Taxi naar de hel en worstelen met Superman Internationaal Drieduizend Nog groter Helse taxi Mode Weekeindbljlage Leldsch Dagblad Zaterdag 28 januari 1967 Het publiek verdringt zich voor het hypermoderne kermisorgel op het stationsplein van Hannover. de meeste kermis-exploitanten hebben andere dingen aan het hoofd. De koffers worden haastig uitgepakt. En dan wordt de stad verkend, grondig, café in restau rant uit. Ze nemen alvast een voor schotje op het feest dat morgen begint. Kermis in hartje winter *t is iets ongewoons. Maar het is dan ook geen gewone kermis, zoals wij de volgende dag merken: het pu bliek dat langs de tientallen at tracties zó uit de fabriek en veelal niet eerder vertoond schuifelt, komt zich hier beroeps halve vermaken, de gezichten in de plooi, met streng keurende blik ken. De kermis, grotendeels onderge bracht in hallen, is in feite een vaktentoonstelling van de toeleve ringsindustrie voor het kermis- bedrijf, met opzet vastgekoppeld aan het dertiende congres van de European Showmen's Union, om dat „Hannover nu eenmaal niet zoveel heeft te bieden als Parijs of Amsterdam". Vandaar dus de ge dachte om het nuttige met het aan gename te verenigen. Geen nieuw idee overigens, want al eerder wer den dergelijke exposities in Berlijn (1911), Hannover (1954) en Stutt gart (1956) gehouden. Maar deze kermistentoonstelling is de eerste van internationale opzet. Al zijn de meeste stands in Duitse handen, daarnaast zijn er vrij veel Itali aanse, verscheidene Franse, Belgi sche en twee Nederlandse exposan ten. Een van die twee Nederlandse deelnemers is het Nijmeegse Las- bedrijf, sinds tien jaar gespeciali seerd in kermisattracties en vooral bekend door zijn reuzenraderen (het eerste in Europa sinds die van 't Weense Prater werd in Nijmegen gebouwd) en twisters. De stand ziet er vrij onopvallend uit, maar er hangt een interessante werk tekening. Technisch adviseur A. G. Smits (33) is niet al te scheutig met bijzonderheden, uit concurren- tieoverwegingen („we gaan heel goed met elkaar om, maar ik kén dit wereldje, je moet voorzichtig HANNOVER, januari Op zijn revers draagt hij een opzichtig speldje met de woorden „Wir ge- ben uns Mühe". Zijn gezicht draagt duidelijk de sporen van de moeite die hij zich heeft gegeven, voor al de laatste dagen èn nachten. Karl Heinz Bötticher (Nedersak- ser, eigenaar van een schiettent en niet meer een van de jongsten) is een vermoeid man,als hij zich zuchtend aan ons tafeltje neerzet. Hij vertelt de voorgeschiedenis. Met z'n zessen hebben ze er vanaf mei aan gewerkt. Eerst leek het niet veel te worden. Pas toen er toezeggingen uit het buitenland kwamen en de radio en televisie belangstelling gingen tonen, ja, toen kwam ook de Duitse industrie over de brug, met zoveel materiaal zelfs, dat de hele organisatie het Nedersaksische zestal over het hoofd dreigde te groeien. Maar ze klaarden 't 'm toch maar, al moest er op het laatst 's nacht worden doorgewerkt. Voor schiettent-eigenaar Bötti cher is deze weken het bed dan ook de zaligste attractie geworden die hij zich kan voorstellen. Toch zal er de komende nacht weer niet veel van slapen komen: hij heeft een groepje Zwitserse collega's beloofd met hen de stad in te gaan „bummeln", voegt hij er gelaten aan toe. 't Is zijn laatste ronde in de strijd tegen de slaap, voor de kermis begint Wij schrijven vrijdagavond de dertiende. Voor de hoteliers van Hannover is het allesbehalve een ongeluksdag geweest. In één klap kregen zij drieduizend gasten on der hun dak geschoven: Schaustel- ler, industriels foreins, spettacolo viaggiante, showmen, teltholder en hoe kermis-exploitanten ook in andere talen mogen heten. Wie per trein kwam, werd bij aankomst al begroet door een voorpost van wat hem elders in Hannover nog te wachten staat: een pierement in moderne verpakking voor het sta tionsgebouw, waarvan de kleuren tijdens het spelen steeds wisselen, terwijl Engeltjes ijverig meebla- zen en trommelen. De inwoners van Hannover ra ken er niet op uitgekeken, maar lijkheden" als haanslaan, ganstrek ken en katknuppelen allang waren verdwenen, maar nu blijkt ook een veel goedaardiger krachtpatserij als het hameren op de Kop van Jut een antieke bezigheid te zijn ge worden. Juts plaats is nu ingeno men door Superman, een dom uit ziende tors met wie men hand in hand zijn krachten kan meten. Voor de corrida-liefhebbers is een stier geconstrueerd, waarvan men de horens moet samendrukken. Van een andere wereld als het ware is de zeepbellen-machine. De dienst Gemeentewerken van Den Haag had er tijdens het huwelijk van Margriet en Pieter enkele langs de route opgesteld, herinne ren we ons, maar toen de verslag gever de cameraman smeekte om die dingen even in het beeld ta brengen, deden ze 't niet. Maar de ze werkt uitstekend. Het is een ver nuftig apparaatje, dat in een paar tellen honderden zeepbellen pro duceert. Er staan tientallen vaak bijzon der fraai gemodelleerde botsautoo tjes (te mooi om mee te botsen) en mini-voertuigen voor kindercar- roussels; die van Italiaanse makelij zien er het strijdbaarst uit, maar zullen pedagogisch ook wel het meest aanvechtbaar zijn: jeeps en vliegtuigen met vrij natuurgetrou we machinegeweren. Wat zien we nog meer? Moderne lichtreclames en affiches. Druk be wegende poppen en dieren (o.a. van de Duitse firma, die alle bewe gende figuren op de Efteling heeft gemaakt). Draaiende, licht sproei- zijn"), maar dit wil hij er wel van vertellen: de tekening stelt een nieuwe attractie voor, de All- Round Swing of Trabant, een soort verbeterde twister, waarmee de in zittende werkelijk alle kanten op gaat, op en neer en heen en weer. De eerste komt nog deze maand klaar en is al verkocht aan een exploitant in Worms. Hij zegt ook nog, dat nieuwe at tracties op tekening worden ver kocht. Dat is voor de koper natuur lijk wel een gewaagde onderne ming, „maar als je als kermis exploitant met iets nieuws komt, is het altijd een gok. Na een jaar ben je öf schatrijk öf straatarm". Het NLB is verder van plan een reuzenrad te gaan maken, dat nog groter is dan dat in Wenen en bo vendien transportabel. Het moet een enorm gevaarte worden met 25 spaken en gondels die om hun as draaien. „De plannen zijn al goed gekeurd. We kunnen zo gaan bouwen". En dat superreuzenrad zal waarschijnlijk evenals de mo norail, die enkele jaren geleden in Nijmegen werd gemaakt, wel naar Duitsland gaan. „Dat is onze beste afnemer. De exploitanten bij ons zullen zoiets duurs niet gauw ko pen, want in Nederland zijn de ri sico's veel groter. Men betaalt in Nederland namelijk enorme pacht sommen", vertelt de heer Smits, „terwijl men in Duitsland slechts een klein pachtgeld betaalt en pas na afloop belasting naar verdien sten. Komt er wenig binnen, dan betaalt men ook weinig belasting. Het risico is dus kleiner". ende miniaturen van allerlei at tracties. Ongelooflijk mooie en dure woonwagens (meestal te lang om in Nederland op de weg te mogen komen) met uitschuif- bare woonkamers en alle mogelij ke ingebouwde luxe. En de meeste kermis-exploitan ten zijn er op gebrand met iets nieuws te komen. Overal op de ex positie komt men dan ook het woord „neu" tegen, nieuw dit en nieuw dat. Een kermis-exploitant kan niet jaren achtereen met het zelfde komen en daarop speculeert de fabrikant. Met uitzondering van enkele blijvertjes als b.v. het vlooientheater, is het kermisbedrijf nogal aan mode onderhevig, een mode die wordt gedicteerd door de ontwikkeling van de techniek en de smaak van het publiek. Ach ja, zo wisten we wel, dat „vermake- Niet al het tentoongestelde is voor de leek even belangwekkend: wat valt er voor hem af te kijken aan de nieuwste frituurbakken, ijsapparaten en versterkers? Maar de kermis-exploitanten blijven er wel bij stilstaan. De grote trekpleister van de ten toonstelling is de splinternieuwe „Höllentaxi" (heitaxi) met duivels en heksen voorop de wagentjes, die zijn gemonteerd op een razendsnel roterende schijf, voor een deel aan het oog onttrokken door een on heilspellend stuk schilderwerk. De Höllentaxi houdt zo'n beetje het midden tussen een rupsbaan en een spookhuis, maar is weer een tikje sensationeler dan een van beide. Vakmensen voorspellen de helse taxi een grote toekomst: het pu bliek wil immers steeds sterkere sensaties ondergaan. Maar in Ne derland zullen we hem wel nooit te zien krijgen. De Höllentaxi kost namelijk circa vier ton en dat is voor iedere Nederlandse kermis exploitant een te hoge investering. En het hoge pachtgeld in ons land weerhoudt ook Duitsers ervan om Lees verder op LD Extra 2 Superman.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 9