mlqeBRuiken en -geileken Kruiswoordraadsel Verdovende middelen in Nederland Kom er ACHT-er Taalfeiten (I) Hoogste tijd om waarschuwend de vinger te heffen B \TERDAG 4 FEBRUARI 1967 LEIDSCH DAGBLAD LD.'EXIHA I yEEL stokpaardjes die onze taalmeesters van I vroeger bereden, blijven achter bij het mr tempo van de taalontwikkeling, maar tonen zich toch taai genoeg om hardnekkig achter de taalfeiten aan te blijven sukkelen. Zo is er die T in de „gebiedende ivijs meervoud" die we indertijd op school zo zorgzaam leerden koesteren dat velen van ons er nog altijd niet af willen en noest blijven schrijven: „Drinkt Hela- Hola", Voedert onze dieren niet", Blijft achter de afrastering", Bezoekt onze voorstellingetc. Alleen al de stelling dat er gebiedende wijs enkelvoud en een gebiedende wijs meervoud zou den bestaan, is onhoudbaar. Er is één gebiedende wijs, één imperatief, en die wordt in het Nederlands gevormd door de stam van het werkwoord, zonder meer. Dus: „Drink Hela-Hola", „Voeder onze die ren niet", enz. Dat is een taalfeit, te constateren door ieder die oren heeft om de levende, gesproken taal te horen. Geen leraar zal tegen een klas zeggen: „Gaat nu aan het werk", of Blijft nog even zitten", of „Levert het werk bij mij in". Nee, hij gebruikt ook tegen over meer dan één leerling de kale stam van het werkwoord: „Ga aan het werk", „Blijf nog even zitten" enz. En wat voor die leraar geldt, geldt voor iedere normaal sprekende Nederlander, zodat we die ouderwetse, papieren schrijftaalregel omtrent een T in de gebiedende wijs meervoud" gevoeglijk overboord kunnen zetten. (Een uitzondering op de regel dat de gebieden de wijs enkel uit de werkwoordsstam bestaat, vormen natuurlijk de gevallen waarin we ons tot meerdere personen richten onder toevoeging van het persoonlijk voornaamwoord „jullie"; we ge bruiken dan een meervoudsvorm op -N of -EN voor onze gebiedende wijst ,JStaan jullie eens opr, „Gaan jullie maar weg", Lopen jullie door!" „Halen jullie dat eens even voor me" enz.). Iemand die in zijn woordenboek „vanaf" en vanuitals voorzetsels erkend vond, vroeg mij verontrust of ik het met die erkenning eens was, dan wel reden zag de kruistocht voort te zetten, die de indertijd befaamde taaicriticus (en vaak ook -criticaster) Charivarius predikte tegen wat hij noemde „de f n af f e r s en de fnuiter s", d.w.z. de lieden die, volgens hem ten onrechte, „vanaf" en vanuitals één woord opvatten. Voor zo'n kruistocht voel ïk beslist niets. Ik her inner me het argument van Charivarius: „af" en „uit" zijn bijwoorden en geen voorzetsels, dus „van af" en vanuitf' kunnen nooit als voorzetsel fun geren. Het was een schijnbaar logisch argument, dat echter geen rekening hield met een belangrijk taalfeit: in de loop van de taalgeschiedenis onder gaan woorden niet alleen betekenisveranderingen betekenisuitbreidingen, betekenisbeperkingen, maar kunnen ze ook al dan niet door samenstel ling met andere woorden van functie verande ren. Het was dus dwaas, zoals Charivarius deed, voor te schrijven dat alleen „van Rotterdam uif' etc. goed zou zijn en „vanuit Rotterdametc fout., het geen zeer juist gevoeld werd door die lezer die indertijd Charivarius vroeg wat hij dan voortaan moest schrijven: „Zeus donderde vanaf de Olym pus' of „Zeus donderde van de Olympus af "f JAPIN Kom er ACHT-er 1. antenne op flatgebouw 2. haar jongetje links 3. vingers van man link» 4. vlaggetje recht» 5. kei meer 6. vogel in de lucht 7. hoed man met sigaar 8. spijkertje meer onder schoen van man in auto HORIZONTAAL met ad te grote spoed wapenschouw ijzeren band om vaatwerk beteuterd booan openbaar vervoermiddel teer overvaarboot stremsel zot, potsenmaker ^lossingen onder motto „kruis- de Sande Bakhuyzenlaan 6 te Lei- Érdraadsel" dienen voor woensdag den. fte 9 uur in het bezit te zijn van De prijzen worden de winnaars §edactie, Witte Singel 1 te Leiden, toegezonden. |er de goede oplossingen stellen een eerste prijs van f 5,- en twee sen van f 2,50 beschikbaar waar- r alleen abonnees kunnen mede- ►PLOSSING VAN ORIGE OPGAVE e eerste prijs van f 5,- werd toe- snd aan de heer Ch. Boosman, y- daan 29, Sassenheim, de twee rsfen van f 2,50 aan mevr. M. jnp, Roodborststraat 31 te Lei den aan de heer G. J. Stuut, Van □EM; EIÖB; DHaiEs aast aaaas naaaa aasaassH- @heeü Kunt u de acht afwijkingen in de belde bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt u elders in dit i zie 14 horizontaal leiding dienaar bij begrafenis VERTICAAL 2. grondstof voor linnen 3. schreeuwen 4. hier 6. voorgerecht 6. vulkanische gesteente 7. lamoen, disselraam 9. aanwijzend voornaamwaard 11. ijzerhoudende grond 12. erg behoeftig 15. beschouwing, oogpunt 17. maand 19. titel werktuig om te vegen inhoudsmaat sleepnet langs lage slee aondutder in een breukgetal waagstuk (blauwe) kiel uitkomst het zich beklagen getijde harder klinkend roede Soc. Econ. Raad jongensnaam gelijkstaand (,v. aandelen). De berichten over het gebruik van verdovende middelen ln ons land nemen de laatste tijd steeds meer toe. De Amsterdamse recherche heeft nog nooit zoveel arrestaties wegens handel ln en gebruik van verdovende middelen gedaan als lin het afgelopen jaar. Wordt de situatie door de overheid in de gaten gehouden en wat valt er tegen te doen? Nederland heeft twee ministeries die zich met het beleid rond de ver dovende middelen bezighouden. Het departement van Justitie hanteert de wetten, terwijl dat van Sociale Zaken is belast met de gezondheids aspecten van het gebruik van narcotica. Het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk tenslotte komt zijdelings met het beleid ln aanraking, doch bestrijkt wel een breed terrein: de maatschap pelijke gevolgen. Een onzer verslaggevers sprak met drs. W. N. Samson, Inspecteur bij het staatstoezicht op de volksgezondheid, en drs. A. J. van der Staay, hoofd van de onderafdeling sociaal onderzoek van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Twee uitspraken trokken tn de eerste week van dit jaar sterk de aandacht. Rfr. Wendels, officier van justitie in Rotter dam (bij de behandeling van een zaak tegen een handelaar in verdovende middelen in de Maasstad„Het aantal zaken van handel in verdovende mid delen is tegenwoordig het veel voud van dat van enkele jaren geleden. Het zal nog groter wor den, als Nederland op het ge bied van de straffen van over treding van de opiumwet geen gelijke tred houdt met het bui tenland". En zijn Haagse colle ga (eveneens bij een dergelijke zaak): rrDe gebeurtenissen ten aanzien van de jeugd baren ons zorgen. Het is van het grootste belang dat deze zaken ernstig worden aangepakt". Wat is de mening van drs. W. N. Samsom hierover? (Hü is nog maar kort terug van de jaarlijkse vergadering van de commissie voor verdovende middelen der Verenig de Naties, welke in Genève is ge houden en beschikt dus over de laatste internationale gegevens) „De mondiale situatie is sinds vo rig jaar beslist niet ernstiger ge worden. In bepaalde delen van de wereld neemt het gebruik van nar cotica toe, doch alarmerend kun nen we het bepaald niet noemen. Zorgwekkend is het probleem ech ter wel". Naar zijn mening neemt ons land vergeleken' met het buiten land zeker geen ongunstige plaats in, maar hij vindt wel dat het geen kwaad zou kunnen onze wetten wat aan te passen. „Neem België. Daar straft men de toevallige han delaar in verdovende middelen (een zeeman b.v., die wat wil bijverdie nen) al gauw met anderhalf jaar hier komen ze er heel wat ge makkelijker af". De heer Samsom vertelt, dat men van overheidswe ge huiverig staat tegenover het ne men van bepaalde maatregelen, omdat men niet van tevoren kan overzien welke gevolgen iets der gelijks zou hebben. „Wij kunnen wat dat betreft niet voorzichtig ge noeg te werk gaan". Het staat wel vast, dat we eigen lijk nog veel te weinig weten van het gebruik van verdovende mid delen. Bij gebrek aan objectieve statistische feiten is een goede ge- dachtenvorming nog niet mogelijk. „Er is wat gaande, maar in hoe verre kan eigenlijk nog niemand zeggen" aldus drs. E. J. van der Staay. Hij vindt dat er eerst een klimaatsverandering moet intreden, voordat men met een landelijk on derzoek zal kunnen beginnen. Mis schien is die verandering er over een, twee jaar. Een van de vragen die dan be antwoord kunnen worden, is of het gebruik werkelijk zo veel toeneemt als nr soms wordt vermoed. Er zijn slechts aanwijzigtngen: de Amster damse politie spoort nu en dan grote partijen narcotica op. Wordt de aanvoer groter omdat de con sumptie toeneemt? Mogelijk ook te de vergrote aan voer voor een deel een recht streeks gevolg van de grote oogst hiervan in het Midden-Oosten het afgelopen jaar. Vast staat ln elk geval, dat een deel van deze stroom naar West-Europa is ge gaan, voornamelijk naar West- Duitsland, Zweden, Engeland en Frankrijk, doch ook wij hebben een graantje meegepikt. De grote aan voer deed de prijzen dalen, wat voor potentiële kopers mogelijk de doorslag heeft gegeven. Hij blij ven evenwel gissingen. Amsterdam De hoofdstad van ons land speelt om meer dan één reden een be langrijke rol bij de handel in nar cotica. Niet alles wat daar gebeurt hoeft samen te hangen met een toenemend gebruik door (Jonge) Nederlanders. Om te beginnen heeft elke wereldhaven te „lijden" van klandestiene invoer. Voor iede re zeeman kan het een lucratieve bezigheid zijn wat .handel" van overzee mee te nemen. Daar komt bij dat Amsterdam al jarenlang een aantrekkelijk uitgangscen trum is met name voor de in Duits land gelegerde Amerikanen. Het ligt voor de hand dat Amerikanen die ln hun eigen land waar het gebruik veel groter is dan ln Neder land kennis maakten met ver dovende middelen, in de vakantie- stad Amsterdam deze kennisma king willen voortzetten. Ook onze Surinaamse rijksgeno ten en in Amsterdam wonen er heel wat staan anders tegen over verdovende middelen dan wij. Ook van hen kan dus een vergro ting van de vraag zijn uitgegaan. Hetzelfde kan gezegd worden van de Turkse en Marokkaanse gast arbeiders. In hun cultuurpatroon ligt het gebruik van narcotica wat anders dan in het onze. Maar men moet het aantal handelaars en ge bruikers in deze groep niet te hoog schatten. Zij weten, dat aanraking met de politie dikwijls kan lelden tot uitwijzing, waardoor het zo zorgvuldig opgebouwde bestaan kans loopt onmiddellijk te worden afgebroken. En tenslotte is Amsterdam de laatste jaren een Westeuropees centrum geworden van bepaalde culturele groepen, voor wie het gebruik van verdovende middelen een soort „mode" is geworden. Al deze mensen, die dus tezamen een markt vormen, trekken auto matisch handelaren aan. Door het betrekkelijk grote aanbod zou ge steld ku .nen worden, dat de mo gelijkheid dat anderen, onder wie jongeren, met deze kringen in aan raking komen, groter is dan elders. Jeugd Het is niet zeker, dat het gebruik door scholieren van verdovende middelen sterker toeneemt dan voor andere leeftijdsgroepen, hoe wel vaststaat dat het misbruik door Jongeren wel anders wordt opge vat dan dat van ouderen. Een feit is in elk geval, dat het spreken over dergelijke middelen bij de Jongelui sterker is ingeburgerd dan voor enkele jaren het geval was. Er is misschien mede door de vergrote publiciteit een zekere lust tot experimenteren te bespeu ren. De lofliederen op het gebruik van bepaalde middelen, die in de rokerige beatkelders zijn te horen, vormen een duidelijk symptoom. Er is een grote behoefte aan be tere voorlichting. Drs. Samsom noemt het zelfs nodig, reële waar schuwingen" te geven, niet alleen aan de gebruikers maar ook aan hen die slechts geïnteresseer den zijn. „We moeten hen wijzen op het animale van hun denkwij ze en hen de attractie van het ge zonde, eigen bestaan leren zien. Veel ouders slagen er niet meer in deze grondslagen van het leven over te brengen op hun kinderen, de interesse is zoek, waarvoor ver veling in de plaats komt". Ook de lust tot experimenteren die zich bij gebrek aan be ter ook blijkt te uiten in het ge bruik van middelen als trichloor- ethyleen en ether zal afnemen. Juist omdat er aan het gebruik zo'n geheimzinnige sfeer kleeft, wordt de interesse vergroot. Maar als de gevaren exact bekend zyn, ia een experiment minder interes sant. In elk geval zou de kans op verslaving bepaald kleiner wor den. Legaliseren? Het gebruik van en de handel in verdovende middelen vertoont zekere overeenkomst met het ille gale gebruik van alcohol ln lan den, waar dit bij de wet verboden was. De drooglegging van de Ver enigde staten in de twintiger jaren is een frappant voorbeeld: ook toen de bekoring van het illegale, de misdadige zwarte handel die door de hoge prijzen waanzinnige winsten èn financiële débacles voor de gebruikers opleverde. Wat zou er gebeuren als men de ver dovende middelen zou legalise ren? Het is een voorstel, dat ge zien de huidige sfeer rondom de narcotica niet haalbaar ls. Maar het verdient wel een serieuze be spreking. Een deel van de (aspirant) ge bruiker» zou stellig zijn belangstel ling verliezen. Ieta wat legaal to, Is in de ogen van velen niet meer interessant. Ook de uitbreiding van de markt zou worden tegen gegaan. In het illegale proces zün de meeste gebruikers zelf ook tus senpersoon of handelaar. Zy pro beren een deel van hun hoge kos ten als consument te verhalen op anderen. Hoe meer handelaren, hoe meer gebruikers het is een logische gevolgtrekking. Drs. Samsom tekent hierby aan, dat het Nederlandse volk Interna tionaal gezien in het geheel niet geneigd is tot het gebruik van ver dovende middelen. Volgen» hem maken bepaalde sociale omstandig heden een volk rijp voor narcotica, een sprekend bewijs hiervan 1» Turkye, waar het binnenlands ge bruik verboden is. Weliswaar ver bouwt men daar bepaalde narco tica, maar dat vindt onder streng toezicht plaats. Er ls echter on danks het verbod een vergaande illegale teelt. Het land zit derhal ve propvol met verdovend goed. maar desondanks is er geen ver dovende middelen-probleem, een voudig omdat de Turken als volk er niet ryp voor zyn. Controle Natuurïyk zou een dergeiyk le galiseren van een strafbaar feit niet kunnen gebeuren zonder een reeks begeleidende maatregelen. In de eerste plaats zou een voorlich ting op zeer ruime schaal gege ven moet worden, zoadat ledereen die verdovende middelen gebruikt weet wat hem te wachten staat. Voorts zou de legalisering scherp gecontroleerd moeten worden: ge bruik van middelen die niet onder legalisering vallen, zou zeer zwaar gestraft moeten worden. Tegen het ontstaan van excessen door gebruik van vrygegeven middelen zou moeten worden opgetreden zoals nu al het geval is by over matig gebruik van alcohol. De handel zou scherp gecontroleerd moeten worden, gebruik zou even tueel slechts moeten worden toe gestaan ln bepaalde ruimten. Het is een vreemd denkbeeld. Maar men moet de voordelen niet onderschatten. De nadelen van het louter repressief optreden van de overheid zouden verdwynen: drs. Van Staay is van mening dat Juist hierdoor groepsvorming in de hand wordt gewerkt. „Aan de ene kant staat de maatschappy die met de vinger wyst naar ,Die anderen". De groep gebruikers voelt zich steeds meer geïsoleerd. Ook daar door neemt de gevoeligheid voor verdovende middelen toe en dat is weer een stap op weg naar mis daad en onderwereld". De beleidsvraag kan voorlopig nog niet beantwoord worden. Door gebrek aan voldoende gegevens, door gebrek aan voldoende opinie vorming. Toch is het zaak dat er op dit gebied snel iets gaat gebeu ren. De verdovende middelen sul len anders spoedig onze samenle ving gaan bedreigen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 15