MEER ONGELUKKEN (4095) EN
GEWONDEN (710) DAN OOIT
Leids archief
leeszaal weer
is dodental (10)
Bovendien
veel hogs
er
dan normaal
Grote klappen vielen
vóór grenswijziging
TRIESTE CIJFERS
OVER 21 JAREN
ALLEEN JULI
BENEDEN 300
Helft in
eerste
halfjaar
MAANDAG 2 JANUARI 1967
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 3 A
Zivare tol van Leids verkeer in afgelopen jaar
95
(Van een onzer redacteuren)
Het Leidse verkeer heeft in 1966 weer een record-aantal van 4095
(3582 in 1965) ongelukken opgeleverd waarbij 710 (voorgaand jaar 631)
personen werden gewond (ook een record) en tien (voorgaand jaar zes)
doden te betreuren waren, welk laatste getal veel hoger is dan liet gemid
delde van de naoorlogse jaren en slechts in 1953 met een totaal van twaalf
werd overtroffen.
Het was te verwachten, dat het aantal ongelukken zou stijgen als gevolg
van de grenswijzigingen die op 1 juli jl. van kracht werden en de lengte van
het wegennet op Leids grondgebied deden toenemen van ongeveer 150 tot
ongeveer 160 kilometer. Ongetwijfeld hebben die tien „extra" kilometers
ook wel bijgedragen tot de stijging, maar beslist niet veel, hetgeen uit de
volgende cijfers blijkt.
In het eerste halfjaar steeg het aantal ongevallen ten opzichte van het
eerste halfjaar 1965 met 406, een vermeerdering over een half jaar die
slechts éénmaal na de oorlog in een héél jaar werd overtroffen (van 1955
op 1956, toen het jaartotaal opliep van 1447 tot 1936). In die eerste helft
van 1966 was het Leidse grondgebied en wegennet nog niet uitgebreid- In
het tweede halfjaar, na de grenswijziging van 1 juli, steeg het aantal on-
gevallen „slechts" met 107 vergeleken bij het tweede halfjaar 1965. Het kecrsonveiligheid. Er zijn ook dit jaar
april, namelijk op 8 april op de Lam
mermarkt, op 9 april op de Haagweg
en op 12 april op de Oudevest.
Zo doorgaande zou het jaartotaal
tot 24 kunnen oplopen, d.w.z. het
dubbele van het rampjaar 1953, toen
meen is de verkeerssituatie in de af- mobilist vrijuit gaan die een bordje
gelopen twee jaren nauwelijks verbe- j „slechte remmen" op zijn auto hangt,
terd, terwijl het aantal voertuigen en maar wij geloven niet zo erg dat dit
het aantal weggebruikers toenamen, bordje een vrijgeleide zou zijn. Het is
De verkeersverstopping is thans gro- i juist, wanneer een wielrijder een af
ter dan ooit, aan de snelheidsbeper- straffing krijgt wanneer zijn achter-
king wordt nog steeds in gelijke mate licht niet brandt, maar op een groot
al of niet de hand gehouden, en hel deel van de wegen is de verlichting
stelsel van eenrichtingsverkeer is nog nog erbarmelijk en het slechte weg-
verder doorgevoerd. Niettemin zijn de i dek is maar i
cijfers ongunstiger geworden in plaats j mankementen
van gunstiger, zoals in het decennium i ting,
van 1954 tot 1964.
In 1965 steeg het aantal gewonden
en doden tot tezamen 637 (plotseling
hoger dan ooit) in plaats van dat de
daling zich voortzette. En in het al
gelopen jaar 1966 is dit aantal van
doden en gewonden andermaal tot
een record gestegen, namelijk 720.
Het percentage op het totaal aantal
ongelukken van het jaar steeg van
1964 op 1965 van 12,9 tot 17,8, en in
1966 bleef het met 17,6 ongeveer op
die hoogte staan.
Wat zich enkele jaren geleden nog
als een gunstige ontwikkeling voor
deed, lijkt thans een tijdelijk toevals-
verschijnsel geweest te zijn. Waar
door? Niemand weet het met zeker
heid, het blijft bij gissingen. Maar
daar wordt de zaak niet minder ern
stig door!
1 vaak oorzaak
n voertuigverlich-
IJ
Schuldigen
Wij weten maar al te goed, dat het
geld veelal ontbreekt om het wegen
net te maken zoals het is, en de ver-
keersoutillage aan te passen aan het
verkeer, maar wanneer de overheid
(terecht) streng controleert of de
verkeersfactoren „mens" en „voer
tuig" wel deugdelijk zijn, mag ver
wacht worden dat de overheid de
eigen plichten ook nauwgezet na
komt. Gebeurt dit niet, om welke re
den dan ook, dan is het onjuist om
steeds, zoals veelal gebeurt, de oor
zaak van de onveiligheid van hét ver
keer bij de weggebruiker te zoeken,
lllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Procent
Procent
Jaar
Totaal
Gewonden
Doden
doden en stijging
gewonden
t.o.v.
vor. jr.
1946
489
139
7
29.9
1947
705
187
3
27.0
44.2
1948
746
207
6
28 6
5.8
1949
821
193
7
24 4
10.1
1950
948
261
9
28.5
15.5
1951
1134
324
3
28.8
196
1952
1090
285
8
269
- 3.9
1953
1303
397
12
31 4
19.5
1955
1447
448
9
31.6
- 1.0
1955
1447
448
9
31.6
12.1
1956
1936
438
10
23 1
33.8
1957
1920
462
6
24.3
- 0.6
1958
2025
503
4
25.0
5.5
1959
2333
560
1
24.0
15.2
1960
2650
549
8
21.0
13.5
1961
2649
537
6
20.5
- 0.0
1962
2838
513
8
18 4
7.1
1963
3188
447
6
14.2
12.3
1964
3513
449
5
12.9
19.2
1965
3582
631
6
17.8
2.0
1966
4095
710
10
17 6
14.3
Totaal:
40873
8706
137
21.6
ook al is er bij ieder ongeluk wel eer
schuldige weggebruiker aan te wijzen
Dit alles was echter even terzijde.
Revolutie nodig
Ook landelijk
ongunstig
Vooruitzicht s
Het is uiteraard niet mogelijk, g
nauwkeurige voorspellingen te doen g
wat ons in het nieuwe jaar in
De ongevallencijfers
Hoe komt de veiligheid in Leiden
11 er af vergeleken bij de landelijke si-
1 tuatie? Niet rooskleurig!
j Landelijke cijfers over 1966 zijn pas
I tot en met augustus bekend: 189174
II ongevallen, 42192 gewonden en 1592
H doden. In 1965
het Leidse verkeer te wachten staat, j „,..,1™
12 dodelijke slachtoffers vielen. jvjiettemjn ftet misschien nuttig j afgeiopen jaar ]a;—
Gelukkig kwam er een wending ten
goede. Er zouden nog „slechts" twee
doden vallen, namelijk op 23 juli op
de Oude Singel en op 9 september op
de Rijksweg 4A.
Overigens is het doden-tal, zoals
wij reeds eerder schreven, in geen
enkele maten bepalend
het
dat
aantal gewonden steeg in het eerste halfjaar met 40, in het tweede halfjaai
met 39. Het aantal doden steeg in het eerste halfjaar met 6 (van 2 tot 8) en
daalde in het tweede halfjaar met 2 (van 4 tot 2). Slechts én dodelijk
slachtoffer van de tien in het afgelopen jaar viel op het .nieuwe" Leidse
gebied namelijk op de Rijksweg 4 A op 9 september.
Dit betekent dat de recordstijging van ongevallen niet te wijten is ge
weest aan de uitbreiding van Lelden, maar vrijwel uitsluitend aan een
grotere verkeersonveiligheid, wat daarvan dan ook de oorzaak is. Het zijn
ontstellende cijfers, waarmee de Leidse verkeersbalans van het afgelopen
jaar ™«et worden afgesloten!
heeft daartoe bijgedragen, dat de
eerste maanden van het jaar wellicht
wat rustiger op straat zijn, dat de
vakantiedrukte die na 1 juli goed op
gang komt een nadelige invloed heeft
op de cijfers van het tweede halfjaar,
en dat de periode van wennen aan
donkere dagen, aan verslechterende
weersomstandigheden in de herfst en
bovendien de drukke dagen tegen het
einde van het Jaar daar nog eens een
schepje bovenop doen.
Het eerste halfjaar van 1966 heeft
in Leiden echter vrijwel precies de
helft van het jaartotaal aan ongeval
len opgeleverd, bijna de helft van het
aantal gewonden en niet minder dan
acht van de tien doden. Er is geen
enkele aanwijzing, waardoor deze op
merkelijke verschuiving is opgetre-
Heel slechte start
Aanvankelijk liet het zich aanzien,
dat Leiden een rampjaar beleefde
wat betreft dodelijke verkeersslacht
offers. Terwijl het naoorlogse jaarge
middelde op ongeveer zes dodelijke
slachtoffers lag, vielen de eerste vier
maanden van 1966 reeds acht doden
in het Leidse verkeer. De reeks begon
op 16 januari op de Voorschoterweg.
De eerste maand vielen er op de 25e
nog twee doden op de Herensingel.
Precies een maand later, op 25 fe
bruari viel het vierde slachtoffer van
het jaar op de Haagweg. Op zes
maart volgde het vijfde op de Chur-
chilllaan. Drie slachtoffers vielen in
In de 21-na-oorlogse jaren werden
er in Leiden bijna 41.000 verkeers
ongevallen geregistreerd en niet min
der dan tien procent (dus tweemaal
zoveel als het gemiddelde over die
periode) komt voor rekening van
1966. Het aantal gewonden laat on
geveer hetzelfde beeld zien, al is het
iets gunstiger (710 van 8706 in 21
jaar) en het aantal doden is verhou
dingsgewijs met 10 van de 137 in 21
jaar ook ver boven „normaal".
In de bijgaande grafiek en de bij
gaande tabel die de balans van de
na-oorlogse jaren in cijfers geeft kan
men deze onheilspellende ontwikke
ling duidelijk aflezen.
Wat uit die grafiek en tabel niet
blijkt is een eigenaardig verschijnsel,
dat zich dit jaar voor het eerst heeft
voorgedaan.
Over het algemeen waren de onge
vallencijfers in de naoorlogse jaren
in het eerste halfjaar beduidend la
ger dan in het tweede. Het is nooit
helemaal duidelijk geworden, wat de
oorzaak daarvan was. Vermoedelijk
„zware" klappen gevallen,
bij bestuurders van auto's hopen
schroot van zich afschudden om on
gedeerd weg te wandelen en andere
ongelukken waarbij een dode viel,
terwijl de meeste „evenwaardige" on
gevallen alleen schade opleverden. De
fataliteit
letsel blijkt telkens
toevals-aangelegenheid te
geen pijl op te trekken
Gunstige tendens
verdwenen
reeds nu te waarschuwen tegen een j aueen in juli minder dan 300 kan worden verwacht, dat landelijk
overgeven optimisme ?*er g oilgelukken op de weg werden 1966 ongeveer 300 000 verkeersonge-
i I geregistreerd. Pas enkele ja- vallen zal opleveren waarbij circa
geleden werd een maandto- 1
Met ingang
1 het nieuwe jaar be-
Een paar Jaar geleden was er nog
een lichtpuntje in de ongevallen-
cijfèrs. In de jaren omstreeks 1955
vielen er bij ongeveer een op de drie'
ongevallen doden of gewonden. Dit
werd nadien geleidelijk gunstiger. Het
percentage doden en gewonden op
het totaal aantal ongevallen liep te
rug van 32 in 1954 tot nog geen 13 in
1964. Niet alleen relatief werden de
cijfers gunstiger, zelfs absoluut. In
1959 waren er nog 560 gewonden te
betreuren. Dit daalde tot minder dan
450 in 1963 en 1964, ondanks een zeer
sterke stijging van het totaal aantal
ongevallen.
Deze verheugende ontwikkeling
leek het gevolg te zijn van een sa
menspel van factoren, zoals de snel
heidsbeperking in de bebouwde kom,
het steeds verder verstopt raken van
de straten waardoor het verkeer met
een slakkegang moest kruipen en
calamiteiten nauwelijks meer voor
kónden komen, en het vrij drastisch
invoeren van eenrichtingsverkeer. Het
is natuurlijk nooit geheel te achter
halen, in welke mate deze factoren
tot de relatieve verbetering hebben I wel
hoeft btj vele ongevallen, waarbij de 5 taal va.n 300 het eerst genoteerd.
schade tot minder dan duizend gul- j p vorig jaar waren nog zes maan- 1
den is beperkt, geen proces-verbaal j den beneden dit aantal. De
meer opgemaakt te worden. Hoe deze j maandcijfers voor 1966 luidden g
regeling in de praktijk blijkt te wer- j m als volgt:
ken moet nog afgewacht worden,
maar zij zal zeker tot gevolg hebben, g c d g
dat een aantal ongelukken niet meer
wordt geregistreerd, ook al omdat zij
eenvoudigweg niet meer aan de po
litie worden gemeld. Dit zal ongetwij
feld het aantal geregistreerde onge
vallen in het nieuwe jaar aanzienlijk
drukken, zodat zelfs „gunstige" cijfers g
over het nieuwe jaar geen reden tot
juichen mogen zijn. Verwacht kan
worden, dat als gevolg van het min
der registreren van kleinere ongeval
len het percentage ongevallen met
doden en gewonden aanzienlijk zal
stijgen.
Helft doden
in binnenstad
Januari 308
Februari 306
g Maart 380
g April 356
g Mei 313
Juli 298
g Augustus 372
f§ September 315
1 Oktober 336
November 39.1
December 348
Totaal
8* I
cu o
17.2 i
Hoe men het wendt of keert
slechts hier en daar is een heel, heel
klein lichtpuntje te ontdekken, maar
over het algemeen blijkt Leiden ook
in het landelijk patroon gevaarlijk
gebied te zijn, zeer gevaarlijk gebied
zelfs. Misschien deelt het die eigen
schap met andere steden, maar het
verschijnsel wordt er niet minder be
droevend om.
Het meest beangstigende is nog,
dat de ontwikkeling zo volgens een
die aantallen j heel vaste lijn gaat. zoals uit de bij
het hele jaar resp. 277313, 61825 deze beschouwing gepubliceerde gra-
•465. Aan de hand van deze cijfers j fiek blijkt. Trekt men de algemene
de gegevens van voorgaande jaren lyn door, dan kan men gaan bereke-
nen, hoeveel ongevallen er in 1970,
1980 enzovoorts zullen plaatsvinden.
Komt er op korte termijn niet een
ingrijpende verandering in de ontwik
keling. dan staan wij voor een ramp
zalige toekomst.
4095
3 17,6 I
jg Opmerkelijk is dat in de g
maand, waarin de minste onge- H
j§ lukken werden geregistreerd (ju- 1
M li) het grootste aantal gewon- g
g den viel, namelijk 77.
bijgedragen.
De cijfers over 1965 en 1966 doen
echter twijfel ontstaan over de vraag,
of het hier inderdaad een reële ont
wikkeling betreft of dat ook hier toe
val in het spel was. Over het alge-
>0U-|
500-1
-TOTAAL ONGEVALLEN
MET BODEN EN
GEWONDEN
PERCENTAGE MET
'DODEN EN GEWONDEN
vO r>- co (PO - pj (O <r lo sO N <o <7i O eJ«0«T Ifl O
s- in Ln mLnin^iointntrtvDvOvQvO^OvOvD
Overigens heeft zich in het afge
lopen jaar iets minder duidelijk dan
in het voorgaande jaar het verschijn
sel voorgedaan, dat de ernstigste on
gelukken plaatsvonden in die ge-
deeltal van de stad waar door ruime J||||||||||||i||ll||l||l||||||||||l||l||ll|!|ll|l||||||||||||||i||||||||ii||||||||!|||||||||l||:
wegen en ruimer bebouwing sneller
kan worden gereden. Verhoudingsge
wijs vielen in dergelijke gebieden
V oorschoterwegH aa gweg 2x
Churchilllaan en Rijksweg 4A) nog
meer doden dan op het veel langere
en benauwdere wegennet in de bin
nenstad, maar in tegenstelling met
voorgaande jaren leverde die binnen
stad nu ook een betrekkelijk groot
aantal dodelijke slachtoffers op. Maar
hier speelt waarschijnlijk in de cij
fers van 1966 die toevalsfactor weer
een grote rol.
Zelfs de cijfers over 1966 tonen
aan, dat vlotheid van het verkeer be
slist niet synoniem is aan veiligheid!
Vele weggebruikers mogen daaraan j
denken, als zij mopperen op
eindeloze files voor verkeerslichten:
die lichten zijn er niet in de eerste
plaats om de verkeersvlotheid te be
vorderen (hoewel dit ook wel het ge
val is) maar om de veiligheid te ver
hogen. Dergelijke verkeersmaatrege
len kunnen irriterende vertragingen
veroorzaken en zelfs economisch na
delige invloed hebben op handel en
industrie, maar dat is een offer dat
j aan de veiligheid moet worden ge
bracht. Slechts weinigen in Neder -
j land zullen de inhoud van een porte
feuille hoger stellen dan een mensen-
leven
Drie factoren
evenwaardig
Helaas is het echter niet alleen
1 over het gehele land gezien maar ook
I hier en daar in Leiden zo, dat de ver
keerssituatie aanzienlijk verbeterd,
j veiliger gemaakt zou kunnen worden
j wanneer er voldoende middelen
beschikbaar waren en letterlijke en
figuurlijke belemmeringen uit de weg
j kunnen worden geruimd.
Het verkeer is nu eenmaal een sa
menspel van drie factoren
I voertuig en weg. Die factoren zijn
evenwaardig.
j Terecht wordt er controle geoefend
I op rijvaardigheid en gedrag van de
I mens op de weg. Terecht wordt ge-
eist. dat voertuigen in goede condi-
I tie zijn en aan bepaalde veiligheids
normen voldoen. Maar dan moet ook
de derde factor, de weg in algemene
zin, aan kwaliteitseisen worden on
derworpen.
Is het wel juist een automobilist in
de kraag te grepen die ln een auto
rijdt waarvan de remmen slecht wer
ken terwijl diezelfde overheid die
aanmerking maakt op de verkeers
deelnemer een slecht wegdek tole
reert? Gaat die overheid vrijuit door
het plaatsen van bordjes „slecht
uegdek" (zoals ze jaren langs de
Hoge Rijndijk, een van de voornaam
ste toegangswegen van Leiden heb
ben gestaan), dan moet ook de auto-
64.000 gewonden en 2500 doden te be
treuren zijn geweest.
Procentgewijs waren er landelijk in
1965 op het totaal aantal ongevallen
bij 23.2 procent doden en gewonden
te betreuren en voor 1966 zal dat
percentage vermoedelijk ongeveer 22,1
bedragen.
In Leiden vielen dus verhoudings
gewijs in 1965 en 1966 minder doden
en gewonden (resp. 17,8 en 17,6 pro
cent). Toch mag men niet op grond
daarvan een rooskleurig oordeel over
het Leidse verkeer hebben vergeleken
met het landelijke verkeer. Er zijn
ook heel andere conclusies mogelijk.
16,0 I Leiden telt ongeveer 0.8 procent
19 4 H van de Nederlandse bevolking. Het
26.2 p I zou voor 1966 dus slechts „recht heb-
18,0 n ben op acht promille van het lande-
23.8 g iyk ongevallen-totaal, en dat zou
22,6 slechts 2400 zijn, maar Lelden lever
de 4095 ongevallen op! En volgens
dezelfde maatstaf zou acht promille
van het landelijk gewonden-tal ge
rechtvaardigd zijn en dat is 512, maar
het waren er in Leiden 710! Op deze
voet gerekend komt alleen het Leidse
dodencijfer er minder ongunstig af:
dat zou acht promille van 2500, dus
20 mogen bedragen, en het bedroeg
10.
BURGERLIJKE STANI)
LEIDEN
Lambert us Gijsberthus,
Gerardus Ma
Kier; Patrick
rla, z. v. J. G. W. van Dommelen en
P P M. Schlatmann; El win Jncobtis
Petrus, z. v. C. W. van der Geest en
T. H. M. Hoogenboom; Maartje Maria,
GETROIWD
OVERLEDEN
J. J. Holtz, 7S 1r., wed. van H.
Baak; H. Gulay. 77 jr.. echtgenote
J. GIjsman; N. P. de Boer, 48 jr., m
Met ingang van a.s. donderdag kan het publiek weer in de
Deze hoognodige uitbreiding kon
j worden verwezenlijkt, toen de ruimte
van de boekbinderij naast de lees-
j zaal vrij kwam. De binderij heeft
jin de tuin achter het archief een
I se mi-permanent onderkomen gekre-
gen.
In de leeszaal zie foto kunnen
De zaal is van 1 oktober al we- niet ajjeen meer bezoekers terecht,
52* de kastruimte langs de wanden is
ook beduidend toegenomen. Naast de
i gebruikelijke werken treft men er
o.m. de klappen van het weeskamer
archief (vanaf 1443), poorterboeken
Verdubbelde
capaciteit
Het vloeroppervlak is nagenoeg
dubbeld; het aantal zitplaatsen
tafels is van acht op zestien ge- j
bracht.
Hoe nodig de uitbreiding was. mag
blijken uit het voortdurend toene
mende bezoek. Waren er in 1961 nog
1249 bezoekers, in de volgende jaren
liep dat aantal op tot 2073 in 1965.
Deze toename is op 1966 niet van
toepassing, omdat wegens personeels
gebrek de drukke zaterdagmorgen
moest afvallen. Het laat zich aanzien
dat binnen afzienbare tijd het ar
chief deze service weer kan invoe
ren. De openingstijden zijn van 9
12.30 en van 2 5 uur.