ROB TOUBER: In Utrecht ontstaan complet» radio-f abriekei filmjournalistiek en tv DE WEG TERUG YAN MECHANISATIE NAAR DE EENVOUD VAN HET HANDWERK IATERDAO 17 DECEMBER 1966 LSIDSCH DAGBLAD „Reizen, reizen, reizen het gaat me nooit vervelen. Ik ben nu al ln Afrika en Amerika geweest, en niet te vergeten heel West-Europa, maar ik ben er nog steeds dol op. En dan te bedenken dat het voor mU absoluut geen vakantiereisjes waren. Integendeel, want in den vreemde zag ik in mijn vrye tyd vaak niet veel meer dan een ho telkamer om in uit te rusten. Veel artiesten vinden hun beroep vaak erg vermoeiend; z|j zeggen haast geen privé-leven te hebben. By mij is dat net andersom:reizen is myn privé-leven". Dit alles komt uit de mond van Rob J. Noordervliet. Een naam die weinigen iets zal zeggen. Weet men echter dat hij een en dezelfde per soon is als Rob Touber (niet te verwarren met de zangers Bob Bouber en Ronnie Tober) dan zul len velen zich hem herinneren als een van hen die in 1959 Neder land op het Songfestival in Knok- ke vertegenwoordigde. (Over Tou- bers optreden was men niet bijs ter tevreden, toch behaalde hij er de tweede prys van de pers, even als Karin Kent dit jaar). Anderen zullen zijn naam ln verband bren gen met de televisie: voor de VPRO produceert en regisseert hij amu sementsprogramma's. Met het einddiploma op zak keerde hij onmiddellijk naar de Seine-stad terug. „Ze zullen my er wel met open armen ontvangen", meende hy, maar al spoedig kwam hy er achter dat men niet op hem zat te wachten. Geen vast werk, een beetje fugureren; het bracht net genoeg geld op om van te kunnen leven. Nadat Noordervliet een half jaar lang de drempels van de filmstu dio's had platgelopen, werd hem een kans geboden. Hy kon een rol hy wel een arbeidsvergunning in een film krygen, maar dan moest Na zo drie jaar op stap te zyn geweest, vestigde Rob zich in Am sterdam. KRANT bezitten. Eenmaal ln de Ne derlandse ambassade om de ver gunning te bemachtigen, werd hy vastgehouden: zyn ouders hadden al maanden eerder, toen hy maar niet terugkwam. Interpol inge schakeld. Weer niet by de film! ZINGEN FILM Rob Noordervliet, in 1937 ln Am sterdam geboren, doorliep in Bilt- hoven de h.bs.-A. Toen hy zeven tien jaar was (een jaar voordat hy het einddiploma behaalde) bracht hy de zomervakantie door in Parys. Na schier eindeloze be sprekingen en tests werd hem toen een filmrolletje aangeboden. Hoe wel hy graag wilde, kon hy het aanbod niet aanvaarden hy ging naar huis om zijn schoolopleiding af te maken. Na enkele maanden by zyn ou ders in Bilthoven te hebben ge woond (hij nam in die tyd toneel lessen) wist Rob hen ervan te over tuigen dat zy hem zyn gang maar moesten laten gaan. Weer ging hij naar Parys, maar een rol in een film zat er deze keer heianaal niet in. „Uit armoede" begon hy te zin gen en hy oogstte er nog succes mee ook. De by val was zelfs zo groot, dat hy besloot een „tour de chant" te maken. Zo trok Rob Noordervliet (die vanaf dit tydstip zyn moeders meisjesnaam Touber aannam) door veel Europese lan den. Dat was ook de tyd dat hy grammofoonplaten begon te ma ken. Tydens zyn tour de chant schreef Touber artikelen over lich te muziek in de landen, waar hy optrad. „Zo kwam het dat ik, na dat ik weer vyf maanden in Ne derland was, werd benaderd door het Algemeen Handelsblad om te levisiekritieken te schryven". Dat was in de beginperiode van „Zo is het" (,,ik vond dat een geweldig goed programma"). Van dit dagblad verdween hy ongeveer een jaar later naar het weekblad Televizier, waar hy weer over populaire muziek kon schry- ven. Toen werd hy ook in de ge legenheid gesteld de hele wereld af te reizen, „en nu hoefde ik mijn vrye tijd niet alleen maar in ho telkamers door te brengen". Van Televizier verhuisde Rob Touber al spoedig naar de VPRO. „Niet om dat het andere werk my niet aan stond, maar tel visie- programma's maken leek my nog fyner. Het eni ge dat ik nu wel erg mis, is het reizen". Als Touber nu naar het buitenland gaat, is het om bespre kingen te voeren; binnen de kortst mogeiyke tyd moet hy weer terug zyn om een programma in elkaar te zetten. Hij laat zich dan ook ontvallen dat. wanneer hy de VPRO zal verlaten, heel graag zyn baan by het weekblad terug zou willen hebben. nïeken van Wim lbo („met wie Ik heel fyn heb samengewerkt"), die zelf de produktie van de program ma's voor zyn rekening nam. Jaap van de Merwe (wiens lied je over Vietnam niet ln Mies-en- scène mocht worden gezongen, Touber nam het later in een pro gramma mee) en Guus Vleugel noemt hy onmiddellyk als zyn fa voriete tekstschryvers. „Maar", voegt hy er aan toe, let eena goed op lennaert Nygh. Wat die jongen in een korte tyd heeft ge- rpesteerd is geweldig, gewoonweg verby&terend". Nygh schreef alle teksten voor de recente langspeel plaat van Boudewyn de Groot „Voor de overlevenden" en ook worden zyn teksten gezongen door Conny van den Bos en Adèle Bloe- mendaal. TELEVISIE AMUSEMENT Nadat Touber een regie-cursus van drie maanden had gevolgd, maakte hy zyn eerste program ma. Dat werd 20 augustus van het vorig jaar uitgezonden. „De kri tieken waren afbrekend, ook ik was er niet erg gelukkig mee, maar jaeen eersteling". Als regisseur van de afdeling amusement verzorgde hy in het seizoen 1965-'66 alle cabaretkro- „De Tros", zegt Rob Touber, „is voor my een komische steothaspe- larij, die waarschijniyk zeer snel over de kop zal gaan. Voor de rest staat de t.v. in Nederland op een goed peil. Gezien de middelen en het geld dat wij er aan kunnen besteden, komt Nederland er in vergelijking tot Amerika. West- Duitsland en al die andere lan den, waar zo over de televisie wordt geroemd, niet slecht af. Wel is het jammer dat er zo vaak overbodig censuur wordt uitgeoefend". Eerste kerstdag zal een program ma van Rob Touber zyn te zien, waaraan Conny van den Bos, Bou dewyn de Groot, de Damrak kertjes, Lill Lindfors (een Zweed se zangeres) en Ton van Duinho ven zullen meewerken. Op oude jaarsdag zal een bloemlezing uit de beste VPRO-programma's van het afgelopen jaar worden ver toond. Alle beelden die dan zyn te zien, kwamen onder regie van Rob Touber tot stand. Wel een bewys dat hy zich nu, na een goed jaar by de televisie, tot de bekendste t.v.-regisseurs van Nederland mag rekenen. S. Sltniakowsky. Utrecht ls de geboorteplaats van complete radiofabrleken. Van Philips-radiofabrieken. In vele delen van de wereld zijn ze al te vinden. In Kongo en Nigerië; in Ghana, maar ook ln India; in Ethiopië, maar ook in Pakistan; en zelfs op het wes telijk halfrond, in Uruguay en Costa Rica. Ze *yn ontstaan op de beneden verdieping van een flatgebouw aan de Koningsweg en al kon bU de ver zending soms de hele apparatuur verpakt worden in weinig meer dan één grote kist, xe leveren ln de ont wikkelingslanden volwaardige, mo derne apparaten. Vervaardigd door plaatseiyke arbeidskrachten en niet minder van kwaliteit dan de appa raten die regelrecht uit „Eindhoven" komen, of uit welke andere hoogge specialiseerde westerse fabriek dan ook. Al komt aan de vervaardiging van onderdelen eerder byv een strijkbout te pas dan een oven die werkt met hoge druk en hoge tem peratuur. Uitgangspunt voor de heer J. van den Brink en zyn kleine groep me dewerkers is: eenvoudig doen. Doen dus, met de nadruk op: eenvoudig. Philips-Eindhoven weet al heel lang hoe gloeilampen, radio's, t.v.'s en alle mogeiyke andere apparaten zo efficiënt mogeiyk gemaakt kun nen worden. Het is allemaal mecha nisatie. automatisering, specialisatie en decentralisering wat de (Philips) klok slaat. Maar dat is allemaal mooi voor Europa en andere geïn dustrialiseerde gebieden. Wat heb je aan een computer om lonen te berekenen in een bedryfje in Afrika waar dertig, hooguit vyftig mannen werken? Een balpen is ef ficiënter. En wat heeft een gecom pliceerde dure produktiemachine die een bepaald onderdeel by tiendui zenden eruit stampt voor zin, als een hele jaarproduktie voorlopig in dui zenden gemeten wordt? Een paar meisjes uit de buurt die 'n eenvoudig hulpmiddel op de Juis te wyze hanteren, kunnen voldoende produceren om aan de voorlopige vraag te voldoen. Alleen: om dat eenvoudige hulpmiddel en om dat op de juiste wyze hanteren gaat het. begonnen de weg terug te zoeken. De weg van massaproduktie naar de kleine aantallen. Van verfynde pro- duktiemethoden naar „primitieve" produktiemethoden De heer J. van den Brink heeft dat zoeken vorm gegeven. Als Phi- lipstechnicus bouwde hy in het be gin van de jaren '50 een radiofa briekje op in Pakistan. Hy leerde er de problemen kennen van het wer ken in een ontwikkelingsland waar de douane in alle gemoedsrust in volle zon een doos fotopapier openmaakt om te kyken, wat er in zit en hy breidde die kennis uit met ervaringen in andere ontwikke lingslanden. o.a. in Afrika en Zuid- Amerika. Terug in Nederland kon hy zyn directie in Eindhoven precies vertel len, wat er komt kyken om in een tropisch gebied onder primitieve omstandigheden en met vrijwel geen vakmensen by of achter de hand een fabriek op te zetten. duktie gunstig of ongunstig beïn vloeden. In geïndustrialiseerde landen po sitief: zeer grote series per jaar; het technisch kunnen is groot; de oplei- dingsmogeiykheden zyn groot; poli tieke stabiliteit goed; kapitaal ge makkelijk verkrygbaar en op lange ter myn; koopkracht: toenemend. Enige negatieve factoren: werk krachten te kort. In de- ontwikke lingslanden ligt het allemaal precies Beelje afstand Ga je gang, zei Eindhoven. Maak waar wat Je ons vertelt. En de heer G. van den Brink, gloednieuwe leider van een gloed nieuw Fabricage Proefcentrum, be gon. Niet te ver van Eindhoven, vanwege de (westerse) communica- tiezucht, maar toch vooral ook niet te dicht er by, want er is letterlijk en figuuriyk afstand nemen voor nodig om de problematiek van een te „vertalen" voor een land waar modern, super-gespecialiseerd be drijf te „vertelen" voor een land waar heilige koeien het wegbeeld beheersen in plaats van blikken do zen op wielen. maar met als belangrijkste fac menselyke arbeid. Dat laatste 1» alleen een Philipsbelang (de e methode om by afwezigheid vernuftig gevonden apparatuur een redelyke produktie te kcc het is ook het directe belauf het ontwikkelingsland zelf: gelegenheid, en dus 'n bij draf de aanloop van wat op den tot industriële ontwikkeling uitgroeien. Kort gezegd draait Philips F cage Proefcentdum dus de ontsr ling om en zoekt de weg terug het eenvoudige kleine bedrijf, i in ingewikkelde technische pi men zyn teruggebracht toteei dig handwerk, waarin specaliJ zyn samengevoegd tot een red taak voor één weinig gisch werknemer en dat dan ;och met een goed produkt en red bedryfsuitkomsten te oors komt. Paar nen Plus en min Primitief vyf Jaar heeft de heer Van den Brink er nu aan gewerkt en zyn maagklachten van de eerste tyd is hy byna vergeten. Maar alle moei- ïykheden nog lang niet. Zoals alles is 't natuuriyk in principe vry een voudig. In een paar minuten heeft de heer Van den Brink de zaak schematisch op papier staan. Uit dat schema valt te lezen welke factoren ln welke landen de pro- G. van den Brink andersom: kleine jaaromzet: tech nisch kunnen klein; opleidingsmo- gelykheden klein; politieke stabilli- teit niet geweldig; financiële midde len: moeiiyk en alleen voor korte perioden verkrygbaar; koopkracht laag en nagenoeg stabiel. Enige positieve factor: veel ar beidskrachten beschikbaar. Arbeid Voor de ontwikkelingslanden heeft Philips dus fabrieken nodig zonder veel mechanisatie en specialisatie, zonder papierwinkel en verfyningen, In Utrecht heeft Philip de I lopen Jaren geleerd dat— en het mogeiyk is radioappa! t.v.'s te maken, niet a.n lop banden waar één man schi aan draait, maar aan farikai fels waar elke man of vouw derden onderdelen overziciteHj zich heen gegroepeerd heft s zodat een heel toestel wodt bouwd door een paar mensn. Er zyn instructie- en lesbidei mengesteld met uitsluitendDla zodat in elk land duidelyk;en kan worden wat er preciesdie gebeuren by de montage, erer den voortdurend mensen uilde wikkelingslanden opgeleid d; s thuis leiding geven aan hun al Een Philips-fabriek. mat „vertaald" voor een land wwl leven nu eenmaal anders islat het land en het werelddeel H> moederfabriek. En dat dat dan een Philips# ls, is voor de leiding van he® cern toch wel heel belangrijk ontwikkelingslanden kunnen l economische expansie gaan W* En op nieuwe markten is hetijj. van het begin af vaste voet trf c ben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 10