„de zilveren hamer" 11 Cadeautje inpakken? tesa plakband gebruiken! Goed materiaal is het halve werk! •T PLAKBAND DAT KLÉÉFT! hlNSDAG 8 NOVEMBER 1966 LEIDSCH DAGBLAD dagelijks vervolgverhaal Uit het noors vertaald door S. T. v. d. Nolle- Oomkens door Vera Hendriksen - !»phyr 6 te Flensburg Zevenbergen 6 v Almerli n Llverpot lonnekork 4 v Amj!. n Kaepsfad tu. p 5 Londonderry n Wlsmar Tankvaarf \bld» 5 op 90 m NO Natal Vcila 6 v Wellington te Curafa \cmaea 6 v Llmhamn n Retterdar Vctoon 5 v Suer te Retterdsm Ameland 5 op 280 m NW Kaapstad rokershoest blafhoest? theelepeltje Nattermann hoestsiroop zie-zo! verkrijgbaar bij uw apotheek en drogist. Olve liet het oogluikend toe, al had de priester enigszins bitter ge waarschuwd, dat hij wel goed op yj n sacrament mocht passen in het Is van een afvallige! Anund had Ich echter niets van die opmerking igetrokken, integendeel, hij had lm geantwoord, dat hij veel heil rwachtte van Christus's aanwezig- in dit huis. Ondanks Tora's vreugde over haar icrgevonden geloof, was er toch ieds iets, dat haar bezwaarde en larmee ze zelfs in de biecht niet 0r de dag had durven komen, na- .jjjk, dat ze volstrekt niet zo hulp- hoevend was, als ze deed voorko- in, Als ze daaraan dacht, sloeg angst haar om het hart. Want ze 5t heel goed, dat de priester geen iade kende, wanneer hij merkte, iemand met een vals gemoed het lg sacrament ontving. ro«h was het vooruitzicht dat de nsen zeker schande van haar zou- spreken als ze het te weten kwa- i dat ze hen al die jaren bedro- had, nog beklemmender. En ten tte bleef ze, zij het met angst en haar bekentenis steeds ult- [len. Totdat het verhaal van de lige Sunniva, die zich door een ledig godsvertrouwen had laten haar op zeker ogenblik de no- moed had gegeven. En toen het r was. stuurde ze een van haar naar de priester met het u wek bij haar te komen. Nu het pissende ogenblik was aangebro- was ze heel -kalm en kon ze alle jelijke gevolgen zonder vrees on- ogen zien. imn)e priester bleef lang bij haar, en hij eindelijk wegging, voelde a zich vervuld van een vrede, die nooit «erder had gekend, zoj fant* Anund, die hard en streng zijn, wanneer hij dit nodig acht- Éhad voor haar slechts woorden troost en genade gehad. Hij had haar gesproken over Gods on- ;e goedheid en Zijn geduld met ge mensen. Maar wel had hij d, dat ze nu moest proberen te lopen, al zou haar dat zwaar in. En ook dat ze Olve, die haar ze jaren geholpen hda, de waar moest vertellen en hem vergif- 1 Jp vragen. Anunds heengaan zat ze er tijd over te denken, hoe ze het Mie moest vertellen. Daar zag ze het meest tegen op. Even over- ze of ze Sigrid niet zou ver- i er met Olve over te spre- Maar meteen verwierp ze die hte. De priester had immers ,loe is het ontstaan? Dit woord: BEDLEGERIG Bedlegerig noemt men rouw of man die verplicht is erairne tijd het bed te houden oor een langdurige ziekte, een i hronische kwaal. Men kaïn bij- Jportjeeld zeggen: Sinds zijn rouw bedlegerig is, doet hij be- l alve zijn gewone werk ook nog l >t huishouden. Maar men zal woord nimmer gebruiken, j III Is de vrouw een griepje heeft, t woord bedlegerig is een af- riding van het niet meer be- aande zelfstandige naamwoord t in iedlegerhet te bed liggen, laar ook: het ziekbed. Het is mengesteld uit bed en leger; i aat laatste woord is natuurlijk fgeleid van de stam van het erkwoord liggen. Men spreekt c jRZnmers ook van het leger van !n haas voor: de ligplaats. ?eli RECHTER TIE EN HET ANDERE ZWAARD 17. „Ik ga niet zitten, want ik heb haast", zegt Tsjiao Tal. „Luis ter, Sjeng Pa, ik moet een inlichting van je hebben, en ivaag het niet om me smoesjes te verko-pen. Ken jij een vagebond die Hoe Ta-ma heet?" De leider van het bedelaarsgilde doet alsof hij inge spannen nadenkt, en zegt dan zwaarwichtig: „Nee, kennen doe ik hem niet". Maar Tsjiao Tai heeft de slimme glinstering in zijn oogjes gezien en roept ongeduldig„Misschien heb je hem nooit ontmoet, maar je hebt natuurlijk wel van hem gehoord. Vooruit, vertel op, vette schurk die je bent! Hij is een paar maal gezien bij de toneelvoorstellingen in de oude Taoistische tempel". „Laat me verschoond blijven van je grievende taal, meneer", zegt Sjeng Pa hooghartig. „Heb ik de tijd om op de hoogte te blijven van wat er allemaal gebeurt? Ga ik niet gebukt onder de vele plichten van een officieel gildemeester?" Zanik niet", zegt Tsjiao Tai scherp. „De enige last die je torst is je buik. Waar kan ik die Hoe vinden?" ,,Goed, goed", antwoordt de bedelaar vredelievend, „ik heb weieens gehoord dat een vent van die naam soms gezien wordt in een drankstalletje aan de oostelijke stadsmuur. Het vijfde van de poort, om precies te zijn. Ik kan natuurlijk niets garanderen, maar..." Tsjiao Tai heeft al genoeg gehoord. ,JSedankt en welterusten", zegt hij spottend, en verlaat haastig het kroegje. DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 666. Vreemder gevecht heb je nog nooit gezien. Als een kakker lak sprong Bram heen en weer, vreselijke vuistslagen plaatsend, die telkens hun doel rakelings misten. Doodrustig deden de Eier- mannen steeds een stapje naar links of een huppeltje naar rechts. Belangstellend keken zij toe, hoe Brammetje zich zo ontzaglijk uitputte, dat hij ten slotte nauwelijks nog zijn armen kon optillen. Karo, de scheepskat, had de baas graag geholpen. Maar een vin nige trap van een Eiermannetje had hem meteen buiten gevecht gesteld. Naast hem zeeg Bram ten slotte neer, de ogen dicht en de spieren verlamd. Hij kon niet meer... tegen deze wezens, die al zijn gedachten konden lezen, viel niet te vechten. „Mooi", zei de koning tevreden. Dat was dan dat. Erg grappig, dat moet ik zeggen. Maar nu moeten we weer aan de slag". Hij tuitte de snavel en floot schel. En nu naderde er iets, waarvan Bram erg zou hebben opgekeken, als hij niet door uitputting bewusteloos was geworden. usilipf» Nederlandse Zeesleepvaart PANDA EN DE MEESTER ETER 1-91. Op een goedé dag was Panda een verre wandeling gaan maken om te proberen of hij zijn geldzorgen kon vergeten. „Ik zou eigenlijk weer een baantje moeten hebben", mompelde hij In zichzelf, terwijl hij peinzend een paadje insloeg, dat naar een duister bos voerde. „Een eerlijk baantje met goede vooruitzichten en kans op promotie! Maar waar vind ik zoiets? En waar ben ik nu eigenlijk? Ik ben verdwaald! En er is niemand aan wie ik de weg kan vragen Bah, wat vervelend Maar het woud was niet zo verlaten als hij wel had gedacht. Want uit de duistere diepten klonk een vreemd geroep dat lang zaam wegstierf in het donkere struikgewas. Dat geluid werd veroorzaakt door een geheimzinnig vrouwtje, dat op een rotspunt stond, niet ver daar vandaan. „De runen hebben gesproken!" prevelde het oudje, een stafje naar de hemel heffend. „Er is een dwaler in het woud! Heil, als hij het pad van mijn zoon doorkruistDe elementen zullen hem leiden! N-I-M-B-U-S-H1" ook gezegd, dat ze dit zelf in órde moest maken. Toch duurde het nog verscheidene uren, voordat ze einde lijk haar moed bijeengegaard had en Olve verzocht hem onder vier ogen te kunnen spreken. Olve was verbaasd. Hij kon zich niet herinneren, dat zijn moeder ooit een dergelijk verzoek tot hem gericht had, en zijn nieuwsgierigheid was gewekt. Doch toen hij zag hoe ze nuwachtig ze was en hoe moeilijk haar het spreken viel, overviel hem de vrees, dat er iets ernstigs met haar aan de hand zou zijn en zijn nieuwsgierigheid maakte plaats voor bezorgdheid. Zelfs in tijden van verdriet en te genslag had hij zijn moeder altijd als een harde vrouw gekend, nu toonde ze zich hulpeloos en onzeker. Olve hervond een gebaar, dat hij sinds zijn kinderdagen niet meer ge maakt had: hij streelde haar ge laat en glinlachte haar bemoedigend toe. Tora strééd tegen haar tranen, maar ze wist zich te beheersen, al klonk haar stem niet erg vast. Ik heb jullie jarenlang voor de mal gehouden, sprak ze, myn be nen zyn niet verlamd. Olve staarde haar sprakeloos aan., Priester Anund vond, dat ik je de waarheid moest zeggen en om vergiffenis- vragen, voegde ze eraan toe. Toen het tot Olve doordrong, dat het zijn moeder ernst was en dat ze bij haar volle verstand was, wist hij een ogenblik niet wat te zeggen. Maar lieve moeder, bracht hij er ten slotte uit, hoe hebt u dat al die jaren verborgen kunnen hou den! Ik heb het niet helemaal ver borgen kunnen houden, zei Tore, die meer moed vatte, nu ze zag dat haar zoon niet boos was. Gudrun wist het, dat heb ik na haar dood gehoord. Ook vertel de ze, dat Sigrid bij toeval achter haar geheim gekomen was, en wat Anund had gezegd. Olve dacht na. Anund heeft gelijk, zei hij toen, u moet weer proberen te lopen. Maar niemand hoeft te weten dat u ons zo schandelijk voor de gek hebt gehouden. U hebt uw straf al ge noeg gehad; het moet vreselijk zijn geweest, al die jaren op een stoel te zitten. Zégt u maar tegen Anund, dat we hier met niemand over moe ten praten. Laat de mensen maar denken wat ze willen, als ze zien, dat u weer kunt lopen! Wie hij echter wel haar zwijg zaamheid kwalijk nam, was Sigrid. Daarom klonk zijn stem nogal koel toen hij er met haar over sprak. Ik wist niet, dat je geheimen voor me had. dat bevalt me niet. Wordt vervolgd In de eerste helft van dit jaar wer den in Nederland 2.389 onwettige ge- boorten geregistreerd, 1,94 procent van hetv totaal aantal geboorten in die periode. Dit betekent een stijging ten opzichte van 1965. toen in het gehele jaar 4511 ongehuwde vrouwen een kind kregen en het onwettig heidspercentage 1,84 was. Het percentage onwettige geboor ten bereikte een recordhoogte in 1945: 3,55 In 1950 was het weer ge daald tot' 1.49 en in 1955 tot 1.21. maar sindsdien bleef het geleidelijk stijgen: 1,35 in 1960, 1,60 in 1963 en 1,74 in 1964. Deze cijfers sbaan in het jaarvér- slag over 1965 van de Nederlandse federatie van instellingen voor de on gehuwde moeder en haar kind (FIOM). Opvallend is de relatief zeer sterke stijging van het aantal jonge onge huwde moeders. Terwijl het aantal ongehuwde meisjes van 13 tot en met 16 jaar tussen 1950 en 1965 met slechts 38 procent steeg, nam het aantal onwettige geboorten in deze categorie toe met 176 procent Voor meisjes van 13 tot en met 19 jaar zijn deze percentages respectievelijk 43 en 124. Het aandeel "an de on gehuwde meisjes tot en met 20 jaar in het totaal van de onwettige ge boorten is gestiegen van 30 procent in 1950 tot 37 orocent in 1960 en 41 procent in 1985. Ook dit jaar meer onwettige geboorten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 19