NIEUWE REGELS
IN VERKEER (5)
Nacht
zonder
einde
ABVA: ƒ300.-
meer voor
ambtenaar
OENSDAG 28 DECEMBER 1966
Oiis dagelijks vervolgverhaal
Opnieuw klonk overal om mij heen
Ie «mompel. Hoewel ik vermoedde dat
gl iemand precies begrepen had waar-
Ver ik sprak, zag ik toch wel dat
theorie ingeslagen was, omdat
het gezelschap aanvaardbaar
ek en overeenkwam met de be
ende feiten. Ik bemerkte dat Joss
met een onbewogen gezicht zat
en te staren, keek hem een paar
conden strak in de ogen en wend-
i me daarna af. Als marconist wist
iss nog beter dan ik dat de acti-
fteit van de zonnevlekken, hoewel
i toe nog wel eens iets waar-
imen, het vorige jaar een top had
ireikt en daar hU vroeger gevlogen
id, was hem natuurlijk ook bekend
11 lijntoestellen altijd gyrokompas-
gebruiken die door zonnevlekken
magnetische stormen niet in het
lust beinvloed worden.
,We gaan eerst eten", sneed ik
het gesprek abrupt af. „Zijn
vrijwilligers om Jackstraw te hel-
n?"
„NatuurUJk".
Zoals ik wel had kunnen ver-
ichten, was Marie LeGarde de
rste die overeind kwam. „Ik ben
it je noemt een middelmatige kok-
Ken u kunt me dus wat leren,
nheer Nielsen".
„Mooi! Joss, wil jij me even hei-
het scherm op te zetten?" Met
(jn hoofd duidde ik op de gewon-
piloot. „We zullen eens kijken wat
voor deze arme jongen kunnen
n".
Zonder dat ik het haar gevraagd
kwam ook de stewardess i
ïn om me te helpen. Eigenlijk was
ran plan deze hulp af te wijzen
;en prettige ervaring zou het na-
ïlijk niet voor haar worden
ik wilde haar niet nog meer
war brengen. Op dat moment
hans niet. Ik haalde dus mijn
ïouders op en liet het meisje haar
ag gaan.
Ben half uur later had ik alles
m, wat ik kon doen. Inderdaad
het helemaal niet prettig ge-
maar zowel de patiënt als de
'ardess hadden zich beter gehou-
dan ik had verwacht. Toen Joss
gewonde ln de slaapzak aan de
.gbaar vastbond, zodat hij Uch
it kon omgooien met alle gevolgen
dien, voelde ik dat de stewardess
aanraakte.
],Wat.. wat denkt u ervan dokter
pson?"
[,Er valt niets met zekerheid te
ggen. Ik ben geen specialist in der-
üijke dingen en zelfs een hersen-
ecialist zou u niets kunnen garan
ten. De schade kan ernstiger zijn
in we denken. Bovendien is ook een
peding nog mogelijk die komen
zulke gevallen soms veel later",
laar als er geen bloeding op
hield ze aan, „en de schade
erger is dan u denkt, welke
geeft u hem dan?"
^.Vijftig procent. Ik zou het een
geleden niet gezegd heb-
maar hij heeft opvallend veel
erstand en een krachtig gestel. De
zou nog groter zijn met ge-
warmte, voedsel en de vakkun-
verpleglng in een eerste klas
kenhuis. Zoals het nu is .eh
eten we afwachten".
[„Jawel", mompelde ze. „Dank u
fcter".
keek haar aan. De trek van uit
ging op haar gezicht en de blau-
kringen onder haar ogen deden
opnieuw bijna medelijden met
krijgen, vooral toen ik haar zag
i kou.
■„Naar bed!" beval ik. „U heeft
en warmte nodig, mejuf-
gbuw eh neem me niet kwalijk,
har ik vergat uw naam te vragen"
„Ross. Margaret Ross".
„Schots?
„Iers! Uit het zuiden."
door
Alistair Maclean
„Dat reken ik u niet aan", glim
lachte ik. De stewardess beantwoord
de die glimlach helemaal niet. „Ver
tel me eens, juffrouw Ross, waarom
waren er zo weinig passagiers in het
vliegtuig?"
„We maakten een extra vlucht
eergisteren stegen we van Londen op.
We bleven de nacht in New York
over en moesten daarna weer terug.
Het kantoor gaf een aantal passa
giers gelegenheid met ons mee te
vliegen, zodat ze eerder konden ver
trekken dan met het lijntoestel. Tien
grepen de gelegenheid aan".
„Is het niet wat ongewoon om
slechts één stewardess aan boord te
hebben by een vlucht over de
oceaan?"
Ze knikte. „Inderdaad", gaf ze toe.
„Meestal doen er dan drie dienst. Met
slechts tien passagiers gebeurt dat
echter niet".
.Vanzelfsprekend nauwelijks de
moeite van het verzorgen waard, zou
je kunnen zeggen, maar in ieder ge
val", zei ik effen, „geeft het je
tenminste gelegenheid tijdens zo'n
lange vlucht even een uiltje te knap
pen, is het niet?"
„Dat is niet eeriyk!". De bleke
wangen van de stewardess werden
plotseling vuurrood. „Het is me nog
nooit eerder overkomen nooit!"
„Neem me niet kwalijk, juffrouw
Ross", suste ik. „Het was niet be
doeld als een steek onder water. Het
doet er trouwens niet meer toe".
Wordt vervolgd.
(Van onze Haagse correspondent).
De „Algemene bond van ambtena
ren" meent dat de loonruimte van
vier procent per 1 januari gedeelte
lijk besteed moet worden ln een vast
bedrag voor ieder. De rest van de
ruimte zal volgens deze N.V.V.-bond
dam als percentage kunnen worden
uitgekeerd.
De A.B.VA. denkt aan een salaris-
verbetering van f300 per jaar voor
iedere ambtenaar van hoog tot laag.
De bond schat dat deze uniforme
verhoging van de ambtenarensalaris
sen zo'n 2,5 tot 3 procent vergt van
de totale salarispost. De rest, 1 tot
1,5 procent, zou kunnen worden ge
bruikt voor procentuele verhoging
van de salarissen.
Calcutta zit
zonder rijst
Op het ogenblik moeten de zes mil
joen inwoners van de Indiase staat
Calcutta het zonder rijst, hun voor
naamste voedsel moeten doen.
In plaats daarvan krijgen zij van de
distributiecentra tarwe en dat tarwe-
rantsoen zal krap zijn.
De eerste-mlniater van de staat,
Sen, heeft gisteren bekendgemaakt,
dat de voorraden van de regering to
taal zijn uitgeput en dat de centrale
regering ze niet onmiddellijk kan aan
vullen.
De laatste weken hadden vele dis
tributiecentra reeds geen rijst meer in
voorraad, maar de regering verzocht
het volk, niet toe te geven aan een
paniekstemming en verzekerde, dat
spoedig nieuwe voorraden werden ver.
wacht, maar gisteravond zeiden offi
ciële persoonlijkheden, dat het niet
waarschijnlijk is, dat spoedig verbete
ring ln de toestand zal komen.
Wat de verlichting betreft tenslotte, zUn de belangrijkste wijzi
gingen, wanneer op 1 januari de nieuwe verkeersregels van kracht
zijn' geworden:
Men mag niet met groot licht rijden, wanneer de openbare ver
lichting zo goed is, dat de weg duidelijk overzien kan worden.
Groot licht mag ook niet gevoerd worden, wanneer men trein
bestuurders, schippers of colonnes voetgangers kan verblinden.
R(jdt men op korte afstand achter een ander motorvoertuig, dan
is men eveneens verplicht om te dimmen. Het verblinden van
een voorligger is dus uitdrukkelijk verboden. Zodra het zicht
minder wordt, moet of het grote licht of het dimlicht aan, niet
alleen by dichte mist of zware sneeuwval, maar ook als overdag
door allerlei atmosferische storingen het daglicht zo afneemt
dat het zicht ernstig vermindert. Ook by schemering moeten
grote- of dimlichten aan.
9 Als dichte mist of zware sneeuwval het zicht ernstig belemmert,
mogen inplaats van de grote lichten de mistlampen aan.
Mistlampen én de grote lichten mogen niet. In gevallen, dat het
niet is toegestaan groot licht te voeren, mag (by de dimlichten
of stadslichten) een bermlamp aan, mits die uitgaat als men
vlak achter een voorligger zit. Ook een schijnwerper gebruiken
is geoorloofd, qiaar daarbij moet de wagen nagenoeg stilstaan en
mag de lichtbundel niet hinderiyk zijn voor anderen. (Deze voor
schriften zyn overigens reeds op 15 maart van kracht gewor
den).
3 By lonker en slecht zicht moeten ook motorvoertuigen, die stil
staan op vluchtstroken, parkeerhavens en parkeerstroken stads
lichten aan hebben. Binnen de bebouwde kom mogen daarvoor
ook parkeerlichtjes dienen.
Auto's, die in het donker of by slecht zicht op de rijbaan stil
staan zullen, behalve de verplichte verlichting, ook nog twee
knipperende waarschuwlngsllchten mogen voeren, die uiteraard
alleen maar mogen branden by het stilstaan.
Automobilisten, motorrijders met zyspan, kortom alle bestuur
ders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, moeten bui
ten de bebouwde kom een rood reflecterende gevarendriehoek by
zich hebben. Zoals bekend moet deze driehoek worden neerge
zet 'n stroomopwaartse richting op dertig meter voor of achter
het voertuig. Deze driehoek moet drie zyden van minstens 45
centimeter lengte hebben en mag niet omvallen by storm en
mag niet verschuiven op een glad wegdek. De eis, dat de gevaren
driehoek over een afstand van 250 meter zichtbaar is wordt pas
over 2 jaar van kracht.
PAGINA 15
Joris. „Het komt niet te pas om de deur van een vreemde zo te
behandelen! Hij had minstens het gat achter zich dicht kunnen
maken!"
Hij dook door het houtwerk heen en bevond zich toen op straat.
Maar van het ventje was geen spoor meer te bekennen.
„Dat is toch wel zeer ongepast!" prevelde de achtervolger. Juist
nu ik hem nodig ik bedoel: hij mij nodig heeft, verstopt hij zich!
Wat nu?"
ziet er even smakelijk uit. „Ik hoorde meneer Wei op de kade zeg
gen", vervolgt de Rechter, „dat die ongelukkige kassier twintig
zilverstukken van hem gestolen had. Zou dat waar zijn?" „Als u
mijn eerlijke mening wilt horen, dokter", zegt Violet, „dan moet
ik zeggen dat ik er geen woord van geloof. Mijn oom past zo goed
op zijn duiten, dat het gewoon onmogelijk was hem te bestelen.
Elke avond rekende hij alles tot op de cent na en deed het geld in
een kluis. Trouwens, Tai Min was geen dief. Ik begrijp niet waar
om de rovers hem vermoord hebben, hij had nooit geld. U kunt dat
gerust van mij aannemen. Ik kende hem beter dan wie ook, omdat
we vaak samen gingen vissen".
uword bij dit noodweer verder te varen, want er zijn hier verrader
lijke zandbanken", zei Bram. ,JDaar is een eilandje, waar het water
wat rustiger is. Daar laten we het anker vallen".
,jMaar dan verliezen we zeker", riep Karo.
„Best mogelijk maar wat gebeuren moet, moet gebeuren", zei
Bram. „Het enige wat belangrijk is, is het behouden aankomen van
de Kokanje".
Bitter dook Karo in elkaar.
,,'t Is wat fijns", mompelde hij. ,Jloud jij de Kokanje maar goed
dan kun je hem keurig netjes aan Costa Plenta geven, als die
de wedstrijd heeft gewonnen!"
Hij voelde zich zwaar in Bram teleurgesteld.
RECHTER TIE EN HET GESTOLEN HALSSNOER
11-18. Violet schenkt Rechter Tie een kop thee in, waarbij ze
de lange mouw van haar rechterarm gracieus vasthoudt met haar
linkerhand. „Misschien kun je me iets vertellen over een van mijn
medegasten, die ik in het bad ontmoette. Een zijdehandelaarme
neer Lang. Hij is hier zeker al geruime tijd?" „Twee weken onge
veer", antwoordt Violet, „maar hij is een regelmatige gast, want hij
heeft een filiaal van zijn zaak in onze stad. Hij reist altijd met
minstens acht klerken en helpers en onze beste vleugel is altijd
voor hem gereserveerd". Violet heeft het diner op tafel gezet en
Rechter Tie moet toegeven, dat de bediening uitstekend is. Alles
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
708. De storm brak los, alsof er in het uitspansel een tochtdeur
werd opengezet. Hoog werd het water opgezwiept en als een note-
dop werd de Kokanje heen en weer gesmeten. Karo zei niets, maar
in zijn hart was hij nu toch wel blij, dat Bram de zeilen had laten
reven.
Toch zat het hem niet lekker, dat kapitein Costa Plenta weer
een voorsprong had genomen.
Die zal nu toch ook wel zeil hébben moeten minderen", zei hij
hoopvol. „Dan halen we hem toch nog in".
„Nee, we halen hem niet in. Het wordt nacht. Het is niet verant-
Zeesleepvaart
Baren
W Sr VincentVy6 °P 8°
Clyde
27n°nV\ Ba'hrVin
M??!.
h Wei! Cape n Singapore
26 op 22S m O Quinhon
-ti^oot 24 te Trièet
nog"* ^a-jo^ Sü"
wOk
zVe 27 no, Berrnu*
LEIDSCH DAGBLAD
PANDA EN DE MEESTER ETER
43-91. Joris draafde zo snel hij kon achter Hapwap aan.
„Dit is erg vervelend", prevelde hij al rennend. „Juist nu ik het
jongske voor een nuttig doel kan gebruiken, dribbelt hij heen!
Foei! Zo heb ik hem toch niet opgevoed! Hapwap! Kom terug!
Gedraag je! Pas op! Die deur!"
Maar het ventje stoorde zich niet aan het geroep van zijn be
schermer en draafde blij naar buiten.
„Ik zal het manneke toch strenger moeten aanpakken!" hijgde