te interesseren voor de
hulp, die Jean aan landgenoten in
moeilijkheden had gegeven.
Jean gaf toe en bekende ook, dat
hij daarbij samenwerkte met het
Nederlandse consulaat, want het
werd hem al spoedig duidelijk dat
de Duitsers over vrij betrouwbare
gegevens in die richting beschikten.
Later zou blijken, dat die gevolg
trekkingen juist waren geweest,
en dat inmiddels ook de Nederland
se consul-generaal Jacquet „onder
handen" werd genomen.
Bijzonderheden liet Jean echter
niet los. Hij gaf vage antwoorden,
zei van allerlei details niet op de
hoogte te zijn, en noemde naaste
medewerkers toevallige kennissen
die hij wel eens had ontmoet zon
der iets naders van ze te weten.
De Duitsers geloofden weinig van
die „onschuld" en onderwierpen
hem aan allerhande martelingen
Reeds eerder was Jean in handen
Een van de schilderachtige
wegen door het fascinerende,
woeste gebied van de pyreneeën.
De vluchtelingen die deze wegen
bewandelen, hadden weinig oog
voor deze ruige schoonheid, ze
ker niet wanneer de weersom
standigheden zoals in de winter
heel wat harder waren.
van Franse gendarmes gevallen, en
hoewel ook die het hem niet mak
kelijk maakten, waren zijn ervarin
gen bij de Fransen slechts kinder
spel bij wat hij onder Duitse han
den te verduren kreeg. Urenlang
duurde het verhoor, tot diep in de
nacht. Toen werd Jean in een mar
telkamer uitgekleed en met op de
rug gebonden haaiden in een bad
kuip met ijskoud water gelegd en
dompeld tot hij bijna stikte. Toen
ondergedompeld tot hij bijna stikte.
Toen werd zijn hoofd boven water
getild.
Ben je nu van plan, behoorlijk
antwoord te geven?"
Neen hijgde Jean en weer
ging zijn hoofd onder water.
„Die groep in Parijs, ken je daar
iemand van?" luidde de vraag toen
hij weer bijna buiten bewustzijn
naar boven werd gehaald, „nee",
kon Jean nog net uitbrengen.
Zo ging het door, en op het laatst
kon Weidner zelfs geen antwoord
meer geven, alleen maar ontken
nend het hoofd schudden.
De marteling duurde voort, een
uur, twee, drie uren. Daarna werd
hij in een andere hoek van de ka
mer geschopt en geslagen. Hij bleef
zwijgen. HU moest elders in het
vertrek knielen op een plaats waar
twee puntige pennen uit de grond
staken, die hem vlak onder de knie
in zyn benen drongen. In steeds
nieuwe golven schoot de martelpUn
door hem heen. Vaag besefte hU
nog, dat de SD niet al te veel over
hem wist, anders zouden zU wel
andere methoden gebruiken en wat
laten doorschemeren om hem op
een hellend vlak te brengen. Wel
bleken zy te weten, dat hU in con
tact stond met Franse ondergrond-
Vroeg in de ochtend kwam er
een eind aan het verhoor. Terwijl
Jean niet goed meer wist, wat er
met hem gebeurde, werd hij naar
een cel gesleept. Uitgeput viel hij
in slaap.
Om tien uur des ochtends werd
hU weer uit zUn cel gehaald voor
een nieuw verhoor. Urenlang dezelf
de monotone vragen, urenlang het
ontkennen. Terug in zUn cel viel
Jean flauw.
Laat in de avond ging de celdeur
weer open. „Meekomen".
npraag slofte Jean, één brok pijn
I en ellende, achter de cipier
aan. In het gevangenisbureau
kreeg hy zyn papieren en geld te-
Raymonde Pillot, de trouwe
secretaresse van Jean Weidner,
die een belangrijk aandeel heeft
gehad in de organisatie en het
werk van Dutch-Paris. Zij over
leefde de oorlogsjaren ondanks
het feit, dat zij een van de cen
trale figuren was.
rug. De buitendeur ging open. „We
zyn klaar met je, je kunt gaan
Jean kon zUn oren nauwelUks ge
loven maar strompelde door Lyon
terug naar zijn zaak, zyn huis, zUn
bed.
Na hersteld te zUn, althans in
zoverre dat hU zich weer met re-
delyk gemak kon bewegen, zocht
hy de consul-generaal Jacquet op,
die hem vertelde ook verhoord
maar met het oog op zyn diploma
tieke status niet gemorteld te zijn.
Niet lang daarna werd Jean in
een tram opgepakt, toen de
Duitsers alle jongemannen be
neden de 35 jaar oppakten voor
vervoer naar fabrieken en werk
kampen in de „Heimat". Met hon
derden anderen werd hU in een
trein geladen en op transport ge
steld.
Jean wist uit de trein te springen
toen deze iets langzamer reed. Hij
meende in de buurt van Bazel te
zyn en makkelyk te voet naar
Zwitserland te kunnen komen. Na
de sprong uit de trein, die door de
Duitse bewakers niet was opge
merkt, had hU geruime tyd bewus
teloos langs de spoordUk gelegen.
Tenslotte ontwaakte hU in duister
nis en die nacht strompelde hy in
de richting van de Zwitserse grens.
HU zag kans, onder de grensver-
sperring van prikkeldraad door te
kruipen en hoorde een eind verder
op stemmen. Vol vertrouwen liep
hU naar de twee mannen toe.
„Ik ben net uit een trein met
slavenarbeiders gesprongen en hier
heen gevlucht. Ik ben Hollander.
Brengt u mU naar de politie en
dan kan ik verder naar Genève en
dan terug naar FrankrUk."
„Dat zullen we met genoegen
doen, u naar de politie brengen",
was het antwoord van het tweetal.
Opgewekt volgde hU de mannen die
hij had aangesproken, om even la
ter een van de grootste schokken
van zUn leven te krijgen: op het
politiebureau waaide de hakenkruis
vlag!
Jean begreep tot zUn ontzetting,
dat er op deze plaats twee grens-
versperringen geweest moesten zUn
en dat hU zich nog altUd op Duits
gebied bevond.
De volgende ochtend ging Jean
weer in gevangenschap met een
nieuwe slaventrein verder oost
waarts, dieper Duitsland in. Tegen
de middag stopte de trein bU een
klein dorpje.
De bewakers, die redeneerden
dat hun gevangenen zo diep
in Duitsland toch niet meer
zouden ontsnappen, stapten even
uit om in de stationsrestauratie een
biertje te gaan drinken. Toen Jean
dat merkte, stapte hU heel eenvou
dig óók uit. Doodbedaard wandelde
hU over het perron naar het eind
van de trein. Daar gekomen volgde
hU het smalle pad langs de rails
totdat hU de eerst kruising met een
weg bereikte. Hij volgde die en
kwam in een ander dorpje waar
hU zich van enig eten en een kaart
van de omgeving kon voorzien. Die
nacht en nog twee dagen liep Jean
wederom naar de Zwitserse vry-
heid. Op de derde dag bereikte hij
de RUn.
Na even te hebben uitgerust om
zoveel mogelUk krachten te verza
melen, dook hU het water in. Al
vrU spoedig hadden de Duitse
grenswachten de zwemmer in de
gaten en werden felle schynwer-
pers op hem gericht. Geweerkogels
floten om hem heen, en In doods
nood probeerde Jean zoveel moge
lUk onder water gedoken en tegen
de sterke stroom worstelend de an
dere oever te bereiken. Juist toen
hy dacht, dat zyn krachten het
zouden begeven, voelde hU de mod
derige bodem van de Zwitserse oe
ver onder zUn voeten. De lichten
doofden, het vuren staakte
Vriendelyke Zwitsers brachten
hem weer op zijn verhaal. Pas toen
hij geheel hersteld was van emo
ties en uitputting reisde hU verder,
via Genève en langs vertrouwde
sluikwegen naar Annecy.
principes inging. Van die dag af
was Jean ondergedoken en kreeg
zijn werk een volledig illegaal ka
rakter.
Als onderduiker had Jean weer
allerlei extra moeilUkheden
voor zUn werk op te lossen.
Het reizen werd aldoor moeilUker.
Men moest over stapels papieren
beschikken om een enigszins verre
reis te maken, zelfs in Frankrijk,
laat staan van FrankrUk naar Bel
gië en Nederland. Naarmate de sa
botage dóór Franse verzetsgroepen
toenam, werd ook het reizen per
trein gevaarlyker. Daarvan getuig
de ondermeer een zeer ernstig
treinongeval door het opblazen van
een spoorburg, waarbU Jean als
door een wonder aan de dood ont
snapte.
De verwarde toestanden, waar
onder onbekenden elkaar nooit
konden vertrouwen, brachte Jean
zelfs eens in moeilUkheden met de
maquis, de Franse gewapende ver
zetsgroepen die vanuit bergen en
bossen aanslagen pleegden en ver
warring onder de Duitsers sticht
ten. HU raakte in de bergen aan de
Zwitserse grens tussen groepen
schietende verzetsstrUders en Duit
se patrouilles en wist met veel
moeite de maquis te bereiken. Men
vertrouwde hem daar echter niet
en rekende met de mogelUkheid,
dat hU een Duitse spion was.
Slechts radio-inlichtingen uit Lon
den konden aantonen, dat Weidner
niet alleen volkomen betrouw
baar was, maar zelfs een uitste
kend vechter voor de geallieerde
ONDERGEDOKEN
Op zekere dag werd Jean, toen
hU zich in zUn winkel in Annecy
bevond door een medewerker op
gebeld uit Lyon: in bedebkte ter
men werd hem duidelUk gemaakt,
dat die Duitsers een inval in
zUn zaak in Lyon hadden gedaan,
en dat Jacquet en andere mede
werkers opnieuw waren gearres
teerd. VUf minuten later was
Jean uit zijn zaak weg. Die mid
dag kreeg hy een nieuw persoons-
bewUs, op naam van Jean Car-
tier. Het was zUn eerste schuil
naam. HU zou zich de rest van de
oorlog van nog dertien andere
schuilnamen bedienen, hoezeer dat
eigenlUk ook tegen zUn geloof en
Yia de vluchtroutes van Jean
ontkwamen in die tUd ook
Dorlein en Ubbink, de twee
in Nederland gedropte agenten die
uit Haaren wisten te ontsnappen
en na grote moeilUkheden de En
gelsen konden overtuigen dat het
Engeland-Spiel van de Duitsers
(waarover wU onlangs uitvoerig
schreven) in Holland een onvoor
stelbare ramp had veroorzaakt.
Tot de tientallen mannen en
vrouwen, die voor Dutch-Paris
werkten, behoorde er één die meer
dan alle anderen langs de vlucht
routes heen en weer reisde: in
Weidneirs boek heet zU Else, maar
dat is niet haar werkelUke naam.
ZU verrichtte uitstekend werk, on
vervaard, onvermoeibaar en naar
aller oordeel tot het uiterste te ver
trouwen.
Midden 1943 begon het haar te
gen te lopen. Tegen Weidners ad
vies in had zU getracht een tocht
over de Pyreneeën te maken. ZU
viel in handen van de Duitsers en
pas na maanden gelukte het, haar
in november fce bevrijden. ZU keer
de terug naar Lyon en hervatte
haar werk.
Op een gegeven dag kreeg Else
opdracht naar Nederland te gaan
om daar een familie op te halen
voor een vlucht naar Zwitserland.
Op de terugtocht werd zU aan de
Frans-Belgische grens gearresteerd
doch zU werd na een intensief ver
hoor vrijgelaten. De derde keer, dat
zU in moeilUkheden kwam, zou de
afloop heel wat ernstiger zUn!
BU een volgende tocht, die kort
daarna werd ondernomen om Ame
rikaanse piloten in veiligheid te
brengen, werd zU in Parijs gegre
pen, schUnbaar voor een routine-
onderzoek zonder dat men ernstige
verdenkingen tegen haar koesterde.
Tegen alle instructies in had zU
een boekje met namen en
adressen van leden van de or
ganisatie en andere geheime gege
vens bU zich. Op straat direct na
haar aanhouding trachtte zU het te
laten verdwUnen door het uit haar
tasje op straat te laten vallen. Een
gedienstige Fransman raapte het op
en holde achter haar aan om het
terug te geven Daardoor vielen
de levensgevaarlUke gegevens in
handen van de gendarmes, die
haar hadden aangehouden.
BU het eerste verhoor en in de
dagen daarna kreeg Else de indruk
dat de Franse gendarmes het niet
zo heel kwaad meenden. ZU beging
toen de onvergeeflUke stommiteit,
iets te bekennen over haar werk,
zU het dan ook dat ook daardoor
haar vrienden niet direct gevaar
liepen. ZU meende dat er met de
Fransen nog wel te praten viel. Na
een paar dagen bleek echter, dat
het allemaal heel anders zou lopen
en dat ze zich hopeloos ln de nes
ten had gewerkt.
Changement? el» IhwuMi#