fcWe proberen
[e iets meer mens
maken"
Een stekelige wereld
5
WERKPLAATS
CONTACT
LANGZAAM
MACHINAAL
In de
ivereld der
schele
engeltjes
terdag 10 december 1966
T.
i»
-mi
Individuen'*.
Dat Ideaal staat ook de direc
teur van de werkplaats voor ogen,
de heer C. van Erp. Een oud-on
derwijzer, die door een ziekte in dit
werk is gekomen. Op bed leerde hy
aan handenarbeid doen, was daar
na verbonden aan een blo-school
en vervolgens de „motor" van de
aanvankelijke school-werkplaats,
die later zelfstandig werd onder de
naam „Stichting Streekwerkplaats
voor geestelijk gehandicapten Sint-
Augustinus". Temidden van drukke
besprekingen, die hij met aanne
mer en architect voert over de
nieuwe behuizing van zijn werk
plaats, welke gestalte krijgt in een
fraaie werkhal vindt hij even tijd
om ons een en ander te vertellen
Enthousiast verhalend over de uit
breidingen van de werkmogelykhe-
den rijdt hij ons in zijn auto naa
de oude werkplaats, die er aan d
buitenkant uitziet als een loods e
binnen veel wegheeft van een fa
briek uit de vorige eeuw. Daar zeg
hij: „Al moest ik het werk Ui
Groningen halen, ik deed het".
De jongens worden na alle klas
sen van de intemaatsschool U
hebben doorlopen gesplitst in twet
groepen de A en B groep. Deze se
lectie geschiedt naar de aard var
de gestoordheid. De A-groep zit bo
ven, de B-groep beneden. De eerste
groep levert éénderde van de pro-
duktie, die gewoonlijk in de vrije
maatschappij wordt bereikt. De
heer Van Erp verwacht een grotere
produktie, wanneer er meer machi
nes komen.
Beseffen deze mensen geestelijk
minder te zijn?
Van Erp: „Dat is heel moeilijk
te bepalen. Ze weten dat de man
in de gele jas de baas is (de werk
meester). Maar het zijn mensen,
die op het moment leven Ik zal u
een voorbeeld geven. Een van de
Zie verder
LD Extra 2
Andries Bulthuis tussen
.ijn cactussen.
•pjsngs de Heyenseweg bij Gennep ligt de „Sint Augustinus-
thting." Een internaat voor zwakzinnige jongens en man-
Een kunstmatig gecreëerd „thuis" voor de buitenbeentjes
fjde samenleving, omdat hun levensbasis te smal is. Een
^delend echtpaar, dat een groepje van deze jongens ziet
"^steken: „Ach, kijk eens wat zielig!"
(N,
tiolecteur-psycholoog drs. J. A.
ïe|: )rDe meesten zijn hier heel
■s üdg. Ze komen uit gezinnen,
lai
la er zijn bijna geen heimwee-
e^en. Ze vinden het, zoals ieder
leuk wanneer vader, moeder
T<m op bezoek komt en ze een
^ritje gaan maken, of een pre-
ijjjp krijgen. We vragen wel eens
>a»n hier uit de buurt zich spe-
as met één van de kinderen te
e"«ien, door ze eens op te zoe-
icof ze wat te geven. Want ze
ioitn w©l dat kleinkinderlijke in
van: waarom komt er voor
^iemand? En waarom krijg ik
heide". Men Is bezig de capaciteit
van het internaat te vergroten. En
kele paviljoens zijn al klaar. De
deuren hebben geen klinken en er
zijn geen drempels. Op één van de
grote zonnige kamers kamt een
groepsleider de haren van één van
de jongens. Het is tussen de mid
dag De maaltijd wordt in de dag
verblijven gebruikt. De jongens
zijn naar de internaatschool ge
weest die ook op het terrein is ge
vestigd en een aangepast leerpro
gramma heeft. Ze zijn luidruchtig.
Aan de muur een afbeelding van
de „Flinstones". Onopvallend zijn
de speciale voorzieningen, nodig
voor een effectieve verzorging, in
de bouw van de paviljoens ver
werkt. „We moeten zover komen,
dat die voorzieningen niet meer
nodig zijn, dat er een klink op de
deur kan komen en een drempel
bij de deur", zegt drs. Strijk.
Drs. Strjjk: „Van het begin af
aan heeft het bestuur scherp voor
ogen gehouden dat de „Augustinus-
stichting" niet mocht uitgroeien
tot een opbergingsinstituut van
door de maatschappij afgeschreven
Buiten in een soort speeltuin spe
len jongens van andere groepen.
Van vèr af lijken ze normaal,
maar wanneer je er tussen loopt
bemerk je dat ze anders zijn. Ze
zijn hangerig. Ze houden je hand
vast en willen wat tegen je zeg
gen. Soms onverstaanbaar, soms
helder. Ze hangen tegen paaltjes,
of zitten roerloos op een bank te
kijken naar de anderen. In een
hoek van de speeltuin speelt een
debiele jonge een vals melodietje.
Opvallend is dat tophits van Ra
dio-Veronica woordelijk worden
meegezongen of gefloten.
J<fs. S'ijk: „We proberen ze niet
V! te laken voor een terugkeer
^ne laatschappij. Dat wil niet
icgendat er niets gebeurt. We
jBnie te leren leven met hun
ejn cwaliteiten. De vorderingen
„b angzaam, uiterst langzaam,
^■als je een jongen, die toen
ir#er kwam niets kon, na drie
fhebt geleerd zichzelf aan te
Jn of te wassen, of zonder hulp
;0jmnen eten, dan heb je toch
«bereikt, nietwaar?" En drs.
k vervolgt: „We proberen ze
%ieer mens te maken".
jÉ worden rondgeleid over het
dn van de stichting, het voor
as tbc-sanatorium „Zonlicht-
Wanneer je weggaat zeggen ze
gedag. By het hek dat steeds afge
sloten is, zegt een klein jochie:
„Fotograaf, dat is zeker wel een
duur toestel?" Het doet wonderlijk
aan in deze omgeving.
Een groot hul» aan de pro
vinciale weg in Cothen. Dah
lia'» in de tuin, van teer roze
tot inten» paars, een eenvou
dig bord met het woord ..eao-
tussen", dat is het domein, het
levenswerk van kweker An-
dries Nanning Bulthuis, 91
jaar oud. Een man voor wis
een cactus niet een groene bol
of zuil mat nare stekels is,
maar een eeuwig boeiend my
sterie van schoonheid.
d „Oei, eenfotograaf'
■n:
ldi> Stichting bestond 1 novem-
negen jaar. n 1957 namen drie
I aanstaande burgers van het
StMlimburgseGennep het initia-
II om op k-tholieke grondslag
£iens vanaf zes jaar te gaan
Kregen en t verzorgen, die we-
rij hun zwakzinnigheid inter-
te-opvoedig nodig hebben. Te-
roïnd voor e nood in de zwak-
cjigenzorg s. datin die negen
tyd het nternaat voor zestien
stfens kon uitgroeien tot een in-
niut, waa- 227 jongens een aan-
ntete opoeding en verzorging
fen. En «e kunnen er hun hele
blij va.
De heer Van Erp vertelt lets van
de werkmeesters. „Ze moeten niet
alleen technisch uitmundend zijn,
maar ook met de jongens om kun
nen gaan. Er is animo genoeg. De
laatste keer dat we adverteerden
leverde het 26 sollicitanten op. Eén
van myn stereotiepe vragen is al
tijd of ze in de jeugdbeweging
hebben gezeten als leider of iets
dergelijks, omdat ik dat belangrijk
vind. Kijk eens, je hebt er ook wel
eens sollicitanten by, die zelf aan
de werkbank staan en denken als
ik bij Sint-Augustinus ga werken,
hoef ik alleen maar met mijn han
den op mijn rug te lopen. Dat is
het echt niet. De werkmeesters zijn
's avonds vaak vermoeider dan ze
in de gewone maatschappij zouden
zijn".
In de werkplaats hebben ze in de
gaten gekregen dat er „bezoek is.
Het werktempo ligt laag. De men
sen lijken op machines, omdat de
bewegingen iets machinaals heb
ben. Ze lachen naar de directeur,
terwijl ze simpel montagewerk ver
richten. Steeds dezelfde beweging,
zoals het geleerd is. Een moertje
op een boutje, een moertje op een
boutje, een shaggie draaien, aan
steken, een rookwolk, en weer een
moertje op een boutje, uur ln uur
uit, dag in dag uit.
Met de A-categorie is een ge
brekkig contact mogelijk tussen de
werkmeesters en de arbeiders. Er
is er één bü van wie de directeur
zegt: „Die levert een even grote
produktie als iemand in de gewone
maatschappij".
Beneden bij d« B-categorie zegt
Van Erp: „Soms is er niets mee te
beginnen. Dan heb je niet het min
ste contact". We staan naast een
jongen van ongeveer zeventien
jaar. Hij werkt niet. Hy speelt met
een toL Hij merkt helemaal niet
dat er iemand naast hem staat. Hij
stopt met spelen en gaat voor zich
uit zitten kijken. „Je kunt van al
les tegen hem zeggen. Hij reageert
niet eens. En een andere keer ont
wikkelt hij een werktempo dat ge
woon niet by te houden te", zegt
Van Erp. De leek verbaast «ich in
deze omgeving. Directeur Van Erp
is in de loop der jaren wel ergens
aan gewend geraakt. We vragen of
hy een idealist is? „Nee, dat is een
groot woord. Op de eerste plaat»
werk Ik voor het salaris, maar Ut
doet het werk graag".
FLIPPER
Als wfl afscheid nemen van dra.
Strijk komen we langs de speel
tuin. Aan het hek staat hoofd
leider, M. A. J. Rovers, die de su
pervisie heeft over 60 leiders en
leidsters en assistenten. Hy praat
met de kinderen. „Dat meneer Ro
vers, hoe gaat het?" „Met my goed.
met jullie?" „Gaan we morgen op
reis. Rovers?" „Ja morgen gaan wa
op reis. Maar waar gaan we naa»
toe?" „Naar Flipper kyken!"
De heer Rovers tot ons: „Ze kun
nen heel aanhankelijk zijn en heed
lief". Dan gaan we de poort door,
die het terrein scheidt van de
openbare weg. Weg van de „min
deren" onder ons. De stichting, die
negen jaar geleden in het leven
werd geroepen, behoedt de bewo
ners van het Sin t - A ugust-in u» - in
ternaat ervoor „verschoppelingen
der maatschappij" te worden. Ze
wonen en leven in hun eigen maat
schappij, de maatschappij der
„schele engeltje»".
TON SCHUURMAN»
wacht, de order één maand eerder
klaar moet zyn. Ik heb toen tegen
de werkmeesters gezegd, zodat de
jongens het goed konden horen:
„Nou, dat is ook wat. Ik hoor net
van de fabriek dat alles één maand
eerder klaar moet zyn. Dat kunnen
we nooit halen, dat ligt buiten hun
bereik". Nog geen tien minuten la
ter komt één van de knpllen naar
me toe en zegt, dat het wel moge
lijk is. Nou wat ze er allemaal voor
gedaan hebben weet ik niet meer,
géén koffie- en theepauzes, eerder
beginnen en later uitscheiden en
zo meer, maar de order was op tijd
klaar. Nou en wat denk je dan?
Heb ik contact of heb ik het niet?'
Jongens hier goott uit baldadigheid
een ruit in. Dat zal hy zelf moeten
betalen van het geld dat hy ver
dient. Op het ogenblik dat ik hem
by het salaris uitbetalen zeg dat
hy minder krijgt, geloof ik dat hij
het beseft. Maar de volgende mor
gen is hy dat vergeten. Het heb
ben van contact is lastig te bepalen
héél lastig en soms sta je versteld
hoevéél contact je met ze hebt".
„Nog een voorbeeld. Ik had hier
een order die in drie maanden tyd
uitgevoerd moest worden. Ik kryg
een telefoontje van de opdrachtge
ver, dat in verband met een uit
voervergunning die eerder afloopt
dan de opdrachtgever had ver