3 Twintig eeuwen
Oostenrijkse wijn
aterdag 11 maart 1967
PAGINA 19
omgeving.
eel wit en een beetje rood
Ik zijn de Oostenrijkse wijnen,
ider de kenners een goede en
voortreffelijke naam genie-
|Ze zijn afkomstig uit een vier-
ebieden
■Oostenrijk, met niet minder
zeven districten, n.l. Weinvier-
de Wachau, Krems, Langenlois,
jct nauland, Baden en Bad Vösgau;
enland, met twee districten, n.l.
(ji st-Neusiedler See en Eisenberg
marken, vooral in het westen,
j- het zuiden en in het Klöch-Ost-
i bische district;
kende soorten zijn:
ie Veltliner, die rüpt op de zon-
fgoten lössheuvels van Ned er -
stenrijk en btf Wenen en die be-
jmd is als een fruitige en prik-
Mende wijn;
Ing, een geurige, droge wijn uit
Wachau en het dal van de
mp;
poldskirchner (Baden), met na-
i als Spatrot en Rotgipfler, volle
krachtige wijnen met een fijn
en een stimulerende fris-
Neuburger, een volle wijn met zacht
bouquet uit Baden, Burgenland en
de Wachau;
Traminer, rijpend op de zware bo
dem van vrijwel alle wijndistricten
en vermaard om zijn krachtig bou
quet en indrukwekkende „stevig
heid";
Muskat Ottonel, een aromatische
wijn. afkomstig van de oever van
het Meer van Neustad in Burgen-
Witte Bourgogne, vooral van de dro
ge, kalkrijke gronden en zeer ge
waardeerd na lange jaren rijping;
Müller-Thurgau, een wijn met een
uitgesproken bouquet, die mildheid
en volheid op verrassende wijze
in zich verenigt;
Rode wUnen nemen ln Oostenrijk een
betrekkelijk geringe plaats in. maar
Blaufrankisch Blauer Portugieser.
Blauer Burgunder en St. Laurent
staan goed aangeschreven.
Heuriger tenslotte, uit het gebied
rondom Wenen, is de eerste jonge
wijn van de nieuwe oogst., een wijn,
die fris van smaak is, maar waar
van men het alcoholgehalte niet
moet onderschatten.
Oostenrijkse wijnen be
horen niet tot de bekendste
en toch is de Oostenrijkse
wijnbouw ai ouder dan de
naam van het land. Want die naam
komt het eerst voor in een oorkonde
van bijna duizend jaar geleden, maar
toen groeiden er zeker al tien eeuwen
lang druiven in en om Vindobona.
zoals Wenen in het begin van onze
jaartelling heette.
Het is niet onmogelijk, dat de wijn
bouw in Oostenrijk is ingevoerd door
Romeinse legioensoldaten. Maar ze
ker is dat niet. al leert de jeugd op
de Oostenrijkse scholen, dat het Kei
zer Probus «276282 na Chr.) was,
d e de wijnbouw naar het Donauge-
bied bracht. Dit- klopt. nl. niet met
het feit, dat de Romeinse soldaten op
hun veroveringstochten dagelijks een
zekere hoeveelheid uit Italië inge
voerde wijn ontvingen. Vele keizers
vóór Probus hadden gepoogd aan dit
monopolie van de Romeinse wijnhan
delaars een einde te maken, di? dan
echter heftig protesteerden. Keizer
Probus trok zich echter van die pro
testen niets aan. De soldaten van
zijn legioenen moesten de wijai toen
u - eigen omgeving betrekken, wat
blijkbaar in het Donaugebied niet zo
moeilijk was. Daaruit volgt, dat er
dus al wijn verbouwd werd voordat
Probus zijn beslissing nam, al sluit
dit niet uit, dat de Romeinen voor
dien de wijnstok hadden geïmpor
teerd. Hoe dit zij, wanneer er in de
herfst in de Oostenrijkse wijndorpen
feest wordt gevierd, pleegt Keizer
Probus van zeventien eeuwen geleden
nooit te ontbreken!
Al is de kwantiteit in de laatste
eeuwen verminderd, de economische
betekenis van de wijnbouw in Oos
tenrijk is nog altijd groot. Volvens
een telling van 1951 (en deze cijfers
zullen eerder hoger d2n laser zijn
geworden) werd toen op twintig pro
cent van de agrarische bedrijven wijn
verbouwd. En dat betekent, dat on
geveer 300.000 Oostenrijkers hun le
vensonderhoud eeheel of gedeeltelijk,
d:rect of indirect, aan de opbrengst
van de wijnstok te danken hebben.
Een zware slag voor de Europese
en ook de Oostenrijkse wijnbouw was
de schade, d'e de druifluis in de
tweede helft van de vorize eeuw ver
oorzaakte. Deze vijand van de wijn
stok werd waarschijnlijk uit Amer'ka
via Frankrijk naar Oostenrijk over
gebracht. Maar langzamerhand zijn
de Oostenrijkers die tegenslag te bo
ven gekomen: zij entten hun eigen
kostelijke wijnstokken op Amerikaan
se, die voor de druifluis immuun
waren, of althans voldoende weer
stand bezaten. Het heeft weliswaar
heel waf, proefnemingen gekost om
het gevaar op deze wijze te keren,
maar de Oostenrilkse vakmensen
slaagden er;n het kwaad te overwin
nen. zodat hun wijnen de oude repu
tatie herkregen.
IS GEEN WONDER, dat
de wijnstok al zo lang in
Oostenrijk bekend is: het
heerlijk? klimaat, de vrucht
bare bodem, de kwaliteit van de win
gerd en de trouwe zorg van de wijn
bouwers hebben samen een prod.ukt
geschapen, dat. een verrukkelijke
combinatie vormt van noordelijke
frisheid en zuidelijke volheid. Wie
echter denkt, dat de arbeid ln de
Oostenrijkse wijncultuur een soort
paradijs is, vergist zich. De wijnbouw
vergt namelijk zeer veel handenar
beid: begin maart snoeien, daarna
omwerken va.n de grond (tot midden
mei), onkruidbestrijding (tot juli),
plukken en persen bij de oogst, weer
bodembewerking in de herfst en
mestaanvoer en onderhoud van de
terrasmuurtjes in de winter. Helaas
trekken heel wat arbeidskrachten
naar de stad. Voeg daarbij de bodem-
versnippering, dan tekent dat de
moeilijkheden, waarmee de Oosten
rijkse wijnbouw te worstelen heeft
(of, ten dele, heeft gehad). Maar de
Oostenrijker is er de man niet naar
zich door tegenslagen of zorgen in
IN DE VIJFTIENDE EEUW was
Wenen een stad, d:e oraiamrd
was door wijngaarden, die zelfs
binnen de stadsmuren gevon
den werden. Siever'ng, Gr'nzing,
Nuszdorf en Kahlenbergerdorf wa
ren toen centra van de wijncultuur.
Ook nu nog is Wenen beroemd cm
het genot van de „Heurige", de eer
ste Jonge wijn van de laatste oogst
De naam is een samentrekking van
de Oudduitse woorden „hun jaru",
d.i. van dit jaar. Die jonge, frsse
wijn wordt o.m. verkocht in de dor
pen aan de Donau. waar de wijnboe
ren een bos dennietakken aan een
stok boven de deur hebben gehangen
om duidelijk te maken, dat zij hun
eigen wijn verkopen. „Mam hat aus-
g'steckt", luidt de vaststaande uit
drukking voor dit soort kleine wijn
huizen, waar de voorbijganger op ge
moedelijke wijze van het produkt van
de wijngaard kan proeven. Aan het
eind van de vorive eeuw werd het
hoogtepunt van de „Heurigen" be
reikt met- de daarbij behorende
„Schramm elmuziek", echte Weense
volksmuziek, waarmee Joseph en
Hanns Schram mei als eerste en twee
de violist berorunen. later aangevuld
mef Anton Strohmayer, gitarist, en
Georg Dënzer, klarinettist. Dit
„Schrammelquartett", zoals het al
spoedig werd genoemd, heeft veertien
jaar bestaan '18781892) en bete
kende een onmisbare toevoeging aan
het gemot van de Heurige.
Rl.
•k De karakteristieke terrassen 'foto hierboven) van het wijngebied in Gedersdorf. die een sterke
s- v r oncn met Chinese löss-heuvsls. Druivenoogst is vooral op steile -heuvels (foto
links i een moeilijke taakmaar de wijnbcvcn zijn assistenten blijven er vrolijk bij.
Het wijndorp Röschitsz bezit in de Weber-kelder hierboven
een fraai voorbeeld van echte volkskunst. De reliëfs in de löss-wand
zijn met een simpel zakmes uitgesneden. De romantische Kelder-
straat'(hieronder) in Winden, Burgenland, waarbij de veelvor
migheid van de gevels der wijnkelders opvalt. Een genoeglijk tafe
reel in een herberg (links onderin), waar onder een muziekje van
de wijn loordt genoten. Een majolica-wijnkruik (in het midden)
uit Purbach, daterend uit het begin van de vorige eeuw.