Baanbreker op het gebied van de kinderbescherming i Mulock Houwer Eredoctoraa t op 9 januari in Amsterdam H li GEWIEKST HONDERD DENEMARKEN STE GROTE FOUT DISCIPLINE KANS GEV* ZATERDAG 5 NOVEMBER 1960 LEIDSCH DAGBLAD Op 9 januari 1967 ontvangt Daniël Quirin Robert Mulock Houwer een ere doctoraat in de sociale wetenschappen van de universiteit van Amsterdam. De verdiensten van deze baanbreker op het gebied van de kinderbescherming worden daarmee op krachtige w^Jze onderstreept. Mulock Houwer een van de oprichter» en eerste directeur van het Nationaal Bureau voor Kinderbescherming in Den Haag is sinds 1957 secretaris-generaal van de International Union for Child Welfare Ztfn revolutionaire Ideeën over d* kinderbescherming vonden hun neer slag in ©en stroom publikaties, een cumu- latl* van 'uncties In binnen- en buiten landse organisaties en een onafgebroken reeks van lezingen en seminaria over de gehele wereld. Verder was hy organisator en voorzitter van vele congressen, confe renties en commissies. Op Schiphol vlak voor *Un vertrek naar Wenen voor de zoveelste bespreking spraken wij met Daniël Q. R. Mulock Houwer over *jjn passie: de kinderbescherming. i 5 ia Hot nfeuwi van zfTn ere doctoraat bereikte Mu lock Houwer ergens in de bush-bush van Nigeria. Op 19 «eptember viel in Amster dam de beslissing en pas op 3 oktober hoorde hij er van via een telegram. Een Neder landse socioloog in Nigeria feliciteerde hem kort daarop uitbundig. „Maar waarmee dan in vredesnaam?", vroeg Mulock Houwer. Pas toen drong het tot hem door. „Ja, zo'n eredoctoraat. Wat vind Je daar nu van? Het fyne vind ik eigenlijk dat het in Amsterdam gebeurt. In Amsterdam is voor my alles begonnen, in het observatie - huis voor jongens, waar ik eerst adjunct-directeur, later directeur werd. Dat was in 1932. Daar ont moette ik ook dr. Grewel, by wie ik nu promoveer. Hy was in die tyd als psychiater aan het obser vatiehuis verbonden. In die Am sterdamse tyd ontmoette ik al die mensen, waar ik zoveel van heb geleerd. Je had dr. Nico Muller, en Kohnstamm, en dr. Luber. O Ja, en dr. Meyers niet te vergeten, die is van enorme betekenis voor my geweest. Het waren myn leer meesters en soms ook myn tegen spelers tegen wie ik my moest af letten". maar de sfeer en de mensen op Sumatra konden hem alles behal ve bekoren. Al in 1926 keert hy te rug om zich met hart en ziel in het werk te storten, dat later zal uitgroeien tot zyn levensideaal: de de kinderbescherming en toevalli- gerwys begint hy zyn loopbaan in de inrichting, die hyzelf als pupil had bezocht, de instelling „Zand bergen". Na zyn Amsterdamse pe- periode, waarin hij de middelbare ak te pedagogiek behaalt, keert hy zelfs als directeur naar deze in richting terug. Voor Mulock Houwer is 1966 een belangrijk jaar. Het eredictoraat, zyn veertigjarig huweiyksfeest (met mevrouw G. G. Mulock Hou wer-Post, oud-directrice van de opvoeding® - instelling „Zand bergen" in Amersfoort, waar zy in de oorlogsjaren haar man verving, en zyn veertigjarig Jubileum in de kinderbescherming. Het laatste Ju bileum zal overigens onopgemerkt voorbygaan. Het ligt niet in zyn aard om ophef te maken over der- geiyke zaken. In 1926 kwam Mulock Houwer „in het werk" zoals dat heet. „Toen was kinderbescherming nou ja, wat was dat? Het was so ciaal eigeniyk niet aanvaard", zegt hy nu. Het werd een merkwaardige car rière. De in 1903 in Antwerpen ge boren Mulock Houwer verloor al vroeg zyn ouders en kwam terecht in de Amersfoortse opvoedingsin stelling „Zandbergen". In Sneek, waar hy als volontair in een zui velfabriek werkte, doorliep hy de hbs, waarna hy de Middelbare Ko loniale Landbouwschool in Deven ter bezocht. In 1925 vertrekt hy als assistent by de Deli Maat- achappy naar Nederlands Indië, „Myn opleiding in het werk ia byzonder veelomvattend en vaak byzonder moeiiyk geweest. Je doorloopt de kinderbescherming in alle facetten en op alle niveaus en daardoor ben je op een gegeven ogenblik natuuriyk wel een ge wiekste kerel op dat gebied". Dat „gewiekste-kerel-zyn" heeft voor Mulock Houwer geresulteerd in een opeenhoping van taken en functies in de nationale en na de oorlog vooral in de interna tionale kinderbeschermingsorga- saties. Een opsomming daarvan is ondoeniyk: de functies, toespra ken, publikaties en activiteiten van Mulock Houwer worden in een door zyn organisatie verstrekt sten cil opgesomd ter lengte van drie getikte vellen. Markante pun ten uit zyn carrière: 1946 offi cier-fiscaal voor jeugdige politie ke delinquenten by het Byzonder Gerechtshof in Amsterdam; 1947 oprichter en eerste direc teur van het Nationaal Bureau voor Kinderbescherming; 1949 (na een studiereis door Amerika) opnieuw directeur van „Zandber gen"; 1953 adviseur voor de kin derbescherming in de Nederlandse Antillen. De jaren 1942-1945 bracht Mulock Houwer door in con centratiekampen, eerst in Struthof -Natzweiler (Frankrijk) en later in Dachau. Na de oorlog namen de internationale activiteiten een gro te vlucht, hetgeen leidde tot zyn functie van secretaris-generaal van de Internationaal Union for Child Welfare met als zetel Genè- ve. zyn taak brengt met zich mee dat hy een belangryke gedeelte van zijn tyd doorbrengt in het vliegtuig, reizend van de ene uit hoek van de aarde naar de ande re. Er is vrywel geen land ter we reld, dat niet door Mulock Houwer is bezocht. op het gezin dan op het kind zelf. Wat heeft het voor zin een kind te helpen als er thuis niets wordt gedaan? Het preventieve werk bin nen de organisaties heeft op het ogenblik naar verhouding te wei nig aandacht. We komen nog niet aan de bron, aan de oorzaak: waarom wordt een kind delin quent? „Mulock Houwer formu leert bedachtzaam. „Je zou het kunnen vergeiyken met steden bouw. Daar moet worden gezorgd TOor opvangmogeiykheden voor het kind, voor kleuterscholen, voor speelplaatsen. Je kunt geen stad bouwen zonder dergeiyke voorzie ningen. Evenmin kan een kind op groeien binnen verhoudingen, die niet berekend zyn op het opvangen van het kind. We krijgen dan de „hard-core cases", de kinderen die zich niet aansluiten, die buiten hun samenleving biyven staan. Het grote probleem, waarmee wy ons op het ogenblik bezig houden, is het zoeken naar een functionele verhouding tussen de preventie van Jeugddelinquentie en de zorg voor het kind, dat om welke reden dan ook niet in het gezin kan blyven". By de International Union for Child Welfare zyn honderd organi saties op het gebied van de kinder bescherming in vyftig landen aan gesloten. zy verwachten van hun internationale overkoepelende or ganisatie een oordeel over hun werk, dat zich uitstrekt over vele terreinen, zoals gezinsverpleging, de inrichtingen, nazorg, zy willen adviezen en hulp by technische kwesties of by meer theoretische als b.v. de opnamepolitiek van de inrichtingen. „Wy moeten in de kinderbescher ming veel meer de nadruk leggen „Vroeger waren de ouders het voornaamste milieu van een kind en het kind kon gemakkelijker dan nu een functie krijgen binnen dat milieu. Nu zijn er naast de ouders de school, de straat, de vereniging, de radio, de televisie, die allemaal hun Invloed op het kind uitoefe nen". Naar de mening van Mulock Houwer biedt de moderne samen leving het kind minder de gelegen heid zioh een eigen plaats in zijn omgeving te verwerven en er be staan aanwijzingen dat in het ver breken van dat contact tussen bind en omgeving een mogelijke oor zaak van stijgende jeugddelinquen tie ligt. „In de communistische landen ia er een veel betere verhouding tus sen jeugd en maatschappy, omdat het systeem als geheel meer aan dacht aan de jeugd besteedt. In de democratische landen is daar eigeniyk veel minder voor gezorgd. Kyk naar de film, naar de litera tuur by voorbeeld. Die zitten boor devol seks en het is geen wonder dat een kind zich daarvan afkeert. Dat is niets voor de jeugd". Noemt Jan Cremer, niet vol afgryzen, maar als voorbeeld van verschyn- selen in een maatschappy die geen aandacht meer schenkt aan het kind. belangen nastreven en de zorg voor het kind vermindert daarmee. De aandacht is gericht op de nieuwe auto, de televisie. Daarby worden de woningen kleiner en wordt in de stadsplanning onvol doende aandacht aan de jeugd be steedt. De uitingsvrijheid wordt veel groter natuuriyk een groot voordeel maar er kleeft een zwak punt aan: de discipline bin nen het gezin vermindert". „Begrijp me goed, ik doel niet op Pruisische discipline, meer op ouderiyk gezag. De gezinsband wordt losser. Daarmee vermindert de mogelykheid van het kind om zich tegen de oudera af te zetten in zyn ontwikkeling of om zich te Identificeren met zyn ouders. Het gaat zoeken naar een ander ideaal". De jeugdmisdadigheid in Zweden en Engeland twee landen, die wat verder op weg zyn naar een minder traditionele maatschappy dan bv. Nederland is erg hoog. Naar de mening van Mulock Hou wer is het preventieve werk in de gezinnen daar onvoldoende. Hy wyst er dan op, dat in Rusland, Spanje en Portugal drie landen met volkomen verschillende ideo logieën en maatschappy vormen een betrekkelyk lage jeugdde linquentie voorkomt. „Nu kun Je wel zeggen, dat in cyfers uit die landen niet be trouwbaar zyn. Maar vast staat in elk geval, dat in deze landen ten aanzien van het kind sprake is van een veel omvattender aanpak. Het kind heeft er een eigen plaats, een eigen functie, binnen gezin, familie en buurt. In Spanje en Portugal komt dat op rekening van de meer traditionele verhoudingen bin nen de samenleving, in Rusland is het collectiviteitsprincipe er de oorzaak van. Er is in alle drie ge vallen sprake van een soort „ver- borgen discipline", zo zegt Mulock Houwer, die aanneemt dat deze „discipline" een groter wederzyds begrip en een groter respect van kinderen voor de ouders met zich meebrengt. Als dat er niet meer is, zoekt de jeugd een ander ideaal, een ander object om zich mee te identificeren of om te respecteren. Een oplossing voor deze proble men is vanzelfsprekend niet zon der meer te geven. Wel beschikt de internationale organisatie voor de kinderbescherming over gege vens die in bepaalde richting wy- zen. Zo heeft bijvoorbeeld Dene marken een betrekkelyk la ge jeugddeünquentie. Als een van de voornaamste factoren, die daar by een rol spelen, noemt Mulock Houwer de veel overzichtelijker jeugd wetgeving in dat land. In Nederland ressorteert „jeugd" onder vele met fraaie namen ge sierde ministeries, terwyi er in De nemarken één instantie is, die zich met alle zaken, welke de jeugd aangaan bezighoudt. Er wordt ge tracht de gemeenschap by de jeugdproblematiek te betrekken, waarmee een forse bydrage wordt geleverd in de vergroting van de aandacht voor de jeugd, één van de kernpunten. Zo heeft daar el ke gemeente haar jeugdgroep, die zich op gemeentelijk niveau bezig houdt met de vraag: wat kunnen wy voor onze jeugd doen? „Nederland was eens een uniek voorbeeld in Europa van samen werking tussen particulier initia tief en regering, maar nu wordt het hoe langer hoe moeilijker pri vé-organisatie» of instellingen te activiteren tot belangstelling voor het kind en de problemen van de jeugddelinquentie. Ik vind ook dat de massa-media er te weinig aan dacht aan besteden. Juist pers, ra dio en televisie hebben een unieke kans om het publiek op te voeden tot meer aandacht voor haar eigen jeugd". „Nederland heeft misschien wel de meeste en de beste jeugdpsy- chiaters van Europa. Maar met specialisten alleen kun je de boel niet redden. Ik geloof verder, dat we nog teveel Amerikaanse metho dieken gebruiken. De Amerikaan se samenleving is van een heel an dere structuur". Met sociologische factoren wordt naar de mening van Mulock Hou wer nog te weinig rekening gehou den in het werk van de kinder bescherming. Dat die een zeer be langryke rol spelen in de behan deling van het hele probleem, vloeit voort uit zyn opvatting dat preventie van jeugddelinquentie voor een groot deel moet worden gezien als hulp aan het gezin waar in de gevallen voorkomen of kun nen gaan voorkomen. Er is op het ogenblik dringend behoefte aan veel, heel veel wetenschappe- lyk onderzoek. Er is op het ogen blik wel sprake van enkele onder zoeken, maar die zyn meestal van beperkte omvang, terwyl een „follow-up" doorgaans ontbreekt. En juist die follow-up, het volgen van de gevallen in de maatschap py, acht Mulock Houwer van we- zeniyk belang. „Als we nameiyk uit kunnen vis sen, waarop een bepaalde behan deling by kind A 20% succes heeft en by kind B 30%, zyn we na tuurlijk een stuk verder. En het moét". Mulock Houwer, bezield spre kend: „Echt, 't moét. Je kunt niet volstaan met: och, die arme kin dertjes, die zullen we eens gaan helpen. Wat we nodig hebben, ls wetenschappelyk onderzoek, veel praktische research". biyft weer achter. Als wy een lossing zoeken voor de problei 0 van zo'n land, dan moeten we i gaan van de vraag: hoe verwea. lyken wy de simpele dromen I' dat volk?". „In de welvarende landen is er een tendens om meer geld te gaan verdienen. Niet omdat het nodig is, maar om zich meer faciliteiten te verwerven. De ciders gaan eigen Door de wydvertakte organisa tie van de International Union for Child Welfare heeft Mulock Hou wer veel te maken met het werk in de ontwikkelingslanden. Ook daar doet zich misschien nog wel in grotere mate de noodzaak voor de functie van het kind in gezin en maatschappy niet op te offeren aan de ontwikkelings programma's van zo'n land. „De westerse landen hebben de grote fout begaan de ontwikkelingslan den te benaderen met westers pro gramma's. In ons vak gaan we heel anders te werk. Wy gaan via on ze aangesloten organisatie in het betreffende land nauwkeurig na, hoe de situatie er is, economisch, op onderwysgebied, de jeugdorga nisaties en dergeiyke. We ontmoe ten daar dan ook vaak de merk waardigste dingen. Een ontwik kelingsland bevindt zich vaak in de Revolutie van de Stygende Ver wachtingen. Er is een grote hon ger naar onderwys, naar kennis en naar wetenschap. Maar on danks die positieve instelling val len veel kinderen af, vaak al in een betrekkelyk vroeg stadium. Er is een wisselwerking: tekort aan onderwyzers (kwalitatief en kwan titatief, teleurgestelde ouders Neem Columbia". Mulock Houwer strooit kwistig met voorbeelden en cyfermateriaal. „Daar haalt 8% van de kinderen de laatste klas van de lagere school. Han denarbeid zyn zy gaan beschou wen als minderwaardig en ieder een zoekt bureaubaantjes. Gevolg: de leerlingen die de landbouw scholen hebben bezocht, kiezen on danks die opleiding meestal kan toorbanen. Gevolg: de landbouw Een voorbeeld van conc steun van de International O: nisation for Child Welfare Is g project in Turkye, waar door ni ternationale samenwerking t nen de organisatie een opleic voor kleuterleidsters werd op '9 richt. Dat was daar dringend no zakeiyk in het licht van de vattingen over preventie en sterk stygende geboortecyfers Turkye. In samenwerking UNESCO en UNICEF „we «2 heel veel samen" wordt om zoek gedaan in Polen en Jo< Slavië. Een van de belangijjl taken van de secretaris-gene IC van de organisatie is ook het 0 ei bineren van de resultaten en zien van de verbanden en n lykheden in de verschillende den. Wat in het ene land uifl >e op een falikante mislukking, voor het andere land een 1 vaardbare oplossing zyn. Over*0 verlenen van concrete steun: heeft alleen zin als de bevoll n er ook na het uitblyven van steun nog iets aan heeft. Vei moet de steun vergezeld gaan r" aandacht voor de oude tr ties van de streek en voor folklore. Dat moet de mensen bewust maken en hun een g van eigenwaarde geven". Over recente jeugdproblemat 1 „Kyk, en dan zyn ze verbaasd wat er nu en de afgelopen jare gebeurd met de nozems en de vo's. De jongeren gaan zich 11 omdat zy zich niet meer geboc 1 voelen aan de normen en raai van hun ouders. Het de cratische bestel maakt het hen oc gelyk zich te uiten. En wat voorvalt, is niét de schuld van nozems en die provo's. Nee, dl .1 de schuld van de samenleving, volstrekt onvoldoende aand heeft besteedt aan haar kinderen. We moeten de jeugin kans geven meer erkend te den, meer te worden betrokkei[_ het samenlevingsproces. Provo's? Eigeniyk moeten w« zyn dat we ze hebben, jonge n sen, die het lef hebben om te gen, waar ze het niet mee zyn. En met dwang kryg je er nooit onder". Hy ls dit jaar veertig jaar H werk, maar Mulock Houwer Mulock Houwer niet zijn hy daarby stilstond. Die flE jaar worden op 9 januari in sterdam bekroond met een doctoraat, de beloning voor man, die van zyn werk zegt: 't is héél moeilijk. Maar als je moeilykheden houdt, dan Fel in een paradys". MARIUS VAN la

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 10