Periodieke keuring personenauto's In ons land komt het er ook van: ANWB? Verdubbeling Periodiek Impori Cijfers ZATERDAG K DECEMBER 19«8 MHWB Q40BM0 Van boven onder worden de auto's bekeken. Reportage Frits Kof fijberg Elke personenauto om de zo veel jaar onder de loep ,,dat is geen wens van ons, maar een eis", zegt men bij de Rijks dienst voor het Wegverkeer. En het komt er ook onherroe pelijk van. Nu men in alle omringende landen Duitsland, België. Denemarken, Frankrijk en En geland al de verplichte pe riodieke keuring voor perso nenauto's kent, kan Nederland niet achterblijven. In het mo derne snelverkeer worden voortdurend hogere eisen ge steld aan de veiligheid van de auto. En met het systeem van periodieke .doorlichting" snijdt het mes aan twee kanten: niet alleen worden daardoor bij bejaarde karretjes technische gebreken ontdekt die fataal kunnen worden, maar ook is het voor de autobezitter een stok achter de deur om zijn voertuig goed te (laten) on derhouden. Autorijdend Nederland moet er dus ook aan geloven. Maar wan neer gaat dat gebeuren? En hoe zal men te werk gaan? Op deze vragen mag men binnen niet al te lange tijd antwoord ver wachten van de regering. De com missie veiligheid wegverkeer, die deze kwestie moest bestuderen, heeft namelijk haar werk al ge daan en onlangs een rapport in gediend. De daarin vervatte con clusies en suggesties zijn uiteraard niet bekend. Maar men kan gissen. Eén van de mogelijkheden zou zijn een landelijk net van techno- stations op te bouwen of te léten opbouwen, door de ANWB bijvoor beeld. die al dertien van zulke sta tions heeft, of door andere parti culiere ondernemers. Elke auto maakt dan eens in de zoveel jaar een verplicht ritje naar het dichtst bijzijnde techno-station, waar de eigenaar een lijstje met de gebre ken krijgt. Na een bepaalde termijn wordt gecontroleerd of de ver langde reparaties zijn uitgevoerd. Een andere, heel reële, mogelijk heid is, dat de garagehouders bij het systeem worden ingeschakeld. De periodieke keuring is dan niét verplicht voor auto's, die geregeld in onderhoud zijn geweest bij een garage öf en dat is een uitwijk mogelijkheid voor nalatige auto mobilisten die,, op initiatief van de eigenaar, bijtijds zijn gekeurd in een techno-station van de ANWB. Vanzelfsprekend moet dan bij een controle op de weg de bestuurder van een oudere wagen kunnen zwaaien met een papiertje, waarop staat dat het een of het ander is gebeurd tot ieders tevredenheid *(dus veiligheid). Er zijn natuurlijk, met de voor beelden in het buitenland voor ogen. nog meer mogelijkheden denk baar. Maar in elk geval mag het uitgesloten worden geacht, dat de Rijksdienst voor het Wegverkeer alleen zal moeten opdraaien voor de verplichte periodieke keuring van personenauto's. „Als wij", zegt men daar. „wagens van tien jaar en ouder moesten gaan keuren, zou dat al een verdubbeling van onze werkzaamheden betekenenEn waar haal je de mensen vandaan om dat extra werk te doen? Om te begin nen zouden wij minstens honderd hts'ers nodig hebben De Rijksdienst voor het Wegver keer (hoofdkantoor in Den Haag, tien districtbureaus en 150 keu ringsplaatsen) heeft reeds een om vangrijke keuringstaak. Ons land kent namelijk allang een verplichte periodieke keuring, maar deze geldt slechts voor een beperkte categorie voertuigen. Wagens voor benzine- vervoer, autobussen, taxi's, huur auto's, vrachtwagens voor personen vervoer en dergelijke moeten elke zes maanden of zonodig binnen kortere termijn, worden gekeurd. Er wordt dan niet alleen naar de on- derhoudstoestand gekeken, maar ook nagegaan of er niets is veran derd sinds de voorgaande keuring. Soms wordt tevens op het uiterlijk gelet „een autobus moet er heb belijk uitzien", geeft men bij de Rijksdienst als voorbeeld. Daarnaast kent men de import keuringen, die worden onderschei den in type- en incidentele keu ringen. In het eerste geval heeft men te maken met de merk-importeurs. Elk wagentype dat wordt ingevoerd, komt bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer „onder het mes". Als het model is goedgekeurd, moet de importeur toezeggen, dat alle auto's die hij van dit type aflevert, in niets zullen afwijken van het gekeurde exemplaar. Zodra het model wordt veranderd, al is het maar op on dergeschikte punten, volgt onher roepelijk een nieuwe keuring. De incidentele keuringen betref fen hoofdzakelijk de individueel in gevoerde wagens, zowel splinter nieuwe sleeën als de veelbesproken tweedehandsjes uit Duitsland. Te genwoordig komen voor een derge lijke keuring ook bepaalde exem plaren uit het Nederlandse wagen park in aanmerking; sinds kort heeft de politie namelijk de be voegdheid om bij zware aanrijdin gen of vermeende technische fou ten (scheef remmen b.v.) het ken tekenbewijs in te vorderen. Voor dat de gerepareerde wagen weer op de weg mag, moet hij eerst naar een keuringsplaats van de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Globaal vinden tachtig politiële in vorderingen per week plaats en dat betekent dus ruim vierduizend her keuringen per jaar. Het totaal aantal keuringen dat jaarlijks door de Rijksdienst voor het Wegverkeer wordt verricht, be draagt nu al 170.000 en ii voor 1970 getaxeerd op 200.009. In Den Haag heeft men eens uit gerekend, wat de gevolgen zouden zijn van een geleidelijke invoering van de periodieke keuring van per sonenauto's. Zou men in 1970 alle auto's van tien jaar en ouder gaan keuren, dan zou dat 168.000 extra keu ringen betekenen. Neemt men in 1972 de auto's van negen jaar en ouder, dan worden dat 264.000 extra keuringen. In 1973 auto's van acht jaar en ouder: 379.000. In 1974 wagens van zeven jaar en ouder: 520.000! Het zijn cijfers om van te schrik ken. Cijfers die ook duidelijk ma- kon, dat de verplichte periodieke keuring van personenauto's waar op door de ANWB en andere in stanties herhaaldelijk is aangedron gen een taak is, welke Rijks dienst voor het Wegverkeer met haar huidige mankracht en mate rieel onmogelijk aankan. Hoe de re gering deze voor de verkeersveilig heid zo noodzakelijke maatregel toch denkt te realiseren, zal ho pelijk oen nabije toekomst leren. ZU dat wel goed vastf Het rapport wordt opgemaakt WASLIJST Soms groeit zo'n rapportje uit tot een complete waslijst en man keert er zoveel aan de auto dat repareren niet meer lonend is. Dan krijgt de eigenaar een zogenaam de weigeringsbrief. Maar hij blijft vrij zijn wagen voor veel geld als nog te laten repareren en ter her keuring aan te bieden. „Je krijgt hier wel eens wagens", horen wij verder, „waarbij je je afvraagt, hoe ze die ter keuring durven aanbieden. Meestal zijn het particuliere luidjes, die van niks weten, die op het eerlijke gezicht van een sjacheraar zjjn afgegaan. Handelaars die hier geregeld ko men, kijken wel uit, die zorgen wel dat hun wagens in orde zijn". VEILIGHEID Bij de keuring wordt uitsluitend gelet op het veiligheidsaspect. „Een auto hoeft niet mooi te zijn, als hij maar niet gevaarlijk is", zegt de chef buitendienst van de Rijks dienst voor het Wegverkeer. „De spatborden mogen gedeukt zijn. maar er mogen geen weerhaken aan zitten. De wagen mag roesti- zijn, maar niet doorgeroest". keuringsambtenaren, en op een rapportje tikkend: „zoals deze". koplamp niet goed gesteld, voetrem voorwielophanging linksonder. zegt men bij de Rijksdienst, Nederlandse eisen gaan met van Duitsland het verst. De re proeven worden steeds zwaarc De remeis wordt straks van 3.86 5.2 meter per seconde kwadraat bracht. Ook de andere eisen word steeds verscherpt." „O ja, wij weten wel, dat we lang niet zijn waar we willen z Maar je kunt niet zonder m eisen gaan stellen. Je moet re I ning houden met de stand van techniek en de internationale 6 gels". 1 Over Duitse deuken die in 1 derland zijn opgelapt: „Qua veil heid zijn ze zeker niet slechter (I willekeurige Nederlandse wagf Iets anders is, dat hun levensdje wel korter kan zijn. Want in fe klimaat gaan ze op de lassen herroepelijk roesten, al is dat i tuurlijk ook een kwestie van derhoud. In elk geval lopen zijf kans eerder te degenereren. En j! is nu een van de voordelen periodieke keuring: dat de dégei rés er uit worden gehaald". k f I I n een smalle werkplaats met een laag soort smeertunneltje worden in Den Haag een van de 150 plaatsen in ons land, waar dit min of meer regelmatig gebeurt de incidentele keuringen verricht; ge middeld elk half uur één. Twee al- les-van-auto-weters van de Rijks dienst voor het Wegverkeer zijn er dagelijks druk mee. De keuring valt in twee fasen uiteen. In de werkplaats wordt de auto zowel de splinternieuwe Peugeot, die uit Frankrijk is mee genomen als het bejaarde Opeltje, dat door een handelaar uit Duitsland is ingevoerd letterlijk van onder tot boven bekeken. Ter wijl daarna de ene man de wagen naar buiten rijdt voor het tweede deel van de test, de rij- en rem proef, loodst zijn collega het vol gende slachtoffer naar binnen voor de eerste keuringsfase. Ingevolge het Wegenverkeersre glement wordt gelet op „deugdelij ke bouw en inrichting en voldoen de staat van onderhoud" en dat is een formulering die ruimte laat voor interpretaties. Vanzelfspre kend moet. alles in orde zijn met de stuurinrichting, remmen, wiel ophanging, banden, lichten, rich tingaanwijzers, ruitenwissers en dat soort zaken. Maar daarnaast tellen gebreken als slippende kop peling, overmatige olielekkage, te minimale trekkracht en aangetaste bedrading ook zwaar uit hoofde van de veiligheid namelijk. „Aan een tikje in de motor hebben wij geen boodschap", wordt er gezegd, „dit is geen ANWB-keuring". Maar het wordt een andere zaak, als de motor steeds afslaat of hinderlijk veel rook ontwikkelt. EISEN ZWAARDER EEN OP VIER Wij maken een aantal keuringen mee. Voor de meeste auto's zit er Er wordt wel eens beweerd, dat de minimum-eisen in het Wegen verkeersreglement te minimaal zouden zijn. „Dat zijn ze niet", wel een bewijs van goed gedrag in. „Gemiddeld één op de terugkomen", vertelt een van de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 12