twrs n
De magische wereld
van de postzegelverzamelaars
„Vertroetel de autohuurder"
Hawaiian!
Postage
m
ZATERDAG 15 APRIL 1967
MUD0OH l>AOBLftl>
i»w,-w- -jstsW* *>■-**
nooit 2:0 maar uw
oude correspondentie weg!"
S>3f« 7*>A~ pd,
-i -
»*ag; aKSp
«-VSStS^,/
Sir Rowland Hill, de grote
hervormer op het gebied van de
posterijen, door wiens toedoen
in 1840 de postzegel werd inge
voerd.
TTijna 127 jaar geleden om precies te zijn op 6 mei 1840
E~£ verscheen in Engeland de eerste postzegel. De gees
telijke vader ervan was de Britse pedagoog en hervor
mer, sir Rowland Hill, die al vele jaren had gepleit voor een
uniformering en verlaging van de posttarieven opdat ook de
armsten onder de bevolking ervan zouden kunnen profiteren.
Die eerste postzegel was zwart van kleur, droeg de beeltenis
van koningin Victoria en had de waarde van een penny
vandaar de naam penny black's. Van dat ogenblik af kon
iedereen in Engeland een brief versturen en ontvangen, onge
acht de afstand. Het voorschrift dat de porto moest worden
voldaan bij de bestelling van de brief behoorde tot het ver
leden.
Sir Rowland (1795-1879) heeft
nog lang genoeg geleefd om te
zien hoe men elders in de we
reld zijn Idee overnam: Brazilië en
enkele Zwitserse steden volgden in
1843, de Verenigde Staten voerden
de postzegel in 1847 in, België en
Frankrijk in 1849 en Nederland in
1852 (zegels met de beeltenis van
koning Willem III). Hedentendage
bedient elk land zich van het sy
steem Hill. Wat de grote hervor
mer zal hebben verrast is dat de
postzegel al vlug ging leiden tot een
wereldomvattende rage: de filate
lie.
De encyclopedie geeft als om
schrijving van dit woord aan: de
(soms wetenschappelijk) beoefen
de liefhebberij waarbij postzegels,
uitgegeven in hoofdzaak ter fran
kering van brieven, briefkaarten
en drukwerken min of meer sy
stematisch in albums worden ver
zameld. De koele woorden waarin
deze definitie is vervat geven op
geen stukken na een beeld van de
romantiek, de hartstocht en soms
ook het fanatisme waarmee filate
listen hun verzameling trachten te
completeren. Miljoenen over de ge
hele wereld geven hun vrije tijd en
niet zelden zeer veel geld aan de
ze merkwaardige hobby, die na
ruim 120 jaar nog steeds aan le
vendigheid wint.
Onder die vele verzamelaars wa
ren illustere figuren als Franklin
D. Roosevelt en vorsten als Alfon
so XIII, George VI, Carol, Foead
en zijn zoon, de roemruchte Fa-
roek. De laatste had op dit terrein
weinig deskundigheid. Hij was
voorts zo onverstandig bij zijn
verbanning in 1952 zijn postzegel
verzameling achter te laten, zeer
tot genoegen van het nieuwe re
gime dat daardoor een fortuin in
de schoot geworpen kreeg.
Door de jaren heen is er gespeurd
naar en gejaagd op bijzonde
re exemplaren: zeer oude zegels
waarvan er maar enkele bestaan
en andere die wat minder zeldzaam
zijn maar allerlei fouten vertonen
(beeltenis op zijn kop, verkeerde
opdruk, kleur enz.). Het weekblad
Chife heeft eens geschreven dat
zeldzaamheid niet geheel voldoen
de is voor een zegel om tot een ech-
lUEDERLftRIDSGH'inJDII
Bij de foto's, linksbovenaan: zegels Nederland on-
geperforeerd aan een zijdewaarde 8000 gulden.
Hierboven: de „Hawai" van 1851, een zeer bijzondere
uiterst kostbare zegel. Hiernaast: Nederlandsch
Indiè kopstaand, blok ter waarde van 11.000 gulden.
Rechtsboven: het duurst bekende stuk van Neder
land (coll. Van Dieten), een brief met blok van Ne
derlands eerste zegel (1052), waarde ongeveer 35.000
gulden.
te „klassieker" uit te groeien. Even
als met een mooie vrouw het ge
val is dient het kleine stukje pa
pier bovendien nog dat ondefinieer
bare „iets" te bezitten om een man
ertoe te brengen zijn geld eraan te
besteden, zijn reputatie ervoor op
het spel te zetten en desnoods er
voor uit stelen te gaan.
De wereld kent verscheidene van
die klassiekers. Legendarische faam
bezit een zegel uit Brits Guyana,
uitgegeven in het jaar 1856. Wat de
Nachtwacht of de Mona Lisa is
voor de schilderkunst en de Venus
van Milo voor de beeldende kunst,
dat is de „Brits Guyana" voor
de filatelie. Het is eigenlijk
een onooglijk zegeltje, met
een smoezelig rode kleur en
een lelijk merkteken van het
desbetreffende postkantoor, maar
ja., er is er maar één van.
In 1856 kon men dat din
getje aanschaffen voor het
duizelingwekkende bedrag van
een cent, zo men het nu al kón ko
pen dan zouden daar vele tonnen
mee gemoeid zijn.
Een andere zegel waarvoor men
diep in de buidel zou moeten tas
ten, is een Zweeds exemplaar date
rend uit 1855, de meest zeldzame
zegel in Europa. Hij bezit een gele
kleur, hoewel de uitvoering destijds
in groen-blauw is geweest. Voor een
leek is dat een mededeling die geen
uitwerking op zijn eetlust zal heb
ben, maar voor een filatelist is
zoiets altijd om van de watertan
den. Dergelijke „fouten" ver
hogen de waarde altijd aan
zienlijk. Dit tweetal zegeltjes
en nog enkele andere uit
Brits Guyana, Mauritius en
Hawai zijn het neusje van de
zalm, vooral voor de goed gefortu
neerde verzamelaars. De met een
lichtere portemonnee uitgeruste
liefhebber zal zijn aandacht op een
ander onderdeel van het rijk ge
schakeerde postzegelwereldje rich
ten. Men kan het zo duur en zo
goedkoop maken als men zelf wil.
Die zeldzame zegels zal men trou
wens zelden of nooit op een veiling
tegenkomen. De meeste berusten
bij musea en voorzover zij in han
den zijn van particulieren komen
zij in het gunstigste geval na over
lijden van de eigenaar weer eens
op de markt. De ware verzamelaar
verkoopt zyn collectie bijna nooit
of het zou moeten zijn om een fi
latelistisch nog grotere slag te
slaan.
Een bijzonder opwindend facet
van de filatelie is de „vondst"
het aantreffen van heel oude of
door afwijkingen opmerkelijke ze
gels. Die kunnen letterlijk overal
worden gevonden, zowel in collecties
van niets vermoedende eigenaars
als temidden van oude handelscor
respondentie die gereed staat
om door de vuilnisman te worden
meegenomen. De historie geeft en
kele frappante voorbeelden van
zo'n vondst.
In 1912 verkocht een bankiers
huis in Philadelphia zijn oude cor
respondentie voor een bedrag van
50 dollar aan een firma die in oud
papier handelde. Het was de meest
rampzalige transactie die de ban
kiers ooit zouden afsluiten. De pa
pierfirma was zo uitgekookt om de
postzegels van alle brieven
scherp te bekijken en vervol
gens afzonderlijk te verkopen. De
opbrengst bedroeg ongeveer 100.000
dollar. En dat in 1912
Enerverend als een Hitchcock-
thriller is de z.g. „Mayfair
Find" van 1925. Het ver
haal daarvan begint eigenlijk in
1964 toen de eerste postzegel
verzamelingen enigszins vaste
vorm gingen aannemen. Een
jonge Londenaar had de voor
die dagen nogal opmerkelijke
gewoonte om naar postkan
toren over de gehele wereld te
schrijven met het verzoek hem voor
een bijgesloten bedrag van
postzegels te voorzien. Zo kreeg hij
zegels uit Ceylon, Uruguay, Neder
land, Canada, Australië enz.
Vreemd genoeg bracht hij ze nim
mer onder in albums of iets van
dien aard. Kennelijk was zijn lust
tot verzamelen vlug bekoeld. Hoe
het ook zij, de hem gezonden post
zegels bleven in de enveloppen
en die correspondentie verdween
op een gegeven ogenblik naar de
vliering.
Eenenzestig jaar gingen voorbij
zonder dat de schat werd aange
roerd. Toen, op een (zéér) goede
dag, begaf de nieuwe bewoonster
zich naar de zolder van het grote
herenhuis om wat familiepapieren
op te zoeken. Zij kreeg daarbij
het pakje brieven van de jonge
man onder cgen en zag de vele
postzegels in de enveloppen. Zelfs
wist zij hoegenaamd niets af van
postzegels, maar zij vermoedde dat
de zegels, gezien hun ouderdom, wel
eens van waarde konden zijn. Zij
en haar echtgenoot raadpleegden
een expert en die had niet veel tijd
nodig om te vertellen dat het echt
paar een fortuin had aangeboord.
In de 127 jaar van hun bestaan
hebben postzegels niet alleen indi-
viduën beroerd, maar een enkele
maal ook hele groepen mensen en
zelfs landen.
Daar was bijv. die beroemde
zaak van het Panama-kanaal.
Rond de eeuwwisseling zaten de
V.S. met het probleem in welk land
zij het bewuste kanaal zouden gra
ven, Nicaragua of Panama. Pana
ma fluisterde Uncle Sam in het
oor dat die waterweg nooit en te
nimmer in Nicaragua gegraven
kon worden om de simpele reden
dat de scheepvaart dan last zou
ondervinden van een vulkaan die
nog wel eens wilde rommelen. De
heren uit Nicaragua betoogden
daarop met grote heftigheid dat die
vulkaan zo onschuldig was als een
molshoopje. Onze man uit Panama
kwam toen met een zeer sterke
kaart op tafel in de vorm van een
postzegel. Hij toonde de senatoren
in Washington een zegeltje uit Ni
caragua waarop de vulkaan in
kwestie in rokende toestand
was aangegeven. Van die fi
latelistische tik had Nicara
gua niet terug. Een onderzoek
wees tenslotte uit dat de vulkaan
korte tijd tevoren nogal wat lava
naar buiten had gewerkt. Zó kreeg
Panama zijn kanaal.
Daar was voorts de rel tussen de
Dominicaanse Republiek en Haiti
die samen zijn gehuisvest op het
eiland Hispaniola. De Dominica
nen staken eveneens rond de
eeuwwisseling de lont in het
kruitvat door een postzegel uit te
geven waarop een kaartje van His
paniola was getekend. Naar de me
ning van Haiti stonden daar meer
gebieden als Dominicaans aange
geven dan in werkelijkheid het
geval diende te zijn. Het gevolg
was dat die landen (die het al eer
der met elkaar aan de stok hadden
gehad) vele jaren lang hadden
elkaar overhoop lagen: her
haaldelijk was er sprake van een
bloedig gevecht. Eenzelfde ruzie
maar geen gevechten deed zich
voor in de jaren dertig toen de
Britten op een postzegel de Falk-
land-eilanden als Brits gebied aan
gaven. De Argentijnen, die nog al
tijd aanspraak op dit gebied maken,
waren er wit-heet over.
Omstreeks diezelfde tijd wijdde
Spanje een zegel aan de in 1928
overleden schilder Goya, waarop
(naar een van diens schilderyen)
de hertogin van Alba naakt was
afgebeeld. De Spaanse postautori-
teiten hebben dat wél geweten want
zij werden overstroomd met pro
testbrieven. Vele verzamelaars lie
ten duidelijk weten het geen stijl
te vinden om de hertoging in die
toestand op een postzegel te zet
ten. Spanje weigerde de zegel in te
trekken en liet de storm rustig over
zich heen gaan.
Meer en meer ziet men dat ver
zamelaars zich gaan specialiseren,
m.a.w. zij sparen niet meer de ze
gels van de gehele wereld, maar
bepalen zich tot enkele landen.
Soms ook hebben zij alleen be
langstelling voor een bepaald on
derwerp zoals dat op postzegels
wordt weergegeven (sport, kunst
e.d.). In de ruim 120 jaar die de
filatelie nu oud is, zijn er vele ver-
e „oorlog" begon een paar jaar geleden in Amerika. De
E opperbevelhebbers van een forse Avis-vloot van 60.000 huur-
M-J auto's vielen met 4V2 milj. reclame-dollars p. j. de grootste
autovloot ter wereld aan, die van Hertz, groot 125.000 wagens. Num
mer 2 (de leiders van Avis weten dat hun vloot kleiner is en ze
gebruiken dat gegeven door zich consequent nummer 2 te noemen)
schreeuwde in de advertenties: „Wij zijn nummer 2, wij doen daar
om méér ons best". Nummer 1 antwoordde ten lange leste: „Dan
wie?". Nummer 2 riep uit: „Wij zijn nog steeds nummer 2". Nummer
1: „Dat zeggen ze nu al jaren, maar wij zeggen waarom!" Gelijke
munt dus. Een mooi staaltje van de stijl van een Amerikaanse
reclame-campagne.
Midden in die onstuimige con-
currentie-oorlog richtten de auto-
verhuurbonzen het oog op Europa.
Zij waren daartoe fiscaal en econo
misch zo ongeveer gedwongen.
Sinds 20 juli 1966 is er ook een
piepjonge Europese automammoet
(Carop) aan het werven geslagen.
Hertz en Avis beseffen het com
merciële gevaar en stropen nu al
le plaatsen af waar zich prooi kan
bevinden voor de nieuwe deelne
mer. Ze hebben daarvoor-voorlopig
nog even de tyd.
Carop-directeur mr, J. G. Mer-
tenkreeg op die 20ste juli wel het
startsein van de grootste lokale
autoverhuurbedrijven van Europa,
maar toen had hy nog niets an
ders dan een heleboel geld op de
bank en een secretaresse. „Mijn
eerste karwei was het afwerken
van de statuten en coördinering
van de bedrijven. Aan reclame ben
ik nog niet toegekomen. De bedrij
ven hebben alleen een Uniforme
Carop-folder en voeren in al hun
drukwerk het vignet van Carop".
Samen hebben ze ongeveer 10.000
auto's.
Twaalf jaar geleden zaten de
leiders van deze bedrijven voor het
eerst bij elkaar, maar het was niet
zo gemakkelijk om de Europese in
dividualisten tot eensgezinde actie
te bewegen. Tot ze aan den lijve
bespeurden dat de opmars van de
twee Amerikaanse giganten hun
zaken geenszins onaangetast liet.
Toen was de zaak Carop gauw
rond. In november 1965 werden al
le bazen naar Madrid gedirigeerd,
waar zij besloten in een versnelde
beweging barricaden op te werpen
tegen de automoloch uit Amerika.
Maar, al hebben ze nu 350 stations,
ze zijn nog niet zover.
Hertz-Europa stationeerde alvast
19.000 auto's op vliegvelden, bij ha
vens, voor stations en in toeristen
centra. Een van de Nederlandse be
langenvertegenwoordigers J. C. J.
Pul op z'n visitekaartje staat
„Sales manager Benelux" ver
telt: je moet zorgen, dat je op de
plaatsen bent waar de klanten (za
kenlieden en toeristen) komen.
Vooral vliegvelden zyn belangrijk.
De KLM beschouwt de „car ren
tal" (het betekent niets anders dan
autoverhuur) als een verlenging
van zijn dienstverlening: vliegen
en bij aankomst een auto".
Voor deze service zegt de heer
Pul 150 Hertzauto's op Schiphol
te hebben (totaal Nederland 400
Avis binnenkort 450). Dagelijks
worden er op onze nationale lucht
haven 60 Hertz- transacties
gesloten. Dat lijkt veel maar ge
meten naar Amerikaanse maat
staven is Europa nog wel een jaar
of 15 achter. Op de luchthaven van
Los Angeles staat een vloot van
5000 Hertz-auto's klaar. Als Ame
rikanen uit een vliegtuig komen
sprinten ze naar de balie om zo
vlug mogelijk aan de beurt te zijn.
Op Schiphol krijgt Hertz nu ge
middeld één passagier per vliegtuig.
De publiciteitschef van Hertz
ontvangt elk jaar 7 miljoen
dollar om overal ter wereld
zoveel mogelijk klanten naar de
balies van zijn opdrachtgever te
lokken. Toch is het plaatsen van
advertenties niet voldoende, weten
de „rent a car"-concurrenten. Door
service, service, service, als het kan
in de overtreffende trap moet er
een aureoolj te boven de huurauto's
gaan zweven.
Nieuwe auto's, kredietkaarten,
reserveringssystemen, gunstige ver-
zekeringsvoorwaarden, kostenver
goedingen bij pech onderweg
troostgelden (bij gegronde klach
ten), veiligheidsinspecties na elke
huur, spiegelschone ruiten en as
bakken zonder peukjes.
Elke huurwagengrootheid pro
beert unieke servicesystemen te be
denken. Allemaal zorgen ze voor
een zo groot mogelijk wagenpark
De „grote drie" hebben samen
40.000 auto's in Europa klaar
staan). Gezamenlijk dry ven ze op
het begrip „rent a car". En de
klant? Die wist drie jaar geleden
nog niet wat „rent a car" beteken
de. Tegenwoordig kent hfj wel het
begrip, maar niet de naam die er
achter staat.
Daarom: of hij een wagen huurt
bij nummer 1, nummer 2 of num
mer 3 hy wordt altijd neergevlijd
in zachte autostoelen en vertroe
teld tegen een niet al te laag ta
rief. Want het moet allemaal be
taald worden, de reclame, de ser
vice de nieuwe auto. En dat is heel
wat, als men bedenkt dat Hertz na
een jaar de auto's door nieuwe ver
vangt; Avis zijn 12.500 wagens in
Europa 1418 maanden op straat
houdt en Carop voorlopig om de
twee jaar de vloot vernieuwt.
Als u een sigarettepeuk
in een Avis auto vindt,
reclameer dan.
't Is voor ons eigen bestwil.
Om vooruit te komen hebben wij üwhulp1
nodig. Avis komt pas op de tweede plaats
in de autoverhuur. Dus moeten we extra
ons best doen.
Al is het maar een verfomfaaide landkaart
in het handschoenenkastje, al hebt u alleen
maar iets langer moeten wachten dan nodig
scheen, haal er uw schouders niet over op.
Reclameer. Onze mensen zullen het begrijpen. Ze hebben
hun instructies.
Zij weten dat wij ons niet kunnen veroorloven, u minder
te verhuren dan een welverzorgde Vauxhall Victor in
prima conditie en smetteloos van binnen en van buiten.
Mèt veiligheidsriemen natuurlijk. Die zitten trouwens in
iedere Avis auto, van welk merk dan ook.
Ontdekt u iets dat u niet bevalt,kom ermee voorde dag;
Dat deed mijnheer Keurig uit Katwijk ook. j
Hy doorzocht de auto en bracht ons het papiertje van^
•en carameL
zamelaars geweest, wier collect!
dusdanige vormen aannam dat 1
bijzondere faam genoot. De groot! -
ste van hen allen was zonder twfj
fel de Italiaanse bankierszoo!^
graaf Philippe Ferrari, een van d
rijkste mannen van Europa. Philip
pe (geboren in 1848) was als kin
ziekelijk, hetgeen zijn moeder ei
toe bracht een zeer rustige hobb
voor hem te zoeken: het verzame
len van postzegels. Maar wat ma
ma Ferrari h ad bedoeld als eei
rustig, niet vermoeiend tijdverdrijf
groeide bij haar zoon uit tot e«
vreemde, fanatieke hartstocht, di
heel zijn leven zou beheersen. Vaal
zeer armelyk gekleed ging de graa
op speurtocht naar zegels bij zaak
jes en winkeltjes. Tienduizenden ei
nog eens tienduizenden gaf hy
om zijn wereldcollectie te compltj
teren. Maar dat was ook in die t
al .iets onmogelijks. Er waren
lang niet zoveel zegels als tegen
Volgende maand (van 11 tot
21 mei) wordt in het Am
sterdamse RAI-gebouw di
Amphilex '67 gehouden
een soort wereldtentoonstel
ling op postzegelgebied. Er
zijn zo'n 800 inzenders, on
der wie de Britse koningin
Elizabeth, die de interessant
ste gedeelten van hun collec
tie hiervoor tijdelijk hebben
afgestaan. De ivaarde van de
tentoongestelde zegels wordt
op vele miljoenen guldens
geschat.
Vooral voor Nederlandse fila
telisten is dit een unieke
gebeurtenis.
RI
Het toerisme groeit, de gemeen
schappelijke markt bevordert
het Zakenverkeer. Hoeveel
profijt gaan de autoverhuurders
ervan trekken? Hun prognoses zijn
niet openbaar. We volstaan daarom
met de vermelding, dat de Ameri
kaanse autoverhuurbedrijven in
1965 samen 500 miljoen dollar (1800
miljoen gulden) hebben omgezetl
Ising
woordig, maar toch nog altijd tf°°r
veel om door één man te wordei 1
opgespoord. Desondanks kwam Ferzi
rari heel ver; hij was op dit gel i
bied ook een uiterst deskundig man igen
hetgeen lang niet van alle vemm f
meiaars kan worden gezegd. Hjbescl
bezat veruit in meeste klassieke ze es k
gels, inclusief de fameuze Brits Gu
yana van 1856. Ferrari stierf 1
1917 op 69-jarige leeftijd, bij wijl IW
van spreken midden in een nieuT
postzegeltransactie. Hij had ee
enorm kapitaal aan zijn collecti
uitgegeven en dat kwam eruit
de veiling van 1922 in Parijs. D
verzameling-Ferrari bracht rul d
1.600.000 dollar op. Markant deta penk
daarbij: de Brits Guyana w«n
verkocht voor het lieve sommetj nan,
van 32.500 dollar en kwam in har a
den van een andere bezeten vera
meiaar, de Amerikaanse multi-mi
jonair Arthur Hind. Deze laats
stierf in 1933. Zijn collectie bract
in een economisch zeer moeilifjl
tijd, bijna een miljoen dollar oj Jj
De Brits Guyana was daarbij nie
inbegrepen want die hield mer.
Hind achter. Jaren later verkop
zij hem wel, maar de bijzonderhe
den van die transactie werden 1
bekendgemaakt.
De Britse postzegelexpert Harmei
raadde vorsten en prinsen altijl
aan een deel van him fortuin Ir
postzegels te beleggen. Mochten 1
nog eens gedwongen worden in al
lerijl hun land te verlaten dan zijl
zegels, zo zei hy, veel gemakkelij
ker mee te nemen dan go»
of juwelen.
Postzegels mits verstandig gekos
kunnen een uitstekende geldbelefJJSj
ging zyn. De Haagse m
laar Van Dieten heeft
zijn jaaroverzicht 1965 -
een grafiekje gegeven waarbij h
een vergelijking trekt tussen 1
„koersen" van enkele goede zege
en series en een aantal Nederlani
se aandelen in de periode 1935-196)
Ofschoon hy erkent dat de verge
lijking wat mank gaat, wijst V& JZ
Dieten op de voortdurende stijgin fn
van de postzegelprijzen, „zelfs
deze tijd van teruglopende econo
mische activiteiten". Er is eebte
één „maar". De Duitse deskundig
Arnold Ebel heeft nog niet zo lanf
geleden gezegd dat de mensen dï
hun geld liever in postzegels da:
in aandelen en obligaties belegge
zich wel duidelijk dienen te rea
liseren dat de markt gewoonweg
geen speling biedt voor kortlop*
speculaties.