Huisarts A.Terpstra helpt
de mensen van 't roken af
Matigen en
tanden poetsen
Sieto Hoving: Ik wil naar de mensen toe
HET IS EEN KWESTIE
VAN VERANDEREN VAN
DAGELIJKSE GEWOONTEN
ZATERDAO 18 FEBRUARI 1967
LEID9CH DAGBLAD
LD-EXTRA 4
Terpstra vormt een groep, niet groter dan twaalf d
m veertien mannen die zelf de beslissing hebben genomen van 't
roken af te willen komen. Ze beginnen op een tijdstip dat ze
tezelfdertijd geen andere krachttoer verrichten (dus bijvoor
beeld niet als ze bezig zijn met een dieet om af te slankenen
op een moment, dat er geen grote spanningen zijn (dus niet tijdens grote
drukte in het werk, psychische spanning e.d.). Het liefst tegen een iveek-
einde of aan het begin van een vakantie.
Op de eerste bijeenkomst van een uur vertelt dokter Terpstra een
en ander over de schadelijke invloed van het roken en hij geeft zijn
„patiënten" de opdracht mee hun leefgewoonten enigszins te wijzigen.
Dat komt hierop neer:
't Ochtends na het opstaan niet meteen beginnen met een sigaret,
zoals velen doen, doch met het drinken van een glas vruchtensap.
Daarna wassen, tanden poetsen, ontbijten. Dan één uur wachten met
het opsteken van een sigaret.
Van dat ogenblik af mag men „zoveel roken als men wil", tot één
uur voor de lunch. Na de lunch tanden poetsen en één uur wachten
met een sigaret opsteken. Daarna mag er iveer gerookt worden tot
één uur voor het diner. Wéér mondhygiëne, weer een uur geen sigaret
en dan mag men weer roken. Tot één uur voor het naar bed gaan.
De tweede week wordt precies hetzelfde gedaan, met dit kleine ver
schil dat men overstapt op een ander merk sigaretten.
De derde week kan men hetzelfde schema aanhouden, doch met
weer een ander merk sigaretten.
Dan, na drie weken van deze voorbereiding, volledig met roken stop
pen. Het kost dan betrekkelijk weinig moeite.
De eerste drie weken komt de groep elke week een uur bij elkaar
om ervaringen uit te wisselen. Dit stimuleert en men heeft niet het
gevoel het helemaal alleen te moeten klaarspelen.
Dokter Terpstra heeft de deelnemers aan het begin van de „cursus"
een briefje gegeven, waarop de nadelen van het roken vermeld staan
en dit briefje dient men iedere dag bij zich te hebben. Ook moet iedere
deelnemer een dagboek bijhouden waarin de „niet-rookervaringen"
worden opgetekend.
Het is nuttig als de naaste omgeving van iedere deelnemer, dus
vooral ook het gezin, meewerkt door niet tóch „voor de grap" een sigaret
te presenteren.
Dokter Terpstra gaat er van uit dat roken een gewoonte is. „Door de
dagelijkse gewoonten te veranderen kan men met enig doorzettings
vermogen van het roken afkomen", zegt hij.
m
Dokter Terpstra was zelf een ste
vige sigarettenroker. Meer dan een
pakje per dag. Hij wist, zoals ieder
een langzamerhand wel weet, dat in
tensief roken het lichaam langzaam
maar zeker sloopt. Het is niet alleen
de gevreesde longkanker - veeleer
zijn het vaat- en hartziekten die
door het roken veroorzaakt of ver
sneld worden. Amerika, waar de
statistiek bloeit en het sigaretten-
verbruik eveneens, heeft berekend
dat voor 1967 een miljoen gevallen
van longkanker verwacht mogen
worden; bijna een derde deel van
deze gevallen zijn met dodelijke af
loop zijn-
Op het spreekuur ran alle huisartsen
in Nederland komt nu en dan wel een
patiënt binnen die vraagt: Hebt u niet
een paar pilletjes voor me om van het
roken af te komen?
Zulke wonderpillen bestaan niet. Wel
iswaar zijn er tabletten die. vooraf inge
nomen. de daarna opgestoken sigaret zo'n
verfoeilijke smaak geven, dat men onmo
gelijk verder kan roken. Maar in de prak
tijk vergt het nemen van het tablet bijna
evenveel wilskracht als het laten liggen
van de sigaret.
Omgeving
De „verslaafden" sussen zichzelf in
slaap door de berichten over de nadelige
invloed van stevig roken domweg niet te
lezen of ze te bagatelliseren. Of ze pro
beren het roken op te geven, vervallen in
de oude gewoonte en krijgen daarmee een
stevige knauw in hun eigenwaarde. Waar
bij komt dat de omgeving dergelijke po
gingen meestal niet zo erg ernstig neemt
en weinig meewerkt om degene die zo ver
schrikkelijk hard probeert de sigaret te
laten staan, een steuntje in de rug te
geven.
Er zijn in ieder geval twee dingen no
dig om van het roken af te komen:
de uitgesproken wil om dat de doen, waar
toe je zelf de beslissing neemt, en
steun van je naaste omgeving.
Steunen
Toen dokter Terpstra zelf besloot het
roken op te geven, nadat hy opgeschrikt
was door medische publikaties over de
mogelijke gevolgen van het roken (er
wordt door artsen de laatste jaren opval
lend weinig gerookt!) deed hy dat samen
met zyn zoon.
Dat betekende: men kon elkaar in we
derzijds streven steunen en als vader had
hy de morele dwang het goede voorbeeld
te geven.
Het was niet zo erg gemakkeiyk, bekent
hy me nu in zijn woning te Akkrum.
Waren er daarvóór ogenblikken geweest
dat hy vlak voor zyn spreekuur een
smoesje bedacht („even een brief pos
ten") om nog vlug een pakje sigaretten
te kunnen halen, nü kwamen er momen
ten waarop hy tegen zyn zoon zei: „Na
het eten ééntje, alleen om te kyken hoe
het smaakt".
En juist het duwtje van de ander („Nee,
we doen het niet") is dan nodig om over
die zwakheidsdrempel heen te stappen.
Na een paar weken was het ergste leed
geleden. Dokter Terpstra taalt vrijwel
nooit meer naar een sigaret. Een jaar
lang kwamen er nu en dan seconden
waarin even de behoefte eraan de kop op
stak, maar dan was het eenzelfde soort
trek als men kan hebben aan een stukje
kaas of iets hartigs en gemakkeiyk te
„overwinnen".
Cursussen
Onlangs begon dokter Terpstra twee
cursussen (gespreksgroepen noemt hy ze
zelf liever), voor ongeveer 25 mensen die
vast besloten zyn het roken eraan te
geven.
Hy zegt tegen me: „Als u wit roken,
kunt u rustig uw gang gaan". (Ik zeg
„nee", maar het kost moeite „Een Jaar
geleden heb ik al een dergeiyke gespreks
groep gehad, maar toen pakte ik het ver
keerd aan. Er kwam iemand by me die
vroeg of ik hem niet van het roken kon
afhelpen. Ik zei: Ik wil het proberen,
maar dan moeten er een stuk of tien
mensen tegelyk zyn. Die patiënt belde na
een weekje op en zei: Ik heb tien mensen
by elkaar. Daarin lag de fout.
De fout nameiyk dat de byeengetrom-
melde goedwillenden lang niet allen uit
volle overtuiging kwamen, veeleer min of
meer „voor de aardigheid" en „om 's te
kyken wat er gebeurt".
Eerste eis: Je moet zelf serieus willen.
Van die groep destyds vertelt dokter
Terpstra, smeerden 'm drie al na de eer
ste byeenkomst. Anderen vervielen na
enige weken weer in hun oude fout. Er
zyn tenslotte drie overgebleven die het ro
ken definitief hebben afgezworen.
Daaruit leerde dokter Terpstra ver
scheidene dingen. By voorbeeld: dat men
geiykgezinden (wat het roken betreft) om
een tafel moet hebben en dat er een fol-
low-up nodig is na de eerste drie weken.
Serieus
Dat je ,als je wilt slagen, het serieus
moet aanpakken. De meeste mensen on
derschatten het en overschatten het te
gelyk.
Ze denken dat ze, als ze het zouden
willen, best plotseling zouden kunnen
stoppen. Maar het lichaam reageert daar
op met verschynselen die enigszins paral
lel lopen aan die by verslaafden aan al
cohol en verdovende middelen: transpira
tie, angstverschljnselen en „alles willen
doen om een sigaret te pakken te krijgen^
Toen enige tyd geleden de Gemeentelyke
Gezondheidscommissie van Utingera-
deel werd opgericht kwam van die kant
het voorstel om by voldoende belangstel
ling anti-rookgespreksgroepen te vormen.
Het gevolg is dat onlangs de eerste groep
van start is gegaan, samengesteld uit be
woners uit Akkrums omgeving en kort
daarna een groep waarvoor deelnemers tot
uit Amsterdam, Zutphen en Groningen
toe naar Friesland komen.
Experiment
Dokter Terpstra noemt zyn gespreks
groepen een experiment, maar is er diep
in zijn hart en in alle nuchterheid („ik
ben geen dweper") wel van overtuigd dat
ze succesvol zullen zyn. Aan een aantal
voorwaarden moet worden voldaan voor
dat men de ingrijpende stap begint.
Wat men er mee wint is reusachtig,
zegt hy. Afgezien de vermindering van de
kans op de gevaarlyke ziekten die iedereen
nu langzamerhand wel kent longkanker,
vaat- en hartziekten) zyn er andere din
gen, die het afzweren van het rokertje
aanlokkelyk maken. Er komt een viefheid
in het lichaam terug die men in lang niet
gekend heeft doordat de chronische bloed
armoede als gevolg van het roken wordt
opgeheven. De reuk komt terug en tege-'
lyk de smaak twee zintuigen die door
het roken grondig zyn verknoeid.
Of men Individueel het systeem"
van dokter Terpstra kan volgen?
De heer Terpstra wijst op de duide
lijke voordelen van het groepsver
band, maar wie werkelijk wil, vindt
ook in z n eentje wellicht baat bij
zijn werkwijze. Links op deze pa
gina geven we ,,het recept".
Het Is geen tovermiddel dat huisarts A. Terpstra uit Akkrum (Fries
land) je geeft maar 't is wel een aansprekende methode.
Natuurlijk kun je ook zó met het roken ophouden, van de
ene dag op de andere. Sommige dappere lieden kunnen dat, en
als ze onoprecht zijn, houden ze bij hoog en laag vol, dat het hun vrijwel
geen moeite heeft gekost.
Het is nauwelijks denkbaar? wie het wel eens geprobeerd heeft weet dat
maar al te goed: het lijkt of het lichaam blijft schreeuwen om nicotine»
teer of wat dan ook de aantrekkelijkheid van een rokertje mag uitmaken.
En geleidelijk aan verminderendat gaat meestal een week of
maand goed en dan vervalt men in de oude fout. Tenminste als men tot
de straffe rokers behoort, tot de groep die twintig, dertig, soms veertig
saffiaantjes per dag opsteekt. Voor de gezelligheidsrokers wordt dit stuk
niet geschreven en voor hen werkt dokter Terpstra ook niet: wie 's avonds
een eerste sigaartje opsteekt na het eten, na deze zorgvuldig van het puntje
ontdaan te hebben en daarna languit in zijn stoel achteruitzakt, de kringe
lende wolkjes boven zijn hoofd idealiserend och, zo'n roker behoeft niet
te „genezen". Hem zij z'n paffertje kraag gegund.
Sieto Hoving: „Ik had als ik toneel speelde,
altyd het gevoel dat ik daarheen wilde, naar
het publiek toe. Dat Is cabaret, het is directer".
Marijke Hoving vult aan: „Je wilt dat de men-
■en persoonlyk reageren op wat je doet. Dat is
een soort spel, dat je speelt met timing. En
daarvoor is nodig, dat je enigszins maatschap
pelijk bent ingesteld, misschien op een vreemde
manier. Je zet de maalschappy een beetje scheef
ten opzichte van de vastgestelde dingen. Met zo
veel vaste dingen is dit 'and daar geweldig voor.
Maar de wereld verbeteren? Nee, je bereikt er
echt niks mee".
Nog een paar uitspraken van Sieto Hoving.
In een interview in 1962. „Je moet de mensen
confronteren met de dingen die verkeerd zijn
in het leven. Dat kan ze aan het denken zetten,
dat kan voor hen bevredigend werken". In 1964
in het programmaboekje van „Je blyft lachen":
„Je blijft lachen om de dingen in het sociale en
politieke leven in binnen- en buitenland. Daar
biyf Je om lachen. Men kan er zich ook om bhj-
ven opwinden of blijven kwaad maken. Maar dat
kan vanwege hart en bloeddruk dodelijk zyn.
En dat is by „blyven lachen" nooit".
Bijna opvallend is Sieto Hoving in het cabaret
gerold. Geboren op 22 september 1924 in Delft.
Hij ging naar de Amsterdamse Toneelschool en
trouwde met Marijke Hoving (toen nog Marijtje
Tauber) in het jaar (1949) dat hij het einddiplo
ma haalde. Al op 't eindexamen had Han Bentz
van den Berg naar aanleiding van Hovings
prachtige vertolking van de typisch op contact
met, publiek ingestelde rol als verteller in „Our
town" gevraagd waarom hy niet cabaret ging
doen.
Het werd toch eerst toneel. Vier seizoenen by
Ko Arnoldi in Rotterdam, daarna twee seizoe
nen bij de Nederlandse Comedie. Dan, vooral om
eens samen uit en samen thuis te zyn met zijn
echtgenote, die al twee jaar het ABC van het
cabaret aan het leren was, het seizoen 1955
1956 ..het eerste jaar dat hy alleen na de pauze
optrad") by Wim Kan.
Sieto Hoving: „Dat jaar bij Kan schreef ik
wat cabaretteksten voor de NCRV-televisie en
regisseerde ik mijn vrouw en Henk van Ulsen.
Toen vroeg de NCRV of ik een programma in
elkaar wilde zetten voor een toernee. Het werd
uitgeprobeerd im Uithoorn".
„In het programma zat ook een blaaskwintet.
Daarmee werden we steeds onderbroken. Ja, ge
weldig. Maar tenslotte vond de NCRV het te
hoog gegrepen. Het was het domste programma
dat ik heb geschreven".
„Het was een programma zoals ik het niet wil
de. Met kostuums en volksliedjes Collega's zei
den: doe het toch in het Leidseplein-theater. Op
een middag gaven we een try-out. En iedereen
had het meteen over een eigen gezicht. Weet Je
wel, dat gezeur over een eigen gezicht. Met dat
eigen gezicht zijn we toen in het Leidseplein-
theater begonnen. Het liep erg goed".
Op 7 maart zal dat tien jaar geleden zijn. De
eerste medewerkers van het echtpaar Hoving
waren Henk van Ulsen, Donald Jones en Maya
Bouma, zij werden uit het Leidseplein-theater
gedreven door Toon Hermans met. zijn eerste
one-man-show, maar er waren inmiddels al
aanvragen ui* de provincie en voordat hij het
wist, was Sieto Hoving definitief cabaretier.
Met de regelmaat van het seizoen is sinds
dien een nieuw programma gekomen. In 1961
werd de eigen behuizing aan de Nieuwezijds
Voorburgwal gevonden. Van de medewerkers
die kamen en gingen, bleef Paul Deen het. langst
(acht seizoenen); in het nieuwe programma
staat Hetty Berger naast de Hovings. Het is hef
elfde en verwyst daarom naar de zotten: „zot
ten en wijzen byeen weten meer dan wijzen al
leen".
Qua opzet van zyn cabaret, heeft Hoving zich
geïnspireerd op het Münchener Lach- und
Schieszgesellschaft. In Nederland waardeert hij
Wim Kan. „Maar", zegt. Marijke Hoving, „wij
zyn geen publiek, wij kijken als vakmensen".
Zichzelf zien ze als een „scherp cabaret" dat
van het standpunt uitgaat: „Het is wel goed
's avonds te lachen om de dingen waar je de
hele dag mee bezig bent". Of ze dan niet het
trieste gevoel krijgen dat het publiek onverbe
terlijk is wanneer het hartelijk blyft lachen ter-
wyi het met de neus op zijn fouten wordt ge
drukt? „Ach nee. iedereen weet dat d<e mensen
niet veranderen".