NIPO IS VAN ALLE MARKTE THUIS Objec tieve opinie peiling geeft altijd n SUBJECTIEF beeld VeekeVmVbTIfage LeVtfsch Dagblad N. V. NlPOf hrt Nederlands h»«lu«K voor dn PubRdsc Opmic en het Marktonderzoek 1 ITIP0-G078 agendo vragen „Denkt u dat Neder land overbevolkt raakt?" „Moet er iets gedaan worden om dit te voorko men?" „Wat zou er naar uw mening moeten worden gedaan?" Met dit soort vragen peilen opinie-onderzoekers de openbare mening. Met welk nut? Juist voorge licht zijn over de publie ke opinie verschaft een beter inzicht en voor komt misvattingen. Een lid van de Tweede Ka mer zei enkele maanden geleden in Zuid-Afrika dat de meerderheid van het Nederlandse volk niet zo ongunstig dacht over de apartheidspoli tiek als het Nederlandse parlement. Hij had deze onjuiste uitspraak kun nen voorkomen als hij de resultaten had ge raadpleegd van een, over dit onderwerp ge houden opinie-onderzoek. Veel meer dan met actuele, vaak politieke zaken, houden de onder zoekers van de openbare mening zich bezig met de marktverkenning voor het bedrijfsleven. Hoe wordt een nieuwe frisdrank gewaardeerd, welke mogelijkheden be staan er nog voor de af zet van koelkasten, en Goed in de markt Van de opinie-institu ten is het NIPO, Neder lands Instiur voor Pu blieke Opinie en Markt- verkennin het bekendst, vooral door de opinie peilingen over actuele gebeurtenissen, die ge regeld in de kranten worden gepubliceerd. „Toch vormein deze on derzoeken maar een klein deel van het totaal aantal", zegt drs. W. J. de Jonge, sinds de op richting in 1945 samen met de heer J. Stapel directeur van het NIPO. Deze oprichting vlak na de oorlog is niet toeval lig. Na dr bezettingsja ren stond het opinie-on derzoek voorop in de be langstelling, begrijpelijk als men zich realiseert dat het Nederlandse volk zijn mening vijf jaar lang niet had kun nen uitspreken. Het opi nie-onderzoek is daarna steeds beter in de markt gekomen. Het aantal mensen dat nu in Neder land in dit werk een vol ledige dagtaak vindt, ligt op ruim tweedui zend. Stond opinie-onderzoek in de beginperiode na de oorlog nog in een reuk van edele toegewijdheid en algemeen belang, waarbij velen belange loos meewerkten, met de toeneming van de op drachten uit het be drijfsleven is men op zakelijker basis gaan werken. De kosten han gen voornamelijk af van het aantal interviews dat men moet afnemen, en het aantal vragen dat per vragenlijst moet worden gesteld. Maar een verantwoorde markt verkenning naar de be oordeling van bij voor beeld een biersoort, kost de brouwerij toch zeker vijftienhonderd gulden. En daarin is dan niet begrepen dat het bij een dergelijk onderzoek is aan te bevelen, om de ondervraagde via de en quêteur een flesje aan te bieden om eerst nog eens te proeven! „Hel NIPO voert nu ongeveer zeshonderd on derzoeken per jaar uit, waarvan er ongeveer vijftig actualiteiten zijn. Snelheid is daarbij een eerste vereiste. Tussen de probleemstelling, het opstellen van de vragen een probleem apart en de publikatie van de resultaten, liggen dan vaak niet meer dan twee weken. Niemand", aldus de heer De Jonge, „heeft nog belangstel ling voor de resultaten van een door de ontwik kelingen achterhaald on derzoek". Betrouwbaarheid Het NIPO is lid van de „Nederlandse Vereni ging voor Marktonder zoekers", waarbij leden van twintig bureaus zijn aangesloten. Deze ver eniging is erkend door de ESOMAR, de Euro pese Vereniging van Marktonderzoekers in 1948 in Amsterdam op gericht die regels heeft opgesteld waardoor de betrouwbaarheid van de aangesloten leden wordt gegarandeerd. „Dit is nodig", zegt drs. De Jonge, „omdat het opinie-onderzoek, wat hetzelfde is als markton derzoek, geen wettelijke bescherming geniet. Iedereen kan een bordje marktonderzoeker op zijn deur plaatsen". De antwoorden van de enquêtes worden geco deerd en kunnen per computer worden ver werkt. Hoewel opinie onderzoekers hoofdzake lijk werl: n voor het be drijfsleven en de publici teitsmedia, kan iedereen van hun diensten ge bruik maken. In 1964 liet het Nederlands Cen trum van Directeuren door het NIPO uitzoe ken hoe het Nederlandse volk dacht over directeu ren van ondernemingen. Niet om nu eens uit ijdelheid in oe spiegel te kijken, maar om langs objectieve weg te weten te komen, op welke wijze zij bij de snel ver schuivende normen van deze tijd het beste reke ning kunnen houden met de wensen van de men sen aan wie zij leiding Enquêteurs Voor de dertrgduizencJ vraaggesprekken, die het NIPO per jaar af neemt, beschikt het in stituut over 1550 inter- dfie de huisbe zoeken overwegend 's avonds afleggen. Om de bijverdiensten hoeven zij het niet te doen; zij ontvangen een vergoe ding van twee gulden vijfenzeventig per uur. Directeur De Jonge: „Wij moeten mensen hebben dk het leuk vin den, voor wie het een vorm van vrijetijdsbe steding is. Als het dage lijks routinewerk zou worden, gaat dat ten koste van de nauwkeu righeid en dus van de be- trouw"baarheid van het onderzoek. Toch is het niet zo moeilijk om aan voldoende enquêteurs te komen. Er zijn mensen die zich zelf aanmel den, ook brengen de en quêteurs vaak kandida ten mee, en als het no dig is, plaatsen wij ad vertenties. Na een onderzoek ont vangen de bezochte men sen een bedankbriefje met een antwoordkaart, waarop een paar vragen worden gesteld over het interview. Goede om gangsvormen en nauw keurigheid in de uitvoe ring vam de opdracht, zijn de belangrijkste eisen die het NIPO aan zijn enquêteurs stelt. Het is voor de intervie wer lang niet altijd een voudig om uit de soms warrige antwoorden op te maken, welke mening de ondervraagde mi eigenlijk heeft. Van Brienen, links, werkt al jaren aan de NlPO-enquê- tes mee. Gewoon voor zijn plezier. De reacties van de mensen boeien hem. adressenarchief van het NIPO. In zijn zak houdt hij zijn legitimatiebewijs ge reed. Het eerste adres. Een bovenraam schuift open, een mijnheer zegt dat hii er weinig voor voelt. Dan maar naar een vervangend adres. Terwijl hij aan belt: „Goeie kans dat dat vaker voor komt vanavond. Als je met zijn tweeën bent, zijn er altijd mensen die bij voor baat neen zeggen, omdat ze denken, dat ze met Jehovagetuigen te maken neb ben". De deur gaat open, een mevrouw die „eigenlijk geen tijd" heeft, laat ons Dui nen en wil de vragen wel even snel be antwoorden. Het valt al direct op. dat ze na enkele vragen veel uitgebreider gaat antwoorden. Van Brienen: Moet er iets gedaan worden, om overbevolking te voorko- Antwoord: „Hebben we nog wat te zeg gen?" De interviewer gaat er niet op in. Het rS zijn strikte opdracht niet in dis cussie te treden, om beïnvloeding van. de antwoorden te voorkomen. De overi ge vragen stellen mevrouw niet voor problemen. Op het tweede bezochte adres is de geïnterviewde opnieuw een dame. In de huiskamer zit verder haar dochter, een goede twintiger. Van Brienen: Vindt u dat Nederland overbevolkt is? „Hoe kan je daar nou over oordelen**, zegt de dochter, maar de interviewer mag alleen het antwoord van de moe der „Neen" noteren. Is er welvaart in uw huis? De mevrouw vindt van niet, en naar haar dochter kijkend: „Zij is lerares maar zij moet hard werken". De doch ter: „Nou zo slecht heb ik het ook weer niet". Op de vraag of mevrouw zich aangetrokken voelt tot één van de be staande politieke partijen of liever een nieuwe zou willen: „Nou die partijen van nu doen het niet naar mijn zin hoor". De lerares: „Ja jij zou het be ter doen! Nadat het laatste adres m deze wijk is afgewerkt, stapt Van Brienen m zijn auto. en rijdt naar een nieuwe wijk waar een paar fiatwoningen moeten worden bezocht (Van een onzer verslaggevers) „Goedenavond, mijn naam is Van Brienen van het Nederlands Instituut voor Publieke Opinie, het NIPO. Wij zijn bezig met een wetenschappelijk onderzoek over Nederland en zijn bewoners. Zou ik u enkele vragen mogen stellen? Maar niet alle enquêteurs zijn zo geroutineerd als Van Brienen. Een opleiding bestaat er niet. De beginner moet het zich zelf Ieren. Alleen wie het heel goed doet, en voor de moeilijker onderzoeken wordt geselecteerd, wordt speciaal geïnstrueerd. Toch worden de in terviewers gecontroleerd. Dit ge beurt door een aantal ondervraag den opnieuw te bezoeken, erf hun schriftelijk te vragen hoe het inter view is verlopen. Door tevens de vragenlijsten nauwkeurig te bestu deren, menen de opinie-onderzoe kers dat de betrouwbaarheid vol doende is gewaarborgd. Daar komt nog bij, dat voor de eenvoudige routine-onderzoeken de vragenlijs ten zo zijn opgesteld, dat vergissin gen niet mogelijk zijn. Onduidelijke of tweeslachtige ant woorden? In de gevallen dat de ondervraagde zelf zijn antwoord moet formuleren, worden bij de vraag een groot aantal antwoord mogelijkheden gegeven, wat het beste vergeleken kan worden met een cafetaria-systeem. Bij de vraag of iemand zich voelt aangetrokken tot één van de bestaande partijen of liever een nieuwe partij zou wil len, kunnen als keuze-antwoorden worden gegeven: „voelt zich aan getrokken tot een bestaande partij" „wil liever een nieuwe partij", „geen mening", „voelt voor bei den", „hangt van de programma's af", enz. 1 Omdat het technisch en finan cieel onmogelijk is om iedereen te ondervragen, zoals bij verkiezin gen, neemt het NIPO een steek proef. Er wordt bepaald hoeveel mensen in iedere plaats worden on dervraagd, en dit aantal wordt dan willekeurig getrokken uit een adressenarchief. De grootte van zo'n aselectiesteekproef is meestal 500 mensen. De ervaring heeft uit gewezen, dat deze groep in haar opinie representatief is voor de he le bevolking, en dat een grotere groep geen verandering brengt in het resultaat. Vraagstelling De vraagstelling is een probleem apart. Een vraag die iets sugge reert, beïnvloedt het antwoord. Dat moet dus worden vermeden. Als er clichés in voorkomen leidt dit tot gedach'eioze instemming. Soms krijgt de enquêteur de opdracht mee om de vraag op de mensen zelf toe te passen. Bijna iedereen zal „Ja" zeggen als hem wordt ge vraagd of wij onderontwikkelde ge bieden moeten steunen. Wanneer daar echter aan toegevoegd zou worden of hij dan ook bereid is om meer belasting te gaan betalen, dan zullen velen een grote ommezwaai maken en een negatief antwoord geven. Zelfs de volgorde kan de makers van een opinie-onderzoek voor pro blemen stellen. Er zijn mensen die denken dat ze na vier vragen met „ja" te hebben beantwoord, ook eens „nee" moeten zeggen. Hoewel er bij acht vragen al 40.320 denk bare rangschikkingen zijn, kan men de vragen ook weer niet klakkeloos in elke volgorde zetten. En dan bestaat er zeker niet in de laatste plaats het probleem, dat er altijd mersen zijn, die de neiging heb ben een an woord te geven waar van zij denken dat het wordt ver wacht. Gevaar Het gevaar bestaat dat uit de re- sultateh van een opinie-onderzoek verkeerde conclusies worden ge trokken. In 1-961 bleek uit een NIPO-onderzoek dat 83 procent van de ondervraagden maende dat er in Nederland welvaart heerste. In september van dit jaar vond nog maar 65 procent van het publiek dat er welvaart is in Nederland. De conclusie, dat achttien procent van de Nederlanders het nu slech ter heeft dan vijf jaar geleden ligt dan gemakkelijk voor de hand, maar wie om zich heen kijkt zal het toch moeilijk kunnen geloven. Dit voorbeeld illustreert nog het beste wat een opiniepeiling is: het registreert de mening die „men" heeft, het geeft informatie over de stemming van het mo ment, een stemming die altijd een subjectieve beoordeling weergeeft. De onderzoekers stellen zich alleen tot taak om gegevens te verza melen, deze te analyseren en te zeggen wat ze betekenen. In mas- sapsychologische kringen vindt men het juist, dat de opinie-onderzoe kers zich van commentaar onthou den. De onafhankelijkheid, en daar mee de betrouwbaarheid, van deze belangrijke informatiebron wordt er door gewaarborgd. Van Brienen heeft zich in de zeven jaar dat hij m zijn vrije tijd a] enquê teert nu 2392 keer met deze zinnen aan gediend. In zijn tas heeft hij zes gelijk luidende vragenformulieren over het bevolkingsvraagstuk, de welvaart in Nederland en de politieke partijen. Op een kaart staan zes adressen, drie in een oude straat, en drie in nieuwe flat gebouwen, willekeurig getrokken uit het Tevreden Een man van ongeveer 35 jaar zegt dat hij best tevreden is. „Maar ïk zou wel graag een huisje aan de Middel-, landse Zee willen kopen, of aan de rand van de stad. Dat is pas echt wed vaart". Het is opvallend hoe gemakkelijk de NI PO-interviewer tot nog loe op de be zochte adressen is bi rui en gekomen. Maar bij het volgende huis moet het legitima tiebewijs er voor bet eerst aan te pas komen. Een klein kwiek omaatje doet de deur open. Twee meter achter haar staat haar man. Van Brienen zegt wie hij is. en maakt duidelijk dat hij graag een paar vragen zou willen stellen over de Nederlandse bevolking. „Wat voor vragen? Wat moeten wij bejaarden daar nu over zeggen? Beneden woont een ge zin met jonge kinderen, bent u daar al geweest?" Van Brienen zegt, dat hét NIPO ook de mening van oudere men sen wil horen. Maar het mevrouwtje is nog niet overtuigd. „Waarom komt u niet 's middags? We hebben helemaal geen bericht gehad. Je weet nooit wie er aan de deur komt. Ze kunnen je wel neerslaan. Je hoort zulke rare dingen tegenwoordig". De enquêteur overhandigt zïjn legit> matiebewijs. Het wordt uitvoerig bestu deerd. „Enquêteur? Dat beroep ken ik niet". En nadat hij een toelichting heeft gegeven, zegt zij: „U hebt wel stof van spreken". De interviewer doet een laat ste poging. „Ik hoef niet binnen te ko men, ik wil de vragen graag aan de deur stellen". De mevrouw, toch wel nieuwsgierig geworden, stemt dan maar toe. „Maar vraagt u verder alles maar aan mijn man, hij is het hoofd van het gezin, nietwaar?" Als Van Brienen zijn vragen heeft af gewerkt, en de deur achter hem op de knip is geschoven, vermeldt "zijn foimu- lier als frappante antwoorden, dat zij welvaart hebben, want zij hebben AOW. dat zij nooit met vakantie gaan omdat het veel te gevaarlijk is om nog weg te gaan; en dat ze geen kans zouden zien om een geldprijs van honderdduizend gulden op te maken, en deze dan maar voor een liefdadig doel zouden bestem men. Baal icerk „Ja, ja, komt u maar binnen. Wilt q uw jas uitdoen?", verwelkomt een jon ge huisvader ons. De tv wordt afgezet. „Ik ben televisie-monteur, dus ik heb hem 's avonds liever uit dan aan. En kele antwoorden: Overbevolking? Tij delijk steriliseren zoals in India, dat lijkt me een ideale oplossing. Welvaart? Persoonlijk erg tevreden, en mijn vrouw ook. Als we weggaan zegt hij: „Wel een verschikkelijke baal werk om al les te analyseren, hè? Maar het moet ook gebeuren". Het zit er weer op >r de enquêteur. Drempel Van Brienen houdt van zijn i Reacties boeien hem altijd weer. Voor hem zit er bovendien nog een sport in om van de ene op de andere persoon om te schakelen. „Er zit een boek in. Een jong echtpaar heb ik eens uit hun huwelijksmoeilijkheden geholpen. Eigen lijk zou je na zulke gesprekken je vol gende bezoeken tot een andere avond moeten uitstellen. En dan zijn er ook mensen die je na zo'n gesprek uitnodigen 'om met vrouw en kinderen op bezoek te komen. Soms ko i je met de raarste dingen thuis". Hij toont een nagelschaartje. „Een bont werker bood me zelfs eens aan. om te gen kostprijs een jas voor mijn vrouw te maken". Dit neemt niet weg. dat de drempel bij het vertrek van huis toch wel de moeilijkste is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 11