Tegelen leeft naar Passiespelen toe V;;:, Weekelndblffage Leldseh Dagblad t",*rc"5v" m ffl Pasen 1967 T gelen leeft weer in de ban de Passiespelen, 's Avonds in het weekeinde ziet apostelen en schriftgeleerden door het Limburgse dorp lopen, als het vermomd in hun twintigste- eeuwse kledij: het zyn de hoofd rolspelers, wier baard en hoofdhaar al tot een respectabele lengte zijn gegroeid. Het spaarzaam gebruik scheermes en schaar maakt hen juist geknipt voor de rol, die zij deze zomer vrijwel elke zater dag en zondag zullen spelen in het passiespel „Van Gabbatha Golgotha". Op het ogenblik repe teren zij twee, drie avonden in de week, samen met een kleine vier honderd anderen (inwoners van Tegelen en Tegelenaren van ge boorte wie wil deelnemen, moet het een of het ander zijn), in leef tijd variërend van vier tot tachtig jaar. Borden rond en in het dorp kon digen het vijfjaarlijkse evenement het laatste plaats vond in 1960, dus zeven jaar gele den. „Wij hebben deze keer getwij feld of we er wel weer aan zou den beginnen", vertelt André Thijssen (65) eigenaar-directeur ijzergieterij en voor de ze vende keer regisseur van de Pas siespelen. „We vroegen ons af of in deze tijd van grote en snelle ver anderingen een Passiespel nog wel zin had. En wij hebben ons er tuigd: ja, juist in deze tijd heeft het zin!" In de folders die nu op grote schaal worden verspreid, staat dan deze Tegelse traditie, in 1931 in het leven geroepen en sindsdien ver over de landsgrenzen bekend geworden, wordt voortge- samenleving zo veel grenzen weggevallen zijn, nu grote problemen slechts opgelost kunnen worden door eendrachtige samenwerking begrijpen we be ter het gebed van Christus op de avond voor zijn lyden: „Dat allen één zijn". Zovele dingen die ons in Jezus zyn overgeleverd, nu als onwerkelijk en hinderlijk. Desondanks bestaat er een groeiende belangstelling voor de boodschap die Hij ons bracht. Het waarachtige, onopgesmuk te verhaal van Jezus' leven boeit velen; daardoor kan een pas siespel ook nu nog actueel en at tractief zijn". „En dat er nu nog belangstel ling voor bestaat, blykt ook wel", aldus de heer Thyssen, „want de reserveringen lopen goed", (en dat zegt hij met in zyn achterhoofd het cijfer 160.000: het aantal be zoekers dat het Tegelse openlucht theater „De Doolhof" in de verre gende zomer van 1960 kreeg; de helft was buitenlanders). Tegelen zelf <18.000 inwoners) in elk geval weer enthou siast voor. Na de gebruikelijke op roep in het plaatselijke nieuwsblad stroomden de aanmeldingen bin- beschouwt het als een Elly Siebgens-Denessen als MARIA eer mee te mogen doen") en daar onder school veel bruikbaar mate riaal („in Tegelen heeft men van huisuit een kunstzinnige inslag; we hebben hier drie goede harmonie orkesten, zes zangverenigingen, 'een strijkorkest en drie toneelvereni gingen") Daarna volgde de tra ditionele procedure: eerst het testen van de mensen, die men niet Ken de uit vroegere speelperioden en vervolgens het verdelen van de rollen „zonder aanzien des per- soons", waarbij niet alleen het ac teertalent, maar ook het uiter lijk een belangrijke factor is. D Christusrol wordt dit jaar gespeeld door dé 27-jari- ge grafische ontwerper Ferd Verstraelen, een fervent amateur- tonelist, de enige die zich niet aan meldde, maar werd aangezocht. Hij had en heeft nog wel be denkingen tegen dit passiespel, dat werd geschreven door de priester dichter Jacques Schreurs en in 1940 voor het eerst werd opgevoerd. „De tekst is te dramatisch, roman tisch aangezet en dat remt mij. Een spel vanuit een moderne vi sie geschreven, was mij liever ge weest. En men weet wel, dat het spel verouderd is. Daarom had men beter kunnen wachten, tot '70 en dan met iets nieuws moeten ko men". Zyn voornaamste motief om de rol toch te accepteren: „Ik vind theater erg boeiend". Hy voelt veel voor het standpunt van dr. Beckers, leider van het Lim burgs Toneel en tijdelyk assistent van regisseur Thijssen, die zegt: „Laat Jezus gewoon een tim mermanszoon zijn, die ernstige dingen zegt". Een bijkomstigheid: „Vroeger was ik gewoon Ferd Verstraelen, ja, nu nog natuurlijk, maar nu ik die Christusrol heb gekregen, gaan ze je er een beetje mee vereenzel vigen. Je moet op je woorden gaan passen. En als je een café binnen stapt om een pilsje te pakken, dan kijken ze je toch zo even aan van eh En ze zeggen ook wel wat, geintjes natuurlijk, maar intussen". Mevrouw Elly Siebgens-Denes- sen (33), ook lid van een toneel club, speelt Maria. Het is haar der de belangrijke rol in de Passiespe len; al eerder was zij Maria Mag- dalena en de moeder van Judas („die scène met Judas' moeder is nu geschrapt en dat vind ik per soonlijk erg jammer, die rol vond ik heel plezierig spelen, ik kon het begrypen, deze Maria-rol vind ik wel een beetje moeilijk"). Haar man moet er straks voor zorgen dat de muziek (bandopnamen) op tijd klinkt, terwijl hun twee kin deren ook in het stuk voorkomen. „Als de kinderen niet hadden kun nen meespelen, had ik het beslist niet gedaan, hoor, de kinderen de hele zomer elk weekeinde alleen laten. Maar het worden nu ge woon kleine Joden". „Al dat gepraat over moderne tijden en of het nu nog wel nodig is, een passiespel, dat heeft op my geen invloed", zegt Jacobus Pe ter Beurskens, 49 jaar en glassny- der, die Petrus speelt. Driemaal was hy Petrus' broer, Andreas, „ik heb dus promotie gemaakt". De 31-jarige Josef Houba, chef boomkweker, deed als elfjarige jon gen zyn intrede by de passiespe len als bediende by het Laatste Avondmaal en nagelbakkendra- ger. Daarna was hy Romeins sol daat. Nu speelt hy voor de twee de keer Pilatus. Hy heeft een Ro meinse coiffure, „ik heb myn haar altyd zo, maar wel iets kor ter". Hy vertelt, waarom hy meedoet. „Als kind ben ik er in gekomen en ik ben ermee ver groeid geraakt. Ik heb het altyd graag gedaan. Niet omdat ik zo erg heilig ben of zo, hoor, nou heb ik ook niet zo'n erg heilige rol". De elektricien Henk Jbnkers. een Fries van geboorte, speelt al jaren met vrouw en kinderen in de Passiespelen mee. Hy is nu Abiron. Hy heeft een opvallend mooie baard gekweekt, „m'n derde al, maar als ik myn familie moet geloven, gaat-ie er deze keer niet meer af". Oo 23 maart jl., Witte Donder dag. was de officiële roluit- reiking, een plechtigheid waarvoor zowat half Tegelen naar de kerk ging. Overigens waren al le sprekende rollen allang ver deeld. Want hoewel de première pas op 4 juni is, is men vorig jaar Pasen(l) al begonnen met de repetities. De voorbereidingen zyn zo enorm groot, buitenstaanders hebben er meestal geen idee van", zegt de heer Thyssen. „De Passie spelen zyn eens in de vyf jaar. Vaker zou niet mogelyk zyn. En bovendien, om elk jaar Passiespe len te geven Oberammergau doet het eens in de tien jaar". Tegelen leeft naar de negende Passiespelen toe en „heel Tegelen leeft mee", aldus regisseur Thys sen, want iedereen heeft wel een familielid, buur, vriend of kennis die meespeelt. Vierhonderd Tegele naren repeteren, nu nog twee avonden in de week, straks, in mei, wel vier vyf avonden. Intussen heerst ook grote bedry- vigheid in het openluchttheater De Doolhof, een voormalige klooster tuin. Werklieden zyn bezig met het aanbrengen van een enorme, pi- laarloze overkapping. Kosten een half miljoen. Maar het is geen luxe. aldus de heer Thyssen, „in 1960 hebben we ontzettend veel re gen gehad en regent het niet, dan is het e rontzettend warm. En voor menige toeschouwer was het teveel om vier uur achtereen in de bran dende zon te zitten. We hadden al tyd een ploeg van het Rode Kruis by de hand voor mensen die on- passeiyk werden of flauwvielen". Nog meer activiteit in De Dool hof: in een bloedheet kamer tje boven het toneel ratelen elke maandagmiddag („maar we nemen nu al werk mee naar huis, het zullen straks wel meer middagen worden") de naaima chines, bediend door vier Tegelse huisvrouwen, die al twintig, dertig jaar of langer de zeshonderd kos tuums van de Stichting Passie spelen toonbaar houden. Na elke speelperiode worden de kostuums gestoomd en in kisten opgeborgen; geruime tyd voor de nieuwe reeks opvoeringen worden geïnspec teerd en gerepareerd en eventueel worden er nieuwe by gemaakt. Vo rig jaar augustus („door omstan digheden veel later dan de bedoe ling was") zyn de dames weer aan de slag gegaan.„Een vreseiyk pech- jaar is 1960 geweest. De kostuums hebben veel van de regen te lyden gehad". We horen, dat vooral de heren de kostuums nogal eens be schadigen, omdat ze vergeten by het oplopen van een trap hun lan ge mantels op te tillen en er dan op gaan staan. By tyd en wyie wordt er in dat kamertje een vreemde con versatie gevoerd. Zoals deze. letteriyk opgetekend: „Er is hier achter geen apostel meer". „Waar heb je Judas?" „Ach, die ligt toch nog in de kist". „Die jood die ik hier heb is niet meer te gebruiken". Het gaat dan ook over kostuums. Frits Ko&ytwrg. Jacobus Beurskens als PETRUS Regisseur André Thijssen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 11