EDDY CHRISTIANI's Films wonderlijke .terugkeer' „IK ZIE DE ZON AL SCHIJNT ZE NIET IK ZING EN IK FLUIT IK JUBEL HET UIT HET HOOGSTE LIED" Jack Hawkins en Audrey Hepburn DE EERSTE OUWE TA; EEN ANDER IJSBAAN GOEDE RUIL neel- en filmcarrière al vroeg. Aan vankelijk wilde hij zanger worden, maar na een ontmoeting met Ita lia Conti, de leidster van een be roemde toneelschool, koos hij de acteursloopbaan. Na een van zijn eerste stukken werd hij door George Bernard Shaw gevraagd voor een rol in Jeanne d'Arc. In de jaren dertig ging hij naar Ame rika en van dat ogenblik dateert zijn grote bekendheid. De jongste moeilijke opdracht voor Audrey Hepburn, van wie bekend is dat zij zich met grote toewijding op een rol voorbereidt, is het simuleren van blindheid. In „Wait until dark", haar eerste Hollywood-film sinds „My Pair Lady" moet zij ge stalte geven aan een pas blindge- worden huisvrouw, die door drie bandieten, op zoek naar een ver borgen hoeveelheid heroïne, wordt bedreigd. Audrey's probleem is: iedereen weet dat ik niet blind ben. Hoe wek ik nu in een film op overtui gende wyze de indruk dat ik het wel ben. Zij heeft het gepro beerd met contactlenzen, in de mening verkerend dat die wellicht een indruk van blindheid 7°ulcn geven. Het resultaat was n*«t be vredigend, bovendien wende Audrey EATERDAG 15 APRIL 1967 LEIDSCH DAGBLAD Ik liad er geen zin meer in om nog langer te zingen over blonde meisjes met blauwe ogen en dat soort liedjes De Britse acteur Jack Hawkins werkt weer aan een film een jaar nadat zijn strot- tehoofd werd weggenomen wegens kanker. Hij heeft helemaal opnieuw moeten leren spreken. Zijn stem is zachter geworden, maar hij is in elk geval goed verstaanbaar, zoals onlangs bleek bij een aflevering van het tv-stuk „Dr. Kildare", waarin hi) een gastrol vervulde. „Ik beschouw mezelf als een enorme geluksvogel", verklaarde hij in een interview tijdens de opna men van zijn nieuwe film. „The great Catherine". „Ik had nu ook wel zes voet onder de grond kun nen liggen, moet je maar denken. De dokters hebben het nog net op tijd ontdekt, voordat het zich ver spreid had tot de klieren. Ze heb ben mijn stxottehoofd weggeno men en daarna moest ik helemaal opnieuw leren spreken. Een hele gewaarwording. Ik doe het nu door lucht in te slikken en die langzaam weer naar buiten te laten gaan". De 56-Jarige Hawkins erkende dat hij in die periode meer dan eens „donkere ogenblikken" heeft ge had. „Ik dacht vaak dat ik nooit meer zou kunnen werken. De ope ratie die ik heb ondergaan brengt kennelijk diepe depressies teweeg". Vorig jaar, kort na de operatie, liet hij zich door enige vrienden overhalen als gast te verschijnen op het toneel bij de jaarlijkse filmvoorstelling voor de Britse ko ninklijke familie. Hij kreeg een ovatie van het publiek en dat ont roerde hem zeer. „Het gaf me een geweldige stimulans op een tijdstip dat ik die het hardste nodig had". Jack Hawkins begon zijn to er maar moeilijk aan. Daarna werd haar voorgesteld naar een bepaald punt in de richting van de came ra te staren. „Ik voelde daar niets voor. Ik geloof dat het mij en la ter ook de toeschouwers zou aflei den. Bovendien: een van de dingen die ik bij een onderzoek heb ge leerd is dat een blinde zijn ogen richt op degeen met wie hij of zij spreekt". Audrey Hepburn heeft in de buurt van haar woning in Lausanne een kliniek voor blin den bezocht. Later heeft zij ook in New York enige tijd in een derge lijk instituut doorgebracht, waar zij geblinddoekt deelnam aan de oefe ningen van echte blinden. „Het was een leerzame en emotio nele ervaring. Je realiseert je hoe hulpeloos je bent als je niet kunt zien, maar óók hoeveel blinde men sen kan worden geleerd zodat ze bijna zelfstandig kunnen zijn. Zelfs de eenvoudigste dingen moe ten heel zorgvuldig worden gedaan. Je moet alles voelen want de tast zin is al wat je hebt. Je moet zelfs met je vingers navoelen of je de jam wel gelijkmatig op een boter ham hebt uitgesmeerd. Je moet le ren een mes te gebruiken zonder je te snijden, hoe je aan een fornuis moet werken zonder je te branden. Een groot deel van de oefenin gen is gericht op het voorko men van letsel. Maar er zijn ook compensaties. Ik ontdekte dat mijn gehoor veel scherper leek en ik was buitengewoon gevoelig voor het stemgeluid van de mensen". Hoe Audrey het probleem zal oplos sen is nog niet geheel duidelijk. We zullen moeten wachten, „Wait until dark". nier leerde Je alles spelen, klassiek, populair, jazz, Hongaars enzovoort, omdat je wel moest!" Een van zijn stellingen: er ko men steeds meer muziekbeoefe naars, terwijl de musici alsmaar schaarser worden. „Vorig jaar heb ben ze uitgerekend, dat er 400.000 Nederlanders zijn die het gitaarspel beoefenen. Maar in Hilversum ken nen ze maar zes of zeven capabele gitaristen. Ze komen daar gitaris ten tekort, strijkers, van alles. Mu sici die zo geroutineerd zijn dat zij na een heel korte voorbereiding in elk nummer hun partijtje kunnen mee blazen, strijken, of tokkelen. Ik garandeer, dat je over tien jaar een orkest als De Zaaiers of het Me- tropole-orkest niet meer kunt for meren. Er zitten mensen in, die al zestig, zeventig jaar zijn". Eddy Christiani, die nu een uit rusting heeft ter waarde van der tigduizend gulden (waaronder een gitaar die heeft toebehoord aan Joseph Reinhardt, broer van de be roemde Django, en een peperdure Akai-bandrecorder, die hem in staat stelt zijn soli uitzendklaar bij de omroep in te leveren) was in 1939 de eerste op het Europese vas teland die een elektrische gitaar bespeelde. „Maar ja, voor de oorlog kon men als gitarist geen behoor lijke job vinden, men vond het toen geen volwaardig instrument." Vandaar dus dat hij zich al gauw toelegde op het zingen. Eddy Christiani en echtge note bekijken de fanmail nog eens. „Ik wide een zanger voor led een zijn', praat hij over de I waarnaar hij weliswaar g heimwee leeft, maar waaraan toch veel plezierige herinnering bewaart. Zc staat in de schuur de tuin eei oude hutkoffer tienduizend liefdesbrieven, vrouw: „Ik leb ze allemaal g(L]e zen en nog b«antwoord ook". Zijn eerste hdio-uitzending zanger wai in 1938. Eddj ster steeg iaarna snel. was in 1942 net p populair als '52". In het begin zoi^ ik uitsluitetaec Engelse teksten. Tt?n compor* de ik „Zonnig Madera", met gelse woorden dus. Mar dat ma niet van de Duitsers. Er werd eïitt vertaling van gemaat. Maar weet wel, dat Nederlands niet meest ideale taal is omjn te i gen. Een Hollandse tekstje wo:aai gezongen, is moeilijk vertaanbs Eer Toen vond ik het: als ik-ie 1 extra duidelijk uitsprak »n beetje syncopeerde, ging l»t j swingen, kreeg het hele liece lift. En vooral geen lange noln, ging Hollandse liedjes zingen p manier, waarop ik Engelse fovT^ Jes had gezongen". lijn lUit lede Dat speciale maniertje I" handelsmerk van Eddy, die lnLjjc moest onderduiken, omdat hl) Ijnog lid was van de Cultuurkamer VI wegens „Ouwe taaie", dat hij i het aanleiding van een weddenscjhet had gemaakt en voor de radio bracht en dat tot ergernis vaüjr bezetter drie Engelse woorden vatte: cowboy, whiskey en do lede In de jaren rond '50 had hü d omzet van circa honderdduïivooi platen per jaar, verdeeld don: twaalf of meer nummers. Jfandi had ook zoiets. Er was altyd vriendschappelijke rivaliteit tujnen ons wie het hoogste kwam". De 1 ste gouden plaat die in Neder reai werd uitgereikt, ging naar Christiani voor zijn vertoljden, van „Een zeemanshart" van J( telbi ny Hoes, waarvan in de eerste weken 30.000 exemplaren verkocht. Als Eddy de verder schijf tevoorschijn haalt, laat e" hem vallen. „Geeft niet", goedmoedig .de stukken opraffVft „hij is al eerder gelijmd". riji «lige Hilversum draait weer zijn platen en op het derde net is hij eens in de veertien dagen zelfs weer „live" te horen bij het Vara-ensemble De Kameleons- Phonogram liet hem een half jaar geleden een LP volzingen met z'n oude schlagers, die nu goed wordt verkocht. Jongeren van rond de 25 jaar bombar deerden hem in maart tot eregast bij de opening van de expo sitie „De Jaren Vijftig" in Amsterdam. Kortom: er is 'n her- nieuwe belangstelling voor de zanger, die tien, twintig jaar en langer geleden triomfen vierde met liedjes als „Ouwe taaie", (Woelige baren" en „Komt weer naar huis". Eddy Christiani, die volgend jaar vijftig wordt, is er een beetje beduusd van. Dat mensen van omstreeks veertig jaar het leuk vin den zijn stem nog eens te horen, ach, daar kan hij wel inkomen, maar dat een jonge generatie hem plotseling weer naar voren schuift, vindt hij een merkwaardige zaak. Met enige schroom ging hy naar de tentoonstelling van alpino's, pofbroeken en jongensfietsen, die door de Stichting Jeugdsentiment was georganiseerd. „Ik dacht: straks gaan ze me verschrikkelijk in de maling nemen." Maar het pakte anders uit. Als „een van de allergrootste helden uit onze jon genstijd" werd hij ingehaald. „Leuk, geweldig, maar begrijpen doe ik het niet, dat vast willen houden aan het verleden. In mijn jeugd keek ik vooruit, niet achter uit. Het zal een soort heimwee van die jongens zijn". Zelf heeft hy van dergeiyke sen timenten weinig last, wat zijn eigen zang betreft tenminste. Toen hy er negen Jaar geleden mee stopte, had hy er schoon genoeg van. „Ik had er geen zin meer in om nog langer te zingen over blon de meisjes met blauwe ogen en donkere meisjes met bruine ogen. Ik had toen vierhonderd grammo foonplaten gemaakt, dat is acht honderd titels, en net als Max van Praag dacht ik: laat een ander het nou maar eens doen". Die ander is niet gekomen, vol gens Eddy. „Het genre dat Max en ik beoefenden, bestaat niet meer. Van een vodje papier een schlager maken, wat wy deden, is er niet meer by". Hy wordt bitter. „Welke Hollandse liedjes zyn nu schlagers? Die dingen waarby Je de kinderen de kamer uit moet sturen. „De gitaar is altyd al mijn in strument geweest. Op myn veertiende jaar kreeg ik er één van „Sneeuwwitte boezem" en nog er ger. Dat heeft de Nederlandse lich te muziek een ontzettende klap ge geven, zodat we nu middenin de En gelse toestand zitten". Maar hy piekert er niet over daaraan iets te gaan doen door als zanger op de Bühne terug te keren, ook al ïykt het moment daarvoor nu gunstig. Negen jaar geleden deed hy een goede ruil, vindt hy- zelf, toen hy het zingen zo goed als vaarwel zei en de gitaar tot zyn hoofdbron van inkomsten pro moveerde. Want het moge lang stil zyn geweest rond de zanger Eddy Christiani, de gitarist Eddy Chris tiani heeft al die jaren geen dag zonder werk gezeten. Hy doet veel omroepwerk en trekt al jaren op met Willy en Willeke Alberti in een reclame-tournee. „Hy staat met zyn gitaar op en gaat ermee naar bed", zegt zyn vrouw. Eddy zelf: „Ik kaart piet, ik kegel niet, de gitaar is alles voor me. Elk vry uurtje studeer ik, want ik maak veertig gitaarsoli per jaar. Samen met een vriend heb ik een enorme collectie banden en platen opgebouwd van alle grote gitaris ten ter wereld. Django Reinhardt hebben we byvoorbeeld compleet. Er zyn authentieke opnamen by uit 1920 en '25. Kyk, dat is myn hobby. Als ik uitgewerkt ben en thuis zit, laat ik me omringen door de grote meesters". myn oom. Les heb ik nooit gehad. Ik heb het mezelf moeten laren". Het was een harde leerschool. „Ik speelde in semi-proforkestjes, op kermissen, op ysbanen en zelfs in de Warmoesstraat." Hy was orkestlid in een café-concert, toen de ouverture „Dichter und Bauer" van Von Suppé werd gespeeld. Ed dy liet de gitaar rusten. „De ge rant kwam meteen naar me toe: hoeveel verdien je? Dat was toen 30, 35 gulden per week. Ik ant woordde en hy vroeg: waarom doe je dan niks? Ik zei, dat Von Suppé dit niet voor gitaar had geschreven. Niks mee te maken, kreeg ik toen te horen, spelen! Zo ging dat vroe ger. Ik ben blijdat die tyd voor- by is, maar tochOp die ma-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 10