zilveren hamer" rjfSDAO 20 SEPTEMBER 1966 LEIDSCH DAGBLAD 17 90 m W Co« Zeesleepvaart CyclMP 19 nog M.r,. „de de geschiedenis van een jpelpriester uit de tijd, dat Ha ll Haarfagre over Noorwegen re lde. Hi) had de oude tempel la- afbreken en was naar IJsland rekken met de zuilen en een zak lie uit de grond, waar de tempel nronkelyk gestaan had. Op IJs- J hij een nieuwe tempel ge il die aan het heiligdom jin gewijd. p Olve vertelde over zijn eigen grootvader, die tempelpriester in rm geweest was ten tijden van iing Haakon. ito was er een koning naar rin gekomen die veel strenger in nieuwe christelijke leer was dan ion, en die bijzonder tegen de gébruiken en offerfeesten ge was. Dat was Olav Tryggvason _jst rst had de koning een volksver ing in Frosta bijgewoond. Daar e hij zich zeer verdraagzaam, hij zag- hoe talrijk de aanwe- i menigte boeren was, en hij had I zelfs beloofd de midzomeroffer- en 14 juli op Maerin te j i bijwonen. Maar later, toen hij M veel volk naar Lade gekomen A had hij een aantal boeren bij ontboden en gedreigd dat hij wel d was te offeren, maar dan zou -£. ten mensenoffer zijn. Daarop hi bevel gegeven de machtigste [mannen uit de streek gevan- tp nemen. Het ïlot was, dat de IP zich overgaven en zich tot het f ft geloof bekeerden. j volgens was de koning opge- ;v/v (I] naar Maerin en had er zo de godsvrede als de heiligheid tempel verstoord door op ver- jjke wijze een der aanzienlijk- uit de streek, de edelman Jerns- e Asbjörnsson, te laten ver- en. Deze was de aanvoerder le boeren in zijn streek en de ig rekende hem tot een geduchte it&nder. Jaar mijn mening behaalde ko- O olav niet zo'n grote overwin- r (is hij zelf wel dacht, zei Olve. rnsskjegge stierf zijn heldhaf- tige dood bij de tempel, terwijl hij zijn goden verdedigde en wat hü als ïechl en plicht, beschouwde. Zijn aanzien onder de boeren steeg daar door nog na zijn dood. Toch had de koning het volk in zijn macht gekre gen doordat ze na de-dood van hun aanvoerder vrijwel machteloos ston den en hij had hen gedwongen tot hel christendom over te gaan. Hij liat priesters uitgezonden, die het volk in de nieuwe leer moesten on derwijzen en dagelijks werden dopin gen verricht. Ook Tora Olvesdochter was in die tijd gedoopt. Ik ben niet gedoopt, zei Sigrid. Dat zal ook nooit gebeuren, zo lang ik het voor het zeggen heb, antwoordde Olve. Hij vertelde ver der, hoe de koning Jernsskjegges fa milie gedwongen had, een vergelijk me* hem te sluiten en hoe hij diens mooie dochter tot vrouw had -geëist. Ook daarmee pleegde hij ver raad, zei Olve, want hij had al een vrouw, de zuster van de koning van Dublin. En als christen mocht hij immers niet meer dan één vrouw be- iit ter, Jernsskjegges dochter was van plan de koning te doden, zodra ze samen in bed lagen. Het plan mis luk* e echter, ze had er te veel haast achter gezet. Het was verstandiger geweest als ze gewacht had, tot de oudf schurk goed en wel sliep, maar was misschien meer dan ze ver dragen kon. Nu hoor je eens, zei Ol ve, hoe lieden, die zich christenen noemen, te keer zijn gegaan. Het klinkt allemaal niet zo heel 'erschillend van hetgeen Je mij laatst hebt verteld van de vikingen, vond Sigrid. Je zou zeggen, dat de prt de ketel verwijt. Dat kan wel waar zijn, ant- j woordde Olve kalm. maar er Is éér groot verschil: ik verschuil me niet huichelachtig achter een gebod dat zegt: gij zult niet doden, en ik hang evenmin een leer aan, die het houden van meer vrouwen veroor deelt. Neen, dat weet ik, zei Sigrid spits. Olve haalde zwijgend de schouders op Ze stonden nu op de top van de heuvel. Olve hield zijn paard in en beschreef met zijn hand een wijde boog. Sigrids blik rustte vol bewon dering op het uitgestrekte panora ma onder hen. Er ging iets onbe schrijfelijk vredigs uit van de aan blik van het landschap aan de blau we fjord, die lag te dommelen in de warme middagzon. De beboste ber gen rondom tekenden zich scherp af legen de blauwe lucht. Geen mens kon ontkomen aan de we'üadige invloed, die er van een dergelijk tafereel uitging, meende Sigrid en zij was dankbaar, dat Ol ve haar hierheen had meegenomen. Opkijkend, ontmoette ze Olves glim lachende blik en ze begreep, dat zij hetzelfde voelde. Deze heuvel heeft zoveel gezien, sprak hij. In oude tijden werden hier mensen geofferd. Ook is hy ge tuig1" geweest van menige bittere reis van hen, die om de een of an dere reden het land moesten ont vluchten. Er waren koningen, die hier hun overwinningen behaalden, andere leden er een geduchte ne derlaag Maar hierboven heerst de vreac en er is nog nooit iemand geweest die haar heeft kunnen ver storen. (Wordt vervolgd) PANDA EN DE MEESTER KRISTAL KIJKER 2790. Panda had een van de onderliggers van de ophaalbrug vervangen door de roestige balk en nu liep hij wat aarzelend terug naar de stad. „Ik hoop dat die brug het verkeer kan dragen! mompelde hij onzeker. „Die balk zag er zo oud en verweerd uitt Maar ik heb precies gedaan wat Joris zei en dan moet het dus wel goed zijn!" Op dat moment werd hij gepasseerd door de eigenaar van de Blanken op borg vrij in Grenada De federale rechter in Granada (Mississippi) heeft 13 blanken ge arresteerd die ervan worden beschul digd te hebben samengezworen bij de aanvallen op negerkinderen op pas geintegreerde scholen. Zij werden naar Oford overge bracht 72 km verder, voor een ver hoor door de Amerikaanse commis saris, waar zij op de hoogte gesteld werden van de beschuldigingen die tegen hen zijn uitgebracht. Zij wer den op borg van 3500 gulden ieder vrijgelaten. De procureur zei, dat de mannen beschuldigd worden van samenzwe ring om de burgerrechten van de ne gers te schenden. De kinderen wer den vorige week in Grenada gemo lesteerd en mishandeld toen zij naar school gingen. De maximale straf ervoor ls 10 jaar en een boete van 5000 dollar. De arrestaties hadden plaats na dat de federale rechter ztfn rechter lijk bevel permanent maakte waarbij de autoriteiten van Grenada op dracht hebben gekregen negerkinde ren te beschermen tegen „wrede en zinloze aanvallen" van blanken. Een zwaar gewapende politiemacht blijft de wacht houden in Grenada, een stadje van 8000 inwoners en reeds lang het toneel van de stryd om de burgerrechten. Tegen gemengde Na het moderamen van de gene rale synode van de Ned. Herv. Kerk heeft ook het moderamen van het hoofdbestuur van de „Vereniging Protestant Nederland" zich gekeerd tegen de zogenaamde „gemengde doop", die vorige week zondag door een predikant en een pater in Delft werd verricht. In een brief aan de provinciale kerkvergadering van de Ne^. Herv. Kerk in Zuid-Holland schrijft het bestuur dat het aanzien van de kerk is geschaad en de kerk- ordehjke bepalingen zijn overschre den. Dit zal oorzaak zijn van grote geestelijke schade en verwarring met betrekking tot de betekenis van het sacrament van de heilige doop, aldus „Protestant Nederland". RECHTER TIE EN HET GEHEIM VAN DE WIEROOKKLOK 16. „Jullie hebben allebei gedaan wat je kon", zegt Rechter Tie, „nu iets anders. Vertelde je niet, huismeester, dat mevrouw Ho in een beste stemming verkeerde tot het moment dat meneer Hwa Min op bezoek kioam?" Inderdaad, Edelachtbare"is het antwoord. „Zodra mevrouw hoorde dat ik de komst van meneer Hwa aan kondigde, werd ze opeens heel bleek en trok zich haastig terug in een zijkamer. „Ik zag heel goed, dat ze De kamenier onderbreekt hem plotseling: „Je moet je vergissen"zegt ze. ,Jk heb haar van de zijkamer naar het prieel gebracht, en ik heb er niets van gemerkt DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 625. „Kinderen", zei Brammetje Fok, „ik wil jullie niet bedrie gen. Ik zou jullie wijs kunnen maken, dat ik nog wel een oplossing weet om weg te komen maar het zou een leugen zijn. Ik kan niets meer bedenken. Alleen een wonder kan ons nog redden". Stille tranen gleden langs de wangen van de kinderen omlaag. Ze dachten aan thuis, aan hun radeloze ouders, aan de honger die hen zou kwellen Alles zou verloren zijn geweest, als Tutu niet zo'n volhardend dat ze uit haar humeur was". De huismeester begint te protesteren, maar de Rechter legt hem het zwijgen op. Hij begrijpt dat de kame nier vooral mevrouw Ho is toegeicijd, terwijl de huismeester altijd de partij van meneer Ho zal kiezen. Hij kan ze beter apart onder vragen. „Wijd jij je verder maar aan je dagelijkse plichten, huis meester", zegt hij, „het leven gaat door. Als ik je nog nodig heb, zal ik je wel laten roepen". Dan wendt de Rechter zich weer tot de kamenier. Hij vraagt zich af of ze misschien uit liefde voor haar dode meesteres iets voor hem verborgen houdt. Hoe kan hij haar tong losmaken? karakter had. Vele malen had hij tevergeefs de toverspreuk uitge sproken. Menig ander zou de moed hebben opgegeven. Maar Tutu redeneerde: „Het is de enige kans. Nu doe ik tenminste nog een beetjeen anders doe ik helemaal niets." Na een korte rust greep hij dus weer de toverstaf, die hij op de voorgeschreven manier boven de verdwijnkist heen en weer zwaaide. Parrra varrra karrrrrrrama kraste hij zonder veel overtuigingEn ineens bonkte het in de kist, alsof er stenen in wer den gestort. is bet ontstaan? t Dit noord: CAFETARIA sprak men in Neder- i van cafeteria met een e in lettergreep, maar on- van woorden als ma- j) prullaria, aquaria e.d. f meer en meer cafetaria Met het accent op de ri komt het woord in het op Cuba gesproken i Daar betekent cafeta- f waar men koffie en f in het klein, verkoopt. De naar: goed- 4 eet- en diinkgelegenheid de klant de spijzen en zelf aan het buffet af- 4 is bevorderd door dat het 4 deel van het woord sterk het woord café doet den- f Via Amerika en Engeland f woord in Nederland ge- j Reeds in Amerika is het 4 versprongen. De uit- 4 berust op mon- de uitspraak cafetaria 4 iriftelijke overneming. klomp diamant, die precies de weg volgde die Joris hem had voor geschreven. „Ik ben bijna de stad uit!" prevelde de automobilist..En er is nog niets ergs gebeierd! Misschien heeft die meneer Puthra zich wel vergist! Of misschien zei hij maar wat en heeft hij me voor de lap gehouden met z'n voorspellerijl" Maar juist toen hij ernstig ging twijfelen aan de waarzeggende ver mogens van Joris Goedbloed. zakte de brugbevloering onder het ge wicht van zijn voertuig in elkaar Nederlandse schepen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 21