Nacht zonder einde Brutale stropers in de cel Ons dagelijks vervolgverhaal J door Alistair Maclean JT Ik pakte een van de door Jack- straw Ingeschonken koppen en bracht hem het jonge meisje dat alle moei te deed om met haar ene gezonde arm de ritssluiting van haar slaap zak open te trekken. Het was duide lijk te merken dat ze zich helemaal niet op haar gemak voelde, maar ik had geen keus en moest deze onzin stoppen voordat er kans op gin was. „U blijft waar u bent, jon gedame en drinkt deze koffie op' Aarzelend nam ze de kop van me aan en ik keerde me naar mevr. Dansby-Gregg. „U hebt vast en zeker vergeten, mevrouw, dat He- lene haar sleutelbeen brak". Aan de uitdrukking op haar gezicht was heel goed te zien dat ze het niet ver geten had, maar ze was geen dwa- zin. De schrijvers van de schandaal rubrieken zouden haar hiervoor ver moorden, als ze het te weten zouden komen. In haar kringen gold nu een maal een uiterlijke, zo al nietszeg gende onderwerping aan de regelen van de dag: het mes tussen de rib ben werd toegestaan, maar niet zon der het aangeleerde, beschaafde glim lachje. „Het spijt me ontzettend", zei zi liefjes, „maar Inderdaad had ik het totaal vergeten". Haar ogen waren koud en hard en ik wist dat ik een vijandin had. Ik maakte me er geen zorgen om, maar de onbenulligheid van dit alles ergerde me in hoge mate, omdat er zoveel belangrijker dingen waren om over te praten. Nog geen dertig seconden later dacht niemand er echter meer aan, c mevrouw Dansby-Gregg zelf niet. Ik reikte Juist Marie LeGarde haar kop koffie aan toen er iemand schreeuwde. Niet opvallend luid, in die beperkte ruimte klonk het bijzonder doordringend en raste het ons. De arm van Marie Le Garde schoot van schrik omhoog de gloeiendhete koffie stroomde o mijn blote hand. Ik bemerkte ni weliJks dat het pijn deed. Het bleek Margaret Ross te zijn die ge schreeuwd had. Half uit haar slaap- zaak knielde ze naast de gewonde piloot die vlakbij haar op de vloer lag. Eén hand hield ze voor de mond geslagen. De andere wees met stijf gespreide vingers op de roerloze ge stalte naast haar. Ik duwde haar op zij en liet me op de knieën vallen. In die bittere kou was het onmoge lijk om zekerheid te hebben, maar ik was er zo goed als van overtuigd dat de piloot al verscheidene uren dood moest zijn. Lange tijd bleef ik geknield naar hem zitten kijken en toen ik eindelijk opstond, deed ik het als een oude man, een verslagen, oude man en voelde ik me bijna even koud als de dode daar op die vloer. Iedereen was nu klaarwakker. Al len staarden me aan en in hun ogen las ik de bijgelovige afschuw van mensen die niet aan de dood gewend waren zich er plotseling en onverwacht tegenover gesteld zagen. Hert was tenslotte Johnny Zagerod die de stilte verbrak. „Hij is dood, nietwaar dokter Ma son?" Zijn stem klonk schor. „Die wond aan zijn achterhoofd „Hersenbloeding", zei ik zacht. „Zover ik het tenminste kan be oordelen". Ik loog. Ik twijfelde na melijk geen moment aan de doods oorzaak moord! De jongeman was koelbloedig en op meedogenloze wijze vermoord. Bewusteloos, zwaar ge wond en met de armen langs het lichaam gebonden, was hy even ge makkelijk gesmoord, als iemand het een klein kind gedaan zou kunnen hebben. We begroeven hem op de ijskap, nog geen vijftig meter verwijderd van de plaats waar hij gestorven was. Het werd een luguber karwei zijn lichaam door het luik naar bui ten te brengen, maar we slaagden er in en legde hem in de sneeuw, ter wijl we bij het licht van een lantaarn een ondiep graf voor hem uitzaag den. Het was niet mogelijk het te gra ven, want het keiharde ijsoppervlak boog de bladen van de schoppen krom en zelfs op een diepte van on- veer vijfenveertig centimeter was de sneeuw nog zó hard, dat onze spe ciale sneeuwzagen er bijna niet door konden komen. Het graf was echter I diep genoeg. Binnen een paar uur zou het opwaaiende poederijs het met een deken bedekt hebben en nooit zouden we het meer terugvin den. Dominee Joseph Smallwood hield een soort lijkdienst, maar zijn banden klapperden zo hevig van de kou, zijn stem was zo zacht en on duidelijk en hy sprak zó gehaast dat ik er geen woord van kon vol gen. Wat wrang bedacht ik dat de hemel hem deze onbetameiyke haast wel zou vergeven, want naar alle waarsohyniykheid moest dit wel de koudste ïykdienst geweest zyn die dominee Smallwood ooit in zyn le ven had geleid. Het ontbyt in de hut verliep snel en onder een onbehaaglijk zwegen. Zelfs in de steeds toenemende warm te leek de sombere, trieste stemming van het gezelschap voelbaar te zyn. Byna niemand zei iets, byna nie mand at lets. Margaret Ross at he lemaal niet en toen ze eindeiyk haar koffiekop wegschoof, bleek ze er nau- weiyks van gedronken te hebben. Je overdryft, dame, dacht ik woe dend, Je voert de komedie van het verdriet juist iets te nadrukkeiyk op. Als het nog langer duurt, zullen de anderen zich erover gaan verwon deren en ze hebben hele maal geen argwaan, vervloekt, on- menseiyke moordenares die Je bent! Zelf had ik ook geen arg il alleen maar zekerheid. Ik twyfelde er geen moment aan dat de stewardess de Jonge piloot had vermoord. Weliswaar was ze tenger gebouwd, maar er moest niet veel kracht voor nodig geweest zyn. Vast gebonden aan de draagbaar had de piloot niet eens kans gekregen met zyn hielen te trappen toen hy stierf. Alleen deze gedachte al bezorgde my kippevel. De stewardess had hem gedood, wis ze ook de zender vernielde en passagiers verdoofde. Uit alles j bleek dat de piloot vermoord werd i hem het zwygen op te leggen de reden hiervoor lag voor my nog in het duister verborgen, zoals ook de vernieling van de zender me 1 raadsel was, behalve dan dat de stewardess klaarbiykeiyk niet wilde dat het nieuws van de noodlanding 1 r de buitenwereld uitgezonden i worden. Aan de andere kant ech- j ter moest toch vooral de stewardess j geweten hebben dat onze levens van de radio konden afhangen. Of had j het niet vermoed? Was ze mis- 1 schien van mening geweest dat we snelle tractors beschikten die het gezelschap in een paar dagen de kusit konden brengen? Dan had ze natuuriyk ook gedacht dat we dichter by de kust bevonden dan het geval was. Het kwam me vrijwel onmogeiyk voor dat de stewardess werkelyk in de veronderstelling had verkeerd dat het vliegtuig in IJsland geland. Of vergiste ik me daar soms in? Wordt vervolgd Geen pensioen voor ex-koning Saoed Volgens het Egyptische radiosta tion „De stem van de Arabie ren" heeft Koning Fedsal van Saoedi- Arabië besloten het pensioen van zyn broer, ex-koning Saoed, en diens zoon die thans met zyn vader in Egypte verbiyft, in te trekken. Saoed maakte ruim twee jaar gele den plaats voor zyn broer Feisal. De nieuwe vorst heeft ook bepaald, dat de inkomsten uit de particuliere eigendommen van Saoed in Saoedi- Arabië, waarvan de waarde op 700 miljoen gulden wordt geschat, niet naar het buitenland mogen worden overgemaakt. Gisteravond maakte president Nasser met vice-president Amer en de voorzitter van het parlement Sa- dat hun opwachting by ex-koning Saoed. In een vraagstuk met het Egyptische persbureau voor het Mid den-Oosten verklaarde deze „op een daarvoor geschikt ogenblik" zyn ge denkschriften te zullen publiceren. Hy zou daarin o.a. vertellen onder welke omstandigheden hy twee jaar geleden zyn land had verlaten. Twee van de drie stropers, die af gelopen donderdag door de groep van de Rykspolltie In de omgeving van Gennep In de kraag waren gegre pen, hebben gisterochtend omstreeks half vier een poging ondernomen om hun stroperswerktulgen, die In be slag waren genomen uit het politie bureau in Gennep te stelen. De politie, die de drie stropers donderdag aanhield, maakte proces verbaal tegen hen op, en nam hun auto met stroperswerktuigen wal kte talkies, flobertgeweren en spy- kerplanken in beslag. Twee van de stropers, beiden uit Gennep kwa men gisterochtend naar het politie bureau in Gennep om de in beslag genomen stropers-goederen uit het politiebureau te stelen om daarmee het bewijsmateriaal tegen hen weg te nemen. Boven het politiebureau bevindt zich de woning van adjudant Ophel- ders. By hun pogingen het politie bureau binnen te dringen, gingen de stropers niet geheel geruisloos te werk, waardoor zy plotseling van aangezicht tot aangezicht stonden met de adjudant. Zo kwamen zy wel het politiebureau binnen, maar dan in de cel, waar ze werden ingeslo ten. De mannen zullen worden voor geleid aan de officier van Justitie in Roermond. Christian Herter (71) overleden De voormalige Amerikaanse minis ter van Buitenlandse Zaken Christian Herter is vrijdagavond jl. op 71-jarige leeftijd overleden, aldus een zaterdag In Washington gedane bekendmaking. Herter werd in april 1959 tot op volger benoemd van de overleden Amerikaanse minister van Buiten landse Zaken John Foster Dulles. Hy bekleedde zyn functie tot 1961, toen Kennedy president werd. Deze benoemde Herter later tot zyn speciale vertegenwoordiger tydens handelsbetrekkingen met de Euro- pesz gemeenschappeiyke markt, welk overleg leidde tot de zogenaam de Kennedyronde, die in het kader van de algemene tarieven-en han delsovereenkomst (de GATT), tot tariefsverlagingen leidde. Herter werd in 1895 in Parys ge boren. Zyn ouders waren kunste naars en studeerden in de Franse hoofdstad. Herters belangstelling is altyd sterk op Europa gericht geble ven. Eerst als een der belangrijke functionarissen van het Marshall plan, later als minister en tenslotte als onderhandelaar voor de z.g. Ken nedy-ronde. PANDA EN DE MEESTER ETER 47-91. De spuit van de boze brandweerlieden voerde Joris een goed eind weg, vóór de waterstraal zoveel van zijn kracht verloor, dat het slachtoffer op eigen kracht verder kon. „Ik zou wel kou kunnen vatten!" prevelde hij. ,Jdaar ja daar denken zulke ruwe lieden natuurlijk niet aan! Overigens zou ik nu toch wel graag Hapwapje terug willen zien. Het ventje stort me van het ene ongemak in het andere met zijn honger voor ander mans eigendom! Ik wilde slechts dat hij zich aan mijn leiding onderwierp dat zou ons beiden veel verder brengen!" Op dat moment ontwaarde hij tot zijn opluchting het kleine RECHTER TIE EN HET OESTOLEN HALSSNOER 11-22. Als Rechter Tie het deurgordijn opentrekt wacht hem een grote verrassing. Het is een jong meisje wat daar zit, gehuld in een lange zwarte mantel en met een zwarte capuchon over haar hoofd, waardoor de bleekheid van haar mooi, hooghartig gezicht des te meer uitkomt. „Het spijt mij", zegt de Rechter, „maar ik behandel geen vrouwenziekten. U kunt zich beter wenden „Stapt u in, dan zal ik u alles uitleggen", onderbreekt de jonge vrouw hem, en ze schuift opzij om plaats te maken. Er is iets in haar houding dat respect en vertrouwen afdwingt. Rechter Tie overwint dan ook zijn aarzeling en komt naast haar zitten. „Wat betekent dit allemaal?" vraagt hij. Het meisje sluit het deurgordijn en antwoordt koel: DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 712. Stralend ging de zon op boven de rivier, die zich 's nachts van zo'n verwoestende zijde had laten zien. De schade aan het luxe jacht was hersteld. Aan weerszijden van het eiland lagen de beide schepen, die precies om acht uur weer zouden vertrekken. Na de gebeurtenissen in de storm had Bram voorgesteld opnieuw te beginnen, alsof er niets was gebeurd. En dan nog steeds op voor waarde, dat de winnaar de beschikking kreeg over het schip van zijn tegenstander. Acht uur was de nieuwe vertrektijd. Om zeven uur keek kapitein Costa Plenta op zijn horloge. Griekse zeeman neergestoken (Van onze R 'damse correspondent) Tydens een ruzie op de morgen van nieuwjaarsdag in een café in de omgeving van het Willemsplein in Rotterdam is de 34-Jarlge zeeman, G. Tsaovsidhs uit Griekenland, met een mes neergestoken. De man, van wie een der longen werd geraakt, is ernstig gewond naar het Dykzlgtzle- kenhuis gebracht, waar direct ope ratief werd ingegrepen. Het levens gevaar was gisteravond nog niet ge weken. Aan de hand van een door ge tuigen verstrekt signalement kon de verdachte 's middags op de Nieuwe Binnenweg worden aangehouden. Het was een 29-jarige Nederlandse zeeman, die geen vaste woon- of verbiyfplaats heeft. ventje, dat even verderop de lucht op stond te snuiven, alsof hij een heerlijk gerecht rook. „Njamnjam!" sprak het kereltje gelukkig, zich in beweging zet tend. „Hap! Glub! Glob. Smeksmek!" „Wel, wel, wel!" prevelde Joris. „Daar is mijn kostbare Hapwap! En waarheen begeeft hij zich!? Welja naar het muntgebouw! Het manneke begint begrip te tonen voor mijn plannen. Maar zijn talenten als veelvraat kunnen slechts onder mijn beproefde lei ding tot volledige, winstgevende ontplooiing komen! Ik zal hem voorzichtig in bescherming moeten nemen!" ,M\jn moeder wil u spreken. Vrouwe Hortensia, de eerste kamenier van Hare Keizerlijke Hoogheid". „Als ze ziek is, kunt u zich beter tot een andere arts wenden", zegt de Rechter. „Trouwens, hoe weet u dat ik in Rivierstad ben?" „Wij hebben onze bronnen van infor matie", zegt het meisje. „Als we in het bos zijn, zal ik u meer ver tellen". Rechter Tie weet niet wat hij ervan denken moet. Als hij inderdaad als dokter geconsulteerd wordt, zal hij zo goed moge lijk moeten proberen zich eruit te bluffen. Maar misschien heeft de hofdame hem wel voor iets heel anders nodigIntussen heb ben de dragers er flink de pas in gezet. Ze verlaten de stad en bereiken het bos. „Mannen", zei hij met een sluwe blik, die zelfs door zijn donkere brïlleglazen heenkwam, „jullie weten wat er op het spel staat. Samen hebben we de storm doorgemaakt. Ik heb jullie er veilig doorgebracht" De matrozen keken elkaar eens aan, maar zeiden niets. Zelfvol daan vervolgde de kapitein: „Jullie zijn dus wel verplicht mij te helpen om de wedstrijd te winnen. Die lui aan de andere kant kunnen ons niet zien. Laten we dus nu het anker hijsen en vertrekken, dan hebben we dét uurtje tenminste al gewonnen". Van 4 maart tot 30 april zal in het Stedelijk Museum in Amsterdam een overzichtsten toonstelling worden gehouden van het gehele oeuvre van Pi casso. Honderdvijfentwintig schilderijen, iets minder dan de helft van de werken die in Parijs zijn geëxposeerd ter ge legenheid van de 80ste ver jaardag van de kunstenaar, zullen naar ons land worden overgebracht. Het zal de eerste keer zijn, dat het Nederlandse publiek een dergelijk over zicht van het levenswerk van Picasso van 1895 af te zien zal krijgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1967 | | pagina 13