Harde boord of slappe boord?
Knoopje of geen knoopje?
Breed in de schouders?
Borstzak?
Korte mouw?
Dubbele manchetten of ki
Haarlijntjes of brede strepen?
Zijde? Katoen? Poplin? Nylon?
Niet, nauwelijks of wèl strijken?
Slankmakend of ruim-zittend?
Lang genoeg of lang niet lang genoeg?
Extra arm-lengte?
Inderdaad: hij hééft een overhemd nodig. En hij zag de overhemden
reclame op de T.V. En hij was geïnteresseerd. Maar hij vond het jammer
dat het zo snel voorbij ging. Hij heeft nog een hoofd vol vragen.
En hij wil de antwoorden zwart op wit. In een advertentie. Met de
verkoop-adressen. In de krant! De krant kunt u niet missen - geen dag!
Dit is een publicatie van het Centraal Bureau voor Courantenpubliciteit
■4