Siciliaan weigert
ontvoerd meisje
(14 jaar) te huwen
weer in gindse brandweer-auto, zo te zien aan de aard van do
beschadiging!"
Hij begaf zich naar het voertuig en staarde door het weggegeten
gat naar binnen zonder overigens op te merken dat zijn op
treden de nodige argwaan opwekte.
Daar is de smiecht!''? sprak een dér brandweerlieden. „We zul
len hem leren om onze spuit kapot te maken! Kom de water
slang erover!"
Zijn kameraden richtten wraakzuchtig hun spuit op Joris en
veegden hem op een krachtige waterstraal de straat uit.
Blubmompelde de getroffene. Het is, dat mijn jas gratis ge~
reinigd wordt maar anders had ik hen toch op het ongepaste
van hun gedrag moeten wijzen!"
Rechter bedenkt dat de boodschap van kapitein Sioe wel uitermat3
geheim moet zijn en volgt de man naar een grote palankijn die
met zwarte gordijntjes is afgesloten. De dragers staan beleefd op.
Ze hebben hetzelfde uniform aan als hun voorman en ze zien er
allemaal tamelijk potig uit. Rechter Tie is op zijn hoede. Wie zegt
hem dat deze mensen door kapitein Sioe zijn gestuurd? Het is
evengoed mogelijk dat een van de bendeleiders een poging wil
doen hem te ontvoeren en onschadelijk te makenMaar zo te
zien zijn de dragers niet gewapend en in elk geval zullen ze midden
op straat toch wel niets durven ondernemen.
te graag en Bram bracht hete soep met diepe borden en servetjes
voor het vet.
De mannen slurpten en verbrandden hun tong, waardoor er
tranen van dankbaarheid in hun oog kwamen.
„Dat is nog eens een zeeman", zeiden ze allemaal. .Anderen
helpen ...en zijn schip niet opofferenheel wat anders dan
kapitein Costa Plenta. Heel wat anders".
Bram zei niets, maar keek even uit zijn ooghoeken naar Karo,
die nu rood werd tot zijn oogharen toe. Wat speet het de scheepskat
nu, dat hij zó aan Brammetjes oordeel getwijfeld had.
ZATERDAG 31 DECEMBER 1966
Ons dagelijks vervolgverhaal
Nocht
zoider
einde
door
Alistair Maclean
26
De wind was vrijwel geheel gaan
liggen ik had dat al gemerkt aan
traag en ontmoedigd ratelen van
de windmeterbollen en het poeder-
Ijs, dat soms wel een honderd me
ter kon opwaaien, dreef nu alleen
nog maar lui in lichte wolken, die
zich spookachtig in het bleke schyn-
van mijn lantaarn aftekenden,
de glinsterende korst van de
ijskap. Wat er aan wind overbleef,
kwam nog steeds uit het oosten. Ook
de kou bleek nog zeer fel te zijn,
r was toch beter te verdragen
dan de vorige nacht. Bij de uitwer
king die de kou heeft op de zich in
het poolgebied bevindende mens is
niet de absolute temperatuur de be
slissende factor: de wind is even be
langrijk elke kilometer meer aan
windsnelheid betekent een daling
van de temperatuur met ongeveer
één graad en de vochtigheid is
nog belangrijker. Waar de vochtig
heid groot is, kan een temperatuur
slechts een paar graden onder
nul al niet meer te verdragen zijn.
Die nacht echter waaide er een
lichte wind en was de lucht droog.
Misschien waa het een goed voorte-
Toen ik weer in de hut terugkwam,
bleek Jackstraw al met de koffie be
zig te zijn. Hij glimlachte tegen me
zó fris uitgerust uit dat
het leek of hij op een veren bed
nachtrust van negen uur achter
de rug had. Jackstraw maakte onder
geen enkele omstandigheid ooit de in
druk vermoeid te zijn: zijn weer
stand tegen te weinig slaap en uit
putting grensde werkelijk aan het
ongelooflijke. Alleen Jackstraw was
dus op, maar met uitzondering van
senator Brewster bleek inderdaad
geen van myn gasten meer te sla
pen. Zwijgend lagen ze op hun kooi-
op de grond. Een paar steun
den zich op hun elleboog en kekeD üe
ar allemaal rilden ze en
hun gezichten waren blauw en wit
ingevallen van kou. Sommigen
staarden naar Jackstraw en rimpel
den hun neuzen in het vooruitzicht
i een kop koffie, waarvan de heer
lijk scherpe geur al opgesnoven kon
worden. Anderen gluurden als ge
fascineerd naar het ijs op de zol
dering, dat, naarmate de temperatuur
steeg, begon te smelten. Op tiental
len plaatsen droop het smeltwater
op de vloer waar het duidelijk waar
neembaar onmiddelijk kleine, dun-
met de punten naar boven ge
richte ijskegels ging vormen, want
gelijkvloers was het aanzienlijk kou
der dan bij het dak.
„Goedemorgen, dokter Mason".
Marie LeGarde probeerde te glim
lachen, maar het bleef bij een dra
matische poging en ze leek tien jaar
ouder dan de vorige nacht. Ze was
de weinigen die een slaap
zak had toegewezen gekregen, deson
danks moest ze een ellendige zes uur
hebben doorgebracht en er is niets
uitputtend voor het menselijk
lichaam als uren achter elkaar rillen
beven van de kou. Het is een
cirkel. Hoe erger en veel-
vuldiger de rillingen worden, hoe gro
ter de vermoeiheid, hoe minder weer
stand tegen de kou en dus hoe erger
en veelvuldiger de rillingen weer.
Voor het eerst ontdekte ik dat Marie
LeGarde een oude vrouw was.
„Goedemorgen", glimlachte ik.
„Hoe is u de eerste nacht in uw wo
ning bekomen?"
„Eerste nacht?" Zelfs in de slaap
zak was duidelijk te zien dat ze
haar armen over elkaar en het hoofd
tussen de schouders trok. „Ik hoop in
vredesnaam maar dat het de laatste
is. U hebt hier een bijzonder koud
etablissement, dokter Mason".
„Het spijt me. De volgende keer
zullen we om beurten de wacht hou
den en de kachel de gehele nacht
laten branden". Ik wees naar het
op de vloer druipende water. „Het
begint al warmer te worden. Als u
onze koffie geproefd hebt, zult
u zich wel beter voelen, denk ik".
„Ik zal me nooit meer beter voe
len", zei ze heftig, maar ln haar ogen
zag ik gelukkig de lichtjes weer dan
sen. Ze wendde zich tot het Jonge
Duitse meisje dat in de kooi naast
haar lag. ,Hoe gaat het, kind?"
„Veel beter, dank u, Juffrouw Le
Garde". Ze scheen zich buitenge
woon dankbaar te voelen dat iemand
aandacht aan haar schonk. „Ik voel
niets meer".
„Dat zegt niets", verzekerde Ma
rie LeGarde haar blijmoedig. „Ik voel
namelijk ook niets meer. We zijn al
lebei stijf bevroren eh hoe heeft
u de nacht overleefd, mevrouw
Dansby-Gregg?"
„Overleefd is het juiste woord",
glimlachte mevrouw Dansby-Gregg
„Zoals dokter Mason vannacht al op
merkte: we zijn hier niet in het Ritz-
hotel. Mmmm, die koffie ruikt voor
treffelijk. Ga eens een kop voor me
halen Fleming".
Wordt vervolgd
China tevreden
over resultaten
in het jaar 1966
Communistisch China heeft giste
ren verklaard in 1966 een „niei
algehele sprong voorwaarts" te hebben
gemaakt op economisch gebied.
Ook werd beweerd dat „alle taken"
voor 1966 - het eerste van het derde
vijfjarenplan - „meer dan vervuld"
zijn.
De economische successen voor 1966
werden toegeschreven aan de ge
dachten van Mao Tse-toeng en
„grote culturele revolutie".
Het gloedvolle rapport, dat geen
enkel concreet cijfer bevat werd i
spreid door het officiële persbureau
Nieuw China.
In de landbouw, aldus Nieuw China
hebben boeren „de langdurige
droogten overwonnen die vele delen
van het land hebben getroffen en die
tot de ernstigste in de geschiedenis
van het land behoren, niettemin, al
dus Nieuw China, hebben de Chi
nezen een in het algemeen uitste
kende oogst binnengehaald, terwijl
onder de beste oogsten in de Chinese
geschiedenis waren die aan granen e
katoen.
Gemeld werd dat de bruto Indus
triële produktie in China dit jaar
„meer dan twintig procent hoger is
geweest dan in 1965". Alle takken
van de industrie zouden hun pro
duktie hebben verhoogd.
Nadat twee meisjes in Palermo Si
cilië) in opspraak waren gekomen,
omdat zij weigerden te trouwen
met mannen die hen geschaakt
hadden, praat men nu in deze re
gionale hoofdstad afkeurend over
een jongeman die weigert te trou
wen met een 14-jarig meisje dat hij
de vorige maand zeven dagen bij
zich heeft gehouden.
De politie heeft Franco Mazzola, een
22-jarige arbeider, ontvoeJing en
verkrachting ten laste gelegd na
dat vrienden en bloedverwanten er
niet in waren geslaagd hem over
te halen het meisje te trouwen.
Het was een nieuwe ontwikkeling in
de controverse die in geheel Italië
is ontstaan over de oude gewoonte
op het eiland om meisjes te scha
ken om hen te kunnen trouwen.
De vrouwen kunnen daar geen
echtgenoot meer vinden nadat zij
enige dagen bij hun ontvoerder
zijn gebleven. D ewet maakt het
mogelijk de aanklacht tegen de
ontvoerder in te trekken indien
hij met het geschaakte meisje
trouwt.
Franco Viola, een 19-jarige dochter
van een boer in Alcama, was,
voorzover bekend, de eerste vrouw
die met de traditie brak. Zij wei
gerde onlangs met de rijke Filippo
Melodia te trouwen die daarop tot
elf jaar gevangenisstraf werd ver
oordeeld.
Een week later volgde het 22-ja-
rige Siciliaanse meisje Mattia Cera-
volo haar voorbeeld. zy was op
straat ontvoerd en haar afgewezen
minnaar had haar vyf dagen by
zich gehouden. Ook hy werd ver
oordeeld.
Volgens de politie wil de 14-Jarige
Elvira Girgenti eventueel wel met
Mazzola trouwen, maar deze heeft
nu tegen de politie verklaard: „Ik
ga nog liever naar de gevangenis
dan dat ik met haar trouw".
De gewoonte van ontvoering voor een
huwelyk dateert van de periode
voor het christendom in Italië. Vol
gens de overleveringen was Romu
lus vrygezel toen hy in 753 v. Chr.
Rome stichtte. Ook zyn geharde
medestryders waren vrygezel. Ro
mulus en zyn mannen deden over
vallen op de naburige Sabbynen,
namen de vrouwen mee en dwon
gen die hun echtgenotes te worden.
Er brak een oorlog uit maar men
kwam tot overeenstemming waar
bij de Sabbynen er mee instem
den een aantal vrouwen aan de Ro
meinen te laten.
Volgens de analen van de politie
zyn er in het gebied Palermo al
leen in de tweede helft van 1965
al 800 gevallen van ontvoering
verkrachting voor een huweiyk
voorgekomen. Geen van deze
vallen is aanleiding geworden tot
een proces. Op elk geval volgde c
huwelyk, waardoor alle tenlaste
leggingen werden geseponeerd.
PANDA EN DE MEESTER ETER
46-91. „Zo!" donderde de winkelier, toen Joris uit het gat in
de muur kwam gekropen. „Gaten maken in mijn zaak! Maar ik zal
je leren om voortaan de deur te gebruiken als je wilt binnenkomen!
Er uit!"
Joris zette zijn waardige houding voor enige tijd opzij en repte
zich heen, achtervolgd door enkele sterk verouderde en geurende
eieren.
„Bah!" prevelde hij afkeurend, toen hij zich eenmaal op straat
bevond. Mijn jas is besmeurd en riekt kwalijk! Een sopje zou geen
kwaad kunnen. Hapwap vraagt wel het uiterste van mij. Nu zit hij
RECHTER TIE EN HET GESTOLEN HALSSNOER
11-21. Rechter Tie is net opgestaan als hij van de herbergier
hoort, dat er buiten iemand op hem wacht, een boodschapper die
zijn naam niet wil zeggen. De Rechter bedenkt, dat dit waarschijn
lijk een van Sioe's mannen is en gaat naar de buitendeur. Een
man in een zwart jak, wijde zwarte broek en een zwart kapje, alles
rood afgezet, zit gehurkt op de grond en staat op zodra hij de
Rechter ziet. „Ik ben dokter Liang. Wat kan ik voor u doen?" zegt
Rechter Tie. „Daarginds in de palankijn is een patiënt die uw hulp
nodig heeft, dokter", zegt de man. „Wilt u mij maar volgen". De
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
711. Meestal was Karo niet haatdragend, maar na alles
wat kapitein Costa Plenta hun had aangedaan, kon hij niet nalaten
te fluisteren:
„Dit is onze kans, Bram. Zijn schip is vastgelopen. Nu kunnen wij
de wedstrijd winnen en zijn jacht bemachtigen"
Maar Bram had voor zulke opmerkingen geen antwoord over.
Hij haastte zich naar de kant en riep de schipbreukelingen toe, dat
zij eerst aan land moesten komen om zich te warmen bij een vuur
tje, daar zij anders doodziek zouden worden. Dat deden ze maar al