als kleine an,ouders i kinderen lees de weg ERSTBIJLAGE 1966 VAN HET LEIDSCH DAGBLAD Tentoonstelling De jongen werd groter. Hij ging ln München rechten studeren. Sinds zijn jeugd voelde hij weinig voor deze studie, doch zijn vader zag hierin een goede toekomst. Buurman Winkelmeier had toch een goed bestaan gehad... al was hij dan ook jong overleden. Nu was dat bepaald geen argument dat bij de jongen aansloeg. Maar hij wist ook niet wat hij dan wél moest gaan studeren. In Mtlnchen ontmoette hij een medestudent die kunsten studeerde, iets dat in die jaren nog niet zo veel voorkwam. Hij ging zo nu en dan eens met zijn vriend mee en maakte op deze manier kennis met een hem tot nu toe ongekende wereld. Steeds meer voelde hij zich hiertoe aangetrokken en toen op een middag laat over de schoonheid van middeleeuwse beelden werd gedoceerd en een ver gelijking werd getrokken tussen de beelden uit die tijd en menig figuur van de tegenwoordige kerststalletjes, stond opeens zijn be sluit vast. Mogelijk onbewust kwam het oude verlangen uit de jeugd naar het verkwanselde olifantje weer boven. De jongen schreef naar huis dat hij kunst ging studeren. Na wat gekrakeel werd het goed gevonden Nog was de Jonge student niet op de weg die hij zou moeten gaan. Dat kwam eerst een Jaar later. Hij bleef zich interesseren voor die oude beelden. Vooral ook de kleine onsamenhangende verzameling beelden en beeldjes uit de stalletjes die in het Nationale Museum bijeenvergaard waren, kreeg zijn belangstelling. Toen wilde men in München, ter ere van Kerstmis, een kleine tentoonstelling houden. Men moest wat voor de vreemdelingen doen. Ilen van de bestuurders kwam op het denkbeeld, de figuren van cerststalletjes tentoon te stellen. Het geheel moest niet veel kosten n men kon best een student met het werk belasten. Zo kreeg de universiteit de vraag voorgelegd of men de naam an een studerende in de kunstrichting wist die belangstelling vooi et onderwerp had. Men herinnerde zich toen de student die eerst echten had gestudeerd, dus iets van recht en organisatie zou af- ■eten, en ook steeds belangstelling voor kerststalletjes had getoond Succes De student begon, eigenlijk met wat tegenzin, aan de hem opgi l ragen taak. Hoe langer hij ermee bezig was, des te meer trok e taak hem aan. &ing de boer op, leende hier en daar een keratstalletje, ver- chillende kerken wilden ook meewerken, en tenslotte werkte zijn nthousiasme aanstekelijk. In Salzburg beschikte men over een rachtige reeks voorstellingen. In meer dan dertig toneeltjes werd iet gehele kerstgebeuren in beeld gebracht. Men leende het aan !e jonge man. Dat het beschikbaar gestelde bedrag al ver was overschreden aaraan durfde de jonge student-organisator niet te denken. Als alles laagde zou men hierover misschien niet al te kwaad zijn... De oening kwam. Iedereen was dol-enthousiast. De pers schreef op- etogen stukken. Van heinde en ver kwam men... Al na enkele igen moest de catalogus worden herdrukt... en nog eens... er. •nslotte nóg eens. De tentoonstelling moest worden verlengd. Toen deze definitief gesloten werd, was er een belangrijk over- jhot. Financieel en cultureel was het een overweldigend succes eworden. De jonge student had carrière gemaakt. En tevens lag jn toekomst voor altijd vast. Hij was de onbetwistbare kenner •worden van de kerststalletjes, de kribbe-expert... Verzameling Jaren gaan voorbij. De student, nu doctor in de kunstgeschie- nis, heeft in het museum te München een prachtige verzameling ?rststalletjes bijeengebracht. Beroemd over de gehele wereld. Hon- arden vindt men er. Papleren voor de allerarmsten, maar ook weel- rrig-uitgeruste echte beelden met bladgoud verguld. Op een late wintermiddag enkele jaren geleden zit de doctor ln ijn werkkamer. Men dient hem een man aan die hem enkele kerst- guurtjes wil verkopen. De man treedt binnen. Vertelt dat hij een rme emigrant is. Hij is met zijn vrouw voor de eerste wereld- orlog naar Zuid-Amerika verhuisd. Het kerststalletje, een erfenisje an zijn schoonvader, is meegegaan. Toen zijn vrouw was gestorven. 3 hij naar Noord-Amerika gegaan. Daar heeft hij tot in 1948 ge- voond, wat gespaard en ls naar Duitsland teruggekeerd. Hij meen- le daar weer fortuin te kunnen maken. Maar hij kon toch niet neer aarden. Nu wil hij verkopen wat hij heeft om naar de States erug te gaan. Een aantal figuren van het kerststalletje, dat „heel oud" is, wil ij aan het museum kwijt. Heeft men hiervoor belangstelling? Laat maar zien" is het antwoord. En dan zet de oude man de iguren een voor een op tafel. Plotseling ziet hij de museumdirec teur verstarren. De man kijkt rond, maar begrijpt er niets van. Schor brengt de directeur uit: „Uw schoonvader was de advokaat Winkelmeier?" Ja, knikt de man. Op tafel staat een oud klein, onooglijk grauw olifantje! De di recteur pakt het op. Dat hij dit beestje eens *o mooi vond. Jeugd dromen storten ineen. Hij heeft in zijn verzameling heel wat kunst voller dieren. Prachtiger bewerkt, rijker verzorgd... En toch... Hij koopt het diertje, privé... Binnenkort U kunt binnenkort althans een prachtige verzameling van de kerststalletjes in het Beierse Nationale museum bewonderen. Er staan er zeker wel een paar honderd opgesteld, zo niet meer. Er zijn erbij die van papier gemaakt zijn. Uitknipplaatjes in felle en bonte kleurtjes gedrukt. Zelfgemaakte figuren, in lapjes gekleed, met onbeholpen gesneden kopjes, en in brave huisvlijt vervaardigde achtergronden. Maar u vindt er ook de bekende Innsbrücker serie, telkens met een prachtig decor, elk figuurtje met een rijkdom aan details door kunstenaars gemaakt. Een serie waarin u allerlei situa ties worden voorgezet, waaraan u nog nooit heeft gedacht. Het begint met een toneeltje een ander woord kan men hier voor niet gebruiken van de herders die 's middags hun kudden drenken. Het tweede ls waar de bevolking naar de woonplaatsen trekt voor de telling. Op het derde toneel liggen de herders in het veld bij hun kudden; het is nacht geworden. Zo rolt toneel na toneel van het gehele kerstgebeuren aan uw verwonderd én bewonderend oog voorbij. Dacht u er ooit aan dat de drie koningen ieder een wapenkamer moet hebben gehad? Nee, natuurlijk. Maar de makers uit het midden van de achttiende eeuw dachten daar wél aan. U ziet hier zo'n wapenkamer. Met kleine harnasjes, geweren, lansen en zwaar den. Een van de drie koningen Inspecteert het geheel. Volkstoneeltjes spelen bij het geheel een grote rol. Op straat scènes zien we pratende vrouwen, honden, een bedelaar... Elk der poppen is minstens zo'n dertig tot veertig centimeter hoog. Het kleinste toneel is drie meter breed, anderhalve meter hoog en twee meter diep! Het grootste is ruim acht meter breed! U vindt er stalletjes uit vele landen. Vooral Napels heeft er prach tige gemaakt. Verder natuurlijk veel uit Tirol, sommige echt boers n opzet. Andere zijn uit Spanje, Sicilië... Bezoek Toen ik begin december het museum bezocht, was door aller lei onvoorziene omstandigheden de expositie die al geruime tijd in renovatie is, nog steeds niet te bezichtigen. Nu was dat geen al te groot bezwaar... want ook de Beier is een gemoedelijk mens en een goed uiteraard verzilderd woord doet ook hier won deren. Zo kon ik toch het geheel bewonderen, al was nog niet alles opgesteld. In verschillende vitrines was nog niets te zien. Andere waren nog niet voorzien van een verklarende tekst. Bij weer andere brandde geen licht. Enkele figuren werden schoon gemaakt of op nieuw. dood-voorzichtig, gerestaureerd. Toevallig zag ik ook een olifant, die mooie nieuwe witte tandjes kreeg. En zo dacht k opeens aan de geschiedenis die ik u aan het begin heb verteld: die ik jaren geleden heb vernomen doch die ik helemaal was ver geten, maar die me nu weer te binnen schoot, toen ik een drietal werkstudenten zo uiterst voorzichtig met het diertje zag manoeu vreren... Als u ooit eens in München bent, moet u beslist deze verzame- 'ing gaan bekijken. Het is de moeite waard. En tenslotte, u bent iet rnet me eens, dat ik de belofte, aan het legin gedaan, gehouden lebt! Het is een echt kerstverhaal geworden... én waar! J. Zurcher. Fotos: Boven links: De herders hij hun kudde midden op de dag. Jnder links: Minuscule geschenken van goud, vaten gevuld met wierook en mirre. Prachtig werk Onder rechts: Zo ongeveer heeft de kleine olifant er uit gez\cn. Boven rechts: Een gedeelte uit de Vlucht naar Egypte". De boot staat op een lichtblauwe glasplaat en in „het waterziet men vissen en krokodillen. Die hoorden nu eenmaal in de Nijl. Langs de kant zijn hier niet zichtbaar tempels opgebouwd, staan Egyp- fenaren te vissen en te werken, vliegen vogelsKortom het is een echt panopticum in het klein. Jidden boven: De bevolking maakt zich op om naar Nazaret te gaan Midden rechts: Toen verscheen aan de herders een engel DIT kerstverhaal ls waar gebeurd... en tocl lijkt het op een verzonnen kerstverhaal... omdat het wonderlijk klinkt. Het begint met een olifantje. Een klein, onaanzienlijk olifantje. In Salzburg leefde in het jaar 1890 een jongetje dat tegen Kerstmis telkens een enorm ple zier beleefde aan het opstellen van de figuren van het kerststalletje. Vooral de exotische dieren boeiden hem. Een klein olifantje was zijn lieveling. Het was een grauw beestje, slordig gesneden, maar de Jongen kon uren op zijn knieën voor het stalletje liggen, kijkend naar het olifantje, fantaserend over de avon. turen die zo'n dier daar in Indië werkelijk zou be- Zijn vader was eigenlijk helemaal niet zo met het stalletje ingenomen. Vol vrees had de jongen al eens gehoord hoe deze tegen moeder had gezegd, dat hij graag een nieuw stalletje zou willen kopen als ze •maar niet zo duur waren. Wij in Nederland weten eigenlijk niet goed wat dit alles in Tirol betekent het bezit van zo'n klein toneeltje dat het kerstge beuren op min of meer rijke wijze in beeld brengt. Jong en oud doet daaraan mee, en zeker zo'n drie kwart eeuw geleden. In de kerken werden en wor den prachtige stalletjes opgesteld; hele toneeltjef die in verschillende taferelen liet gebeuren laten zien Althans zoals men meende dat het zich zou hebben kunnen afspelen. Dat hierbij vaak figuren werden gebruikt die een middeleeuws karakter hadden, en dat de wijze van opstelling in die jaren nog was zo als dat tijdens de barok ook al gebeurde, daaraar stoorde niemand zich. Men wist niet beter. Het was .miners altijd zo gegaan, van ouders op kind. Velt cerststalletjes gaan al eeuwen mee. Een stuk gegaan beeldje werd opnieuw gekocht, of in huisvlijt in de .vinter zelf vervaardigd. Droeve ruil De vader van de jongen, waarover ons verhaal ;aat, vond vooral een van de drie koningen een ver ;chrikkelijk figuur. Het beeldje had eens te dicht jij een kaarsvlam gestaan en was inderdaad ooi' .vat verminkt. Op een goede voor de jongen zeei slechte dag sprak de vader met zijn buurman le advocaat Winkelmeier. Deze had juist een aantai neuwe figuren voor zijn kerststalletje gekocht. O. lij wilde graag een van zijn oude koningen afstaan... iee, niet voor geld. Hij handelde toch niet in beeld- es... Maar ach, had buurman niet dat aardige oli- 'antje bij zijn stalletje staan? Nu déérvoor wildf .lij wel die koning ruilen... Kunt u zich het verdriet van het kleine mannetje voorstellen toen hij van deze ruil hoorde? Zijn .eigen" olifantje gewoonweg omgeruild voor die le- .ijke grote koning met zijn gouden mantel! Hij huilde zich die avond in slaap en wilde dat jaar niet naar het stalletje kijken. Hij weigerde... hij miste zijn grauwe kleine vriendje...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 25