Het hoe en waarom van de effecten-beurzen PAROOL: KENNIS OVERDRAGEN Organisatie gericht op zuivere handel Sleepboot „Oostzee" helpt een slordige Amerikaanse collega Akkertjes LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 9 TOUipui T» het gebouw De Amsterdamse effectenbeurs is gevestigd in een eigen gebouw aan bet Beursplein 5. Dus niet in de be roemde Koopmansbeurs van Berlage aan het Damrak, maar in het grote gebouw dat achteruit staat tussen de imansbeurs en het Magazijn De Bijenkorf. Toch wordt de effecten beurs met Het Damrak vereen- lelvigd. Het gebouw van de effecten- jeurs werd gebouwd door Cuypers, in 1913. Daarvoor werd de effectenhan- jjdel bedreven in lokaliteiten va" taS koopmansbeurs, welke in 1611 3 iters te eigen gebouw kreeg, waai de broer van de dichter-drost -Jvan Muiden Pieter Cornelisz. Hooft, njj! Hendrik, als burgemeester van Am- iterdam de eerste steen heeft gelegd. ,aB. Daarvóór handelden de kooplieden, u;rt die ook geld- en effecten-zaken de- 's zomers onder de luifels van de winkels in de Warmoesstraat en winters in de St.-Olofskapel. Begin 1584 kregen zij toestemming om het roorportaal van de Oude Kerk als hun transacties te benu- Religie en commercie gingen aaïjjiand in hand. De koophandel en ook de effecten- iandel en het begrip beurs zijn dus heel oud. De eerste aandelen raar in werd gehandeld zijn die van Prijde Bank van Venetië en van de jank van St.-George in Genua, "l win rond 1400 in Italië reeds werd jespeculeerd". De eerste Amster- effectenhandelai-en hebben ich vanaf 1602 geïnteresseerd voor Ie „actiën" van de Verenigde Oost- ndische Compagnie. De VOC was in haar dagen ultra jodern. Haar actiën waren verhan- mg elbaar in tegenstelling tot de deel- emingen in de andere toen al be nde „compagniën" voorname - rederijen), waarvan de „parten" (zomaar) verkocht mochten orden. De VOC zou men kunnen eschouwen als de verre Nederland- Eer voorloper van de naamloze ven nootschap. Al vóór 1602 handelden de Amster- amse kooplieden in obligaties van teden en staten. De Amsterdamse rni eurshandel behoort dan ook tot de GeTiidste ter wereld, al stamt het ge pas uit 1613. De kooplieden lelden zich hier reeds vroeg bezig iet de goederenhandel en de wis- elmakelaardij. Dat de beurs eeuwen licht id is, valt ook af te leiden van het "Tla*foord beux-s. Dat is nl. (vermoede- te herleiden tot de naam van een Brugse familie: Van der Borse, welke rond 1450 in haar huis de kooplieden dagelijks ontving om met hen te handelen en om hen de kans te geven onderling zaken te doen. Later, toen Het Zwin geheel verzand was, veiplaatste deze „beurs" zich naar Antwerpen, waar zij in 1531 een eigen gebouw kreeg. Londen volgde in 1567. DE VEREENIGING Het gebouw aan Beursplein 5 is het eigendom van de Vereeniging voor den Effectenhandel, die op 17 mei 1876 werd opgericht. Oorspron kelijk was de effectenhandel volko men vrij, ze kende geen organisatie en er golden geen bijzondere regels. De bepalingen van de goederenhan del waren ook op haar van toepas sing. Op een gegeven moment ont stond er toch behoefte aan ordening en zo kwam het in 1787 tot het „Col lege tot Nuts des Obligatiehandels" (aandelen waren er nog nauwelijks). In 1833 werd een tweede organisatie opgericht: de Nieuwe Handelssocië teit. Beide instellingen fusioneerden tot het zgn. Algemene Beurscomité, dat overging in de Vereeniging die wij nu nog kennen. De effectenhandel is thans aan strenge regels onderworpen en het beursbestuur waakt er ijverig voor dat de officiële reglementen worden nageleefd. Iedere dag dat er beurs is, verschijnt de Officiële Prijscou rant van de Vereeniging voor den Effectenhandel, waarin de koersen van alle ter beurze „genoteerde" (verhandelbare) fondsen (de diver se effecten) zijn opgenomen. Eind 1965 werden in Amsterdam 2214 fondsen genoteerd. ORDE EN REGEL De strenge reglementering bete kent dat niet iedereen lid kan wor den van de Vereeniging en zo toe gang kan krijgen tot de beurs. Da mes doen in de praktijk alvast niet mee. Men moet in Amsterdam de moeite waard: moderne exprestreinen effectenhandel uitoefenen als com missionair, bankier, makelaar, hoek of „handelaar". Men moet Ne derlander zijn en minstens twee ja- in het vak werkzaam zijn ge weest. Men moet garanties stellen, Ook NV's die zich met de effec tenhandel bezighouden, kunnen lid worden, alsmede de bestuurders van deze NV's. De leden eind 1965: 453 mogen al dan niet gemachtig de bedienden meenemen naar de beurs. Daardoor zijn er iedere mid- dingen) kwartier) Vóór en vindt dag zo'n 600 k 700 man op de „beurs- vloer". De leden kiezen een bestuur en allerlei commissies. Er is een da gelijks bestuur. De beurs heeft een directeur, een secretariaat, een pers chef. kortom een staf van mensen die de handel in goede banen leidt. Al mag het publiek niet meedoen, zoals op de Koopmansbeurs, het mag de effectenhandel vanaf de galerij wel gadeslaan. Tussen één uur des ;n kwart over twee kan het in het beursgebouw terecht i mogelijkheid van rondlei- Dat is het uur (en één van de officiële handel, na de officiële beurstijd ook handel plaats, in het bijzonder in de Nederlandse fondsen die ook aan buitenlandse beurzen (bijvoorbeeld Wall Street) worden verhandeld: de vóórbeurs en de na beurs, waarvan in het beursoverzicht in de krant weieens sprake is. Des avonds handelen een aantal beurs mensen geheel onofficieel met el- kaart in de aandelen welke in Wall Street genoteerd zijn: het telefoni sche effectenverkeer. De leden van de Vereeniging moe ten in Amsterdam hun bedrijf uit oefenen. Dat verdroot de Maasstede lingen zo, dat zij in 1898 een eigen Vereniging van Effectenhandelaren in Rotterdam oprichtten: de beurs van Rotterdam, waarvan in kr an te- berichten ook weieens sprake is. In 1903 werd in Den Haag de Bond voor Geld- en Effectenhandel in de Provincie gesticht. De twee vereni gingen en de bond zijn sedert 26 september 1955 verenigd in één ver band: de Nederlandse Organisatie voor het Effectenbedrijf, welke een vinger in de pap heeft bij het vast stellen van de reglementen. Daar is één en ander aan voorafgegaan. In bezettingstijd werd de Vereeniging tevens Bedrijfsgroep Effectenhandel en van mei 1943 tot 31 januari 1953 waren de statuten van de Vereeni ging buiten werking. Over de grenzen is er samenwer king in de Internationale Federatie van Effectenbeurzen, welke in 1961 werd opgericht nadat op Nederlands initiatief in 1957 verschillende Euro- pese effectenbeurzen voor het eerst de koppen eens bij elkaar staken. DE MINISTER Het geheel van organisatie omringt de belegger met waarborgen voor een zo zuiver mogelijke effectenhandel. De overheid is eveneens „toezicht- houdster". Haai' eerste bemoeiingen waren uiteraard tijdelijk be doeld. Dat is inmiddels iedereen vergeten. Zelfs het p.b.o.-orgaan kon daar geen verandering in brengen. Er zijn dus Wetten en Koninklijke Be sluiten die de beurshandel mede re gelen (en beperken, zo zegt men in beurskringen natuurlijk). ADVERTENTIE De eerste maatregelen zijn van 1914, toen kort voor het uitbreken de eerste wereldoorlog de koer sen scherp daalden en op 29 juli de beurs de (pas op 1 januari van dat jaar in eigen huis geopende) poorten sloot. Sindsdien beslist de minister Financiën wanneer de beurs ge opend moet zijn en wanneer zij dicht mag wezen, op oudejaarsdag bijvoor beeld. De tweede wereldoorlog heeft begrijpelijk ook een aantal maatre gelen t.a.v. de beurs tot gevolg ge had. Denken we maar aan de geld- zuivering en het rechtsherstel. De Beurswet 1914 werd aangevuld met de Beschikking Beursverkeer 1947, waarmee de beurs nu nog rekening moet houden. Zo schrijft artikel 2 de Beschikking voor, dat de handel in effecten slechts mag ge schieden door tussenkomst van de beurs, tenzij de minister dispensatie verleent. De zgn. commissionairs- dwang. Voor o.a. transacties tussen „moeder- en dochtermaatschappijen" geldt de regel niet. Een particulier mag dus geen aan deeltje verkopen en leveren aan zijn buurman ter voldoening van een le verantie door die buurman. Ook van oudeis naar kinderen is verkoop van effecten verboden. Het moet via de bank. Overigens zijn die verboden transacties niet nietig, zo heeft de Hoge Raad uitgemaakt. De daders zijn slechts strafbaar. De Amerikaanse sleepboot „Joel Robin" heeft tijdens een karwei zelf hulp moeten inroepen en gekregen van de Nederlandse sleper „Oostzee". De Nederlander kon zijn Amerikaan se collega volledig uit de moeilijkhe den helpen, omdat de „Oostzee" met zijn uitrusting op alles is voorbereid, wat van de Amerikaan niet direct kon worden gezegd. Het ongeluk voor de „Joel Robin" begon op 9 oktober midden in de At lantische Oceaan op 700 mijl ten noordoosten van Belem. De dubbel- schroef sleepboot was op weg naar Port Harcourt met aan de tros een grote met allerlei uitrustingstukken voor de olie- industrie geladen bak, de Intermac 6. De sleep was al een aar dig eind gevorderd, toen de moei lijkheden kwamen. De sleepboot draaide de nylondraad van de sleep tros in een van zijn schroeven en gelijktijdig bleek, dat de bak ernstig lek was geworden en dat zinken niet denkbeeldig was. Goede raad was nog duurder dan anders, want de „Joel Robin" had geen pompmateriaal aan boord, geen ingrediënten om even tuele lekkages te stoppen en ook geen duikermateriaal om te proberen de in het ongerede geraakte schroef weer te klaren. Onder zulke omstan digheden gaat elke zeeman aan hulp denken. Het telegram ging de lucht n bereikte ook de sleepboot Oost van L. Smit en Co's Internatio nale Sleepdienst, die alleen op weg was naar het Car&ïbische gebied. De sleepboot wijzigde zijn koers en kwam drie dagen later bij de vleu gellamme Amerikaanse sleep aan. Het vinden was niet zo gemakkelijk, omdat nadien de radio van de sleep boot ook nog defect was geraakt. De Nederlandse zeeslepers begon nen eerst met de lekke bak, waarin zij in voor- en achterpiek veel water aantroffen. Pompen werden overge zet en de bak werd vrij van water gemaakt. Toen werden de vele lek ken deskundig gestopt. Daar bleek, dat het voorpiekschot ernstig lekte werd een bekisting gemaakt en aan gebracht en ook dat euvel was weer verholpen. Toen gingen de mannen van de Oostzee aandacht aan de „Joel Robin" besteden. Zij gingen in het duikerpak en wisten de nylon tros uit de schroef te halen. De voor laatste goede dienst welke zij de Amerikaan verleende was het over pompen van vijf ton drinkwater, want daaraan had men ook gebrek. Op 14 oktober was de zo slordig op reis gegane Amerikaanse sleep weer in staat de reis voort te zetten. Voor alle zekerheid begeleidt de Oostzee (kapitein J. J. Klein) als laatste goe de dienst de sleep nu naar Monrovia, een reis van naar schatting tien da- Twee van de vier zeekoeien die ongeveer een maand geleden in Suriname zijn gevangenzijn vandaag is Artis aangekomen. Op de Joto een van de enorme dieren in hun bassin in Artis. Twee an dere zeekoeien zijn bij een storm tijdens de overtocht overleden. ADVERTENTIE Let op, dat U de originele Akker*1 cachets krijgt, met de onovertroffen working bij pijn en griept Stationaire kunstmaan boven Pacific De Amerikaanse maatschappij voo» communicatiesatellieten (Comsat) heeft bekendgemaakt dat op 36 okto ber een kunstmaan zal worden gelan ceerd die de te-Ie -verbindingen ove» de Stille Zuidzee moet gaan verzor gen. De Pacific Bird, een sterk ver beterde versie van de sinds april vorig jaar boven de Atlantische Oceaan „hangende" Early Bird, zal op een vaat punt boven de evenaar met de aarde meedraaien. De eerste Aziatische landen die langs deze weg verbindingen kunnen onderhouden met Amerika zijn Japan, de Philip- pijnen en Thailand. ADVERTENTIE Ms' V w"» De opdracht waarmee de Jonge Nederlandse vrij williger naar een ontwikkelingsland vertrekt is: leer anderen zichzelf te helpen. Breng daar in Columbia of Ivoorkust of India aan één of meer mensen iets van jouw kennis en vakbekwaam heid over. Mensen, die, wanneer je na twee jaar weer naar Europa vertrekt, het werk kunnen voortzetten en op hun beurt deze kostbare kennis verder kunnen door geven. Want wat men In de ontwikkelingsgebieden in de eerste plaats nodig heeft is kennis, kennis en nog eens kennis. Kennis om betere huizen te bouwen, om méér en gevarieerder voedsel te verbouwen, om kin deren goed te verzorgen, om eenvoudige machines te bedienen, De man of vrouw die deze kennis en vak bekwaamheid op de juiste manier overbrengt draagt daarmee veel bij tot verbetering van het levensniveau van een dorp of een hele streek. De beste ontwikke lingshulp is erop gericht hulp overbodig te maken. De Stichting Nederlandse Vrijwilligers vraagt jonge mensen van 21 tot 35 jaar, die bereid zijn op een af gelegen plek in de wereld „de motor op gang te brengen". Wat zij mee krijgen: een goede voorberei ding en... zichzelf. Zij moeten zelfstandig zijn en nuchter. Zij moeten enthousiast kunnen doorzetten, maar ook geduldig kunnen luisteren. De condities zijn o.m.: een redelijk salaris, eenvoudig maar goed voed sel, misschien in twee jaar geen schouwburg of con cert, maar wel andere mogelijkheden tot recreatie. Het werk dat zij doen levert meestal niet onmiddellijk spec taculaire resultaten op, maar zal op den duur zijn waarde bewijzen. Wie inziet dat de ervaring van twee jaren ontwikkelingshulp waardevol kan zijn voor zijn latere carrière, wie een vak beheerst, incasserings vermogen heeft en een gezond gevoel voor avontuur, hij of zij wordt uitgenodigd de informatiestrook te zenden aan de Stichting Nederlandse Vrijwilligers, Bezuidenhoutseweg 153 te 's-Gravenhage, tel. 070- 854300. Binnen enkele dagen ontvangt men nadera inlichtingen. Ik verzoek U om Naam nadere inlichtingen Adres C/3 over financiële en sociale Woonplaats Telefoon voorzieningen, j opleiding en werkzaamheden van de vrijwilliger. Geb.datum Beroep Vakopleiding Gehuwd ongeh. VERZENPEN IN GESLOTEN ENVELOP EN ALS Barer FRANKEHEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 9