tAAlgeBKuiken en -qeBneken Kruiswoordraadsel vroeger Kom er ACHT-er Spelling en uitspraak ZATERDAG 25 FEBRUARI 1967 LEIDSCH DAGBLAD L.D.-EXTRA B IN de radio- en t.v.-rubriek van een groot dag blad zag ik, met volle instemming van de re dactie, een publikatie geciteerd uit het orgaan van het genootschap Onze Taal, waarin het taalgebruik bij de radio onder de loep werd geno men. Tot mijn verbazing las ik daarin de aanmer king: „De nieuwslezers spreken veelal de letter z als een s uit, zoals in de woorden „langzaam" („lanksaam") en „zeventig"." Laten we voorop stellen, dat we nooit „letters uitspreken", maar klanken vormen en die, als we ze in schrift willen weergeven, bij benadering po gen aan te duiden door het gebruik van lettertekens. Dat is dus het tegenovergestelde van „letters uit spreken". Wie het anders voorstelt, keert het gang bare procédé eenvoudig achterstevoren! Het „uitspreken van letters" komt met name bij mensen die hun tekst van een papiertje lezen wel voor (b.v. het nadrukkelijk laten horen van een n aan het eind van een woord, „laat hij" zeggen i.p.v. „laat-ie", „mijn boek" i.p.v. „m'n boek", „één" i.p.v. „een"), maar dit noemen we in vakjargon „spelling pronunciation spelling-uitspraak) en als goed Nederlands beschouwen we dat zeker niet. MEN hoeft overigens geen taalkundige te zijn slechts over een weinig taalgevoel en een goed gehoor te beschikken, om vast te kun nen stellen dat een uitspraak „langzaam" (met „ng" en „z") of „zeventig" (met „z") hoogst onnatuurlijk, om niet te zeggen belachelijk, zou klinken en derhalve onmogelijk als zuiver Neder lands beschouwd kan worden. Wetenschappelijk verklaarbaar is die uitspraak trouwens ook. We hebben hier te doen met het ver schijnsel der klankassimilatie, dat wil in dit geval zeggen: het stemloos worden van een stemhebben de medeklinker (of het stemhebbend worden van een stemloze) onder invloed van een daaraan voor afgaande of daarop volgende medeklinker. Zo wordt de stemhebbende („zachte") v in „vieren" stemloos („scherp") in „feestvieren", doordat de stemloze t-klank eraan voorafgaat (en de stemloze k van „zak" b.v., wordt stemhebbend in „zakdoek", doordat er een, stemhebbende, d-klank op volgt). Ditzelfde assimilatieverschijnsel treffen we aan in „langzaam", waarvan de eerste lettergreep hoort te klinken als „lank-" en dus eindigt op een stem loze medeklinker, die de volgende, oorspronkelijk stemhebbende, z stemloos maakt. DE uitspraak „lanksaam" van onze nieuws lezers is dus de enig juiste en men mag het alleen maar toejuichen als ze zich niet, door het lezen van hun papiertje, tot spelling uitspraak laten verleiden. Wie nu opmerkt dat er in „zeventig" dan toch van geen assimilatie sprake kan zijn, daar er aan de eerste letter van dit woord geen stemloze mede klinker voorafgaat, heeft ogenschijnlijk gelijk. In het Middelnederlands treffen we echter de vorm „tseventich" aan (in het oudsaksisch „antsi- vunta"). De getallen van zestig tot negentig wer den oorspronkelijk alle met dit voorvoegsel ge vormd, hetgeen nog duidelijk waarneembaar is aan de t in „tachtig" en aan de „verscherping" van de beginklank in „zestig" en „zeventig". TA TDTNT Jplossingen onder het motto aan de heer J. v. d. Beek. Joh. de ruiswoordraadsel" dienen voor Wittstraat 45 te Leiden, msdag a.s. te 9 uur vm in het be- De prijzen worden de wtanaams te zijn van de redactie, Witte toegezonden, gel 1 te Leiden. Onder de goede ossingen stellen wij een eerste |K0 |P 1 |RlU|Sl |N|E|K| van f5,- en twee prijzen van f 50 beschikbaar waarnaar alleen j mnees kunnen mededingen. 1PLOSSING VANfj ORIGE OPGAVE >e eerste prijs van f 5,werd toe- IN jE end aan mevrouw P. Vogelaar, [E. j S steinde 12 te Leimuiden, de twee |G zen van f2,50 aan de heer A. A. hoef. Haagweg 162 te Leiden en Kom er ACHT-er 1. muzieknoot links beneden 2. flesje minder gevuld 3. doosje op tafel kleiner 4. bloemenvaas op televisie 5. gordijn rechts figuurtje meer 6. glas van vrouw op de bank 7. man op bank heeft een knoopje meer 8. muts van heks op de televisie HORIZONTAAL tamme eiland in de Middellandse Zee soort papegaai Aziatisoh land, dat in tweeën ge deeld is, muntstuk galerij of verhoging op de manier van (Pr.) heilige hoge akker Ned. Aardolie Mij. ambtskleed muzieknoot stelsel van betaling hemellichaam onderzoek boom grote uil voorzetsel vervelend Europeaan lidwoord bovenaards -wezen alvorens Runt u de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt u elders in dit nummer. sarcasme Russische meisjesnaam zoogdier zie 23 gebouw voor autotentoonstelling in Amsterdam proces-verbaal paar het opgediende maal 59. trillen op één noot 62. verzetaantekening 64. lyrisch gedicht 65. lof, hoog aanzien 66. niet gezonde 67. uitboeting van een overtreding VERTIKAAL: 2. voorzetsel 3. steekwapen 4. kunstig weefsel 5. schadelijk insect 6. slee 7. koppelriem voor jagershonden 8. uitstekend reepje in kaart systeem 9. kleine afdeling soldaten 12. niets 13. klap. slag 14. spijker 16. enig 20. tegenslag 24. behoeftige 26. Greenwich-tijd 28. woudkers 29. zoetwater vis 33. lidwoord 34. lofgedicht 35. invoer uit het buitenland 38. dieren woning 39. leverancier van allerlei zaken 40. nachteljjk drinkgelag 42. het kleurt de weiden groen 44. zie 64 horizontaal 46. noodsein 47. Tamtalium 49. gevoel 54. Grieks-Orthodoxe priester 55. kleine hoeveelheid sneeuw 56. plezier 57. stuurinrichting 60. maand 61. lofgedicht 63. plaats voor balspel ONDERDEN opge- W"W m—M wonden badgasten verdringen zich om de Buitensluis in Katwijk aan Zee. Ernstig kij kende en hoofdschuddende vissers houden onafgebroken het oog gericht op de vreem de voorwerpen die het ge bouwtje worden binnenge dragen. Het is zomer 1960 en de onderzoekingen naar de restanten van het magische kasteel Brittenburg zijn van daag22 augustus, begonnen. Het is echter niet voor het eerst dat de legendarische restanten van de Brittenburg in het centrum van de be langstelling staan. In 1696 trok onder meer een groot aantal Rotterdammers naar Katwijk om daar het wonder van een bovengekomen ruine te zien na een periode van hevige stormen. De oudere geschiedenis maakt diverse keren melding van de restanten van „het Huis te Britten" dat re gelmatig „boven water" kwam. Toch levert ook de meer recente geschiedenis ons een aantal oogge tuigen, die meenden de mogelijk Romeinse vesting te hebben waar genomen. De jongste getuigenis is van een dame die in de jaren der tig met haar verloofde door de dui nen dwaalde en daar, behalve door haar geleider, ook werd geïmpo neerd door muurwerk dat zich bij het strand uitstrekte. Zelfs ln 1960 nog bleken netten van vissers in de oude stenen te zijn vastgeraakt. Het zicht tijdens de ondernomen reddingspogingen was echter zo slecht ,dat op de tast moest wor den gewerkt en geen nadere gege vens konden worden verkregen. Al deze belangstelling voor „het mysterie van Katwijk" evenals trouwens de jammerlijk mislukte pogingen van augustus 1960 konden vanaf een afstand worden gadege slagen door de trotse (nu verlaten vuurtoren die al sinds 1603 zijn licht liet schijnen in de duisternis Toch is dit antieke lichtbaken niet het oudste gebouw in Katwijk - aan-Zee. De hervormde kerk, die vroeger aan de katholieken toebe hoorde, werd al gesticht ln 1461 en zelfs jaren daarvoor moet er in Katwijk een kapel zijn geweest, wijk al de nodige concurrentie on dervonden in de afgelopen jaren. In 1395 was namelijk door de Hol landse graaf aan Gielis van Cra- lingen verlof gegeven het duin tussen Katwjjk en Wassenaar ge deeltelijk af te graven. Gielis van Cralingen, die op het kasteel Zuid- wijk al de nodige concurrentie on- gaf het gebied vervolgens uit „voor betimmering". Weldra ontstond er op deze plaats een welvarend vis sersdorp, dat Katwijk en Scheve- ningen dreigde te overvleugelen. In 1412 werd alle Katwljkers verbo den naar dit nieuwe dorp Berkhei te verhuizen. De felle strijd die de nieuwkomers van Berkhei hadden te voeren te gen hun buren, duurde niet lang. In het laatst van de vijftiende eeuw telde het dorp Berkhei nog zo'n acht a tien vissersvaartuigen en in 1514 was dit aantal terug gebracht tot twee. In het midden van de Jonge republiek Holland toch maar niets te kort zouden komen! Jaren later, in de tijd van keizer Napoleon, zo ln de eerste Ja ren van de vorige eeuw, waren het diezelfde Fransen die het de Kat- wijkers juist verboden koopwaar het land binnen te brengen! Im mers, in deze jaren had de keizer verboden om nog handel met Enge land te drijven. Deze regeling, die het „continentaal stelsel" werd ge noemd, betekende voor de Hollan ders honger en armoede. De Kat- wij kers besloten nu hun smokkel- talenten ln dienst te stellen van het vaderland en ontwikkelden een levendige handel ln smokkelwaar die o.a. door Wassenaarsers gre tig werd doorverkocht! Dit alles werd zo listig georganiseerd, dat verschelde Franse Douaniers, vaak zonder het te willen en zon der het zelf te weten, actief aan de sluikhandel deelnamen geschiedenis zullen we echter moe ten blijven gissen Katwljk-aan-de-Rljn wordt door een gevierd schrijver uit de vorige eeuw beschreven als „een der aan zienlijkste dorpen van Rijnland". De omvang van het dorp ls onge veer gelijk aan die van Kat- wiJk-aan-Zee. Het verschil lag echter hierin, dat de bevolking hoofdzakelijk bestond uit hand werkslieden, zoals touwslagers, steenbakkers en kalkbranders. BERKHEI van de zeventiende eeuw was het dorp volkomen verlaten en werden de restanten door de wind onder het duinzand verborgen. AAN DE RIJN Wie nu door het oudste gedeelte van het dorp dwaalt, kan nog Iets proeven van de sfeer die eeuwen lang dit vissersplaatsje zijn kracht heeft gegeven. Groot is Katwijk nooit geweest. In 1540, toen de tijd voor de vissers zeer gunstig was, telde het dorp zo'n 200 hulzen, waarvan er 150 werden bewoond door vissers en de overige door handwerklieden, wat wel aangeeft dat er grote welvaart heerste onder de dorpelingen. Toch hadden de vissers van Kat- SMOKKELAARS Toch moesten de vissers van Katwijk nog menige strijd leveren. In 1572 waren het de Spanjaar den, die in groten getalen optrok ken naar hun dorp en het meren deel van de hulzen verwoestten. Ook de Fransen waren van de partij. De troepen van de beroem de „Zonnekoning" Lodewijk XIV dwongen de vissers met hun sche pen voedsel aan te voeren om toch vooral te zorgen dat de .vrienden' De oude heerlijkheid „der bei de Katwijken" bestond echter be halve uit KatwUk-aan-Zee nog uit het even belangrijke dorp Katwyk- aan-de-RJJn, dat we toch ook zeker even een bezoek moeten brengen. Even als zUn naamgenoot aan de zee zou dit dorp zijn naam hebben ontleend aan de volksstam van de Katten, die ln het begin van deze Jaartelling uit Zuid-Dultsland naar onze kust trok en zich daar op diverse plaatsen vestigden. Be halve Katwijk zouden ook Noord- wijk en kasteel Zuidwljk hun naam te danken hebben aan deze lie den. Naar de Juistheid van deze Lange tijd leefden de Inwo ners van de belde Katwijken en het nabij gelegen 't Zant onder de krachtdadige bescherming van de heren van Katwijk. Eén van hen, Willem, baron van Liere, schonk het dorp een fraaie brug die de beide delen van Katwljk-aan- den-Rijn met elkaar moest ver binden en zo een einde maakte aan de hinderlijke en ook niet onge vaarlijke tocht met de veerschuit. Ook ln vroeger Jaren moet er, on geveer op dezelfde plaats, een brug gelegen hebben De geschie denis maakt althans melding van een brug waarop tijdens de Loon- se oorlog, ln het begin van de der tiende eeuw. een grote menigte edelen en voetknechten slaags raakte. Door het gewicht van de geharnaste krijgers en het getrap pel van de paardenhoeven zakte op een onverwacht moment de brug ln elkaar en de vechtenden werden ter plaatse afgekoeld! De schenker van de nieuwe brug, die ln 1666 gereed kwau. ligt be graven in de fraaie Hervormde kerk, waar de beeldhouwer Rom- bout Verhulst voor hem en zijn vrouw een passende graftombe heeft vervaardigd. De kerk zelf moet ongeveer uit de veertiende eeuw dateren, waarmee het onbe twist het oudste gebouw van het dorp genoemd mag worden. Ook deze kerk ls echter gebouwd als plaatsvervanger van een veel ou dere kapel, evenals dit in Katwjjk- aan-Zee het geval was. Het is dus niet alleen de naam. die de beide plaatsen gemeen heb ben. E. Janson.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 13